Spring naar inhoud

Drie opvallende dingen in het kort geding van Sea-Watch tegen Nederland

Even voor 12.00 uur staan in het Paleis van Justitie in Den Haag twee groepen mensen te wachten. Aan de ene kant van de hal de afvaardiging van de Duitse hulporganisatie Sea-Watch; een meter of tien verderop de advocaten en ambtenaren van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Sea-Watch heeft een kort geding aangespannen, omdat plotselinge nieuwe regels van minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat, VVD) ervoor zorgen dat haar schip, de Sea-Watch 3, voorlopig geen migranten mag redden op de Middellandse Zee.

Vanwege de veiligheid op het schip, zegt de minister. Een noodgreep om minder migranten in Europa te krijgen, vindt Sea-Watch.

Vandaag publiceerden we op De Correspondent een uitgebreide reconstructie van hoe de nieuwe veiligheidseisen van het ministerie tot stand kwamen.

Drie dingen die opvielen tijdens het kort geding:

1. Ook het ministerie weet niet precies aan welke eisen de Sea-Watch 3 nu moet voldoen

Na anderhalf uur aan pleidooien van Sea-Watch en de staat vraagt de rechter zich hardop af: ‘Wat geldt er nu vanaf 3 april?’ Sea-Watch zegt geen flauw benul te hebben van de precieze invulling van het nieuwe eisenpakket. ‘Het was een toneelstuk. Wij hebben geen enkel handvat gekregen van het ministerie.’

De voorgestelde veiligheidseisen (de SPS-code) die de minister op Sea-Watch wil toepassen, worden strenger naarmate een schip meer personen aan boord heeft. Maar voor hoeveel mensen moet Sea-Watch zich dan certificeren, als ze niet weet hoeveel drenkelingen ze op zee zal tegenkomen?

De landsadvocaat erkent dat het ministerie er zelf nog niet uit is. ‘Wij als ministerie voelen ons er niet comfortabel bij om op 60 te gaan zitten, dat er met 22 personen bemanning 40 drenkelingen [bij kunnen]. Er kan ook worden gezocht naar ontheffingen of equivalente maatregelen om toch te voldoen.’

De rechter wil graag weten of ‘in de tussentijd geprobeerd’ is om ‘toch nog dat gesprek aan te gaan’. De bal ligt nu bij Sea-Watch, stelt de landsadvocaat. ‘Het is heel gebruikelijk dat de scheepseigenaar met een voorstel komt.’ Volgens haar is het niet zo dat ‘de minister nu het initiatief zou moeten nemen’.

2. Waarom krijgt Sea-Watch geen overgangstermijn om aan de nieuwe eisen te voldoen?

Sea-Watch heeft de afgelopen vier jaar, volgens haar advocaat, 37.000 migranten van de verdrinkingsdood gered. Nog nooit was daarbij sprake van een veiligheidsincident.

Waarom moeten die eisen dan zo plotseling ingevoerd worden? Zeker gezien de andere organisaties waarvoor de beleidswijziging gaat gelden, wél een overgangstermijn krijgen.

Een overgangsperiode voor Sea-Watch was eerst ook de bedoeling, aldus de advocaat van de staat. Later kwam de minister daar op terug, met het oog op ‘de drastische wijziging in de internationale situatie’.

Bovendien heeft het ministerie nooit een ‘harde toezegging’ voor een overgangstermijn gedaan, aldus de advocaat. Liever spreekt ze van een ‘gedachtewisseling die tijdens het overleg plaatsvond’.

Meer besprekingen tussen Sea-Watch en het ministerie om te proberen er ‘samen uit te komen’ zou geen slecht idee zijn, oppert de rechter.

3. Waarom kreeg Sea-Watch het inspectierapport van haar schip zo laat?

Op 11, 12 en 13 februari voerde de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in Italië, op verzoek van het ministerie, een inspectie uit op de Sea-Watch 3. De inspecteurs troffen 21 technische mankementen aan.

Sea-Watch kreeg het rapport op 1 april onder ogen – gelijktijdig met de Tweede Kamer. De veiligheidsregels werden twee dagen later van kracht; daar kon Sea-Watch onmogelijk zo snel aan voldoen.

Volgens de Duitse ngo lag het inspectierapport al een maand op de plank: op 28 februari zou het af geweest zijn. Dat is aannemelijk, want uit interne communicatie die wij hebben ingezien schreef een ambtenaar van het ministerie op 7 maart aan Sea-Watch dat het rapport waarschijnlijk de week erop wel ‘vrijgegeven’ kon worden.

‘Waarom is dat rapport blijven liggen?’ wil de rechter van de landsadvocaat weten. ‘Het is toch hun schip?’

Het antwoord is ontwijkend: ‘Het is niet blijven liggen. Er vond een soort besluitvormingsproces plaats, de situatie veranderde. De minister wilde het rapport in de Tweede Kamer hebben, samen met de conclusies die zij eraan verbindt.’

Sea-Watch vindt dit moeilijk te geloven. Als de staat wil dat Sea-Watch de problemen op het schip verhelpt, zegt haar advocaat, ‘dan zou je dat [rapport] toch delen? Van een welwillende houding kan hier geen sprake zijn.’

Op 7 mei weten we wie de rechter gelijk geeft.

Lees hier onze reconstructie van de totstandkoming van de nieuwe veiligheidseisen, op basis van interne documenten Hier vind je de meest interessante bijdrage van een Correspondentlid tot nu toe: dit lid werkt voor een scheepscertificeerder en vindt de nieuwe eisen erg ongebruikelijk Wil je een uitgebreid Twitterverslag van de zitting lezen? Bekijk dan de feed van AD-verslaggever Sander van Mersbergen Ook Tweede Kamerlid Suzanne Kröger praat mee op De Correspondent. ‘De minister wil geen enkel risico lopen. Geen enkel risico op wat?’ vraagt ze zich af in haar bijdrage