Na aankomst op het vliegveld van Riga zien de meeste toeristen weinig meer dan de vele art-nouveaugebouwen waar de Letse hoofdstad om bekendstaat.

Maar reis je per auto of trein kriskras door het land, dan stuit je op een andere werkelijkheid: een leeg platteland en steden vol woonblokken. 

Tijdens de snelle industrialisatie onder werd Letland volgeplempt met geprefabriceerde flats, om maar aan de ‘noden van het volk’ te voldoen. Banen waren in de stad te vinden, niet op het platteland. Door de grote vraag naar geschoold personeel verlieten mensen ook de kleinere steden in de provincie.

Kaart van de Baltische staten: 

Estland, hoofdstad Tallinn
Letland, hoofdstad Riga
Litouwen, hoofdstad Vilnius

Dit proces herhaalde zich na de ineenstorting van de Sovjet-Unie en de onafhankelijkheid van Letland in 1991. Door de sluiting van trok een groot deel van de landelijke bevolking naar de steden. Hoe meer mensen daar in flats terecht kwamen, hoe leger het toch al lege platteland tussen de grote steden werd.

Dat heeft een uniek landschap opgeleverd, vertelt de Letse architect architect Matiss Groskaufmanis me. ‘Rijd door een willekeurige en je ziet een leeg groen landschap, zonder gebouwen.’ 

Ik sprak Groskaufmanis voor het Europese platform Are We Europe, dat mij vroeg wie de movers en shakers zijn in het Europa van nu. Jonge denkers die niet in de politiek actief zijn, maar wel de politiek of het maatschappelijke debat beïnvloeden. Creatievelingen die een betere toekomst willen voor hun land en naar andere Europese landen kijken ter inspiratie. Ik dacht meteen aan de architecten die het landschap van Letland en andere landen in Oost-Europa letterlijk aan veranderen zijn, zonder de geschiedenis uit het oog te verliezen.

Een oude, eenzame boerderij is een zeldzaamheid 

Decennia van restricties op de bouw en de architectuur, op industriële en sociale projecten, hebben littekens achtergelaten in het landschap van de voormalige Sovjetstaten. Zelfgebouwde en -ontworpen huizen waren ondergeschikt aan het idee deel te worden van een ‘ideologisch betere samenleving’. 

‘Verspreid over het landschap zie je verlaten gebouwen staan, in Sovjetstijl, die laten zien hoe weinig men bij de stedelijke ontwikkeling aan de toekomst dacht’, zegt Groskaufmanis. De hoofdsteden van Estland, Litouwen, Letland – Riga, Vilnius, Tallinn – ontdoen zich nu stukje bij beetje van deze skeletten.

Maar in het achterland, in kleinere steden en landelijke gebieden ver weg van hoofdsteden, bepalen deze architectuur en de herinneringen die ze oproepen nog altijd het dagelijks leven.

‘De Sovjet-ideologie en -architectuur probeerden een nieuw type samenleving te vestigen’, verklaart Evelina Ozola, compagnon van Groskaufmanis. ‘Woonflats waren onderdeel van de creatie van de Sovjetmens, die loyaal was en onderworpen aan het regime.’ 

Zelfs als de vroegere Sovjetflats opgeknapt zijn, geven ze je het gevoel dat je bekeken en beoordeeld wordt

De karakteristieke Sovjet-architectuur gaf haar gebruikers het gevoel klein, bewaakt en afhankelijk te zijn, vooral van de staat. Als je rondloopt in de woonwijken uit de jaren zeventig en tachtig lijken de woonblokken neer te kijken op de mensen beneden. Zelfs als ze opgeknapt en gemoderniseerd zijn, geven ze je nog het gevoel dat je bekeken en beoordeeld wordt. Zo veranderde het Sovjet-huisvestingsbeleid niet alleen het aanzien van Letland, het vormde ook de samenleving. 

Hoezeer de invloed van dit beleid en deze woonblokken nog altijd geldt, was onbekend. Tot architecten Ozola en Groskaufmanis het Letse woondrama onderzochten voor de Architectuurbiënnale van Venetië in 2018.

Ozola, opgegroeid in het Letland van de jaren tachtig, maakte haar studie af aan de Technische Universiteit Delft. De cultuurverschillen met haar geboorteland gaven haar stof tot nadenken. Dat gold ook voor Matiss Groskaufmanis, eveneens architect, met wie Ozola samenwerkt sinds ze in 2012 gezamenlijk aan een publicatie over architectuur in Letland werkten.

Vanaf het begin van Ozola’s en Groskaufmanis’ onderzoek bleek dat architecten – vroeger én nu – pas laat bij het stadsplanningsproces betrokken werden. ‘In dat krachtenspel vervult de architectuur alleen aan het einde een dienstbare rol’, zegt Ozola. 

In Letland zijn architecten meestal alleen verantwoordelijk voor het creatieve ontwerp, vervolgt ze, maar worden ze niet geraadpleegd bij beleids- en besluitvorming en bij onderzoek naar de behoeftes die bij de bevolking leven. Dat heeft kwalijke gevolgen voor de maatschappij, vindt Ozola: architecten en stedenbouwkundigen kunnen een positieve draai aan stadsplanning geven, als ze maar de kans krijgen.

Boven: Blidene. Onder: Riga. Uit de serie ‘Latvian Notes’ van Arnis Balcus

Spookstad vol Chroesjtsjovka’s

Die positieve draai is hard nodig, want in Letland woont nog altijd twee derde van de bevolking in een woonblokflat. Sinds Letland onafhankelijk werd, veranderde het van een volledig door de staat geleide maatschappij in een die de democratie en de vrije markt omarmde. Mensen konden vrijelijk kiezen waar ze wilden leven en in welke gebouwen ze hun bestaan wilden opbouwen. 

De val van de Sovjet-Unie bracht in de Baltische staten naast vrijheid ook onzekerheid, in alle geledingen van de maatschappij. De plotselinge liberalisering van privébezit leidde tot totale chaos op de markten, met grote gevolgen voor gewone burgers.

‘Het was nieuw en populair om een eigen woning te bezitten, het werd een onderdeel van je identiteit’, legt Groskaufmanis uit. ‘Mensen werden plotseling huiseigenaar, iedereen kreeg voor een schijntje een appartement. Maar ze hadden geen idee wat het betekende om een huis te bezitten, om onderdeel te worden van de huizenmarkt en een ander economisch systeem.’

‘De vraag is niet of we deze realiteit wel aan de wereld moeten tonen, maar waarom we nog steeds in deze situatie leven’

Veel van die woningen zijn Chroesjtsjovka’s: een soort studentenflats van hooguit vijf verdiepingen, met zoveel mogelijk eenheden per woonlaag en piepkleine keukentjes. In de jaren zestig werden ze in allerijl neergezet als tijdelijke accommodatie om in de groeiende vraag naar huisvesting te voorzien. Nog steeds kom je in elke Baltische stad her en der Chroesjtsjovka’s tegen, onaangetast door de tijd en door renovaties. De spectaculairste voorbeelden in Letland vind je in Karosta aan de kust, een plaatsje pal naast de havenstad Liepaja.

Deze voormalige haven en basis van het Sovjetleger kreeg het imago van een spookstad, waar de naargeestige, oude en slecht onderhouden appartementenblokken de realiteit tijdens het Sovjetregime nog altijd goed laten zien. Ooit woonden er 20.000 mensen, nu trekt het naast kunstenaars vooral een soort ramptoeristen, maar slechts weinigen die willen investeren in herstel.

Tijdens de Architectuur Biënnale in Venetië in 2018 lieten Ozola en Groskaufmanis deze ‘lelijke waarheid’ in volle glorie zien. Als curatoren van Together and Apart lieten ze zien hoe de architectuur en het huisvestingsbeleid in hun land bepaalde groepen buitensloten en wat daar de gevolgen van waren. De toeschouwers konden ronddwalen door modellen van een hypothetische Sovjetwoonwijk en foto’s en onderzoeksresultaten bekijken. 

Het leverde een storm van kritiek op van vooral Letse journalisten. ‘Waarom al die aandacht voor flatgebouwen uit de Sovjettijd? Moet de hele wereld weten dat we nog altijd in zulke beschamende gebouwen wonen?’

Toch voelde het goed om dit pijnlijke, in eigen land ‘decennialang genegeerde’ thema op de agenda te zetten, zegt Ozola: ‘De vraag is niet of we deze realiteit wel aan de wereld moeten tonen, maar waarom we nog steeds in deze situatie leven. Mensen schamen zich rot voor het huis waarin ze leven wanneer ze het vergelijken met huizen in andere EU-landen.’

Boven: Balvi. Onder: Akniste. Uit de serie ‘Latvian Notes’ van Arnis Balcus

Goudmijn voor antropologen

Hun onderzoek, gepubliceerd in het boek The architecture of Together and Apart: an inquiry into apartment buildings, zet vraagtekens bij de huidige kijk op architectuur. Ook stelt het de vraag hoe stadsontwikkeling, huisvestingsbeleid en zelfs architectuuragenda’s de ontwikkeling van samenlevingen kunnen beïnvloeden – zonder met een pasklaar antwoord te komen.

‘De Letse geschiedenis heeft de voorwaarden gecreëerd voor de woonsituatie van nu, en die grijpt diep in op allerlei aspecten van het sociale leven’, zegt Groskaufmanis. De dwang waarmee het Sovjetregime gemeenschappen vormde, is nog altijd van invloed op de manier waarop de Letten hun leven leiden.  

‘Ik denk dat het voor antropologen een goudmijn is hier’, zegt Ozola. ‘Ik heb de indruk dat het onvrije gevoel op straat komt door het gebrek aan persoonlijke vrijheden waar we zo lang mee te maken hadden. Er golden bepaalde normen van ‘goed gedrag’, je werd altijd geobserveerd en kon je nergens helemaal vrij voelen.’

‘In West-Europa zitten we graag op straat, drinken koffie of spelen met kinderen. In Letland moeten we dat nog leren’

‘Dat gevoel is nog steeds aanwezig. Mensen vinden sommige activiteiten nog steeds niet in de publieke ruimte thuishoren. Ze nemen bepaalde ongeschreven regels in acht waar ze niet van los kunnen komen.’

Net als Nederlanders vinden Letten het prettig om op straat een gesprekje te beginnen over het avondeten, om ’s zomers een paar zonnestralen op te vangen, of om gewoon wat rond te hangen. Maar hardnekkige ideeën over wat ‘niet hoort in het openbaar’, zoals eten, converseren of muziek draaien waar anderen bij zijn, bepalen nog steeds de Letse mentaliteit, net als die van veel andere voormalige Sovjetstaten, zegt Ozola. 

Ze vergelijkt haar ervaringen in Nederland vaak met het leven in Letland. De Nederlandse straten zijn zo ingericht dat er niet alleen ruimte is voor verkeer, maar ook om gewoon een kop koffie te drinken. ‘In West-Europa zitten we graag op straat, drinken koffie of spelen met kinderen. In Letland moeten we dat nog leren.’

Riga. Uit de serie ‘Latvian Notes’ van Arnis Balcus

Een woning als onderdeel van je identiteit

Een oorzaak is dat de Letse huizenmarkt sinds de onafhankelijkheid volledig aan de markt is overgelaten. De privatisering is in een wildwest-achtige sfeer verlopen, vertelt Ozola. De regering bemoeide zich niet meer met sociale woningbouw of met de publieke ruimte en de huizen werden louter voor de winst gebouwd, zonder veel rekening te houden met de mensen die erin moesten wonen.

‘Markten zijn niet erg geïnteresseerd in de sociale aspecten van woningbouw, of in de publieke ruimte’, vult Groskaufmanis aan. ‘Daarom moeten overheid en gemeenten zich absoluut meer met huisvesting gaan bezighouden.’ 

Een andere reden is en armoede in Letland. De rijkste twintig procent van de beroepsbevolking verdient zes keer zoveel als de minstverdienende twintig procent – terwijl in andere EU-landen het verschil tussen de hoogste en laagste gemiddelde inkomens veel kleiner is. De groep met middeninkomens is klein, zodat er een diepe kloof dwars door de samenleving loopt. Dat resulteert in groeiende sociale spanningen, wantrouwen in de instituties en in de maatschappij als geheel.

De huizenmarkt en projectontwikkeling versterken die spanningen eerder dan dat ze die verminderen. Volgens Groskaufmanis zetten ze in feite het Sovjetbeleid voort: er is geen enkel besef van het belang van gemeenschapsvorming. ‘Alleen de rijken kunnen zich innovatieve woonvormen veroorloven, met gemeenschappelijke tuinen, plekken waar buurtbewoners kunnen samenkomen, ontspannen en voor elkaar zorgen, zodat er onderling vertrouwen binnen de gemeenschap kan ontstaan’, zegt hij.

‘De woonsituatie van mensen reflecteert de maatschappij waarin zij leven. Het is wonderlijk hoe simpel het was om een hele samenleving, een heel land, te transformeren enkel door het huisvestingsbeleid.’

Onder: Seda. Boven: Lubana. Uit de serie ‘Latvian Notes’ van Arnis Balcus

Chaotische vrijheid

Ondanks alle problemen, die trouwens ook elders in Europa spelen, is er genoeg moois te vinden in het Letse stedelijke landschap. Er zijn Letse architecten die de zorg voor het historische erfgoed combineren met moderne stedelijke ontwikkeling. De Letse architect Zaiga Gaile, en de herbestemming en restauratie van een vroegere gipsfabriek die zij verzorgde, is er een voorbeeld van. Gaile en haar studio ontwierpen minimalistische loft-appartementen die ze in de laatnegentiende-eeuwse baksteenbouw van de fabriek plaatsten. 

‘Het is wel zo prettig om in een oud gebouw te kunnen wonen en geen nieuwe te hoeven bouwen’, zei Gaile in een interview. Er zijn meer Letse architecten die oude industriële panden, landhuizen en publieke ruimtes een nieuwe bestemming geven die recht doet aan hun geschiedenis. Hun pogingen lossen de sociale problemen nog niet op. Wel laten ze zien hoe twee werelden samen kunnen komen, hoe zowel de moderne als de historische architectuur een rol kan spelen bij de opbouw van een maatschappij.

‘Ik denk echt dat als we openbare ruimtes beter inrichten en gebruiken, we ook een betere maatschappij krijgen’

Straten, publieke en private ruimtes, hoe mensen de omgeving ervaren waarin ze opgroeien en oud worden; volgens Ozola heeft dit alles een diepgaande invloed op andere aspecten van het leven. ‘Ik denk echt dat als we openbare ruimtes beter inrichten en gebruiken, we ook een betere maatschappij krijgen’, zegt ze. ‘Straten zijn de spiegel van de maatschappij. Als je je vrij voelt, als je geneigd bent andere mensen op straat aan te spreken, om je uit te drukken, je te vermaken, dan heeft dat ook op andere terreinen effect.’

Pratend met Ozola en Groskaufmanis, en reizend door het grenzeloze Europa, ga je nadenken over het eigen karakter van elke stad, over de voordelen van bijvoorbeeld de Amsterdamse straten, of van woonoplossingen in Helsinki.

Het is van groot belang voor het moderne Europa om het niet bij observaties te laten: we moeten gezamenlijke oplossingen bedenken, geslaagde ideeën van elkaar overnemen en onze ervaringen als Europeanen met elkaar delen. Want de problemen met te krappe huisvesting zijn niet uniek voor Letland. 

Dit artikel is uit het Engels vertaald door Valentijn van Dijk en verscheen eerder in verkorte versie in het tijdschrift Are We Europe. In een eerdere versie was sprake van twee op de drie Letten die in Sovjet-appartementen leven. Dat was onjuist: hoewel twee op de drie Letten in appartementen woont, zijn dat niet alleen woningen gebouwd in de Sovjet-tijd. De schatting dat de helft van de Letten woont in de Sovjet-flats is correcter.

Ik, Gabrielė Niekyte, vulde het aan en herschreef het voor De Correspondent, in samenwerking met Mick ter Reehorst en Kyrill Hartog van Are We Europe. Meer lezen over de samenwerking? Dat kan

Daugavpils. Uit de serie ‘Latvian Notes’ van Arnis Balcus

Meer lezen?

Drie meisjes voor hun huizen naast de vredesmuur in Iers Republikeins gebied, Belfast. De Brexit roept het trauma van de Noord-Ierse grens weer op. Deze muziek maakt de pijnlijke deling voelbaar Het Ierse eiland wordt opnieuw in tweeën gescheurd door de Brexit: moet de grens tussen Noord-Ierland en Ierland nu op slot? Geen makkelijke vraag, want een harde grens betekent een pijnlijke terugkeer naar het verleden. Hoe pijnlijk leer je doorgronden met de muziek van deze Ierse muzikanten, die opgroeiden in de grensstreek. Lees hier het artikel van Luke Sharkey Buiten is het nieuwe binnen. Hoe zuinig Nederland een land vol terrasjes werd Welke ervaringen scheppen het moderne leven? Terrasjes pakken, zo vaak mogelijk. Is het niet om in het openbaar te genieten, dan wel om te werken op je laptop. De geschiedenis van het terras laat zien: het privéleven van de moderne mens verplaatst zich langzaam naar buiten. Lees hier het stuk van Nina Polak