Luc, hoe zal ik je eens begroeten? Met ‘welkom’, misschien. Of met ‘succes’. In elk geval: hoi!

Gefeliciteerd met je eerste dag. Je bent zacht. Je huilt heel hard. Je bent niet zomaar een baby, zoals geen baby zomaar een baby is. En dan ben je ook nog háár baby.

Over het leven kan ik je niks vertellen, de illusie het te begrijpen verdwijnt zo rond je dertigste. Maar ik kan je wel stiekem inlichten over je moeder. Mijn beste vriendin, ons beider vaste constante. De vrouw aan wie je je aankondigde op een Clearblue boven een plasemmer in een blokhut in Nevada: je bestond meteen.

Zij was Geri en ik was Mel C. Dat zul je moeten googelen, als dat dan nog googelen heet, en dan nog ga je die rolverdeling niet snappen.

Je moeder heeft nog nooit iemand gehaat. Het dichtstbij komt misschien Tommy uit groep vijf, die tijdens het buiten spelen meisjes tussen hun benen trapte. Tommy kon op zijn achtste nog niet schrijven, dus als je vriendenboekje met hem mee naar huis ging, kreeg je hem terug met, keurig door zijn vader opgetekend: ‘Mijn mooiste herinnering aan jou is: toen ik je in je kut schopte.

Je moeder vergeet geen sollicitatiegesprek of hamsterverjaardag. Onvriendelijkheid verbaast haar oprecht. Liegen verwart haar

Je moeder houdt zoveel van mensen dat ze als steun komt opdagen voor doktersafspraken die je zelf bent vergeten. Ze vergeet geen sollicitatiegesprek of hamsterverjaardag. Onvriendelijkheid verbaast haar oprecht. Liegen verwart haar.

Ze is ook geduldig. In Renesse sprak je moeder drie uur lang op me in omdat ik mijn zakje kots, zorgvuldig afgeladen achter in de partybus, niet wilde loslaten. Mijn ma had me voor de vakantie op het hart gedrukt dat ik nooit, onder geen beding, mijn tasje uit het oog mocht verliezen.

Een eerste grote liefde, een geelgebleekt gebroken-hart-kapsel en een studententijd later dachten we het nog eens over te kunnen doen, Renesse. Ik werkte net, schreef een verhaal over het aanstaande alcoholverbod voor 16- en 17-jarigen (ja, echt, 16) en je moeder meende dat we met genoeg lipgloss op nog wel undercover konden in feestcafé Trinity.

Het was op die dag dat iemand voor het eerst ‘milf!’ naar je moeder schreeuwde.

Ze zal vertellen dat je je best moet doen, je-tong-uit-je-mond-best

Ze gaat je vertellen om altijd overal je best voor te doen. Niet een beetje, maar je-tong-uit-je-mond-best. Op school, zelfs voor (En als dat vak nog bestaat in 2034, heeft ckv dat misschien ook wel verdiend.)

Je best moet je van haar ook doen tijdens ondankbare bijbaantjes in stinkende pashokken en op terrassen vol lallende vriendengroepen die naar je kont grijpen. Haar eigen desillusie over vergeefs je best doen heeft ze altijd snel naast zich neer kunnen leggen. Cynisme past haar niet.

Haar beste grappen komen voort uit kortsluiting. Zoals toen ik vertelde dat de nieuwe vriendin van mijn broer bang was in het donker en ze na een korte stilte voorzichtig zei: ‘Maar… je broer is donker?’

Je gaat haar niet geloven als ze het schreeuwt tijdens jullie ruzie over het kwartje xtc dat ze in je broekzak heeft gevonden, maar je moeder heeft écht nooit drugs gebruikt toen ze zelf jong was. Behalve die keer dat we pufjes van een joint in haar mond moesten blazen omdat ze zelf niet kan inhaleren zonder te hoesten. Ze houdt tot op de dag van vandaag vol dat ze niet stoned was, ondanks haar vraag ‘of Barbiepoppen in het echt ook zo knap zijn’.

Ze zal je hart willen beschermen – en als dat niet lukt toch tenminste je kapsel

Roken ga je gelukkig niet van je moeder leren, loyaal zijn wel. En ook: hoe om te gaan met de fragiele ego’s van anderen. Hoe niet vertrapt te worden door mensen die boven op je hoofd gaan staan om hogerop te komen. Hoe om te gaan met de dagen, soms weken, soms maanden, waarin het maar niet licht wil worden. En hoe het te vieren wanneer die luxaflex uiteindelijk weer opengaat.

Ze wenst, nu je een dag oud bent en ook als je straks 18 jaar oud bent en ik je de link naar dit verhaal ga sturen, dat haar lessen de jouwe niet hoeven te zijn. Dat de narigheid die haar opzocht jou met rust zal laten. Ze gaat je hart willen beschermen en als dat niet lukt toch tenminste je kapsel.

Want zo verliefd als op jou was ze nog nooit. Niet op Patrick van de harde kern van FC Den Bosch, die op zijn kuit het poëtische ‘Kanker Den Haag’ liet tatoeëren. Niet op de volgende, die heel veel vleeswaren at, wat meteen zijn meest opmerkelijke eigenschap was.

Zo dol als op jou is ze niet eens op je vader en van hem was ze meteen zo gek dat ze de eerste weken alleen maar ‘ik snap het niet’ heeft gezegd.

Als ze aanbiedt je te leren autorijden, bedank dan vriendelijk. Als je iets goed te maken hebt: oude kaas. Als je haar dwars wilt zitten, doe alsof je iets weet wat zij niet mag weten.

En als ze je waarschuwt, geloof haar. Je hoeft het haar niet eens te laten merken.

P.S. Eigenlijk zou je Lex gaan heten, maar zo had ze de kat al genoemd.

Meer verhalen?

Lees en luister: Deze drie strijders knokken op de kermis en in de rechtbank tegen vooroordelen Omdat er een tijd is van lezen en een tijd van luisteren, brengen we onze verhalen de komende tijd ook in audiovorm. Vandaag: mee op pad met een kermispriester, een woonwagenadvocaat en een vrouwenrechtenactivist, die elk op hun manier vechten tegen ongelijkheid en vooroordelen. Lees of luister de verhalen van Vera hier terug