‘Kap eens met die linkse propaganda’, zegt Herman Kool (48) met een knipoog tegen zijn zwager wanneer die hem weer eens een stuk van De Correspondent doorstuurt.

De campingeigenaar en secretaris van de Puttense Ondernemersvereniging vindt de journalistiek erg eenzijdig als het gaat over de permanente bewoning van vakantieparken. En daar doet De Correspondent ook aan mee.

Wat is er aan de hand? Naar schatting wonen in Nederland tussen de 55.000 en 200.000 mensen permanent op een vakantiepark. Dat mag niet.

De afgelopen weken deelden collega Vera Mulder en ik verhalen van vakantieparkbewoners: hoe zijn zij op het park terechtgekomen, en waarom kunnen of willen ze niet meer weg? die liever in de natuur wonen bijvoorbeeld, en – die op een vakantiepark terechtkwam na een faillissement.

Maar volgens Kool weten of wisten zij best dat je niet in een vakantiehuis mag wonen. In zijn ogen namen ze willens en wetens een gokje. Dat de overheid te weinig huizen bouwt is niet een probleem dat door de recreatiesector, door hem dus, moet worden opgelost.

Zelf runt Kool een camping zónder permanente bewoners, en die draait goed.

Aan zijn keukentafel laat hij me een plattegrond van het terrein zien. Daar, op plekje nummer 11, begon het in 1971 met pa en ma Kool die een stacaravannetje neerzetten naast de boerderij. Vierentwintig jaar geleden namen hij en zijn vrouw de camping over – inmiddels 240 plaatsen in totaal, met 90 stacaravans.

Huisjesmelker of ondernemer?

Kools camping ligt in Putten, een gemeente van 25.000 inwoners met zo’n 60 vakantieparken waar de gemeente de regels voor verhuur streng handhaaft. Dat betekent dat gemeenteambtenaren controleren of er niet stiekem mensen op de parken wonen, permanente bewoners moeten op last van een dwangsom vertrekken.

Vera en ik en hoorden verhalen van bewoners die zich geïntimideerd voelden door die handhaving. Maar Kool is er blij mee.

Want Kool is een ondernemer, geen huisjesmelker. Die twee hertjes van mos die bij de ingang van het park staan? Kosten al snel 600 euro, niet een investering die je doet als je park uit alleen maar permanente bewoners bestaat. Eigenaren van parken met alleen permanente bewoners zijn volgens hem huisjesmelkers. ‘Reken maar uit wat je verdient als je tien stacaravans hebt waar je 600 euro in de maand voor vraagt zonder onderhoudskosten te hebben… Meer dan een verslaggever van De Correspondent.’

Daar heeft Kool een punt. Een gescheiden man die op een vakantiepark woont, maakt het niet uit hoe attractief het park eruitziet. Bewoners die hun vakantiehuisje gekocht hebben om in te wonen, houden de boel zelf netjes. Daar heeft een parkeigenaar weinig omkijken naar.

Kool: ‘Jarenlang was het heel makkelijk geld verdienen door mensen permanent op vakantieparken te laten wonen. Door die handhaving valt dat nu weg.’

Parkbewoner en huisjesverhuurder Eric Höfkes, zag in die permanente bewoning juist een mooi verdienmodel voor vakantieparken.

Kool: ‘Als een winkel niet loopt dan zeggen we: die gaat failliet. Maar als een camping bijna failliet gaat dan kun je zeggen: dan ga ik gewoon door met permanente bewoning. Wat als een boer verderop ook niet genoeg verdient en dan zegt: "Dus ga ik hennep telen"? Dat is ook niet toegestaan en net zoals permanente bewoning een delict. Er zijn te veel vakantieparken op de Veluwe, en een deel daarvan is niet meer levensvatbaar.’

Een lappendeken van eigenaren

Van die handhaving had Kool niet zo veel last: er woonden geen mensen permanent op zijn park. Op de andere parken die ik in Putten bezoek, zie ik wat de handhaving voor gevolgen heeft gehad: vaste bewoners zijn gevlucht, veel huizen staan leeg en verpauperen – dan staan er toiletpotten buiten, liggen schuurtjes vol met verrotte meubels, laat het behang los van de muren.

Sommige eigenaren zijn met de noorderzon vertrokken. Probeer dan maar eens een vakantiepark te ‘vitaliseren’

Zo nu en dan daartussen een huisje dat helemaal opgeknapt is: nieuw leven, nieuwe mensen die weer willen recreëren op de Veluwe.

Een ‘transitiefase’, noemt Kool het. Van parken die permanent bewoond werden naar een aantrekkelijk aanbod van recreatieparken. ‘Vitale vakantieparken’ heet het project waarmee elf gemeenten op de Veluwe de vakantieparken weer geschikt willen maken voor recreatie.

Dat is niet gemakkelijk: het grootste probleem is dat de grond van veel parken de afgelopen decennia is ‘uitgepond’: dat betekent dat de grond van één park soms wel in handen is van tientallen eigenaren. Sommige eigenaren zijn met de noorderzon vertrokken. Probeer dan maar eens een vakantiepark te ‘vitaliseren’. ‘Dan zeggen er twee met een eigen kavel: "Best dat jij dat wil, maar laat mij er even buiten." Dus de uitgeponde parken, dat zijn grote drama’s geworden.’

Op zijn eigen park speelt dat niet zo: hij is eigenaar van zowel de grond als de huisjes. Een nieuwe stacaravan die hij afgelopen maand op Marktplaats zette, was binnen een week verkocht. Met zijn park laat hij zien dat het kan: een camping runnen zonder permanente bewoners toe te staan.

Het werkelijke probleem

Het werkelijke probleem, vindt Kool, is het woningtekort. Handhaven zou hand in hand moeten gaan met woningbouw, want voor mensen die hun vakantiehuis uit moeten, moet wel een alternatief zijn. Dat is een probleem, maar niet zíjn probleem. ‘Je moet niet meer denken: woningnood? Stacaravan.’

‘Je moet anders gaan bouwen in Nederland. We bouwen nog steeds eengezinswoningen voor papa, mama en drie kinderen, maar vaak krijgt papa de kinderen maar één of twee keer in de maand te zien. De politiek is elke keer te laat met het bouwen van woningen.’

‘Zorg voor huisvesting voor arbeidsmigranten, zorg voor goedkope sociale huurwoningen.’ Ook in Putten zijn volgens Kool heel grote nieuwbouwprojecten gestart waarin te weinig rekening werd gehouden met sociale huur.

‘We zijn een christelijke gemeente, ik ben zelf ook een christelijke jongen. Je zet natuurlijk nooit een moeder met twee kinderen op straat, daar zijn we het land niet naar. En ik weet uit ervaring dat voor zo’n gezin altijd een oplossing wordt gevonden. Maar vakantieparken in Putten moeten weer gewoon voor recreatie worden. Dat zal op een andere manier gaan dan in 1972 en zoals in 1990 zal het ook nooit meer worden, maar er zal altijd ruimte blijven voor recreatie in eigen land.’

Volg ons onderzoek! Wil je op de hoogte blijven van het onderzoek van Vera en Johannes naar wonen in vakantieparken? In hun nieuwsbrief delen zij (in een minder publieke omgeving) hun tussentijdse inzichten. Inschrijven kan hier! Ans en Cor (72) wonen in het paradijs (en dat ligt in een vakantiepark) Overal in Nederland wonen mensen permanent in vakantieparken. Wij willen weten: is dat een probleem of juist een oplossing? Daarom gaan we in gesprek met bewoners. Vandaag: Ans en Cor Roerdomp (72), die zich ergeren aan het negatieve beeld dat bestaat van recreatieparkbewoners. Lees het verhaal van Johannes hier terug Kim woont op een vakantiepark, want de overheid kan de tyfus krijgen Volgens de voorzichtigste schattingen wonen 55.000 mensen permanent op een vakantiepark. Waar de overheid dat een probleem vindt, beschouwt Kim Wittop Koning (49) haar vakantiewoning als een toevluchtsoord. Met haar medebewoners, allemaal ‘mensen buiten de lijntjes’, heeft ze een hechte gemeenschap opgebouwd. Lees het verhaal van Johannes hier terug