De Duitse rechts-populistische partij Alternative für Deutschland (AfD) heeft in Berlijn een ruimte die ze de war room noemt. Het is een klein vertrek met een blauwe muur, met daarop het logo van de AfD-fractie in de Bondsdag. Ook is er een green screen voor video-opnames, en staat er een camera. Er zijn een paar studiolampen, en laptops voor zo’n tien fractiemedewerkers.

Vanuit deze war room voert de AfD een strijd met een van de belangrijkste vijanden van de partij: de onafhankelijke media. Met eigen journaaluitzendingen hoopt de partij kijkers bij de publieke omroep weg te lokken en, uiteindelijk, te verleiden tot een stem bij regionale en landelijke verkiezingen.

De AfD heeft dit niet zelf bedacht, maar het trucje afgekeken van de Oostenrijkse rechts-populistische partij FPÖ. Die bestiert al jarenlang allerlei on- en offline media en maakt momenteel deel uit van de in Oostenrijk regerende coalitie.

De grote man achter het mediaoffensief van het AfD is Joachim Paul, afgevaardigde voor de AfD in de Landestag van Rheinland-Pfalz. Lange tijd was hij een van de aanjagers bij het Oostenrijkse extreemrechtse internetplatform unzensuriert.at, gevestigd in het huis van een Duits-nationalistische studentenvereniging in het centrum van Wenen. Terug in Duitsland zette hij allerlei lokale mediastudio’s op voor de AfD.

Duitsland en Oostenrijk zijn niet de enige Europese landen waar rechts-populistische partijen hun eigen mediakanalen opzetten. Polen en Hongarije laten duidelijk zien welke schade zo’n media-offensief aanricht. In Italië en Frankrijk timmeren rechts-populistische partijen hard aan de weg om de media naar hun hand te zetten. En zelfs in Nederland heeft Henk Otten, de voormalige drijvende kracht achter het Forum voor Democratie, zich al laten ontvallen dat het Forum eigenlijk een mediabedrijf is

Waarom zetten rechts-populistische partijen media naar hun hand en hoe hollen ze langzaam de persvrijheid uit, als ze het eenmaal voor het zeggen krijgen zoals in Oostenrijk? Een analyse in zeven stappen.

Stap één: bouw je eigen media-imperium op

Toen de Hongaarse premier in 2002 na zijn eerste termijn als premier tot zijn verrassing de verkiezingen verloor, had hij de schuldigen snel gevonden: de onafhankelijke media. Die hadden zich veel te kritisch opgesteld tegenover zijn partij Fidesz. Dus besloot Orbán vanuit de oppositie een persoonlijke mediamacht op te bouwen. Een aantal oligarchen die Fidesz een warm hart toedragen, speelden een centrale rol door te investeren in kranten en private radiozenders. Zij zijn het die tegenwoordig de Hongaarse mediamarkt beheersen.

De FPÖ in Oostenrijk investeert om dezelfde redenen als Orbán al vele jaren doelgericht in ‘eigen’, partijdige media. ‘We hebben van de communicatienood een deugd gemaakt’, aldus voormalig algemeen secretaris van de FPÖ, Herbert Kickl, in een interview hierover.

Als ik het blad commentaar vraag, wil Info direkt geen antwoord geven. In plaats daarvan publiceert het mijn foto online

Zo is er bijvoorbeeld het al lang bestaande weekblad Zur Zeit, dat in 1997 werd opgericht door FPÖ-politicus Andreas Mölzer. Onlangs kwam het blad nog in opspraak omdat het voetballer in racistische bewoordingen beschreef, aidsactivist een ‘beroepsnicht’ noemde en zich beklaagde over de ‘rassenvermenging’ op Weense kleuterscholen.

Het nauw aan de FPÖ gelieerde onlineplatform unzensuriert.at, waarvan de hoofdredacteur in dienst is van de FPÖ-fractie in het parlement, voert lastercampagnes tegen moslims, vluchtelingen en homo’s. De FPÖ adverteert in Info direkt, een magazine dat in verschijnt, en waarin rechts-extremistische groeperingen hun geluid laten horen. In het magazine zijn artikelen te vinden als ‘Het moet maar eens afgelopen zijn met de terreur van de Gutmenschen’ en ‘De informatieoorlog begint nog maar net’.

‘2016 was het jaar dat de “systeemmedia” aan flarden geschoten werden’, schrijft Info direkt. ‘De tijd is gekomen om met de informatieoorlog te beginnen en aan het nieuwsmonopolie van de mainstream media een einde te maken.’ De FPÖ kiest voor Info direkt voor haar boodschappen: zij plaatst er advertenties met slogans als ‘De islamisering moet gestopt worden’.

Als ik het blad om commentaar vraag, zoals ik bij andere extreemrechtse media heb gedaan, wil Info direkt geen antwoord per mail geven. In plaats daarvan publiceert het een online-artikel met mijn foto. ‘Omdat we de mainstream media niet vertrouwen, hebben we besloten onze eigen mediakanalen te gebruiken om te antwoorden’, schrijft Info direkt.

De Oostenrijkse en Duitse populistische media hebben warme banden met elkaar. De online-hoofdredacteur van het Opper-Oostenrijkse tijdschrift Wochenblick, ook al nauw aan de FPÖ verbonden, werkte daarvoor bij Blaue Narzisse en Sezession, twee extreemrechtse, aan de AfD verwante media. Chris Ares, een nationalistische rapper uit Duitsland (‘Du mein Deutschland – Lied für Chemnitz’) schrijft ook voor Info direkt, net als de Duitse extreemrechtse

Tijdens het door rechts-extremisten in 2016 in Linz georganiseerde congres ‘Verteidiger Europas’ (De verdedigers van Europa) trad Jürgen Elsässer, hoofdredacteur van het Duitse Compact Magazin als spreker op. Zowel Zur Zeit als Compact Magazin, unzensuriert.at, alles roger? en de nieuwrechtse Duitse krant Sezession waren er met informatiestands aanwezig.

Götz Kubiczek, een van de intellectuele leiders van populistisch rechts in Duitsland, die laatstgenoemd tijdschrift maakt, was er persoonlijk met tien volle kratten tijdschriften in zijn kofferbak heen gereisd. Later interviewde Info direkt de buitenlandwoordvoerder van de AfD, Paul Hampel. Manuel Ochsenreiter, een bedrijvige extreemrechtse journalist uit Duitsland, schrijft als ‘de Midden-Oostenexpert’ van Wochenblick waarom Syrië om mensen weer terug te kunnen sturen.

De hoofdredacteur van Wochenblick, Christian Seibert, spreekt tegenover mij het verwijt tegen dat zijn magazine extreemrechts is. In hun berichtgeving over migratie ‘schetsen mainstreamjournalisten een vertekend beeld van de waarheid, en daar willen wij tegenwicht aan bieden’, legt hij uit.

Collage: Thomas Kuijpers (voor De Correspondent)

In Frankrijk moet de ‘stekker uit 1968’ worden getrokken

In Frankrijk volgt het Rassemblement National (RN), zoals het Front National van Marine Le Pen zich nu noemt, een vergelijkbaar spoor. Vorig jaar richtte Marion Maréchal, perswoordvoerder en een nicht van Le Pen, L’incorrect op. Dat is een op een jong publiek gerichte glossy. De lijn van het blad is duidelijk: ‘We halen de stekker uit 1968!’

In Frankrijk waren in 2016 zeven van de tien meest gelezen politieke websites radicaal-rechtse sites

L’incorrect is niet het enige medium dat onder invloed van RN staat. De bandbreedte van extreemrechtse media, vooral online, is in Frankrijk inmiddels zo groot dat er een nieuw begrip voor is ontstaan: fachosphère, een fascistenomgeving op het internet.

Een voorbeeld is Fdsouche, dat net als unzensuriert.at vaak ageert tegen migranten en andere minderheden en een van de geliefdste platforms van de Franse fachosphère is geworden. Volgens Alexa, een site die internetverkeer analyseert, waren in 2016 in Frankrijk zeven van de tien meest gelezen politieke websites radicaal rechtse sites. Hun invloed doet zich inmiddels ook in de traditionele, conservatieve media in Frankrijk gelden.

Een van de columnisten van het conservatieve dagblad Le Figaro is Eric Zemmour, een van de paradepaardjes van extreemrechts die Le Pen, als ze de regering zou vormen, het liefst als Minister van Cultuur zou hebben. Zemmour zegt in het openbaar dat werkgevers het recht moeten hebben Arabieren of zwarten te weigeren en zei over de Franse tv-presentatrice Hapsatou Sy, wier moeder uit Senegal komt, dat haar voornaam ‘een belediging voor Frankrijk is’.

Stap twee: wakker de angst aan met fake news

Rechtse populisten steunen elkaar ook over de grenzen heen. Op 20 maart 2018, vlak voor de verkiezingen in Hongarije, kwam de Hongaarse publieke omroep met een verslag uit Duitsland. De zender liet een item zien waarin een man op straat klaagde dat hij zijn huis moest verlaten omdat er in de buurt migranten werden gehuisvest. Een vrouw mopperde dat Hamburg zo gevaarlijk was geworden dat ze haar huis alleen gewapend met pepperspray durfde te verlaten.

De Hongaarse staatstelevisie liet minstens zeven keer AfD-politici aan het woord alsof ze gewone burgers waren, zonder hun rol in de partij te noemen

Maar die zogenaamde passanten waren AfD-politici. Deze malversaties werden ontdekt door Marta Orosz, een journaliste die oorspronkelijk uit Hongarije komt en in Duitsland werkt bij ‘Correctiv’, een team van onderzoeksjournalisten. dat op de Hongaarse staatstelevisie minstens zeven keer AfD-politici aan het woord kwamen zonder dat werd gezegd dat ze bij deze partij hoorden.

Orosz heeft vroeger zelf voor de Hongaarse omroep als Duitslandcorrespondent gewerkt. Maar toen de verantwoordelijke redacteur in Boedapest uit haar verslag over de verkiezingen van 2017 de zinsnede ‘onder de AfD-aanhangers bevinden zich ook extreemrechtse elementen’ wegknipte, beëindigde ze haar werk voor de Hongaarse radio.

De Hongaarse staatstelevisie verspreidde vaker overduidelijk nepnieuws. Begin 2016 bracht ze beelden van seksueel geweld op het Egyptische Tahrirplein uit 2012 alsof het opnamen waren van de Afgelopen jaar Pinksteren vernamen de Hongaren op de staatstelevisie dat de Duitse stad ‘Essen’ vanwege de ramadan, de vastenmaand voor moslims, haar naam moest veranderen in ‘Vasten’. Zo’n bericht was er inderdaad geweest, maar dan op

Ook de extreemrechtse bladenmakers uit Frankrijk gingen op reis: afgelopen oktober verscheen in het met Rassemblement National sympathiserende tijdschrift L’incorrect een bericht over de dramatische situatie in Wenen, dat zo ‘geglobaliseerd’ is dat in sommige wijken geen Duits meer wordt gesproken.

‘Welkom in de tweede Turkse stad na Istanboel’, schrijft L’incorrect vanaf de Viktor-Adler-Markt in de wijk Favoriten. ‘Om ons heen duwen vrouwen in hijab hun kinderwagentjes voort.’ In Hongarije daarentegen ‘schijnt de zon ook in de herfst’. Want dat land is ‘allesbehalve de verschrikkelijke dictatuur die de westerse media ervan maken’.

Oostenrijkse ultra-rechtse media berichten dat Hongaren in het buitenland ‘vanwege de massale immigratie’ uit Duitsland en Zweden wegvluchten (unzensuriert.at), dat Angela Merkel ’immigratiegek’ is (Info direkt) en dat het Hongaarse staatshoofd ‘paasham kookt voor het internet!’ (Wochenblick).

Stap drie: stel je critici in een kwaad daglicht

Angst is belangrijk, maar ook weerzin opwekken tegen critici is een geliefd wapen van rechts-populistische politici, onder wie je de Poolse president Andrej Duda kunt scharen. Toen Duda de grondlegger van de zeer katholieke zender Radio Maria bedankte voor diens steun aan regeringspartij gaf de Poolse satiricus Antoni Szpak als commentaar dat zoiets ‘alleen in een idioot, kleinburgerlijk land’ als Polen kon gebeuren. De openbaar aanklager wil de satiricus nu voor de rechter brengen wegens ‘belediging van het Poolse volk’, de Süddeutsche Zeitung.

Collage: Thomas Kuijpers (voor De Correspondent)

Ook tegen de bekende journalist en columnist Tomasz Piątek van de komt de Poolse staat in het geweer. Zijn boek over de vreemde banden tussen de Poolse minister van Defensie Antoni Macierewicz, de Russische maffia en de geheime diensten, kreeg veel aandacht.

Op dit moment onderzoekt de militaire openbaar aanklager of Piątek heeft geprobeerd de minister van Defensie onder druk te zetten. Terwijl hij in eigen land wellicht voor de rechter komt, kreeg Piątek in Leipzig de gerenommeerde ‘Prijs voor de vrijheid en de toekomst van de media’. ‘Bedreigingen en de steeds moeilijker omstandigheden voor journalisten, hebben Tomas Piątek niet van zijn onderzoekswerk laten afbrengen’, aldus de jury.

Een Hongaarse campagne ver onder de gordel

In Hongarije wordt ver onder de gordel campagne gevoerd. ‘Orbán wil me geestelijk kapotmaken,’ verklaarde de voorzitter van de extreemrechtse Hongaarse Jobbik-partij, die had geprobeerd een eind te maken aan Orbáns absolute meerderheid. media verspreidden daarop het gerucht dat Vona homoseksueel is. Want vooral in de plattelandsregio’s is het voor conservatieve kiezers onvoorstelbaar een homoseksuele kandidaat te steunen.

In de editie met het ‘Geheime plan van Soros’ op de voorpagina, wierf Binnenlandse Zaken met een advertentie sollicitanten voor de politie

Wie te kritisch is over Orbán, belandt op de zwarte lijst. In april 2018 publiceerde het regeringsgezinde Hongaarse weekblad Magyar Idök onder de kop ‘De mannen van de speculant’ de namen van tweehonderd personen die ‘huurlingen’ zouden zijn van de Amerikaanse miljardair van Hongaarse komaf George Soros. De lijst bevatte tal van buitenlandse correspondenten, maar ook de redactie van het nieuwsportal Direkt36.hu. Dat had eerder talrijke corruptiegevallen in de regering van Orbán onthuld.

In Oostenrijk heeft het FPÖ-gezinde tijdschrift alles roger?, dat overal samenzweringen ziet, een ‘Sorosnetwerk’ ontdekt. In de top van het netwerk zou oud-bondskanselier en leider van de Christian Kern zich bevinden, de bondspresident Alexander Van Der Bellen en de voormalige kanselier Wolfgang Schüssel (ÖVP), maar ook de Oostenrijkse zanger en mensenrechtenactivist Willi Resetarits, de directeur van de Erste Bank Andreas Treichl, de ‘linkse stadskrant Falter’ en ngo’s als en

In dezelfde editie van alles roger? waar het ‘Geheime plan van Soros’ op de voorpagina prijkte, liet de FPÖ-minister van Binnenlandse Zaken zich interviewen en wierf zijn ministerie met een advertentie van 10.000 euro sollicitanten voor de politie.

Stap vier: gebruik Facebook als megafoon

De rechts-populistische lastermedia functioneren het best in combinatie met Facebook. Als de leider van de FPÖ Heinz-Christian Strache een artikel uit unzensuriert.at, Wochenblick of een vergelijkbare site deelt, bereikt dat met één klik zijn potentieel van 790.000 volgers op Facebook.

Facebook werkt vooral goed in het samenspel tussen rechts-populistische media en de boulevardpers. In een interview met het maandblad Fleisch zei journalist en adviseur van de hoofdredactie van krone.at Richard Schmitt: ‘We zijn in gesprek met media die door rechts zijn geïnstalleerd, met unzensuriert.at en andere sites.’

Hij bevestigt dat zijn online nieuwszender enorm profiteert van het Facebookbereik van de FPÖ-leider: ‘Als Strache een gewoon bericht van ons deelt op Facebook, zien we dat de kijkdichtheid anderhalf keer zo hoog is. En omgekeerd krijgt hij natuurlijk ook meer views als wij hem pushen.’

Minister Salvini tegen zijn 3 miljoen volgers op Facebook: ‘Jullie betalen me. Alleen aan jullie leg ik verantwoording af’

De Franse RN-leider Marine Le Pen heeft 1,5 miljoen Facebookvrienden, de Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken en leider van Matteo Salvini zelfs 3,5 miljoen. Salvini heeft de strategie van zijn partij helemaal op Facebook afgestemd. Met het voormalige partijdagblad La Padania zijn ze in 2014 opgehouden, de Lega-radiozender Padania zendt alleen via internet uit. Alles gaat nu via het Facebookprofiel van de partijleider.

Daarop houdt Salvini politieke toespraken terwijl zijn vierjarige dochter door het beeld huppelt, springt de minister van Binnenlandse Zaken in zwembroek met zijn bierbuikje in het zwembad van een door de politie in beslag genomen villa van een maffialid en zegt hij op een video tegen zijn ruim 3 miljoen fans: ‘Jullie betalen me. Alleen aan jullie leg ik verantwoording af.’

Over journalisten is de leider van de Lega minder vriendelijk. In oktober zei hij op Facebook: ‘Elke dag worden we in de kranten en op tv aangevallen. Maar ik klaag niet, ik koop gewoon geen kranten meer.’

Salvini’s politieke vriend Strache gaat nog een stap verder. Hij maakt openlijk reclame voor de extreemrechtse parallelle mediawereld van zijn partij. Op het politieke Aswoensdagfeest van de AfD in Beieren in 2017 zei Strache, die er eregast was: ‘Welke krant ik ook koop, welke tv-zender ik ook aanzet, overal zie ik dezelfde gelijkgeschakelde nieuwsberichten. Dan is het toch begrijpelijk dat steeds meer mensen de voorkeur geven aan “alternatieve media”?’

Collage: Thomas Kuijpers (voor De Correspondent)

Stap vijf: zet de persvrijheid onder druk

In Duitsland sluit de AfD steeds meer journalisten van partijbijeenkomsten uit omdat ze volgens de AfD te kritisch zijn. Zo werden onder andere de Frankfurter Allgemeine Zeitung, Der Spiegel, het Handelsblatt en de publieke zenders ARD en ZDF geweerd van de bijeenkomsten. Maar ook kritiek van ultrarechts is de AfD-top niet welgevallig. Vanwege hun kritische verslaggeving moest ook het ultrarechtse Compact Magazin bij een bijeenkomst van extreemrechts in Europa, begin januari 2017 in Duitsland, buiten blijven.

In Oostenrijk werd Falter, op de avond van de verkiezingen in Wenen in 2015, tegengehouden bij de ingang van de verkiezingstent van de FPÖ. Persvrijheid betekent voor de FPÖ dat het zélf uitzoekt welke journalisten over hun verkiezingsbijeenkomsten mogen schrijven, zei de toenmalig algemeen secretaris van de partij Kickl toen. Inmiddels is dezelfde Kickl minister van Binnenlandse Zaken en is de voormalig hoofdredacteur van unzensuriert.at, Alexander Höferl, hoofd communicatie geworden op het ministerie.

Stap zes: creëer een ‘staatsomroep’

In Hongarije en Polen hebben de rechtse populisten onmiddellijk de publieke omroep ‘gelijkgeschakeld’: met ontslagen van kritische journalisten en benoemingen van volgzame partijleden op sleutelposten zorgden ze ervoor dat de omroep voortaan de boodschap van de machthebbers zou verkondigen.

Collage: Thomas Kuijpers (voor De Correspondent)

Zo maakten mensen als Daniel Papp carrière. De voormalig perswoordvoerder van de extreemrechtse politieke partij Jobbik werd onlangs directeur van de Hongaarse staatsomroep. In 2011 haalde hij al de voorpagina’s toen hij voor een nieuwsuitzending een bijdrage vervalste over de Grünenpoliticus – en criticus van Orbán – Daniel Cohn-Bendit. Papp liet in zijn bijdrage zien dat Cohn-Bendit op een persconferentie geconfronteerd werd met de vraag of hij vond dat het seksueel lastigvallen van kinderen behoorde tot de Europese grondrechten. Daarop zag je hoe Cohn-Bendit zwijgend de zaal verliet, terwijl hij in werkelijkheid de vraag uitvoerig had beantwoord.

Sinds de ‘hervormingen’ door Orbán van de staatsmedia, twee jaar geleden, komen alle nieuwsberichten voor alle publieke zenders van het staatspersbureau MTI. Elk inhoudelijk pluralisme is op deze manier van tevoren uitgesloten.

Bovendien stelt MTI zijn nieuwsberichten gratis ter beschikking aan private zenders. Dat is zowel voor de commerciële zenders als voor de regering een win-winsituatie: de commerciële media kunnen zich een eigen nieuwsredactie besparen en de regering kan haar propaganda beter over het land verspreiden.

In het voorjaar van 2017 protesteerden meer dan vijftigduizend mensen in Warschau tegen de door de regerende PiS geplande hervorming van de rechtbanken, die neerkwam op het afschaffen van de onafhankelijke rechtspraak. De staatstelevisie maakte alleen melding van ‘agressie en geweld’ in de straten van Warschau, beweerde dat er ‘mensen die pedofilie verdedigden’ hadden gedemonstreerd, dat er sprake was van een ‘poging tot staatsgreep’ door de oppositie, waarbij de ‘vrienden van Soros probeerden de Poolse regering ten val te brengen’ en dat deze ‘straatopstand een poging was om moslimmigranten naar Polen te halen’.

Ook in Italië wordt de publieke omroep gezuiverd

Wat in Hongarije en Polen al een gedane zaak is – daar bestaan geen publieke zenders meer, alleen nog de propagandakanalen van de regering – is in Italië en Oostenrijk nog maar net begonnen.

Sinds oktober heeft de publieke omroep RAI een nieuwe directeur. De Italiaanse mediavakbond FNSI noemde de aanstelling de ‘doodsteek voor de onafhankelijkheid en het zelfstandige bestuur van de publieke omroep’. Want directeur Marcello Foa is niet alleen bevriend met Salvini, hij heeft ook een uitstekende relatie met de populisten van de Vijfsterrenbeweging, die met Lega het land regeert.

‘We beginnen bij de RAI met een echte culturele revolutie, om ons te bevrijden van de parasieten’

Foa was in het verleden al opgevallen omdat hij in zijn blog op Il Giornale homoseksuelen ‘abnormaal’ noemde, het inenten van kinderen ‘gevaarlijk’ en de mainstream media ‘leugenaars’. De liberaal-conservatieve krant La Stampa karakteriseerde de nieuwe directeur van de RAI als ‘een aanhanger van Poetin en Salvini en allesbehalve gematigd’.

Foa heeft direct aangekondigd dat hij van plan was de hele directie van de RAI te vervangen. Dat leverde hem applaus op van de populisten van de Vijfsterrenbeweging. ‘We beginnen bij de RAI met een echte culturele revolutie, om ons te bevrijden van de parasieten’, juichte de Italiaanse vicepremier Luigi di Maio.

Ook in Oostenrijk moet de publieke omroep verbouwd worden, vindt de FPÖ. De partij wil de graag rechtstreeks door de staat laten financieren, in plaats van via omroepbijdrages en (beperkte) advertentie-inkomsten zoals nu. De ORF moet dan elk jaar opnieuw bij de regering aankloppen om geld. Onafhankelijkheid ziet er anders uit.

Stap zeven: vernietig de financiële basis van kritische media

Tot het voorjaar van 2016 was de Gazeta Wyborcza bij de Poolse rechtbanken een graag gelezen krant. De kwaliteitskrant behoorde immers tot de grote dagbladen van het land. Maar de rechts-populistische PiS was nog maar net aan de macht of de rechtbanken kregen de opdracht van het ministerie van Justitie het abonnement op te zeggen. Kort daarop streepten ook andere ministeries de Gazeta van de abonnementenlijst.

Tegelijkertijd kreeg de kritische krant geen advertentieopdrachten meer van staatsgezinde bedrijven. Later durfden ook privéondernemingen niet meer in de Gazeta te adverteren. Het is inmiddels een publiek geheim dat bedrijven die kritische media steunen geen overheidsopdrachten meer krijgen. Door de financiële gevolgen hiervan moest de Gazeta Wyborcza journalisten ontslaan.

Collage: Thomas Kuijpers (voor De Correspondent)

In Hongarije werd het grootste onafhankelijke dagblad Népszabadság eerst overgenomen door een groep bedrijven van een vertrouweling van Orbán en daarna opgeheven. Door de overname van het bedrijf dat Népszabadság uitgaf, draaiden Orbán-getrouwen niet alleen een kritisch dagblad de nek om, maar kregen zij ook meer dan tien regionale kranten in handen die populair waren op het platteland. Ook bij deze regionale bladen werd de hoofdredactie al snel door regeringsgezinde journalisten vervangen.

Een onlineportal liet afgelopen jaar op indrukwekkende wijze zien wat de consequenties daarvan waren. Het publiceerde op één dag alle voorpagina’s van die regionale bladen. Op alle voorpagina’s was dezelfde foto van Orbán met hetzelfde artikel afgedrukt.

In het voorjaar van 2018 verdween uiteindelijk Magyar Nemzet, het laatste kritische dagblad dat bovenregionaal verscheen. De krant die in 1938 werd opgericht, had de bezetting door de nazi’s in de illegaliteit en vervolgens de communistische censuur overleefd. Toen de Hongaarse ondernemer Lajos Simicska, eigenaar van Magyar Nemzet, in 2014 met Orbán overhoop kwam te liggen, werd het blad een belangrijke kritische stem tegen de regering. Nadat Orbán in het voorjaar van 2018 de verkiezingen voor de derde keer had gewonnen, staakte Simicska de financiering van het blad.

De Hongaarse online nieuwsdienst Origo verlegde daarentegen zijn koers naar rechts, in plaats van te stoppen. In juni 2014 vernam de hoofdredacteur van het succesvolle nieuwsplatform – 580.000 bezoekers per dag – dat hij was ontslagen. ‘Herstructureringsmaatregelen’ zouden de reden zijn, aldus de eigenaar van het Hongaarse Telekom. Vlak daarvoor had Origo aangetoond dat een hooggeplaatst Fidesz-politicus op kosten van de belastingbetaler in luxehotels had gelogeerd.

In Polen is het met de pluriformiteit in de media wat beter gesteld, omdat veel media eigendom zijn van buitenlandse uitgeverijen

Tegenwoordig openbaart Origo andere dingen. Zoals een video waarop een oudere vrouw in een kerk wordt neergeslagen door moslims die ‘Allahoe Akbar’ roepen. ‘Europa 2017: is dit wat we echt willen?’ luidt het onderschrift. Het onafhankelijke nieuwsmagazine HVG ontdekte dat op deze video helemaal geen aanslag door moslims in Europa te zien was, maar opnamen van een roofoverval in een kerk in Amerika twee jaar daarvoor.

In Polen is het momenteel met de pluriformiteit in de media wat beter gesteld, omdat veel media eigendom zijn van buitenlandse uitgeverijen. Maar de Poolse regering is van plan daar verandering in aan te brengen. Afgelopen juli verkondigde PiS-afgevaardigde Krystyna Pawłowicz tegen journalisten van onafhankelijke media dat ‘na de zomervakantie definitieve maatregelen tegen hen zouden worden genomen’, aldus de Gazeta Wyborcza. Een wetsontwerp is er nog niet. Maar politici van de regeringspartij PiS lieten doorschemeren dat de media binnenkort wettelijk verplicht worden het aandeel van buitenlandse investeerders te verlagen.

In Oostenrijk zijn dergelijke ontwikkelingen nog ver weg. Maar ook daar is door de regeringsdeelname van de FPÖ de mediapolitiek veranderd. In plaats van de kritische, onafhankelijke media krijgen nu extreemrechtse bladen als Wochenblick en alles roger? advertentiegelden van de staat. De publieke zender ORF laat zien hoe vicekanselier Strache zijn spieren staalt in een fitnesscentrum of hoe de minister van Vervoer Norbert Hofer de lucht in gaat in een privévliegtuig.

En eind vorig jaar kreeg W3, de uitgeverij die het extreemrechtse tijdschrift Zur Zeit, de ‘mediaprijs’ van het aan de FPÖ verbonden Dinghofer Institut, tijdens een feestelijke ceremonie in het parlementsgebouw, in aanwezigheid van FPÖ-vicekanselier Strache. Een regeringspartij die een tijdschrift eert dat Adolf Hitler ooit een ‘revolutionair socialist’ noemde en racistische scheldwoorden gebruikt voor voetbalheld David Alaba, daar kunnen zelfs de Polen en Hongaren nog wat van leren.

Dit stuk verscheen oorspronkelijk in het Oostenrijkse weekblad Het is voor De Correspondent vertaald door Izaak Hilhorst. Het is genomineerd voor een in de categorie onderzoeksjournalistiek.

Meer lezen?

Dit is de nieuwe generatie rechts-extremisten In een groeiend aantal westerse landen is een nieuwe extreemrechtse beweging actief waarbij alles draait om identiteit en cultuur. Wat willen deze jonge witte ‘hipsternazi’s’ precies, en hoeveel invloed hebben ze? Twaalf vragen over de identitaire beweging. Lees het verhaal van Dimitri hier terug In deze documentaire vraagt een ex-neonazi zich af: is een extremistisch verleden te vergeven? Hoe komen extremisten tot inkeer? En hoe bouwen ze daarna een normaal leven op? Deze vragen staan centraal in de fascinerende documentaire Exit van ex-neonazi Karen Winther. Lees het verhaal van Dimitri hier terug