Afgelopen vrijdag verscheen op De Correspondent het stuk van Europa-correspondent Tomas Vanheste. Hierin betoogt Vanheste dat de EU rond de Brexit de Britten meer hun zin moet geven; dat ze een toekomstige relatie met de EU krijgen waarbij ze veel voordelen van het EU-lidmaatschap behouden, maar dan zonder de bijbehorende verplichtingen.

Is het echt wenselijk, vraagt Vanheste zich af, dat de EU is als Hotel California van The Eagles, waar je wel kunt uitchecken maar dat je nooit heelhuids kunt verlaten?

Dit klinkt alleszins redelijk en je hoort het op dit moment vaak van Britse commentatoren en diplomaten: waarom doet de EU zo gemeen? Geef ons toch gewoon een speciale deal, want dat is in ieders belang. Of misgunnen jullie ons de vrijheid die jullie zelf niet durven opeisen?

Een knap gecomponeerd verhaal

De Britten hebben er een knap gecomponeerd verhaal van gemaakt dat er op veel plaatsen in Europa best in gaat. Zelfs de meest pro-EU Britse historicus Timothy Garton Ash, wiens stukken in veel continentaal Europese kranten worden overgenomen, riep de EU onlangs op

Het Britse pleidooi voor een sweet deal klinkt uiterst redelijk, zeker in Nederlandse polderoren. Maar probeer de zin ‘er samen uitkomen’ maar eens in het Engels te vertalen. Of zoek eens het Engelse equivalent voor het woord ‘solidair’.

De Britse politiek is er niet eentje van geven-en-nemen zoals de Nederlandse, maar van winner takes all. Eén en één is drie, zeggen Nederlanders, maar Britten zijn meer van het als jij wint, moet ik wel hebben verloren.

Dat maakte de EU ook zo fundamenteel onbegrijpelijk voor veel Britten. Sterker door samenwerking? Waar Nederland een poldermodel heeft, vertellen de bazen van de werknemers- en werkgeversorganisaties in Groot-Brittannië trots in interviews dat ze nog nooit in hun leven enig informeel, laat staan vriendschappelijk contact met hun opponenten hebben gehad.

Kijk met deze bril naar het Britse charmeoffensief, leg de feiten ernaast en je ziet opeens een al dan niet bewust gevoerde frontale aanval op het hart van de EU.

De EU is steeds meer één ongedeelde economie

De EU is allang geen ‘economische gemeenschap’ meer. De EU is in steeds meer opzichten één enkele economie aan het worden, zodat ze niet wordt weggeblazen door China of de Verenigde Staten.

Deze ene EU-economie wordt bij elkaar gehouden door de vonnissen van het Europese Hof van Justitie, door regels en tarieven voor handel met de rest van de wereld die gelden voor de hele EU-economie, en door regels op bijvoorbeeld sociaal en milieugebied, zodat het ene EU-land het andere niet kan kapotconcurreren (‘dumping’).

Deel uitmaken van deze EU-economie heeft gigantische voordelen. Nederland kan handelen, produceren en zakendoen met vijfhonderd miljoen mensen, op basis van dezelfde voorwaarden die gelden voor zakendoen met 17 miljoen mede-Nederlanders. Laat de EU jouw nieuwe medicijn, uitvinding of product goedkeuren en je kunt je handel in alle EU-landen verkopen, zonder verdere bureaucratische beslommeringen. Wanneer de EU daarna onderhandelt over toegang tot andere markten in de wereld, heeft ze veel meer macht dan wanneer Nederland dat in zijn eentje zou moeten doen.

De Britten willen niet langer lid zijn van de club, maar nog wel de tennisbanen blijven gebruiken en de douches

Wat de Britten nu voorstellen, is dat zij nog steeds zaken kunnen blijven doen met de EU alsof ze lid zijn, maar dan zonder de contributie te betalen die nodig is om zo’n economie te laten functioneren. Zonder de vonnissen te erkennen van het Europese Hof. Zonder zich nog iets aan te trekken van de handelsovereenkomsten van de EU met de rest van de wereld, zonder zich nog te houden aan de regels tegen ‘dumping’.

Anders gezegd: men wil niet langer lid zijn van de club, maar nog wel onverminderd de tennisbanen blijven gebruiken en de douches. Wanneer de club dan zegt dat dit niet kan, beginnen de Britten te jammeren en te steunen, te smeken en daarna te dreigen: gunnen jullie ons onze vrijheid niet?

Het Britse verwijt aan de EU: jullie chanteren ons

Feit is dat de EU vanaf de referendumuitslag helder is geweest: de Britten hebben alle vrijheid op aarde om te beslissen welke relatie ze tot de club willen hebben. En hoe meer faciliteiten ze als introducé wensen te gebruiken, Redelijk toch?

In de meer hysterische hoeken en gaten van het Brexit-kamp wordt deze politiek graag afgeschilderd als chantage en een poging van de EU om andere landen ervan te weerhouden te vertrekken. ‘Ze proberen een afschrikwekkend voorbeeld van ons te maken!’

Dit soort anti-Europese aantijgingen gaan er in Groot-Brittannië nog steeds vrij goed in, vooral omdat de meeste opiniemakers en politici daar bijna trots weigeren de Europese media en politiek te volgen.

Deden ze dit wel, dan zouden ze weten dat in alle EU-landen een ruime meerderheid het lidmaatschap nooit wil opzeggen. Wel heeft iedere lidstaat zijn eigen wensenlijstje voor net zo’n speciale sweet deal als de Britten willen. Logisch natuurlijk: wie wil er nu niet alle voordelen zonder de verplichtingen?

De werkelijke dreiging

Als de EU nu door de knieën gaat en de Britten zulke privileges gunt, eist daarna iedere lidstaat hetzelfde en valt de EU als economische eenheid uit elkaar of wordt deze onwerkbaar complex. Hierin zit de werkelijke dreiging van de Brexit – en daarom is bijvoorbeeld de Duitse auto-industrie tegen een sweet deal.

Liever economische pijn op de korte termijn, zegt de Duitse auto-industrie, dan een bom onder de héle EU-economie

De Brexiteers waren ervan uitgegaan dat juist de Duitse autobouwers hun Britse markt veel belangrijker zouden vinden dan de cohesie van de EU-economie op de lange termijn. Niet dus. Liever economische pijn op de korte termijn, zegt de Duitse auto-industrie, dan een bom onder de héle EU-economie, ofwel de ‘Europese interne markt’, op de lange termijn.

Vanheste schrijft: ‘De leidraad voor de EU bij de onderhandelingen was: waar kunnen we het VK allemaal toe dwingen, gezien de financiële en wettelijke verplichtingen die het is aangegaan?’

Veeleer was volgens mij de leidraad: hoe voorkomen we dat de Britten de EU van binnenuit opblazen? Verder zei Donald Tusk simpelweg: ‘We miss you already.’ Want velen in Brussel beschouwen het vertrek van de Britten als lose-lose: iedereen wordt slechter van Brexit.

De EU is geen hotel, maar ook geen supermarkt zonder kassa

De EU is geen hotel, maar het is ook geen supermarkt zonder kassa, waar je gewoon alles wat je wilt uit de schappen kunt grijpen. Het is evenmin een gevangenis, en wie eruit wil, moet dat vooral doen. Maar de EU is wel een club en een club kan niet blijven voortbestaan wanneer niet-leden kunnen parasiteren op de inspanningen en offers van de leden.

Het probleem is niet dat de Britten willen vertrekken. Het probleem is dat de Britten weglopen voor de consequenties van hun keuze om te vertrekken.

Dat ze met hun formidabele arsenaal aan grappige, inspirerende en welbespraakte politici, columnisten, historici en journalisten proberen de EU zover te krijgen zichzelf in de voet te schieten, kun je hun niet verwijten. De Britse economie gaat een ongenadige dreun krijgen door de Brexit, terwijl het diplomatieke gewicht van de Britten, in de EU én in andere internationale gremia, straks significant zal zijn afgenomen.

Maar laten we er niet in trappen, hoe charmant de Britten het ook brengen.

Meer lezen of luisteren?

We houden ervan de EU te haten. Maar we kunnen niet zonder Elke maand gaat Joris Luyendijk in gesprek met een van onze correspondenten over zijn of haar journalistieke speurtocht. Vandaag: Tomas Vanheste, correspondent Europa tussen macht en verbeelding. Niet over de vraag of de EU een mooi idee is, maar of dat mooie idee wel uitvoerbaar is. Luister hier naar het gesprek tussen Joris en Tomas.