Waarom draagt niemand hier eigenlijk een T-shirt van de European Space Agency? Toen ik bij de vertoning van Apollo 11 in de bioscoopzaal tientallen NASA-T-shirts telde, dacht ik aan de ruimtevaartingenieur die mij eerder mailde dat Europa een ruimtevaartdroom mist. Europa had hij verruild voor de Verenigde Staten, omdat hij niet uit de voeten kon met ons kosmisch provincialisme.

Een week na die filmvertoning las ik het boek Imagining Outer Space, van historicus Alexander Geppert. Hij bevestigde wat de ingenieur mij schreef. We hebben de European Space Agency, onze eigen satellieten en Mars-robots. We hebben astronauten en een vleugel in het International Space Station. Maar een verhaal hebben we niet. Geen verhaal, geen T-shirt.

In China, de nieuwe grote speler in de ruimtevaart, leren kinderen op Mars-kamp hoe Chinese kolonisten zullen leven op de rode planeet. In Nederland weten veel mensen niet dat het technologische hart van de Europese ruimtevaart naast onze eigen Noordzee klopt, in de duinen van Noordwijk.

Die Europese (of in dit geval Nederlandse) scepsis ten opzichte van de ruimtevaart viel mij ook op in reacties op mijn stukken. Ruimtevaart wordt vooral gezien als escapisme, vervuiling en verspilling. Eerst onze eigen zooi opruimen voor we ergens anders naartoe gaan, schreef een bezorgde lezer.

Ruimtevaart is meer dan verkwistend vluchtgedrag. Neem de Hubbletelescoop, wiens beelden verpletterend nieuwe perspectieven bieden

Maar ruimtevaart is meer dan verkwistend vluchtgedrag. Denk aan gps, het monitoren van klimaatverandering, de Hubbletelescoop die met zijn beelden alles wat we denken te zijn in een verpletterend nieuw perspectief plaatst.

De maan leert ons de geschiedenis van de aarde te begrijpen. De eerste foto’s van de aarde waren van grote invloed op het ontstaan van de mondiale milieubeweging. Daarbij, wij zijn de ruimte, gemaakt van kosmisch materiaal. Naar boven kijken is, in zekere zin, naar binnen kijken.

Terug naar de T-shirts, de ESA, de scepsis: in antwoord op alle bezorgdheid bracht ik met ontwerper Leon de Korte in beeld zijn jaarbudget van 5,72 miljard euro aan uitgeeft.

Dit is wat Europa uitspookt buiten de dampkring. We zoeken, vinden, volgen, verbinden. En ja, we mislukken ook, twee weken geleden nog, toen het peperdure Europese navigatiesysteem Galileo vastliep.

Naast de financiële kosten zijn er de verborgen kosten, De ruimtevaart moet groener, zoals alles groener moet. En dan zijn er nog de verborgen baten, waar ESA-directeur Franco Ongaro meer over vertelt.

Dagelijks 150.000 gigabyte aan aardobservatie

De grootste kostenpost is Europa’s aardobservatie, die dagelijks 150.000 gigabyte aan data binnenbrengt voor uiteenlopende doelen zoals het monitoren van de luchtkwaliteit. De Earth Explorer-missie gebruikt aardobservatie om te leren hoe de aarde werkt als een systeem van processen. Hierbij hoort onder andere onderzoek naar oceaanstromingen en het rijzen en dalen van de zeespiegel.

Op het kun je dagelijks meekijken met een satelliet. Dat is confronterende slow tv. Een keurige weervrouw legt uit wat je ziet: hier ontbossing in de Amazone, daar verwoestijning van het landschap, alles begeleid door een spacy muziekje. 

Ariane en haar kleine broertje Vega

Eind 1979 ging de eerste ESA-raket, de Ariane 1, de lucht in met aan boord twee communicatiesatellieten. Veertig jaar later vliegt Europa met de Ariane 5, die grote satellieten in een geostationaire baan om de aarde kan brengen. In 2021 zal de Ariane de gloednieuwe, peperdure lanceren die, onder andere, op zoek gaat naar mogelijk buitenaards leven.

Voor kleinere satellieten wordt de Vegaraket gebruikt, door de ESA liefkozend ‘het kleine broertje’ van Ariane genoemd. Je satelliet lanceren met de Vega kost je 37 miljoen euro (aanzienlijk minder dan een ritje met Ariane: ongeveer 165 miljoen).

De Russische Sojoez, jarenlang door ESA gebruikt als de perfecte tussenmaat, wordt binnenkort vervangen door een nieuwe Vega, de Vega C.

Meer mannen op de maan

Het International Space Station is op dit moment de bekendste bemande missie waaraan de ESA Het ruimtestation, dat sinds 2000 permanent bemand is en elke anderhalf uur een rondje om de aarde zeilt, fungeert als . Het huidige programma loopt af in 2028. Wat er daarna gebeurt met het ISS is nog niet duidelijk. In Amerika werd voorgesteld er een hotel van te maken. De ESA houdt het ISS liever in stand voor wetenschappelijk gebruik.

Verder is de organisatie betrokken bij de bemande maanmissies die voor de komende jaren gepland staan. ESA bouwt bijvoorbeeld mee aan de Gateway, een permanent ruimtestation dat in een baan rond de maan draait, vanwaar je gemakkelijker naar het maanoppervlak kunt reizen.

In 2001 kondigde de ESA Aurora aan, een programma met als uiteindelijk doel een bemande tocht naar Mars in 2030.

Hoewel de bemande missies in de ruimtevaart de meeste aandacht genereren, beslaan ze bij de ESA maar een klein deel van het totale budget, ongeveer de helft van al het geld dat opgaat aan verkenningsmissies. Dit kan volgens historicus Alexander Geppert een reden zijn dat ruimtevaart in Europa minder tot de verbeelding spreekt. Met onbemande missies is het moeilijk meeleven: een satelliet zwaait geen geliefden uit en speelt geen gitaar in een ruimtestation.

Waarom trappist profiteert van een niet-bestaande Mars-kolonie

Een ander deel van het verkenningsbudget gaat naar onderzoek dat gericht is op bemande missies in de toekomst, zoals Melissa, voluit het Micro-Ecological Life Support System Alternative. In dit programma wordt al ruim 25 jaar onderzocht hoe je met bacteriën, algen, planten, chemische stoffen en natuurkundige processen van een ruimtetuig een gesloten ecosysteem kunt maken, waarin afval eindeloos gerecycled wordt. Dat maakt lange ruimtereizen mogelijk.

Dit onderzoek laat ons met andere ogen naar ons lichaam en ons afval kijken: van consumenten naar producenten.

Of er ooit een kolonie op Mars komt, is de vraag, maar die denkbeeldige kolonie heeft hier op aarde al impact. In België wordt rioolwater met behulp van door Melissa verschafte inzichten efficiënter gezuiverd. En ook de profiteren van de niet-bestaande Mars-kolonie. De monniken slaagden er dankzij de samenwerking met Melissa in waterverspilling bij het bierbrouwen met 80 procent terug te dringen.

Wie er wél binnenkort naar Mars gaat, is de Rosalind Franklin, vernoemd naar de Britse chemicus die bijdroeg aan de ontdekking van DNA. Rosalind Franklin wordt in 2021 naar de rode planeet gestuurd om daar, vooral ondergronds, op zoek te gaan naar sporen van leven.

Geen sterren maar satellieten

Vroeger navigeerden we aan de hand van de stand van de sterren. Nu gebruiken we Google Maps, TomTom of de smartphone. Navigatietechnologie maakt gebruik van de satellietenwolk om de aarde heen. Terwijl deze satellieten hun banen om de planeet trekken, zenden ze continu gegevens naar de grond. Daarmee kunnen telefoons en andere apparaten berekenen waar je bent.

Het eerste gps-systeem werd ontwikkeld voor de strijdkrachten van de Verenigde Staten. Omdat Europa niet afhankelijk wilde zijn van een andere grootmacht kwam het met twee eigen systemen: EGNOS en paradepaardje Galileo. Galileo is nog niet helemaal klaar – op dit moment zijn 26 van de beoogde dertig satellieten gelanceerd – maar wel al in gebruik. 

Adembenemende wetenschap

Waar de NASA prat gaat op de spectaculaire erfenis van zijn bemande ruimtevaart moet de ESA het hebben van wetenschappelijke missies. Een oneerlijke strijd; Neil Armstrong heeft zich in ons collectieve geheugen genesteld, maar wie is er nog fan van

Dat is onterecht. De Rosetta-missie was een adembenemend project: een sonde die met een kleine lander genaamd Philae in haar schoot de verre ruimte inging en maanden in ‘winterslaap’ reisde om energie te besparen. Rosetta zette Philae af op de komeet 67P/Tsjoerjoemov-Gerasimenko, waar Philae een hoeveelheid data verzamelde die nog altijd wordt onderzocht.

Romantisch detail: aan het einde van haar missie werd ook Rosetta neergezet op 67P/Tsjoerjoemov-Gerasimenko, voor eeuwig herenigd met haar kleine lander.

ESA houdt de wacht

ESA waarschuwt voor gevaren als ruimtepuin, asteroïden, zonneactiviteit en extreem ruimteweer.

Vorige maand liet de ESA weten dat asteroïde 2006 QV89 niet zal inslaan op aarde in september. De kans dat dit zou gebeuren was één op zevenduizend. Dit voorjaar deed de ESA live verslag van misschien wel de ter wereld. Elke twee jaar komen wetenschappers en ruimtevaartorganisaties een week lang bijeen voor de simulatie van een grote asteroïde-inslag op aarde. Iedereen krijgt een belangrijke rol toebedeeld (van overheidsinstantie tot astronoom) en elke dag komt er nieuwe informatie binnen waarop ze moeten reageren.

Een belangrijke oefening, schrijft de ESA op zijn website. De kans op een inslag is klein, maar je kunt maar beter voorbereid zijn. Als het aan de ESA ligt, wordt deze ruimtewacht in de toekomst een van de belangrijkste bezigheden van de organisatie. Een nieuw programma gericht op het veilig houden van de ruimte is nu in ontwikkeling. Een groot onderdeel daarvan is het opruimen van die als een zwevende vuilnisbelt de aarde omringt.

Diepgewortelde scepsis verdwijnt er vast niet door, maar wie weet bestelt er straks iemand stiekem een ESA-shirt in die goed verstopte webshop van de European Space Agency.