We lezen het vaak genoeg: statistieken uit een rapport van de Verenigde Naties. Een resolutie van de Verenigde Naties. Een veroordeling of oproep van de Verenigde Naties. Maar de VN zijn niet één orgaan met één en dezelfde visie. Want de VN, waarvan bijna alle landen ter wereld lid zijn (momenteel 193), bestaan uit allerlei verschillende organisaties, met verschillende doelen.

Alleen op het gebied van noodhulp zijn er al Maar ook al opereren al deze organisaties onder de VN-vlag, onderling wil het niet altijd boteren. Net als organisaties buiten het VN-systeem concurreren de VN-organisaties om dezelfde – beperkte – En dan gaan ‘organisatie-ego’s,’ zoals Arafat Jamal van het het omschrijft, een rol spelen.

Elke VN-organisatie heeft een eigen mandaat gekregen van de Algemene Vergadering van de VN. Dat wil zeggen: ze hebben de autoriteit om een bepaalde taak uit te voeren, in elke crisissituatie. Maar soms overlappen die mandaten. En juist in een rampgebied kan dat lastig zijn.

Een vergaderruimte in het Palais des Nations in Genève, waar onder meer het IASC bijeenkomt. Foto: Pieter van den Boogert

Wie neemt de leiding in de Centraal-Afrikaanse Republiek?

Neem bijvoorbeeld de Het geweld daar heeft sinds vorig jaar bijna 70.000 mensen naar de buurlanden doen vluchten. Zij zijn vluchtelingen. Nog eens 400.000 mensen zijn wel op de vlucht geslagen, maar niet over een landsgrens. Ze verblijven dus nog in de CAR en zijn ontheemd. En dan zijn er nog mensen die eigenlijk uit Tsjaad of Darfur naar de CAR gevlucht waren, en nu weer naar hun eigen land vluchten. Officieel zijn zij geen vluchtelingen, maar ze verblijven wel in een kamp aan de grens. Ook zijn er mensen die niet ontheemd zijn, maar wel noodhulp kunnen gebruiken, bijvoorbeeld omdat ze niet aan genoeg voedsel kunnen komen.

‘Mensen vluchten over grenzen, binnen grenzen, migreren, gaan terug. Het is niet duidelijk wie slachtoffer en dader is. Welk mandaat geldt dan?’

Wie moet in deze situatie de leiding nemen over de humanitaire respons? Is dat de UNHCR, die het mandaat heeft om vluchtelingen te beschermen en ondersteunen, en om in een vluchtelingencrisis de leiding te nemen? Of is dat UN OCHA, met het mandaat om humanitaire hulpactiviteiten te coördineren? Of toch het IOM, de internationale migratie-organisatie, met het mandaat om migratie in goede banen te leiden?

Daarover wordt onderling geruzied: wie namelijk de hulpactiviteiten coördineert, kan het profiel van de eigen organisatie opkrikken. Bovendien kan de leider een belangrijke stem hebben in

Een gebouw van de Verenigde Naties in Genève. Foto: Pieter van den Boogert

Jens Laerke van OCHA begint te lachen als naar de ruzie gevraagd wordt. ‘Ah, de vinger op de zere plek,’ zegt hij. Volgens hem zijn de mandaten in het huidige VN-systeem gebaseerd op de problemen van enkele decennia geleden. Toen waren conflicten vaak nog overzichtelijk: tussen twee landen, vaak met een Koude Oorlogachtergrond.

Maar nu zijn veel crises zogenoemde ‘De huidige crises waarin veel mensen ontheemd raken, zijn heel chaotisch,’ zegt Laerke. ‘Mensen vluchten over grenzen, binnen grenzen, migreren, gaan terug. Het is niet duidelijk wie slachtoffer en dader is. Het beeld is heel verwarrend. Welk mandaat geldt dan?’

Tussen UNHCR en OCHA zijn de afspraken daarover nog niet duidelijk genoeg, meent Laerke. ‘Op dit moment passen we creatief pragmatisme toe. Oftewel: doormodderen. Elke crisis is anders, dus we moeten per crisis kijken wie wat het beste kan doen.’

Maar in de praktijk blijkt het beter te werken als van tevoren duidelijke afspraken gemaakt zijn, om ruzies tussen organisaties te voorkomen. Dat heeft Arafat Jamal van IASC bijvoorbeeld zien gebeuren tussen UNHCR en WFP, het wereldvoedselprogramma. ‘Voorheen was er competitie, ze wilden allebei vluchtelingenpopulaties voeden,’ vertelt Jamal. ‘Maar zijn er duidelijke afspraken: UNHCR doet populaties onder de 5000 vluchtelingen, WFP helpt bij grotere populaties. Die strijd is gestreden, het stof is neergedaald.’

De gangen waar UN OCHA werkt in het Palais des Nations in Genève. Foto: Pieter van den Boogert

Niemand wil gecommandeerd worden

Coördinatie-orgaan OCHA heeft sowieso een ingewikkeld mandaat, in een omgeving waar VN-organisaties strijden om leiderschap. ‘Veel organisaties koesteren een diep wantrouwen richting OCHA,’ zegt Jamal. ‘Niemand vindt het leuk gecommandeerd te worden. Zeker niet door een organisatie die zelf geen hulp uitdeelt. Ze zien OCHA als een organisatie die in een rampgebied alleen maar vergadert en e-mails stuurt.’

Laerke heeft dat in praktijk ook gezien. ‘Geloof me, als andere organisaties ons te bazig vinden, krijgen we te horen hoe klein we zijn, hoe arm, en dat ze ons niet nodig hebben om ze te vertellen wat ze moeten doen.’

Volgens Jamal probeert OCHA meer te doen dan coördineren, en roept dat juist verzet op. ‘OCHA wil aan tafel ook haar eigen mening geven: ze wil beslissen hoe de hulp wordt uitgedeeld, in plaats van slechts te coördineren dat er hulp wordt uitgedeeld. Mijn definitie van OCHA’s succes is als niemand OCHA opmerkt. OCHA zou de smeerolie in de machine moeten zijn.’ Maar in een systeem waar geld uitgedeeld wordt op basis van zichtbare resultaten, blijkt dat een lastig streven.

Over dit stuk zijn Kamervragen gesteld PvdA-Kamerlid Roelof van Laar heeft naar aanleiding van dit artikel Kamervragen gesteld. Lees hier meer over de Kamervragen. Wil je op de hoogte blijven van mijn artikelen? Als correspondent Conflict & Ontwikkeling ben ik op zoek naar manieren om de wereld een beetje beter te maken. Wil je weten wat ik zoal tegenkom op mijn zoektocht? In mijn tweewekelijkse nieuwsbrief tip ik je het beste wat ik lees, zie en hoor over mijn onderwerp. Schrijf je hier in voor mijn nieuwsbrief Het noodhulpsysteem kan zelf wel wat hulp gebruiken Genève is een van de duurste steden ter wereld, en tegelijkertijd het hart van de humanitaire noodhulp. In de stad krioelt het van de organisaties die mensen in nood proberen te helpen. Maar het systeem is zo complex geworden dat het onderhand zelf hulp nodig heeft. Lees hier het onderzoek ter plaatse Een trots land vraagt niet (of stiekem) om noodhulp Niet alleen noodhulp geven, ook noodhulp vragen is politiek. ‘Je zegt in feite dat je het als land niet alleen aankunt.’ En dat doen rijkere landen niet graag. Lees hier meer over de politiek van hulp vragen Project: hoe werkt noodhulp? Als er ergens een ramp plaatsvindt, is hulp vaak binnen enkele uren ter plaatse. En als jij geld stort op Giro 555, wordt dat omgezet in dekens in een rampgebied. Maar hoe werkt dat? Dat brengen fotograaf Pieter van den Boogert en Correspondent Maite Vermeulen de komende maanden in kaart. Daarbij zijn jullie vragen en suggesties zeer welkom. Lees hier de aankondiging van het project terug Over de fotograaf De fotograaf die de noodhulpsector in beeld bracht, is Pieter van den Boogert. Eerder maakte hij het prijswinnende fotoboek What We Wear, over de kledingindustrie. Bekijk hier eerder werk van Pieter

Deze serie wordt mede mogelijk gemaakt door het en het