De cultuurcriticus John Kouwenhoven merkte ooit op dat jazzmuziek, wolkenkrabbers en de skyline van Manhattan allemaal dezelfde essentie delen. Er is een vaste structuur – de beat in een jazznummer, de verdiepingen van een wolkenkrabber, het rastervormige stratenplan – maar binnen die structuur wordt eindeloos gevarieerd en geïmproviseerd. Elk instrument doet zijn eigen ding, op iedere verdieping speelt zich iets anders af, en alle gebouwen

Aan dat rijtje zou je ook het gezin kunnen toevoegen. Vrijwel iedereen groeit op in een gezin, en die gezinnen hebben allemaal min of meer dezelfde vorm: ouders plus kinderen. Soms één ouder, soms drie of vier, maar meestal twee; soms één kind, soms drie of meer, en

Bekijk je het van boven, of van een afstandje, dan zie je een duidelijke structuur en een herkenbare standaard; een ritme in de wijze waarop mensen samenleven.

Maar wat zich binnen die gezinnen afspeelt – dat is een en al variatie en improvisatie, dat gaat werkelijk alle kanten op.

Bijzondere verhalen over een alledaags verschijnsel

De meerderheid van de ouders in Nederland wenst en realiseert een gezin met twee kinderen en zo’n negentig procent van de kinderen groeit op met ten minste één broer of zus. Het Centraal Bureau voor de Statistiek noemt het gezin met twee kinderen dan ook het ‘standaardgezin’ – een term zo alledaags dat je bijna zou vergeten wat voor diverse, veelzijdige, en wilde wereld erachter schuilgaat.

Want dat het wild en veelzijdig is, daar zijn wij inmiddels wel van overtuigd.

Begin maart plaatsten wij, radio- en podcastmaker Jair Stein en correspondent Lynn Berger, een We waren op zoek naar persoonlijke verhalen over het gezinsleven. We wilden weten wat het betekent om onderdeel uit te maken van zo’n samenleefvorm, en op welke manier het gezin waarin je opgroeit blijft doorklinken in het gezin dat je later zelf vormt.

Het ‘standaardgezin’ klinkt zo alledaags dat je bijna zou vergeten wat voor diverse, veelzijdige, en wilde wereld er achter schuilgaat

Wetenschappers – psychologen, sociologen, biologen, economen – proberen zulke vragen al decennia te beantwoorden. Hun antwoorden zijn nuttig en inzichtrijk genoeg, maar komen altijd in de vorm van gemiddelden en kansen, cijfers en statistieken. Ze vertellen daarmee weinig over hoe het is. Hoe het voelt, om iemands vader of moeder te zijn, of iemands broer of zus.

Het antwoord op die laatste vraag laat zich misschien beter in een andere vorm gieten – bijvoorbeeld in die van een veelheid aan individuele verhalen en persoonlijke ervaringen. Vandaar die oproep.

In den beginne: de auto

De reacties stroomden binnen. Hoopvol en opgewekt, pijnlijk en ontroerend. Bij een aantal mensen gingen we langs voor opnames. Wat we hoorden leek soms uit één mond te komen – bijvoorbeeld wanneer we ouders vroegen waarom ze twee kinderen wilden. Negen van de tien keer kwam er in het antwoord een auto voor: twee is een prettig gevulde achterbank, één is zielig, drie of meer betekent een stationwagon. Vandaar: twee.

Maar naarmate we langer bleven, hoorden we steeds uiteenlopendere verhalen. Bijvoorbeeld van een dertienjarige jongen die in tranen uitbarstte toen hij over de eindeloze ruzies met zijn jongere broertje begon. Of van een vrouw van begin zestig, die over een jeugd met een mishandelende moeder vertelde, en een oudere zus waarvan ze vooral leerde wat ze niet moest doen, als ze buiten schot wilde blijven.

We ontmoetten een gezin dat zich na een reeks miskramen had moeten verzoenen met het feit dat de tweede er niet zou komen, en we ontmoetten een jonge moeder die niet aan een tweede moest dénken: ze was zelf opgegroeid als enig kind, en gunde haar zoon eenzelfde zorgeloze jeugd.

Soms namen we verhalen op die we al kenden, want naast mensen die we nooit eerder hadden ontmoet, hebben we ook vrienden, buren, collega’s en gezinsleden aan de tand gevoeld. Ook onze eigen ervaringen, als ouders, als kinderen, als broer en als zus, namen we onder de loep.

Steeds vroegen we ons af: wat is er universeel, en wat is juist uniek, aan deze ervaring? Hoe verhoudt dit individuele verhaal zich tot de bevindingen uit de wetenschap? En wat leert deze variatie ons over de norm?

Het resultaat is de nieuwste podcast van De Correspondent: De tweede – Op zoek naar het standaardgezin, waarvan we vandaag de eerste aflevering presenteren.

Aflevering 1: De standaard

In deze eerste aflevering zoeken we uit wat ‘de standaard’ precies betekent en waar ze vandaan komt. Wat zijn de rationele en vooral irrationele redenen om een kind te krijgen wanneer je er al een hebt? In hoeverre is dat een vrije keuze, en in hoeverre word je gestuurd door culturele normen en economische omstandigheden? En hoe bepaalt het gezin waarin je zelf bent opgegroeid je verwachtingen voor de toekomst?

De komende zeven weken brengen we verhalen over verlangen en gemis, over uitbreiding en verlies, over wat de band tussen broers en zussen met hen én met hun ouders doet. We vroegen mensen hoe de plek in het gezin hen heeft gevormd, en onderzochten ook welke rol ouders daarin spelen. We hoorden hoe het voelt om van de standaard af te wijken – gewenst, of ongewenst. En we doken in de verwachtingen die gezinsleden koesteren ten opzichte van elkaar, waar die verwachtingen vandaan komen, en op welke manier ze zijn veranderd.

Hoe het gezin doorwerkt

‘Ik denk echt’, schrijft Zadie Smith in haar essay ‘De badkamer’, ‘dat elk gezin een emotioneel heftig gebeuren is, vol onderdrukte woede, doorspekt met diepe teleurstellingen. Het ligt in de aard van het beestje dat niemand er zonder kleerscheuren vanaf komt, of met alles

Klopt – al hoorden wij gelukkig ook verhalen over hoop, plezier, onvoorwaardelijke liefde, beantwoord verlangen, en innige vriendschap. Niet eerder maakten we mee dat de geïnterviewden ons bedankten voor het gesprek, en niet eerder waren we zo vaak geraakt door wat ons werd verteld. Er is weinig dat zo diep gaat, begrepen we, als het nest waarin je wordt geboren, of het gezin dat je zelf sticht.

Het stuwt zichzelf voort, is tastbaar én ongrijpbaar, en eindeloos interessant

Wat jazzmuziek, de wolkenkrabber en de skyline nog meer gemeen hebben, schreef John Kouwenhoven, is dat het proces belangrijker is dan het product. Jazznummers kunnen in principe tot in lengte van dagen doorgaan, wolkenkrabbers kunnen in theorie eindeloos de lucht in blijven schieten, en straten eindigen omdat ze tegen de grenzen van het schiereiland op lopen, niet omdat ze ooit werkelijk ‘af’ zijn.

Ook die observatie is, denken wij, op het gezin van toepassing: het is een proces, geen product, een voortdurend veranderend, dynamisch geheel. Het stuwt zichzelf voort, is tastbaar én ongrijpbaar, en eindeloos interessant.

We wensen jullie veel luisterplezier.

PS: In deze eerste aflevering wordt een aantal studies besproken. Wil je verder lezen? Hier vind je meer over de hier meer over de hier over het effect van vaderschapsverlof in en in hier meer over het werk van en hier meer over het verband tussen ervaringen die moeders hadden met hun broer of zus, en de manier waarop zij hun

Meer lezen?

De tweede – Over het zijn en krijgen van een tweede kind Hoe is het om een kind te krijgen wanneer je er al een hebt? Wat betekent het om de tweede te zijn in een wereld die draait om de primeur? In het boek ‘De tweede’ neemt Lynn Berger je mee in haar fascinerende zoektocht om het tweede kind en de tweede keer beter te begrijpen.
Lees hier meer over ‘De tweede’
Wil je volgen wat ik zoal lees en schrijf? Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief Op De Correspondent verdiep ik me in moderne sleutelwoorden en schrijf ik over alledaagse cultuur. Wil je per mail op de hoogte blijven van nieuwe stukken in de maak en wat ik zoal voor moois tegenkom op De Correspondent en daarbuiten? Schrijf je dan in voor mijn nieuwsbrief! Inschrijven doe je hier