-
‘Een dwingende nadenker.’
-
‘Thalia Verkade bezit de gave om opnieuw te kijken naar dingen die je dacht te kennen. Zoals je eigen straat, fiets of leven. Dit boek is een aanstekelijk pleidooi voor een rustiger, rijker leven.’
-
‘Ook feiten over de publieke ruimte zijn op normen gebaseerd. Dat laat dit inzichtgevende boek goed zien.’
-
‘Niet bepaald een boek om achter het stuur te lezen.’
-
‘Dit prikkelende boek laat zien hoe de straat weer een plek kan worden om met elkaar te verkeren.’
Winnaar van de Brusseprijs 2021. Lees hier het juryrapport.
Steekt een hert de weg over of rijden wij dwars door zijn bos heen? Hoe kan het dat we op een knopje moeten drukken als we de straat over willen steken? En waarom reizen we steeds sneller, maar komen we geen seconde eerder thuis?
Van files tot fietssnelwegen, van drempels tot deelauto’s: hoe we ons verplaatsen heeft enorme invloed op de inrichting van onze straten, onze steden én onze samenleving. Het bepaalt zelfs hoe we met elkaar omgaan.
In dit boek gaan journalist Thalia Verkade en wetenschapper Marco te Brömmelstroet op zoek naar een antwoord op die ene belangrijke vraag: van wie is de straat? Ze ontdekken dat het verkeer onze publieke ruimte heeft overgenomen – en laten zien dat een heel andere inrichting mogelijk is.
Thalia Verkade en Marco te Brömmelstroet in de media
-
Media gericht op een groot publiek
-
De Volkskrant sprak met Thalia voor een verhaal over de auto na corona. ‘Onbedoeld is haar boek een schot in de roos van de postcoronatijdgeest.’
-
Marco fietste met Het Parool door Amsterdam. ‘We moeten af van de heersende autologica’.
-
‘Ooit was de straat van iedereen’, zeggen Marco en Thalia in een interview in het AD getiteld ‘Hoe de auto ons gijzelt’.
-
Een column over het boek in het FD: ‘Wat begon met een ongemakkelijke samenwerking, eindigt in een belangrijk boek. Hulde.’
-
Trouw interviewde Thalia over het schrijven. ‘Verkeer is allesbepalend geworden voor de manier waarop de omgeving inrichten, ontdekte ik.’
-
Ook Marco werd door Trouw geïnterviewd. In het interview benadrukt hij het belang van inspraak van bewoners in de inrichting van de openbare ruimte.
-
NRC Handelsblad interviewde Thalia over de Vakantiestraat. Geen of minder auto’s, wel kunstgras, een badmintonnet en zwembadjes. Haar boek komt ook voorbij.
-
NRC sprak ook met beide auteurs en noemt Het recht van de snelste ‘een pleidooi om niet blind mee te gaan in de verkeerskundige aannames die onze straten en wegen hebben gevormd. Een pleidooi, kortom, voor betrokken burgerschap.’
-
Ook Nederlands Dagblad deed een interview. Waarom is de automobilist belangrijker gemaakt dan het kindje op de fiets?
-
En Vrij Nederland publiceerde voor: ‘Waarom is er geen drukknopje voor automobilisten? Over de morele keuzes in verkeersregeling.’
-
Verder sprak het Radio 1-programma Nieuwsweekend de auteurs over hun boek. Want van wie is de straat eigenlijk?
-
Marco ook te gast in het Vlaamse radioprogramma Nieuwe Feiten. Dat vroeg hem: is de fiets de winnaar van de coronacrisis?
-
De Morgen sprak met beide auteurs over hun boek. ‘Dat er elke dag kinderen sterven in het verkeer is een keuze.’
-
Worden de steden de winnaars of verliezers van corona? De Vlaamse krant De Standaard schreef over Het recht van de snelste.
-
‘Waarom auto’s niet 15 kilometer per uur laten rijden?’: fietsprofessor Marco te Brömmelstroet ‘predikt de revolutie’ in Het Nieuwsblad.
-
Verder interviewde Knack Thalia en Marco. Van wie is de straat? was een van de scherpe vragen die voorbij kwam.
-
Van wie is de publieke ruimte? Een recensie van het boek en interview met Marco op Nemo Kennislink.
-
Hoe ziet het vervoer in onze steden er straks uit? Die vraag beantwoordde Marco in de rubriek Klimaatvraag op Nu.nl.
-
‘Het gedachtegoed uit de provotijd moet volgens fietsprofessor Te Brömmelstroet nieuw leven worden ingeblazen’, schrijft De Groene Amsterdammer in een verhaal over mobiliteit tijdens corona.
-
Media gericht op mobiliteit
-
Iedereen die lid is van de ANWB krijgt Kampioen. In april stond daar een stuk uit Het recht van de snelste in over de frietzak (niet online, hier ook te lezen).
-
Vers Beton, een journalistiekplatform gericht op Rotterdam, plaatste een stuk uit het boek over Thalia’s wijk in Rotterdam-Noord.
-
OV Magazine, Straatbeeld, Biind en Verkeerskunde publiceerden een interview met Marco ‘Het is belangrijk dat we anders gaan denken.’
-
Hij sprak ook met Folia, het magazine van de Universiteit van Amsterdam: ‘We moeten af van het idee dat reizen alsmaar sneller moet.’
-
Een recensie van NM Magazine: ‘De wat verbaasde blik van buitenaf van Verkade laat verkeersprofessionals weer eens kritisch kijken naar wat als gangbaar en de norm wordt beschouwd.’
-
‘Een hartstochtelijk pleidooi voor het opnieuw centraal stellen van verblijven en leefbaarheid in onze maatschappij,’ schrijft de Fietsersbond in een recensie.
-
Stuk Rood Vlees, een podcast, sprak Marco over de dominantie van de auto en de kracht van taal.
-
Hij was ook te gast in de BNR-podcast Spitsbrekers. ‘Burgers moeten meer te zeggen hebben over hoe hun eigen straat eruitziet.’
-
Thalia en Marco deden een interview met de site Stadsleven. De vraag: hoe zien de auteurs de toekomst van het verkeer ná corona?
-
Op Archined wordt Thalia’s benadering geprezen: ‘Als lezer volg je Verkade in haar verkenning van de wondere wereld van infrastructuur en verkeer, als een Alice in traffic land’.
Reacties op Het recht van de snelste
Over Thalia Verkade en Marco te Brömmelstroet
Thalia Verkade (1979) is journalist en schrijft voor De Correspondent over mobiliteit. Eerder werkte ze voor nrc.next en NRC Handelsblad.
Marco te Brömmelstroet (1980) is professor Toekomsten van Stedelijke Mobiliteit aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is op Twitter actief als @fietsprofessor.
Academische achtergrond
Voor dit boek stelde Marco te Brömmelstroet een academische achtergrond samen. Wil je verder lezen over hoe we ons verplaatsen, hoe dat ons vormt en hoe ons denken daarover in de tijd is veranderd?
Wil je weten wat de belangrijkste theoretische mechanismen zijn achter Het recht van de snelste?
Dan is zijn Engelstalige theoretisch kader Mobility Language Matters iets voor jou. Je kunt het downloaden als pdf-, epub- of mobi-bestand, zodat het vanaf alle apparaten te lezen (of te printen) is.
Nooit meer een boek van ons missen?
Met een boekenlidmaatschap van De Correspondent heb je al onze boeken als eerste in huis. Automatisch en zonder verzendkosten.
En je draagt bij aan:
- Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek
- Duurzaam uitgegeven boeken
- Toegankelijke boeken voor iedereen
De frietzak: een zeldzaam kruispunt
Fietsfiles. Het is een probleem waar vooral studentensteden steeds vaker last van hebben. Maar alleen in Nederland. Buitenlanders kijken jaloers naar ons: wat een heerlijk probleem om te hebben. En nu hebben we het ook nog opgelost.
Als je vanaf de Jodenbreestraat in Amsterdam over het fietspad komt aanfietsen op het Mr. Visserplein, dan wordt de strook waarover je fietst in de flauwe bocht tot aan het stoplicht steeds breder. Stel je voor dat je aankomt bij een rood licht. Er staan al vijf fietsers naast elkaar voor de stopstreep, maar jij past daar nog naast: het is hier onverwacht breed.
Het pad links van je, voor de fietsers die hier straks vanaf de overkant komen aanrijden, is juist smal. Hier kunnen hooguit twee mensen naast elkaar rijden. Hun fietspad loopt dus taps toe.
Wanneer het groen wordt, steek je met zijn allen een grote autoweg over: nu wordt jouw fietspad langzaam smaller en het pad links van je juist gestaag breder. De fietsers naast wie je net voor het stoplicht stond, veranderen door hun verschil in tempo bij het oversteken in een sliert. Ben je de autoweg eenmaal overgestoken, dan kun je op het fietspad weer met zijn tweeën naast elkaar fietsen.
Het kruispunt ziet er gek uit met die schuine strepen: je zou bijna zeggen: ‘niet zoals het hoort’. Wat je ziet is dan ook een experiment, dat de bijnaam ‘de frietzak’ kreeg.
De frietzak is het object van de evaluatie waar ik met Marco te Brömmelstroet, planoloog aan de Universiteit van Amsterdam, heen ga – hij is betrokken geweest bij de opzet ervan. De bijeenkomst is in de voormalige Stadstimmertuin van Amsterdam, een gemeentegebouw met industriële inrichting, dat dienst doet als vergader- en flexwerkplek. Er hangt een feestelijke stemming: de frietzak heeft de jaarlijkse prijs gewonnen voor beste innovatie voor fietsers.
Ik had over de toedracht van het experiment gelezen: VVD-wethouder Eric Wiebes had onderzoek laten uitvoeren naar oplossingen voor fietsfiles, maar die mochten niet ten koste gaan van de doorstroming van het autoverkeer. De frietzak werd onderdeel van de oplossing. Nu konden er meer fietsers naast elkaar voor het rode licht wachten dan voorheen en zo konden er per ‘groenfase’ meer fietsers oversteken.
In een powerpointpresentatie laten Kees Vernooij en Sjoerd Linders, de gemeenteambtenaren die de frietzak mede hebben ontworpen, zien hoe ze te werk zijn gegaan. Fijn, een basiscursus kruispunt ontwerpen.
Studenten sociologie hadden een camera opgehangen op een balkon dat uitkijkt op het verkeerslicht op het Mr. Visserplein. Op hun opnames was te zien hoe fietsers bij drukte allerlei dingen deden die je niet hoorde te doen, zoals aan de verkeerde kant van de middenstreep gaan staan bij rood licht. Als het groen werd, rekten ze weer uiteen tot een lange sliert: het plaatje van fietsers als een zwerm spreeuwen. Ook hadden ze fietsers geïnterviewd: veel mensen ervoeren stress door de drukte en het chaotische gedrag van andere fietsers.
Toen bleek dat het verkeer zich beter afwikkelde als je fietsers hun natuurlijke gedrag liet volgen, in plaats van dat je ze in een ontwerp van parallel lopende wegen dwong, kregen de asfaltschilderaars de opdracht om de lijnen op het rode fietspad nu het gedrag van de fietsers te laten volgen. Zo ontstond de frietzak.
Geamuseerd kijk ik rond in de zaal: dat er zo diep wordt nagedacht over het ontwerp van een kruispunt, en dat het dan ook nog wordt geëvalueerd! Maar ergens had ik ook meer verwacht. Want als het druk is gaan de meeste fietsers altijd al links van het lijntje staan: dat zagen we toch op die camerabeelden? Kom op, dit is Amsterdam! De nieuwe belijning zorgt er alleen voor dat er nu geen mensen meer aan de verkeerde kant van de streep staan. Is dit niet alleen een soort Dutch Design: strak ontwerp, opgeruimd staat netjes?
‘Dus dit is hoe dat overal gaat? Hoe kruispunten worden ontworpen?’ fluister ik tegen Marco. Hij grinnikt: ‘Neeeee! Normaal worden fietspaden ontworpen op basis van richtlijnen in verkeerskundige handboeken. En daarin gaat het niet over gedrag van mensen, maar over regels.’
Ik snap niet wat hij bedoelt.
Maar dan komt Koen Schreurs, een derdejaars student Mobiliteit van de Hogeschool Windesheim uit Zwolle, het podium op. Hij heeft de opdracht gekregen alle mogelijkerwijs gevaarlijke situaties net buiten het nieuwe oversteekpunt te tellen. Daarvoor heeft hij een ‘conflictobservatietechniek’ uit de verkeerskunde gebruikt, waarbij mensen onderweg worden gezien als een soort projectielen die moeten voorkomen dat ze tegen elkaar aanbotsen.
De student heeft op basis van deze methode een studie gedaan naar het gedrag van de fietsers. Hij heeft de kansen op botsingen geïnventariseerd en is tot de conclusie gekomen dat de nieuwe inrichting behoorlijk gevaarlijke situaties oplevert. ‘Het gaat niet zoals het meest veilig zou zijn’, zegt hij.
Gemor in de zaal. Een paar Amsterdammers vuren scherpe vragen af op de student uit Zwolle. Zij zien namelijk iets anders: mensen die met elkaar proberen het beste ervan te maken, zelf met elkaar onderhandelen. Waarom ziet hij elke mogelijke interactie als een te vermijden conflict?
De botsanalyse is mijn eerste kennismaking met het vakgebied verkeerskunde. Van het beroep verkeerskundige heb ik wel gehoord – alleen dacht ik dat ze vooral in nieuwbouwwijken werkzaam waren, om gebieden in te richten. En ook heb ik er nooit bij stilgestaan dat ze hun werk doen op basis van een bepaalde logica, met principes en handboeken en ontwerpfilosofieën. Daar vang ik nu een eerste glimp van op. Botskoers. Time-to-collision. Het klinkt als natuurkunde.
De sociaal wetenschappers in de zaal kijken anders naar de stad. En de subklasse van UvA-planologen, ontdek ik gaandeweg, bestudeert specifiek de wisselwerking tussen mensen en de omgeving die voor hen wordt ontworpen. Voor hen zijn straten een plek waar mensen elkaar ontmoeten. Twee wandelaars die op de stoep tegen elkaar aanbotsen: dat kan een vriendschap opleveren.
Maar in de verkeerskunde, een vakgebied dat ontstond in reactie op de opkomst van de auto, is een botsing een conflict dat je moet zien te voorkomen. Hier is de stad niet een samenspel van mensen, maar een mechanische puzzel van verschillende typen pijpleidingen die je elkaar zo goed mogelijk moet laten kruisen zonder dat ze elkaar raken.
Dan dringt het tot me door: de frietzak is de grote uitzondering op de regel. Een heel zeldzaam kruispunt dat niet volgens gestandaardiseerde verkeerskundige logica bedacht was, maar volgens de logica van sociologen. De frietzak was de scheur in het verkeerssysteem waardoor ik ontdekte dat er überhaupt een systeem bestond.