Ze zwaait naar vrachtwagens die honderd meter verderop voorbij rijden. Ze draagt een hemd, een gescheurde panty en een beige string die daar doorheen schijnt. Flarden panty snijden in haar bleke dijen. In Amsterdam, naast de snelweg A5, onder een immens advertentiebord voor de Beverwijkse Bazaar, woont een groep stadsnomaden op een grasveld.

Veertig mensen die niet bereid of niet in staat zijn zich te voegen naar de regels van de stad. Nomaden genoemd omdat ze nooit lang op dezelfde plek kunnen of mogen blijven. Ze slapen in caravans, tenten en zelfgebouwde hutjes. Onder hen jongeren en ouderen, idealisten en alcoholisten. En die vrouw in de string dus, waarvan niemand eigenlijk weet wie ze is.

De samenstelling van de groep verandert regelmatig, maar veel van de nomaden wonen hier sinds een jaar of drie. Sommigen woonden eerder in het Amsterdamse ook een vrijplaats waar veel kunstenaars en nomaden verblijven. Anderen kwamen uit kraakpanden, of vanaf woonwagenkampen. Op het grasveld wonen enkele daklozen en junks, die anders op straat of in de opvang zouden slapen. 

Maar er wonen ook nuchtere mensen met fulltime-banen, die weigeren in de stad te wonen omdat ze het bijvoorbeeld niet eens zijn met het huursysteem. De nomaden hebben het grasveld waar ze wonen liefkozend ‘‘t Landje’ genoemd. Te bereiken via een bedrijventerrein, de onverharde weg op, rechtsaf bij de gouden Mercedessen van het Roma-kamp, en dan nog een stukje langs het water.

Altijd iemand die bardienst wil draaien

‘t Landje is ongeveer een voetbalveld groot, waarop in een kringetje caravans en hutten staan opgesteld. In het midden is een gat gegraven. Volgens de ene bewoner omdat er zand nodig was om een hut te verstevigen, volgens de ander omdat er een grote vijver komt. Er is een café, in elkaar getimmerd van groen geverfde planken, met op het dak een oud gehandicaptenwagentje en een lichtbord waar ‘‘t kroegje’ op staat. Een bewoonster wijst naar het bierblik in de hand van de man naast haar en grinnikt. ‘Er is hier altijd wel iemand die bardienst wil draaien.’

Een paar deuren verderop woont Henk, in misschien wel de meest luxe woning van het kamp. Zijn woonwagen is wit, met felroze kozijnen. Je komt binnen in de keuken met vierpits-gasfornuis, koelkast en aanrecht. Henk was ooit chefkok. Twee stappen naar links en je staat in de badkamer met douchecabine en toilet. Eén stap naar voren en je staat in de woon/slaapkamer, met blauw tapijt en gordijnen met luipaardprint. Voor zijn huis staat een afgezaagde boomstam met een klapstoel erop. ‘Dit is mijn kunstproject. Er komt nog meer bij.’

Als de nomaden mogen blijven tenminste. Maar als het aan de gemeente Amsterdam ligt, wordt het kamp volgende week woensdag ontruimd.

Vimeo
Bewoners van ‘t Landje vertellen over hoe zij de toekomst van hun dorpje zien. Helemaal aan het begin van het filmpje: Celeste. De tweede vrouw die aan het woord komt is Petra.

De gemeente wil dat de nomaden vertrekken

De stadsnomaden wonen illegaal op een stuk grond waar de gemeente bouwplannen voor heeft. Ze zorgen voor overlast op het nabijgelegen bedrijventerrein en schenden afspraken die de gemeente eerder met ze heeft gemaakt. Zo luiden de argumenten die een advocaat van de gemeente opvoert, als zij vorige week donderdag in de rechtbank van Amsterdam bepleit waarom het kamp moet verdwijnen.

De gemeente wil toestemming van de rechter om ‘t Landje op 2 april te ontruimen. Mocht de rechter gehoor geven aan dat verzoek, dan zou het door de nomaden ingediende verzoek om voorlopige voorziening - wat bij inwilligen zou betekenen dat ze nog een tijdje mogen blijven - niet op tijd aan bod komen. De uitspraak in die zaak is namelijk pas rond 13 april.

De rechter vroeg zich donderdag af waarom de gemeente niet elf dagen wil wachten. Dat is volgens de advocaat van de gemeente, naast de eerder genoemde redenen, omdat de politie daarna geen tijd heeft om de ontruiming te leiden. Het is bijna Koningsdag, en dan is de politie hard nodig in het centrum. En, zo meent de advocaat, ‘misschien wordt Ajax straks wel kampioen, en dan wordt de politie daar ingezet.’

De grond die vrij zou komen als de nomaden vertrekken zal, volgens het bestemmingsplan van Westpoort - het gebied waarin ‘t Landje is gelegen - ingericht worden als akkerbouwgrond. Freek Ossel is de verantwoordelijke wethouder. Zijn woordvoerder Jaap Nieuwenhuis licht toe: ‘Dit is een van de grootste bedrijventerreinen van Nederland, dus ontwikkeling van het gebied is belangrijk voor de Amsterdamse werkgelegenheid. Op een aantal daarvoor geschikte terreinen, waaronder ‘t Landje, zullen voorlopig gewassen zoals hennep worden geteeld. Dat sluit aan op de activiteiten van een aantal bedrijven in Westpoort, die zulke gewassen gebruiken als grondstof voor hun biologische producten.’

‘Als je geen geld hebt, ben je niks’

De advocaat van de gemeente is net begonnen met haar pleidooi als een rechtbankmedewerkster met korte, snelle passen de zaal binnenloopt. Ze buigt zich naar de rechter: ‘Er staan vijftien mensen op de gang, mogen die nog naar binnen?’ Een halve minuut later zitten de achterste twee rijen van de rechtszaal vol met bewoners van ‘t Landje.

Op de voorlaatste rij zit een bewoner die op een indiaan lijkt. Zo blijkt hij zichzelf ook te noemen: de indianenman. Aan zijn leren broek zitten flosjes, aan zijn vest ook. Zijn paardenstaart is lang en zwart. Tijdens de zitting leunt hij naar achteren en met pret in zijn ogen fluistert hij naar iemand op de rij achter hem: ‘Had ik al verteld dat ik vader word? Van een tweeling. Haar buik is zó groot.’ De rechter vraagt om stilte in de zaal.

‘t Landje is de enige plek waar je nog kunt leven zonder dat je gedwongen wordt de regels van de stad te volgen’

Een paar stoelen naast de indianenman zit het jongste stel van ‘t Landje, Vince van eenentwintig en Celeste van negentien, hand in hand. Ze wonen niet langs de snelweg omdat ze dat moeten, maar omdat ze daar bewust voor gekozen hebben. In hun woning, twee knus ingerichte caravans die via een houten overkapping aan elkaar zijn verbonden, vertelt Vince die middag op ‘t Landje dat hij het heeft geprobeerd, ‘de maatschappij’, maar dat het niets voor hem was.

‘Veel dingen aan de moderne samenleving in de stad staan me tegen, waaronder het kapitalisme. Als je geld hebt, dan kun je in deze wereld alles. Heb je geen geld, dan ben je niks. ‘t Landje is de enige plek waar je nog kunt leven zonder dat je gedwongen wordt die regels te volgen. Hier maak ik mijn eigen geluk.’

Vince werkt als vrijwilliger bij een kringloopwinkel en hoewel hij nu nog een uitkering ontvangt, wil hij uiteindelijk volledig zelfvoorzienend gaan leven. Met de zonnepanelen op zijn dak wekt hij meer dan genoeg stroom op voor zijn twee caravans. Ook wilde hij zelf eten gaan verbouwen, maar dat was geen succes, waardoor hij twijfelt aan de plannen van de gemeente om gewassen te gaan verbouwen op die grond. ‘Kijk, er zitten overal dooie plekken in het gras. Volgens mij is het hier helemaal niet vruchtbaar.’

Een wateraansluiting hebben Vince en Celeste niet. Het enige water dat ze hebben zit in pakken en flessen. Celeste heeft nog een kamer in de stad, die ze voorlopig aanhoudt zodat ze daar af en toe kan douchen. Poepen gebeurt in een houten hok, boven een gat in de grond dat ze dichtgooien als het bijna gevuld is. Dan graven ze een nieuw toilet, een paar meter verderop.

Nadat Celeste het toilethok heeft laten zien, wijst ze een aantal hutten aan. ‘De meeste buren hier zijn heel relaxed. Die is heel aardig, en die is heel leuk. Daar woont Chandra, maar die is nu volgens mij even boodschappen doen.’

Vimeo
In dit filmpje wordt weergegeven hoe bewust de nomaden bezig zijn met hun manier van leven. Soms vanuit idealisme, soms uit noodzaak. Ook vertellen de bewoners hoe zij staan tegenover bepaald gemeentelijk beleid.

Maar ze waren echt heel vriendelijk

Bewoonster Chandra was ook bij de zitting in de rechtbank. Ze zat voor in de zaal en werd af en toe gevraagd uit te leggen wat er op de door de advocaten meegebrachte foto’s van het terrein te zien was. Zoals een luchtfoto, waarop de advocaat van de gemeente een hoop vuilnis aanwees. Chandra gaf aan dat het bouwmaterialen waren, en de rechter gaf haar daarin gelijk.

Iets later gaf Chandra een brief aan de rechter, die het papier ver van zich afhield en met haar ogen kneep. ‘Ik kan dit handschrift niet zo goed lezen.’ Chandra legde uit dat de brief afkomstig is van buren van ‘t Landje, die op schrift verklaren dat ze geen last ondervinden van de stadsnomaden. Die vermeende overlast was één van de punten die de gemeente aanhaalde als reden om het kamp te ontruimen. De buren die de brief schreven zijn bewoners van het circuskamp, een veld verderop.

De andere buren van ‘t Landje, een aantal bedrijven, zouden klachten hebben ingediend omdat ze last hadden van de nomaden. Rondgang langs de dichtstbijzijnde bedrijven levert drie verschillende verhalen op. Metaalimporteur Wentzel B.V., het bedrijf dat het dichtst op ‘t Landje zit, wil liever geen vragen beantwoorden over eventuele overlast.

‘Ik zag veel mannen met blikken bier, en dacht: oké, moet je wel bier drinken om halféén ‘s middags?’

Boran Bilbal van Initial B.V., het bedrijf naast Wentzel, reageert echter enthousiast. ‘Daar kwam ik laatst achter ja, dat daar mensen wonen. Ik ga in de lunchpauze altijd een stukje lopen, en die dag dacht ik: laat ik eens linksaf gaan, in plaats van rechtsaf. Zag ik ineens allemaal caravans. Ik zag veel mannen met blikken bier, en dacht wel even: oké, moet je wel bier drinken om halféén ‘s middags? Maar ze waren echt heel vriendelijk.’ Boran was de eerste van zijn collega’s die opmerkte dat er mensen wonen. ‘Er werken hier zestig mensen, maar ik heb er verder nooit iemand over gehoord.’

Maar er is ook een bedrijf dat wel degelijk overlast zegt te ondervinden. Jacqueline Rijkers van Apollo, één bedrijf verderop, vertelt: ‘Ik heb een keer een klacht ingediend omdat er hier regelmatig vreemde honden over de parkeerplaats lopen. Die staan constant te blaffen onder het raam en maken onze diensthonden gek. Het is iets van de laatste tijd hoor, want we zitten hier al sinds 2008 en hebben pas sinds een halfjaar last. Of die honden van de nomaden zijn, of van de Roma op het veld daarnaast, dat weet ik niet. Ik wil niet klagen, maar ik merk wel dat het de laatste maanden steeds drukker wordt daar. Ook nogal vervelend: de kinderen die hier regelmatig schreeuwend over het terrein rennen.’

‘Ik doe mee met de maatschappij’

Er loopt op ‘t Landje inderdaad een aantal honden rond, maar of dat dezelfde honden zijn als die over het bedrijventerrein zwerven is niet zeker. Wat wel zeker is, is dat de schreeuwende kinderen niet van ‘t Landje afkomstig zijn. De jongste bewoonster daar is Celeste, de vriendin van Vince. Celeste vindt niet dat ze zich, door op ‘t landje te wonen, afzondert van de maatschappij. ‘Ik vind het een mooie middenweg. Ik ‘doe mee’ met de maatschappij, want ik betaal gewoon mijn belasting en mijn ziekekostenverzekering. Maar als ik hier thuis ben, dan kan ik toch vrij leven.’

Dat gevoel van vrijheid wordt door veel bewoners genoemd als voornaamste reden dat ze op ‘t Landje willen blijven. Het is een mooie plek om te experimenteren voor wie zelfvoorzienend en duurzaam bezig wil zijn. Eén stadsnomade bouwde er een enorme dome met zonnepanelen. Ook wonen er mensen die regenwater opvangen en dat filteren zodat ze het kunnen drinken. Een bewoner met dreadlocks laat vol trots zijn wormencontainer zien. ‘Een handvol van die wormen zet mijn gft-afval binnen een week om in compost.’

Bewoonster Petra is ook vrij. Ze kijkt vanaf haar terras glimlachend uit over het grasveld. ‘De stad benauwt me soms.’ Rond haar huis liggen planken en pallets, waar Petra op blijft staan omdat ze vandaag hakken aanheeft. ‘Ik ben gek op mode. Laatst had ik een legging aan met van die doodshoofdjes erop. Ik geloof dat niet iedereen dat een succes vond, maar ik vond hem mooi.’

Vimeo
‘Als de overheid ons zou leren kennen, dan zouden ze het misschien moeilijker vinden om ons weg te sturen.’

Het kamp mocht niet verder groeien

Het kort geding van afgelopen donderdag was niet de eerste keer dat de stadsnomaden en de gemeente elkaar troffen. In de rechtszaal vertelt de advocaat van de gemeente dat er in de zomer van 2013 een gedoogbesluit is genomen, om de situatie op ‘t Landje in de hand te houden. De belangrijkste afspraken die toen werden gemaakt waren dat de nomaden zouden werken aan de hygiëne op het veldje, dat er geen grote feesten gehouden zouden worden, en dat het kamp niet verder zou groeien. Toch is het laatste gebeurd. Het kamp groeide in het afgelopen jaar van vijfentwintig naar ongeveer veertig bewoners.

‘Stond er ineens een trippende gast in de deuropening van de caravan’

Volgens Vince letten de bewoners voortaan goed op wie er nog wel en wie liever niet op ‘t Landje terecht kan. ‘Het is rustiger dan ooit onderling.’ Celeste knikt richting een voorbij rijdende politiewagen: ‘Ze komen hier een paar keer per week kijken. Soms komen ze ‘t Landje op en praten ze met wat mensen, maar meestal rijden ze gewoon langzaam langs het hek met het raam open. Ze hebben niet veel te doen, want het is rustig hier. Toen ik hier net woonde, een jaar of anderhalf geleden, werden er vaker feesten georganiseerd. Stond er ineens een trippende gast in de deuropening van de caravan. In die tijd heb ik me weleens onveilig gevoeld, vooral als Vince niet thuis was. Maar die gekke avonden zijn iets van het verleden.’

Geen idee waar ze heen moeten

Vanwege de alcohol- en drugsproblematiek van enkele bewoners, en om in de gaten te houden dat het kamp niet te veel groeit, doen de politie en GGZ tweewekelijkse controles op ‘t Landje. Het toezicht is dus vrij intensief. Toch gaat de gemeente bij een eventuele ontruiming niet met prioriteit een andere plek voor de nomaden zoeken.

Woordvoerder Jaap Nieuwenhuis: ‘De druk op Amsterdam als woonstad is altijd al groot, en nu nog groter omdat we als gevolg van de crisis aanzienlijk minder woningen kunnen bouwen. Voor diegenen die hulp nodig hebben, en bijvoorbeeld in aanmerking komen voor een sociale huurwoning, proberen we met de corporaties de beschikbare woningen zo eerlijk mogelijk te verdelen, maar urgentie wordt alleen toegekend aan mensen die in verband met hun persoonlijke omstandigheden echt extra aandacht verdienen.’

‘Nomaden zijn van alle tijden. Net als een handhavende overheid’

De uitspraak van de rechter over een eventuele ontruiming op 2 april kan elk moment worden gedaan. Mocht de rechter toestemming geven aan de gemeente, dan betekent dat voor veertig nomaden dat ze hun dorpje verliezen. Sommigen hebben al een ander stuk land op het oog om te kraken, anderen hebben geen idee waar ze heen zouden moeten. Vince en Celeste zijn allebei bezig met het halen van hun rijbewijs, zodat ze hun caravan achter een auto kunnen hangen en kunnen gaan en staan waar ze willen. Op de vraag of het aannemelijk is dat de stadsnomaden zich na ontruiming elders op een soortgelijke manier zullen vestigen, antwoordt Nieuwenhuis van de gemeente: ‘Die vraag stellen, is ’m beantwoorden: nomaden zijn van alle tijden. Net als een handhavende overheid.’

Vanaf haar terras staart Petra naar de vrouw in de beige string, die schaterend over het veld achter een hond aanrent. ‘Ja… wie dat is weet ik eigenlijk niet. Die is een tijdje geleden zomaar komen aanwaaien. Dus ze zal ook wel weer zomaar vertrekken.’

Lege Fles De film en foto’s zijn gemaakt door Marjolein Busstra en Rebekka van Hartskamp. Samen vormen zij Lege Fles Producties. Als documentaire beeldmakers hebben ze een sterke focus op activistische, realistische en maatschappelijke onderwerpen.
Voor het project ‘Van de Straat’ volgen ze al een tijdje de eenentwintig jarige (ex-)zwerfjongere Laura. Hiermee proberen ze inzichtelijk te maken dat er voor veel dak -en thuisloze jongere nog geen structurele oplossingen zijn. Marjolein maakte
de foto’s en filmopname en Rebekka deed het geluid en de montage voor deze productie.
Bekijk hier meer over het project ‘Van de Straat’