YouTube
De vertoning is helaas voorbij. Bekijk hier wel de trailer van Piripkura.

Het was in een van Rutger Bregman dat de vraag centraal stond hoe mensen in de prehistorie leefden. Toen ik het las, dacht ik: die jagers en verzamelaars, die ken ik. Ze moeten hebben geleefd als Pakyî en zijn neef Tamandua, twee van de drie laatste nog levende Piripkura-indianen.

De twee mannen, de een ongeveer 52, de ander rond de 40 jaar, zijn de hoofdpersonen van de documentaire Piripkura, die ik tijdens het IDFA-festival zag in Amsterdam en die leden van De Correspondent nu ook kunnen zien. De twee leven in een stuk ongerept regenwoud in het Amazonegebied bijna zo groot als Noord-Holland.

Daarin trekken ze naakt rond, en leven er van noten, yamswortels en honing, die ze met hun blote handen uit de honingraten halen – want aan de bijensteken zijn ze gewend. Ook vissen ze op een speciale manier: ze gooien de giftige schors van een specifieke boom in een poel, die zuurstof aan het water onttrekt. Daardoor komen de vissen bovendrijven.

Geen antropologische verhandeling

Toch is Piripkura, die in december won in Amsterdam, geen antropologische verhandeling. Het is het poëtische en ontroerende verslag van een speurtocht naar de twee mannen, dwars door een stuk oerwoud van 240.000 hectare.

De Piripkura vormen een van de 26 ‘geïsoleerd’ levende indianenvolken in Brazilië die zijn erkend. De Braziliaanse grondwet bepaalt dat hun leefgebied streng beschermd moet worden tegen houtkap en mijnbouw. Maar daarvoor moet worden aangetoond dat ze er nog op traditionele wijze leven.

Een kaal landschap vol boomstronken en net afgebrand woud, dat soms nog nasmeult, trekt aan je ogen voorbij

Jair Candor, in feite de derde hoofdpersoon van de documentaire, gaat elke paar jaar op zoek naar de twee om te kunnen bewijzen dat ze er nog zijn. Deze toegewijde ranger van Funai, de overheidsinstantie die Braziliaanse indianen en hun leefgebied moet beschermen, neemt in 2016 de filmploeg van regisseurs Mariana Oliva en Renata Terra met zich mee.

Alleen al de beelden die de ploeg maakt op weg naar het Piripkura-leefgebied, vormen een belangrijke, maar wrange reden om de film te zien: een kaal landschap vol boomstronken en net afgebrand woud, dat soms nog nasmeult, trekt aan je ogen voorbij – alles gekapt voor veeteelt of sojavelden. Onderweg passeert de ploeg vele vrachtwagens vol boomstammen.

Groene vlekken in kaalgekapt gebied

Dit landschap is inmiddels representatief voor de provincie Mato Grosso, vertelde Oliva me toen ik over de film. ‘De gebieden van de “geïsoleerde” indianen vormen groene vlekken in kaalgekapt gebied. Je pikt ze er met Google Earth zo uit.’

Des te belangrijker dat Pakyî en Tamandua hun leefgebied beschermen door hun nomadische bestaan voort te zetten. Wat overigens wel afwijkt van hoe de prehistorische mens leefde. Want in 1998, bij een eerdere ontmoeting met een Funai-medewerker, kregen de twee een kapmes mee en vuur, waarmee ze hun vis voortaan zouden roosteren. Ze droegen achttien jaar een smeulende toorts met zich mee, om steeds opnieuw vuur mee te maken.

De toorts doofde echter in de tijd dat de filmploeg het gebied aandeed. Eigenlijk was dat de reden dat de ploeg Pakyî en Tamandua kon filmen: ze kwamen zelf naar de buitenpost van Funai aan de rand van het oerwoud, waar de filmploeg gefrustreerd was neergestreken na een week vergeefs zoeken. Want ze hadden nieuw vuur nodig. ‘De Piripkura worden niet gevonden, ze bepalen zelf of ze zich laten vinden’, zei Oliva erover.

Met de dood bedreigd

Jair Candor op het festival Movies that Matter in Den Haag. De stille, alleen Portugees sprekende Funai-ranger, die voor het eerst een vliegreis had gemaakt en zich voor het eerst buiten Brazilië bevond, vertelde dat hij vaak doodsbedreigingen ontving van vermoedelijke handelaars in illegaal gekapt hardhout. Het leek hem niet af te schrikken.

In de film zelf komt de moordlust onder houthakkers bijna achteloos ter sprake, als Rita, de derde nog levende Piripkura, vertelt over in de jaren zestig en zeventig, waarvoor nooit iemand is gestraft.

Jair Candor vertelde ook dat als Pakyî en Tamandua zich ooit elders vestigen of overlijden, het gebied ‘ongetwijfeld’ ten prooi zal vallen aan illegale hardhoutkappers en goudzoekers.

De regisseurs laten de film zien op scholen en universiteiten, omdat zo bitter weinig Brazilianen weten hoe hun ‘eigen’ inheemse volken leven

Tijdens het Movies that Matter-festival vertelde regisseur Renata Terra dat ze de film vertonen in scholen en universiteiten, omdat zo bitter weinig Brazilianen weten hoe hun ‘eigen’ inheemse volken leven.

De film is deze week ook te zien tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de hoofdstad van het land, vertelde Terra. Ze protesteren er tegen recente maatregelen en wetten: onder de regering van de huidige president Michel Temer is de positie van de indianen achteruitgegaan, ook door diens bezuinigingen op het toch al krappe budget van Funai.

Op kun je de indianen zien die op de bijeenkomst afkomen. Ze ogen strijdbaar en niet bereid zich in de marge te laten drukken.

Hoe anders dan Pakyî en Tamandua, die zich het liefst terugtrekken in het regenwoud, ver weg van de andere Brazilianen. Piripkura leert je dat het Amazonewoud beide soorten bewoners nodig heeft om te overleven.

Meer van De Correspondent?

Vijf actuele inzichten van een medicijnman uit de Amazone Het veelgeprezen Colombiaanse drama El abrazo de la serpiente is niet de eerste film die kritisch terugblikt op de kolonisatie van Zuid-Amerika. Uniek is wel dat nu eens niet de westerling centraal staat, maar iemand uit de inheemse bevolking. Wat heeft deze medicijnman uit de Amazone ons te zeggen? Lees het verhaal van Rick hier terug Dit unieke onderzoek laat zien wat er gebeurt als je een arme indiaan zomaar 6.000 dollar per jaar geeft Eerder schreef ik over een vraag die wetenschappers al decennia bezighoudt: wat is het verband tussen armoede en mentale problemen? Toen een arme indianenstam in North Carolina ineens duizenden dollars per jaar kreeg uitgekeerd, zag een Amerikaanse professor een unieke kans om nieuw licht te werpen op dit oude vraagstuk. Een sociaal wonder voltrok zich. Lees het verhaal van Rutger hier terug