Op mijn zestiende zette ik van de ene op de andere dag mijn leven in het teken van school.

Je vond me in de pauze niet meer in de kantine, maar in de schoolbibliotheek. In de les zat ik het liefst alleen, en alle noise die je mijn kant op klepperde werd gecanceld door mijn hoofdtelefoon. Mijn tafeltje stond helemaal vooraan, en ik raakte beter bevriend met mijn docenten dan met mijn eigen klasgenoten.

Waarom werd ik opeens zo streberig? Waarom deed ik zo extra?

Angst.

Gelukkig mogen leraren geen stokken en linialen meer gebruiken om hun zin te krijgen, maar de stokslagen van vroeger hebben plaatsgemaakt voor een veel diepere soort straf. Een die niet fysiek, maar psychisch van aard is: faalangst – de emotionele stokslag van de 21ste eeuw.

Ik voelde angst voor de volgende toets. Voor de schoolexamens. Voor de eindexamens. Voor het toelatingsgesprek op de universiteit, en alle tentamens die ik daar nog zou moeten halen. Voor alle sollicitatiegesprekken, deadlines en evaluatiegesprekken die ik een paar jaar later op mijn werk zou moeten hebben. Angst voor dat er niks van mij terecht zou komen, dat ik me geen huisje-boompje-beestje zou kunnen veroorloven, dat geluk buiten mijn bereik zou liggen, dat mijn wilde dromen het niet zouden winnen van de harde realiteit van een prefab 9-tot-5-leven.

Om die angst tegen te gaan, had ik het liefst mijn hele toekomstige leven willen vastleggen in een script. Vanaf de eerste hoofdletter, via zo’n tachtig jaar aan acties en dialogen op school, op de werkvloer en thuis, tot aan de laatste punt.

Ik ben niet de enige die zich zo laat – of inmiddels: liet – opfokken door school. UNICEF noemt school de grootste stressfactor in het leven van jongeren in het voortgezet onderwijs – meer nog dan bijbaantjes, schulden, liefde, ruzies… en ja, zelfs De druk die jongeren door school ervaren,

Ik weet hoe die druk voelt, en ook hoe je er van af kunt komen. Want dit jaar leerde ik, als twintigjarige student, opnieuw hoe het is om buiten het maatschappelijke script te handelen, te denken en te dromen. Hoe gezond het is om fouten te maken.

Ik leerde – naar het motto van de improvisatietheatergroep waarvan ik lid werd – om te stralen door te falen.

Geluk is daar waar jij niet bent

Niet dat ik altijd zo angstig ben geweest. Pas op de middelbare school veranderde mijn zin om te leren in de angst iets níét te leren.

De belofte van geluk in de toekomst heiligt de middelen, de emotionele stokslagen, de druk om te presteren en de faalangst

Op de middelbare school luidt het devies: hoe beter je resultaten zijn, hoe beter (rijker, succesvoller, gezonder) het echte leven gaat zijn. De cijfers liegen er niet om. Als je ‘je best hebt gedaan’ om een goed (lees: zo theoretisch mogelijk) diploma te halen, is je leven simpelweg beter. Mensen met een universitaire masteropleiding verdienen gemiddeld 40 procent meer dan mbo-geschoolden, Mensen met een hbo- of wo-diploma leven gemiddeld vijf jaar langer en

Dus doe je best op school!

Maar als je wordt verteld dat het geluk altijd daar is waar jij niet bent, kun je van alles zelf willen, maar tevreden mag je er niet over zijn. In deze schoolse manier van denken kun je geluk alleen krijgen door te presteren. Die belofte van geluk in de toekomst heiligt de middelen, de emotionele stokslagen, de druk om te presteren en de faalangst – ironisch genoeg haast de tegenpolen van geluk.

Hoe faalangst kan groeien

Het is geen hogere wiskunde: zo wordt elke toets – van een kleine schriftelijke overhoring tot de beoordeling van je masterscriptie op de universiteit – een levensbepalend moment.

De toekomst zat voor mijn gevoel overal achter verstopt. Alsof elke stap die ik zette een stap in óf precies de goede, óf de totaal verkeerde richting was. Doe ik het allemaal wel goed? Komt er wel iets van mij terecht later? Doe ik genoeg om gelukkig te worden?

Mijn cijfers zeiden ‘ja’, mijn gevoel zei ‘nee’.

Angst verbeterde mijn schoolprestaties. Dankzij de angst om te falen begon ik drie weken voor een toetsweek met leren, bikkelde ik avonden door, zegde ik afspraken met vrienden af of maakte ik ze überhaupt niet. Als ik cum laude zou weten te slagen op het vwo, zou ik geneeskunde kunnen studeren – en dan zou het geld voor het oprapen liggen. De oplossing voor mijn angst (‘er komt niks van mij terecht’) lag in het verlengde van de angst zelf: handel ernaar om het te voorkomen, en dan komt alles goed.

Maar hoe meer je iets vermijdt, hoe banger je ervoor wordt. Ben je één keer gebeten door een hond, dan wil dat niet zeggen dat elke hond je zal bijten. Maar hoe langer je met een boog om honden heen blijft lopen, hoe minder vaak je zult ervaren dat niet elke hond bijt, en des te banger je dus wordt voor honden.

Hetzelfde geldt voor falen: gebeurt het niet, dan word je steeds banger dat het zal gebeuren. Een 9 voor een toets lucht op, maar doet dat maar eventjes. De angst om te falen

Dus ontwikkelde ik trekjes om zelf houvast te creëren.

Wat school uit mijn leven verbande

Uiteindelijk slaagde ik cum laude op het vwo, maar dat had een keerzijde.

School had angsten gezaaid waar schoolresultaten geen geruststelling voor boden. Hoe hard ik ook werkte voor hoge cijfers, ik bleef angstig door het leven gaan. Dat is voor niemand lang houdbaar, dus probeerde ik geruststelling te vinden in ongezonde dingen. Ik probeerde dunner te worden en ging overmatig sporten, altijd werken en calorieën tellen. Ik geloofde dat de toekomst beter zou zijn als ik tien kilo minder zou wegen. Ik ontwikkelde een eetstoornis en

De zekerheid die ik vond in dwangmatig calorieën tellen, sporten en afvallen gaf rust. Maar die zekerheid verbande ook weerbaarheid, spontaniteit, flexibiliteit, veerkrachtigheid, nieuwsgierigheid, emotionaliteit, tederheid en (niet geheel onbelangrijk als puber) losbandigheid uit mijn leven.

Toen mijn psychische klachten in het begin van de vierde klas een piek bereikten, realiseerde ik me dat school er niets aan deed om die verbannen vaardigheden terug in mijn leven te brengen. Je kunt je hele leven in een donkere kamer doorbrengen zonder iemand te spreken, zonder praktische vaardigheden op te doen, zonder spontaan te hoeven zijn, zonder emotioneel intelligent te hoeven rondbewegen in een voortdurend veranderende wereld – als je kunt lezen en onthouden kun je een (v)wo-diploma halen. En ben je op papier succesvol.

Even was ik teleurgesteld in de veronderstelling dat dat het leven was: alles wat je ook in een donkere kamer kunt doen.

Een jaar geleden ging er in die donkere kamer pas een luikje open.

Stralen door te falen

Een jaar geleden vertelde een vriend me over improvisatietheater.

Ik geloofde niet wat ik hoorde. Je stapt een podium op en hebt geen enkel idee wat je gaat doen? Het zweet brak me uit, en er was niet eens een podium in de buurt. Maar iedereen kan improviseren, moedigde hij me aan, en hij nodigde me uit voor een proefles.

Onderzoek wijst uit dat improvisatietheater een positieve invloed kan hebben op de mentale gezondheid

Dus stapte ik een paar maanden later met knikkende knieën een cultuurcentrum in Utrecht binnen, waar een groep enthousiaste, extraverte, grappige en goedgebekte mensen me begroette tijdens de ‘check-in’: een rondje om te peilen hoe iedereen zich voelt. Ik zou mezelf voor schut zetten, uitgelachen worden, niet uit mijn woorden komen, het spel van anderen volledig verpesten – daar was ik van overtuigd.

Maar ik loog en zei dat ik er zin in had.

Zin? Waarin? In falen? Ammehoela.

Totdat ik het daadwerkelijk ging doen. Diezelfde avond nog schreef ik me in voor de audities om lid te worden. Inmiddels zeg ik wekelijks tijdens de check-in dat ik er weer zin in heb.

Wat leerde improvisatietheater me dat school me niet geleerd had?

Improvisatietheater kent drie regels. De gouden regel is dat je een idee van een ander altijd accepteert. Als iemand suggereert of zegt dat er naast jou een auto in brand staat, dan moet je dat idee accepteren om de scène soepel door te laten lopen. Als je zegt: ‘Nee, daar staat een flamingo!’, dan is de scène binnen een paar tellen voorbij. Regel twee: kijk elkaar in de ogen en luister, want een scène zal nooit verlopen zoals je die vooraf hebt uitgedacht. En drie: pakt een idee niet helemaal uit zoals gehoopt, gebruik die situatie dan, maak er een moment van, own it. De enige fout die je kunt maken, is koste wat het kost geen fouten willen maken.

Het motto van improvisatietheater is niet voor niets: stralen door te falen!

Improvisatietheater is in veel opzichten het tegenovergestelde van school. Op school werd ik afgerekend op mijn fouten; bij improvisatietheater lach ik om mijn fouten. Op school volgt iedereen hetzelfde boekje; bij improvisatietheater is er geen boekje. Op school leerde ik dat het leven aan elkaar hangt van theorieën; bij improvisatietheater leerde ik dat leven aan elkaar hangt van handelingen. Op school verleerde ik te spelen; bij improvisatietheater

dat improvisatietheater

Zo is er onderzoek gedaan naar de invloed van improvisatietheater op symptomen van OCD, waarbij deelnemers twaalf weken lang improvisatielessen kregen. De proefpersonen gaven na afloop aan dat ze (significant) minder klachten ervoeren komen tot dezelfde conclusie. Onderzoekers schrijven die positieve resultaten toe aan de atmosfeer van onvoorspelbaarheid die bij improvisatietheater hoort en de uitnodiging aan deelnemers om risico’s te nemen, in het moment te leven, en om elkaar te vertrouwen om met uitdagingen om te gaan.

Er zijn ook meerdere onderzoeken die uitwijzen dat improvisatie helpt bij ‘divergent denken’: het vinden van meerdere oplossingen En één onderzoek toont aan dat deelnemers na improvisatietheater te hebben gedaan beter kunnen omgaan met  

Mij heeft improvisatietheater zelfvertrouwen gegeven. Ik voel de behoefte om mijn toekomst vast te leggen in een script nog maar nauwelijks. Mocht iets niet lukken zoals ik dat ooit had bedacht, dan kan ik improviseren. Angst voor de toekomst heeft plaatsgemaakt voor vertrouwen in het heden.

Opnieuw leren spelen

Je kunt het leven zien als een script, zoals ik jaren deed.

Maar de echte wereld beweegt op oncontroleerbare manieren en de toekomst is onzeker. Waar ben je over vijf jaar? Een jaar? Tien minuten? Niemand die het zeker weet. Wat voor toekomstplannen je ook hebt, in het heden ben je gewoon een mens die zo prettig mogelijk met anderen moet zien te overleven. Improvisatietheater heeft mij een kompas gegeven waarmee ik spontaan kan navigeren als mijn omgeving me van mijn à propos brengt.

Als je weer eens in de krant leest dat de of dat jongeren het leven een steeds lager cijfer geven, steeds meer burn-outklachten hebben, steeds meer prestatiedruk en stress ervaren, denk dan ook aan de starre disciplinering die school op ons uitoefent. Denk dan aan hoe broodnodig het is dat we tegenslagen leren accepteren, naar elkaar leren luisteren en kijken, buiten de lijntjes leren kleuren, leren handelen in een altijd veranderende wereld, in het moment leren zijn, minder angstig door het leven leren gaan. Dat we opnieuw leren spelen, opnieuw leren improviseren.

Denk dan aan dat cultuurcentrum in Utrecht, waar ik ontdekte wat voor goeds fouten met een mens kunnen doen.

Meer lezen?