In de zomer van 2023 kwam ik voor het eerst in het binnenland van Suriname. Voor het eerst maakte ik kennis met de grootsheid van het landschap, de schoonheid van de Surinamerivier en het ritme van het leven in het regenwoud. Ik proefde het regenwater, at Surinaamse gerechten die ik nog niet eerder had gegeten. Eindelijk leerde ik het Suriname kennen dat Anton de Kom in zijn boeken en

Maar ik zag ook de andere kant van de medaille. Toen ik aan een paar kennissen tussen neus en lippen door vertelde dat de moeder van een vriend een nieuwe knie kreeg, keken ze me met grote ogen aan. ‘Een nieuwe knie? Kijk wat ze in Europa en Amerika doen. Hier heb je gewoon pech als je knie het niet meer doet. Je bent kreupel en that’s it.’ 

Ik had eigenlijk willen vertellen over het gezellige feestje dat we voorafgaand aan de operatie hadden gevierd, maar in plaats daarvan keek ik schaapachtig terug. 

Er wordt vaak gepraat over de manieren waarop het slavernijverleden en het koloniale verleden doorwerken in het heden. Hier zag ik ineens wat dat in de praktijk kan betekenen: een gebrek aan kunstknieën in het binnenland van Suriname. Ik moest denken aan Mark Rutte, die een jaar eerder als minister-president namens de Nederlandse staat excuses had aangeboden voor het  

Een gitzwart verleden, dat vraagt om erkenning en herstel

Ook Rutte had zich van alles gerealiseerd. Het slavernijverleden was zo lang geleden, had hij lang gevonden, hoe kan je daar nou verantwoordelijkheid voor nemen? Maar nu zag hij dat anders. In zijn speech erkende Rutte dat het slavernijverleden doorwerkt in het heden, en dat het nu belangrijk is om dat gitzwarte verleden te erkennen en zichtbaar te maken. En, had hij toegevoegd, daar hoort ook herstel bij. 

Sindsdien zette de regering de eerste stappen: er komt een slavernijmuseum en de periode van 1 juli 2023 tot 1 juli 2024 werd uitgeroepen tot herdenkingsjaar. Ook maakte het kabinet 200 miljoen euro vrij om het slavernijverleden zichtbaar te maken in Nederland, Suriname en de Caribische eilanden binnen het

Aan bewustzijn van dat slavernijverleden ontbreekt het in Suriname niet: het land is in alle opzichten – economisch, sociaal, politiek – door dat verleden gevormd. Maar van de welvaart die het koloniale Nederland er dankzij de slavernij opstreek, heeft de bevolking nauwelijks iets gezien. Met als gevolg dat je nu als doorsnee Surinamer domme pech hebt als je knie het niet meer doet. 

‘Historische, geografische en culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen en mensen doen ertoe, ook in het hier en nu,’ zei Rutte in zijn toespraak. 

Maar wat betekent dat voor herstel? Betekent herstel hetzelfde in de voormalige kolonie als in het thuisland van de voormalige kolonisator?

‘Eerherstel’, wat betekent dat dan?

In zijn speech sprak Rutte over ‘eerherstel voor de dappere marrons’, Surinaamse verzetshelden die waren ontsnapt aan de slavernij, maar de Nederlandse geschiedenis in zijn gegaan als oproerkraaiers, vandalen en Een mooi gebaar, maar niet meer dan dat. Want wat betekent eerherstel voor de marrons als de nazaten van die verzetsstrijders nu nog altijd leven zonder elektriciteit of fatsoenlijke riolering?

Herstel is niet alleen het juiste zeggen, maar ook het juiste doen

Ja, in Nederland kan ‘herstel’ in de vorm komen van antiracisme- en antidiscriminatiebeleid, en het tegengaan van Maatregelen die Suriname óók zou kunnen gebruiken – als er niet andere, veel acutere problemen waren. 

De dappere marrons voor wie Rutte eerherstel wil? Sommigen leven tot op de dag van vandaag in bouwvallige hutten die de koloniale Surinaamse regering in de jaren zestig voor hen neer had laten zetten als tijdelijke verblijfplaats, nadat ze waren verdreven van hun land omdat er een stuwdam moest komen.

De marrons hadden moeten toekijken hoe hun huizen onder water verdwenen, zodat de rest van Suriname van elektriciteit kon worden voorzien. De mensen in de tijdelijke hutten zelf moesten 37 jaar wachten op elektriciteit. Wie ten zuiden van het Brokopondo-stuwmeer woont, leeft tot op de dag van vandaag grotendeels zonder stroom, zonder goede gezondheidszorg,

Een klein beetje maakt een groot verschil

Als we het in Nederland hebben over ‘herstel’, laten we dan eens beginnen met het herstellen van die onrechtvaardigheid. Herstel is niet alleen het juiste zeggen, maar ook het juiste doen. 

Toen in 2018 een hybride elektriciteitscentrale in het dorp Pokigron werd geopend, straalde het effect ervan direct af op de omgeving. Plots konden de mensen investeren in huishoudelijke apparaten en kleine bedrijfjes beginnen.

Wie nu per boot naar de marrondorpen aan de bovenloop van de Surinamerivier gaat, hoeft niet meer bang te zijn dat het eten in zijn koelbox bederft omdat de voorraad ijs uit Paramaribo – drie uur verderop – het niet volhoudt: sinds de elektriciteitscentrale in Pokigron kan er in het nabijgelegen haventje Atjoni zelf ijs gemaakt worden om mee te nemen over de rivier. Het lijkt misschien iets kleins, maar het betekent veel. 

Na de komst van de elektriciteitscentrale kon er bovendien in 2020 in Pokigron een streekziekenhuis gebouwd worden dat de dorpen langs de rivier van gezondheidszorg kan voorzien. Door gebrek aan personeel is daar nog weinig van terechtgekomen, maar het laat wel zien hoe relatief kleine in infrastructuur een groot verschil kunnen Vooral bij de groepen die keer op keer vergeten en verdrukt zijn in de raderen van het Nederlandse kolonialisme.

Een historische verantwoordelijkheid

Geen enkele Nederlander die nu leeft, leefde ten tijde van de slavernij en draagt dus persoonlijk schuld voor het slavernijverleden. Maar onze overheid, die wordt gefinancierd door onze belastingcenten, draagt wél verantwoordelijkheid voor het herstellen van die schuld.

Mijn opa, oma, tante en moeder verhuisden in 1970 van Paramaribo naar Nederland. Daarmee zetten ze een welvaartsvlucht in waar ik ook baat bij heb gehad. Als Nederlander in Europees Nederland profiteerde ik van de goede gezondheidszorg, scholen en andere luxes die hier  

Eerherstel is prachtig in Nederland. Maar laat eer nou precies datgene zijn wat de Nederlanders nooit is gelukt om van de marrons af te pakken. Geen volk is trotser op zijn lange geschiedenis van verzet en strijd dan de marrons. 

Maar eer vult geen magen en voert ook geen spoedkeizersnedes uit.

Ruttes handgebaar – eerherstel zonder een concreet plan voor écht herstel – is alsof je als eregast wordt uitgenodigd op een feestje van iemand aan wie je een tijd geleden zo veel geld hebt geleend dat je zelf niet meer kunt rondkomen. Attent, zeker. Maar vereffen eerst maar eens de rekening – dan kunnen we daarna misschien allemaal een feestje vieren.

Meer lezen?