Ik ben geboren in 1955, halverwege het decennium waarin psychedelica voor het eerst hun spectaculaire intrede deden in Amerika, maar pas toen mijn zestigste verjaardag naderde, overwoog ik serieus om voor de eerste keer LSD te gaan proberen.

Dat klinkt misschien onwaarschijnlijk uit de mond van een babyboomer: alsof ik daarmee mijn generatieplicht heb verzaakt. Maar ik was in 1967 pas twaalf jaar, te jong om meer dan alleen vaag te hebben gehoord over de en de LSD-feesten in San Francisco. was voor mij niet aan de orde: ik was veertien, en zou er door mijn ouders naartoe moeten zijn gebracht.

Het meeste van wat er in de jaren zestig gebeurde kwam ik te weten uit het tijdschrift Time. Tegen de tijd dat de vraag bij me opkwam of ik al dan niet een keer LSD zou willen proberen, had het middel in de media al zijn razendsnelle opmars voltooid van psychiatrisch wondermiddel via sacrament van de alternatieve scene naar vernietiger van de jeugd.

Toen ik op de middelbare school zat, maakte een onderzoeker bekend (ten onrechte, naar later bleek) dat en bij het vak Gezondheid en Verzorging werd dat er bij ons goed ingepeperd. Een paar jaar later voerde de televisiepersoonlijkheid Art Linkletter een campagne tegen LSD, dat volgens hem ervoor had gezorgd dat zijn dochter

Ik ben minder beïnvloed door de psychedelische jaren zestig dan door de morele paniek die de psychedelica veroorzaakten

LSD scheen ook iets met de te maken te hebben gehad. Begin jaren zeventig, toen ik ging studeren, leek alles wat je over LSD hoorde vooral afschrikwekkend. En dat werkte bij mij: ik ben minder beïnvloed door de psychedelische jaren zestig dan door de morele paniek die de psychedelica veroorzaakten.

Jaren later, toen ik eind twintig was en mijn plek in het leven wat meer had gevonden, heb ik twee of drie keer geëxperimenteerd met Ik had van een vriend van me een jampot vol gedroogde knoestige Psilocybes gekregen, waar mijn vriendin (en huidige echtgenote) Judith en ik er bij enkele gedenkwaardige gelegenheden een paar van opaten; we werden eerst een beetje misselijk, maar zeilden toen in elkaars gezelschap gedurende vier of vijf interessante uren weg op een reis die een wonderlijk vervormde versie van de ons bekende werkelijkheid leek.

Na die twee korte trips bleef de pot met paddo’s jarenlang onaangeroerd achter in een keukenkast staan. Het idee dat we ons een hele dag konden overgeven aan een psychedelische ervaring was ondenkbaar geworden.

We hadden allebei een baan gekregen en werkten hard, dus de eindeloze vrije dagen uit onze studietijd (of uit de tijd waarin we nog niet werkten) waren iets waar we alleen nog maar van konden dromen. We kwamen de vergeten jampot een keer tegen bij een schoonmaakactie en gooiden hem weg, samen met alle muffe kruiden en etenswaren die over de datum waren.

Nu, drie decennia later, wilde ik dat ik dat niet had gedaan. Ik zou heel wat over hebben voor een pot met paddo’s. En ik vraag me de laatste tijd af of die bijzondere moleculen niet verspild zijn aan de jeugd, of ze ons in een latere levensfase, wanneer het cement van onze geestelijke gewoonten en ons dagelijkse gedrag is uitgehard, niet veel meer te bieden hebben.

‘Salvia’, uit de serie ‘Drugs’ van Jaap Scheeren.

Carl Jung heeft eens geschreven dat het niet de jongeren maar mensen van middelbare leeftijd zijn die behoefte hebben aan ‘spirituele ervaringen’ om ze de

Tegen de tijd dat ik veilig de vijftig gepasseerd was, leek het leven zich voort te bewegen via een paar uitgesleten maar comfortabele sporen: een lang en gelukkig huwelijk en een even lange en bevredigende carrière. Zoals ieder mens had ik enkele betrouwbare mentale algoritmes ontwikkeld voor alles wat het leven me te bieden had, zowel privé als op mijn werk.

Ontbrak er nog iets in mijn leven? Ik zou het niet weten, althans niet tot ik iets hoorde over het nieuwe onderzoek op het gebied van psychedelica en ik me begon af te vragen of ik misschien had verzuimd op te merken dat deze moleculen een hulpmiddel konden zijn om de geest te begrijpen en wellicht te verruimen.

Door de volgende drie gebeurtenissen raakte ik ervan overtuigd dat dat laatste inderdaad het geval was.

In het voorjaar van 2010 verscheen er een groot artikel op de voorpagina van TheNew York Times met als kop: (Hallucinogenen wekken opnieuw belangstelling artsen).

Daarin stond dat onderzoekers hoge doses psilocybine – de werkzame stof van paddo’s – aan terminale kankerpatiënten hadden gegeven als manier om ze bij de naderende dood te helpen omgaan met hun ‘existentiële onrust’.

die gelijktijdig plaatsvonden aan de Johns Hopkins University, de en de New York University, vond ik niet alleen onwaarschijnlijk maar ook krankzinnig. Als ik een terminale diagnose zou hebben gekregen, zou het nemen van psychedelica – dat wil zeggen, de controle over mijn geest opgeven en in die psychisch kwetsbare staat recht de afgrond in kijken – het laatste zijn wat ik zou willen.

Toch zeiden veel vrijwillige deelnemers dat ze door die enkele, begeleide psychedelische ‘reis’ hun kanker en het vooruitzicht te gaan sterven heel anders waren gaan zien. Sommigen zeiden zelfs dat ze hun angst voor de dood helemaal hadden overwonnen.

De redenen die ze voor die transformatie gaven waren intrigerend maar ook enigszins ongrijpbaar. ‘Individuen stijgen uit boven de primaire identificatie met hun lichaam en ervaren een toestand waarin ze vrij zijn van hun ego’, beweerde een van de onderzoekers. Ze ‘keren terug met een nieuw perspectief en een diepgevoelde aanvaarding’.

Paddo’s, uit de serie ‘Drugs’ van Jaap Scheeren.

Dit verhaal zweefde nog ergens in mijn achterhoofd toen ik een jaar of twee later samen met Judith uitgenodigd was voor een diner in een groot huis in de waar we met een stuk of tien mensen aan een grote tafel zaten, en een vrouw aan het andere uiteinde van de tafel over haar LSD-trips begon te vertellen.

Ze leek me ongeveer even oud als ik en, zo hoorde ik, was een vooraanstaand psycholoog. Ik was intussen in een heel ander gesprek verwikkeld, maar zodra de letters L-S-D tot mijn kant van de tafel doordrongen, kon ik het niet laten mijn oren te spitsen en te proberen het gesprek te volgen.

Ik dacht eerst dat ze een opgepoetst verhaal uit haar studietijd aan het opdiepen was. Dat was niet het geval. Al snel werd duidelijk dat de LSD-trip in kwestie slechts enkele dagen of weken eerder had plaatsgevonden en ook een van haar eerste was.

Aan tafel werden de wenkbrauwen opgetrokken. Zowel deze mevrouw als haar echtgenoot, een gepensioneerde softwareontwikkelaar, vond een incidenteel gebruik van LSD De psychologe vond dat ze door LSD vooral meer inzicht kreeg in hoe kinderen de wereld zien.

Volwassenen, zo vertelde deze mevrouw, nemen de wereld niet gewoon zoals hij is, maar hebben er gefundeerde veronderstellingen over

De perceptie van kinderen wordt niet ingeperkt door verwachtingen en gebruiken zoals dat bij de perceptie van volwassenen wel het geval is, omdat die vaak al blasé zijn en ze het allemaal al eens hebben gezien en gedaan. Volwassenen, zo vertelde deze mevrouw, nemen de wereld niet gewoon zoals hij is, maar hebben er gefundeerde veronderstellingen over.

Door op zulke veronderstellingen, die zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden, te vertrouwen, besparen we tijd en energie, zoals wanneer we moeten vaststellen wat dat fractale patroon van groene stipjes in ons blikveld zou kunnen zijn. (Waarschijnlijk de blaadjes aan een boom.) LSD lijkt zulke geconventionaliseerde, stenografische perceptiemodussen uit te schakelen en en een verwondering over hoe we de werkelijkheid ervaren, alsof we alles voor het eerst zien. (Blaadjes!)

Ik mengde me in het gesprek door te vragen of ze ook van plan was om iets over zulke ideeën te schrijven, waarmee ik meteen ieders aandacht had. Ze schoot in de lach en keek me aan met een blik waaruit ik opmaakte dat ze dat verschrikkelijk naïef van me vond. LSD staat op de en de overheid verbiedt het medicinale gebruik ervan.

Het zou dus wel erg roekeloos zijn voor iemand in haar positie om zwart op wit te stellen dat psychedelica wellicht een nuttige bijdrage aan de filosofie of de psychologie zouden kunnen leveren, dat ze zelfs waardevolle middelen zouden kunnen zijn waarmee het mysterie van het bewustzijn van de mens kan worden onderzocht.

Serieus onderzoek van psychedelica was al zo’n vijftig jaar geleden van de universiteit verbannen, kort na het mislukken van het van Timothy Leary in 1963. was een reprise daarvan een brug te ver, althans voorlopig.

Paddo’s, uit de serie ‘Drugs’ van Jaap Scheeren.

Het derde dat mijn belangstelling wekte was iets wat ik me door dit gesprek weer vaag herinnerde, namelijk dat iemand me enkele jaren daarvoor een wetenschappelijk artikel had gemaild over het onderzoek naar psilocybine. Ik was destijds erg druk met allerlei andere zaken en had het artikel niet eens geopend, maar door te zoeken op ‘psilocybine’ viste ik het artikel al snel uit de virtuele stapel weggegooide mails op mijn computer.

Paddo’s, uit de serie ‘Drugs’ van Jaap Scheeren.

Het artikel was me toegestuurd door een van de co-auteurs ervan, ene Bob Jesse, mij onbekend. Misschien had hij gelezen wat ik een keer over psychoactieve planten had geschreven en dacht hij dat ik het artikel wel interessant zou vinden. Het was geschreven door hetzelfde team van de Johns Hopkins University dat psilocybine verstrekte aan kankerpatiënten en was net gepubliceerd in het tijdschrift Psychopharmacology.

Voor een peer-reviewartikel had het een hoogst ongebruikelijke titel: (Psilocybine kan mystiekachtige ervaringen teweegbrengen van aanzienlijke en blijvende persoonlijke betekenis en spiritueel belang).

Nog los van het woord ‘psilocybine’ waren het vooral de woorden ‘mystiek’, ‘spiritueel’ en ‘betekenis’ die in dit artikel in het farmaceutische tijdschrift opvielen. De titel duidde op een fascinerend onontgonnen onderzoeksgebied, dat zich uitstrekte over twee werelden die wij als onverenigbaar zijn gaan beschouwen: wetenschap en spiritualiteit.

Ik begon het Hopkins-artikel gefascineerd te lezen. Dertig vrijwilligers die nooit eerder psychedelica hadden gebruikt kregen een pil met synthetische psilocybine, of een pil met een ‘actieve placebo’ – methylfenidaat, ofwel om ze de indruk te geven dat zij degene waren die het psychedelicum hadden gekregen.

Vervolgens gingen ze op een bank liggen met een oogmasker op en kregen ze via een koptelefoon muziek te horen. Er waren steeds twee therapeuten bij. (Het oogmasker en de koptelefoon waren bedoeld om een meer innerlijk gerichte trip mogelijk te maken.) Na ongeveer een halfuur begonnen zich vreemde dingen af te spelen in het hoofd van de mensen die de pil met psilocybine hadden gekregen.

Het onderzoek toonde aan dat er met een hoge dosis psilocybine veilig en met grote zekerheid een mystieke ervaring kan worden opgewekt, die meestal werd omschreven als het verdwijnen van het ego gevolgd door een gevoel van opgaan in de natuur of het universum.

Het onderzoek toonde aan dat er met een hoge dosis psilocybine veilig en met grote zekerheid een mystieke ervaring kan worden opgewekt

Dat is misschien niets nieuws voor mensen die al eens psychedelica hebben gebruikt en voor de onderzoekers die ze in de jaren vijftig en zestig voor het eerst hebben bestudeerd. Maar het was nog helemaal geen gesneden koek voor de moderne wetenschap, of voor mij, toen het artikel in 2006 werd gepubliceerd.

Het opmerkelijkste aan de resultaten die in het artikel werden beschreven was dat de deelnemers dit experiment met psilocybine als een van de waardevolste ervaringen van hun leven beschouwden, vergelijkbaar met ‘de geboorte van hun eerste kind of de dood van een ouder’. Tweederde van de deelnemers zei dat het een van de vijf ‘belangrijkste spirituele ervaringen’ van hun leven was, eenderde noemde het zelfs de allerbelangrijkste spirituele ervaring. Veertien maanden later waren deze classificaties alleen heel licht afgezwakt.

De vrijwilligers vertelden dat ze belangrijke verbeteringen hadden opgemerkt in hun ‘persoonlijk welzijn, tevredenheid over hun leven en positieve gedrag’, veranderingen die door hun familie en vrienden werden bevestigd.

Hoewel niemand het destijds wist, is het recente hernieuwde wetenschappelijk onderzoek naar psychedelica begonnen met de publicatie van dat artikel. Het was de aanleiding voor een op de Johns Hopkins University en verscheidene andere universiteiten – waarbij psilocybine werd gebruikt bij verscheidene indicaties, waaronder angsten en depressies bij kankerpatiënten, nicotine‑ en alcoholverslaving, obsessief-compulsieve stoornissen, depressie en eetstoornissen.

Opvallend in al dit klinische onderzoek is de premisse dat het niet gaat om het farmacologische effect van de stof zelf, maar om de psychische ervaring die erdoor wordt veroorzaakt – waaronder het tijdelijk verdwijnen van het ego – en dat kan weleens de sleutel zijn tot het verruimen van de geest.

‘XTC’, uit de serie ‘Drugs’ van Jaap Scheeren.

Na meer dan een halve eeuw meer of minder constant in elkaars gezelschap te hebben verkeerd wordt het eigen ik – die altijd aanwezige stem in je hoofd die onophoudelijk commentaar levert, interpreteert, kwalificeert en verdedigt – weleens wat al te vertrouwd. En dan heb ik het niet over iets diepgaands als zelfkennis.

Nee, ik bedoel dat we in de loop der tijd onze respons op wat we op ons levenspad tegenkomen optimaliseren en conventionaliseren. We ontwikkelen allemaal een snelle manier om onze dagelijkse ervaringen een plaatsje te geven en te verwerken en om problemen op te lossen, en hoewel dat ongetwijfeld heel handig is – het stelt ons in staat om ons met zo weinig mogelijk moeite van onze taak te kwijten – wordt het na verloop van tijd wel een sleur. We stompen af. Onze aandachtsspier verslapt.

Gewoontes zijn ontegenzeggelijk handige instrumenten die ons ontheffen van de noodzaak om Maar ze ontheffen ons ook van de noodzaak om wakker te blijven in de wereld, op te letten, te voelen, te denken, en vervolgens welbewust te handelen.

Als u eens wilt merken hoe volkomen ingesleten mentale gewoontes ons blind maken voor ervaringen, moet u eens naar een onbekend land afreizen. Dan bent u opeens wakker! De algoritmes van het dagelijks leven beginnen weer van voren af aan. Dat is precies waarom de verschillende reismetaforen voor de psychedelische ervaring zo treffend zijn.

Als u eens wilt merken hoe volkomen ingesleten mentale gewoontes ons blind maken voor ervaringen, moet u eens naar een onbekend land afreizen

De efficiëntie van de volwassen hersenen is weliswaar erg nuttig, maar maakt ons ook blind voor het moment. We zijn voortdurend met alweer het volgende moment bezig. We benaderen een ervaring net zoals kunstmatige-intelligentiesoftware doet: ons brein vertaalt de gegevens van het heden constant in termen van het verleden, en zoekt terug in de tijd naar een relevante ervaring, waarna wordt geprobeerd om op basis daarvan te bepalen hoe er in de toekomst het beste kan worden gehandeld.

Een van de redenen waarom we reizen, kunst, natuur, werk, en bepaalde drugs zo prettig vinden is dat elk mentaal pad vooruit of achteruit als het goed is wordt afgesloten en we van een heden dat letterlijk verbazingwekkend is – verbazing die het bijproduct is van precies de soort onbelemmerde eerste blik of maagdelijke kennismaking waar het volwassen brein zich voor heeft afgesloten. (Want dat is zo inefficiënt!) Helaas, meestal als ik me een nabije toekomst voorstel, wordt mijn psychische thermostaat naar anticiperend en – maar al te vaak – naar licht zorgelijk gedraaid.

Het goede nieuws is dat ik daardoor maar zelden word verrast. Het slechte nieuws is dat ik daardoor maar zelden word verrast.

Wat ik hier zo moeizaam probeer te beschrijven is dat wat ik als mijn standaardbewustzijn beschouw. Dat werkt prima, is absoluut toereikend, maar wat als het misschien niet de enige, of noodzakelijkerwijs beste manier is om je leven te leiden? De premisse van het onderzoek naar psychedelica is dat deze speciale groep moleculen ons toegang kunnen verschaffen tot andere vormen van bewustzijn die wellicht bepaalde voordelen bieden, of het nu therapeutisch, spiritueel of creatief is.

Het gebruik van psychedelica is beslist niet de enige deur naar zulke andere vormen van bewustzijn, maar lijkt wel een van de eenvoudigste manieren waarmee we ons toegang kunnen verschaffen.

Dit is de enigszins bewerkte inleiding van Verruim je geest. Wat psychedelica ons leren over bewustzijn, sterven, verslaving en depressie van Michael Pollan, dat op 9 oktober verscheen bij De Arbeiderspers. Uit het Engels vertaald door Lidwien Biekmann en Koos Mebius.

‘XTC’, uit de serie ‘Drugs’ van Jaap Scheeren.
Drugs De Nederlandse fotograaf Jaap Scheeren was nieuwsgierig naar het soort portretten dat een model onder invloed zou opleveren. Hij vond niemand bereid om te poseren, dus schoof hij zelf meermaals bedwelmd voor de lens.

Bekijk hier meer werk van Jaap Scheeren


Meer lezen?

We blijven het lastig vinden, cannabis voor medische doeleinden Wietolie is een hype, maar de grondstof verboden. Steeds meer zorgverzekeraars vergoeden medicinale wiet niet meer. En drie mensen maakten afspraken met hun gemeente om zélf cannabis te mogen verbouwen. Dit is de stand van medicinale wiet in Nederland. Lees het verhaal van Thijs hier terug Misschien zou u eens psychedelica moeten proberen De risico’s zijn voor gezonde mensen minimaal. En recent onderzoek geeft aan dat psychedelica grote positieve gevolgen kunnen hebben. Het is tijd om ze (beter) te gaan reguleren. Maar hoe? Lees het verhaal van Thijs hier terug