‘Een andere wereld is niet alleen mogelijk. Ze is onderweg. Op een stille dag, hoor ik haar ademen’, schrijft Man Booker Prize-winnaar Arundhati Roy in haar War Talk over militarisme en een nieuwe samenleving die het ‘gewone’ volk middels verzet tegen de macht en machthebbers kan creëren.

Ik kan me wel vinden in deze woorden van Roy. Verzet is op verschillende manieren altijd onderdeel van mijn leven geweest. Bijvoorbeeld, in het verleden, vanwege mijn land van herkomst.

Mijn ouders komen uit Liberia. Een klein land in West-Afrika met een grote geschiedenis. Het was de eerste onafhankelijke republiek in Afrika. Daarvoor bestond het uit talloze koninkrijken van gevreesde krijgerkoningen en wijze paramount chiefs.

Maar het land is momenteel vooral getekend door kolonialisme, rebellenopstand en het verzet van onderdrukte groepen in de samenleving die tot een veertien jaar lange burgeroorlog leidde. Een oorlog waarvoor mijn familie en ik naar Nederland moesten vluchten.

Ik vermoed dat ik me mede daardoor altijd bewust ben geweest van onrecht en het feit dat het niet vanzelfsprekend is dat iedereen een volwaardig leven mag en kan leiden.

Toen ik journalistiek ging studeren, deed ik dat vanuit het ideaal om daar verandering in te brengen. Ik zag het als een roeping.

Als journalist moet je opkomen voor de underdog en andere verhalen vertellen, om bewustwording te creëren en perspectieven te verbreden. Althans, dat was mijn veronderstelling.

Maar die bleek niet helemaal te kloppen.

Waarom media meerdere perspectieven nodig hebben

Binnen de journalistiek wordt er vaak gedacht dat je objectief bericht moet geven van gebeurtenissen. Maar, ten eerste bestaat objectiviteit niet – wie we zijn en waar we vandaan komen vormen onze blik en handelen. Ten tweede vind ik dat journalisten de taak hebben de macht kritisch te volgen – en om dat te doen, moet je wel een standpunt durven innemen.

Zelf doe ik dat door mij uit te spreken over onrecht en scheve machtsverhoudingen, zoals de kloof tussen arm en rijk, discriminatie of ongelijkwaardigheid vanwege huidskleur, sekse, seksualiteit, gender, beperking.

Als je als medium niet een brede blik op de samenleving hebt of toont, bewijs je je publiek een ondienst

Ik probeer in mijn werk, of het nou om programma’s, columns of spreekopdrachten gaat, een ander beeld te geven dan we normaliter in media zien. Een voorbeeld is dat ik over klimaatverandering schreef, vanuit het perspectief van Mozambikanen die hard getroffen werden door cycloon Idai. Landen in worden het kind van de rekening van onze vervuiling in het Westen. Zij ervaren de catastrofale gevolgen van klimaatverandering, zoals de verwoesting van hun huizen, straten en levens – terwijl wij hier debatteren over

Als je als medium niet een brede blik op de samenleving hebt of toont, bewijs je je publiek een ondienst. In het ergste geval draag je bij aan het verspreiden van eenzijdige en stereotyperende berichtgeving, wat tot ongelijke behandeling, of in het ergste geval, ontmenselijking van sommige groepen kan leiden.

Het probleem van de status quo op redacties

Mijn verzet binnen de media heeft ook betrekking op vooroordelen en de status quo op redacties zelf. Binnen de journalistiek heb ik vaak moeten opboksen tegen het vooroordeel dat journalisten van kleur niet objectief zouden zijn, of dat witte journalisten dat per definitie wél zijn en ik daarom bepaalde dingen niet zou mogen of kunnen.

Een voorbeeld daarvan is de interne kritiek die ik ontving toen ik Bij1-partijleider Sylvana Simons voor NRC Het gerucht ging dat we beste vriendinnen zouden zijn. En omdat ik me daarnaast ook tegen racisme uitspreek, twijfelden sommigen aan mijn objectiviteit als journalist. De ombudsman van de krant of ik haar wel kritisch kon bevragen.

Witte journalisten die hun geïnterviewde kennen, worden zelden op dezelfde manier bejegend.

Daarnaast is het een denkfout dat een kritische houding enkel voort kan komen uit volledige afstand. Ik denk zelfs dat het tegenovergestelde waar is: hoe beter je een onderwerp kent, des te kritischer, inhoudelijker en vollediger je erover kunt zijn. Dat Sylvana Simons en ik allebei tegen discriminatie op grond van huidskleur zijn, maakt niet dat ik geen journalistieke ‘afstand’ kan bewaren – al helemaal

Hoe ziet verzet eruit?

Hedendaags verzet lijkt zichtbaarder te worden en meer invloed op ons leven te hebben, onder andere door de aanwezigheid van sociale media. De meeste mensen kennen de grote bewegingen als Women’s March, de Klimaatbeweging of Black Lives Matter wel én hebben er waarschijnlijk ook een mening over.

Maar verzet wordt niet alleen door grote groepen gepleegd. Sterker nog, vaak beginnen die massale bewegingen juist heel klein met ‘gewone’ mensen die zich daarbij aansluiten.

Voor De Correspondent zal ik verhalen maken over hedendaags en alledaags verzet. Die zullen over burgers gaan die zich ergens tegen afzetten en zich inzetten om de wereld ten goede te veranderen. Dat kan dus over je vriendin, je buurman, je oma of jou gaan. En over zichtbaar en luid, maar ook minder zichtbaar en stiller, alledaags verzet.

Ik richt me op mensen die zich tegen de macht of status quo verzetten en daarmee iets op het spel zetten. Belangrijk is wel dat ze zich ook ergens vóór inzetten en een bepaald doel nastreven. Of ze nou op de barricades staan vanwege mondiale vraagstukken, of zich inzetten voor een veiligere buurt voor alle kinderen in hun stad, door de gemeente onder druk te zetten.

Ik hoop een dwarsdoorsnede te maken van hedendaags Nederlands verzet en te begrijpen hoe en waarom gewone mensen besluiten zich ergens hard voor te maken. En wat hen motiveert om dat te blijven doen. Meer dan de thema’s waar ze zich voor inzetten, en wat we daarvan moeten vinden, gaat het me om hun drijfveren.

Ik zal niet alleen praten met mensen die aan verzet doen, maar ook over mijn eigen verzet vertellen, dat zich overigens niet tot de journalistiek beperkt. Een van de andere manieren waarop ik mij uitspreek, is mijn functie als vrouwenvertegenwoordiger van Nederland bij de Verenigde Naties. Dat houdt in dat ik namens vrouwen in het Nederlands koninkrijk mag spreken bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York.

De Correspondent is onderdeel van de elite die zij bekritiseert

Onlangs nam ik een podcast op met Rob Wijnberg, oprichter van De Correspondent. Daarin praten we over mijn plannen als correspondent Verzet en de kritiek die we delen op mainstreammassamedia die weleens ontransparant, elitair en eendimensionaal kunnen zijn.

We hebben het ook over de redactie van De Correspondent, waar het, zo valt mij op, nog steeds aan meer kleur ontbreekt. Diversiteit is uiteraard meer dan enkel verschillende huidskleuren, maar ik vind het gebrek aan meer kleur vooral opmerkelijk, omdat De Correspondent jaren geleden daar verandering in te brengen.

Media die diverser willen worden, moeten ook inveteren in verandering van cultuur op de redactie

Rob vertelt dat hij vindt dat wie je bent juist een toevoeging is voor de journalistiek die je bedrijft – omdat je als journalist van kleur bijvoorbeeld andere ervaringen hebt dan een witte journalist. Die blik kun je meenemen in je werk, waardoor het platform een variatie aan perspectieven kan bieden.

dat media die een diversere redactie willen – of het nou om sekse, etnische achtergrond, klasse of seksualiteit gaat – ook moeten investeren in verandering van de cultuur op de redactie.

Vaak moet je je, als je afwijkt van de norm, aanpassen om erbij te mogen horen. Maar integratie is – net als in de samenleving – een mes dat aan twee kanten snijdt. Een nieuwkomer moet zich ook welkom voelen en zichzelf mogen zijn. Dat betekent dat ook de oude garde op de redactie mee moet veranderen, en haar blik moet verruimen.

Rob en ik bespreken ook de verwarring die ontstond over The Correspondent, de Engelstalige variant van De Correspondent, en of er nou wel of niet een Amerikaans hoofdkantoor zou komen.

Ik vind dat je als medium geloofwaardigheid verliest door ontransparant te zijn of je beloftes niet na te komen, vooral wanneer je stelt het anders te willen doen dan andere media.

Je zou daartegen in kunnen brengen dat het goed is open te zijn over de verandering waar je naar streeft (zoals De Correspondent doet). Maar ik vind dat je als invloedrijk medium kritisch moet blijven naar jezelf, vooral als je ook onderdeel bent van dezelfde elite die je bekritiseert.

Voor de revolutie is er verzet

We gaan de komende tijd experimenteren met wat de beste manier is om een onderwerp dat zo levendig en verscheiden is als verzet te behandelen.

Amerikaanse dichter Gil Scott-Heron schreef dat de revolutie niet op televisie uitgezonden zal worden, omdat die genegeerd wordt door de mainstream of zich buiten zijn blikveld voltrekt.

Maar voor de revolutie zich ontketent, is er verzet en dat ga ik wél proberen vast te leggen.


Correctie 21 juni 2019: In een eerdere versie stond dat Buitenhof-presentator Jort Kelder weleens zijn goede vriend FvD-partijleider Thierry Baudet interviewt. Maar Kelder heeft alleen publiekelijk over de partij gesproken en adviseert die. Het voorbeeld is weggehaald.

Meer verhalen?

Seksualiteit is niet wat je bent, maar wat je doet In veel Afrikaanse landen komen homoseksuele relaties al eeuwenlang voor. Via de trans-Atlantische slavernij werden sommige gewoonten meegevoerd naar de Caraïben. De Surinaamse mati-cultuur laat zien dat vrouwen het met vrouwen kunnen doen, zonder het stempel ‘lesbisch’ te krijgen. Lees mijn eerste verhaal voor De Correspondent, dat ik drie jaar geleden schreef, hier terug Verzet je en hou vol: het verliezen van hoop is geen optie Geloof in je eigen kracht en invloed. Want de geschiedenis leert dat zelfs de allerkleinste daden van verzet nog tientallen jaren kunnen doorwerken. Lees het verhaal van Rebecca Solnit hier terug