De Correspondent leest voor
Carlien Bootsma - Laat het water maar komen, zeggen ze in dit Friese dorp
SoundCloud
Luister hier naar het voorgelezen verhaal

De stof van mijn tentje klappert in de wind. Ik kampeer deze kraakheldere en koude nacht boven op de dijk bij Delfzijl. Ik hoor allerlei geluiden die ik niet thuis kan brengen. Geritsel. Gekraak. Het is 27 december 2019, de eerste nacht van mijn loop rond de Waddenkust, en ik lig absoluut niet lekker. 

Het gewoesj van de windmolenwieken klinkt in een onophoudelijk ritme. Ik ben bang betrapt te worden, want eigenlijk is wildkamperen in Nederland verboden. Even wil ik de hele operatie afblazen. Maar mijn koppigheid houdt me op mijn plek. 

Dit is wat ik wilde: het avontuur aangaan, mijn oor te luisteren leggen, uitzoeken hoe het met de Waddenzee gesteld is. Ik hoop te ontdekken wat voor effect de zeespiegelstijging heeft op de bewoners van dit prachtige gebied. 

Want de Waddenzee wordt bedreigd.

Een kaart met de Route die Carlien liep. Ze liep van Nieuwe Statenzijl naar Schiermonnikoog via onder andere: Bierum, Holwerd, Harlingen, de afsluitdijk en Den Helder naar de Waddeneilanden.  De route is ongeveer 300km lang.

Het water komt naar de Waddenzee

Het water komt, schrijft Rutger Bregman in zijn Voor het jaar 2100 werd lange tijd een zeespiegelstijging van maximaal 85 centimeter verwacht. De voorspellingen vallen steeds hoger uit. 

Uit onderzoek in opdracht van de Waddenvereniging blijkt dat delen van onze Waddenzee, het unieke ecosysteem van en zandplaten, al voor het einde van deze eeuw

Op den duur komen de wadplaten onder water te staan. En dat is desastreus voor de dieren en planten die er leven. Ruim dertig vogelsoorten zijn afhankelijk van de als tussenstop en in de kwelders leven zo’n 2300 verschillende soorten planten en dieren. 

De vruchtbare bodem vol algen, piertjes en schelpdieren is een lopend buffet voor trekvogels

Nu vallen de zandplaten nog twee keer per etmaal droog met laag water. Dan onthult de zee haar vruchtbare bodem vol algen, piertjes en schelpdieren – een soort lopend buffet voor trekvogels. 

Ik vermoed dat we soms vergeten hoe mooi en uitzonderlijk onze binnenzee is. En dat ze onder druk staat, dat gaat me aan het hart.

Zeespiegelstijging: nodig, maar met mate

De zeespiegel stijgt in Nederland al duizenden jaren. Maar voorspellen hoe snel het vanaf nu zal gaan, Volgens de Waddenacademie, een kenniscentrum voor de Waddenzee, kunnen de eerste gevolgen van zeespiegelstijging Tot nu toe stijgt de zeespiegel van de Waddenzee minder snel dan de wadbodem. Deze ontwikkeling, die al bijna honderd jaar aan de gang is, zorgt voor een ondiepere zee met een groeiend aantal wadplaten. 

Het bijzondere is: in principe leeft de Waddenzee van zeespiegelstijging, want als de zee zich terugtrekt, blijven zand en slib achter. De grote vraag is dan ook niet hoeveel de zeespiegel stijgt, maar hoe snel. Als de zeespiegelstijging te snel gaat, kan het natuurlijke systeem het niet meer bijbenen en komen de wadplaten niet meer boven water. 

Ik wil weten hoe zeespiegelstijging leeft bij mensen op de grens van water en land. Wat zien bewoners? Wat doen ze? Ik hoop de verhalen te horen van de mensen die met hun poten in de vette zeeklei staan. Hoe kijken ze in het noorden naar de dijken, naar de zee? Zijn ze nuchter als het gaat over de toekomst? Of steken ze liever hun kop in het zand?

Ik hoop door te lopen met mijn tentje letterlijk het leven van mensen binnen te wandelen. Het is een manier om me helemaal in dit onderwerp onder te dompelen. Ik hoop dat ik af en toe bij mensen op de bank terecht kan, dat ze me voor even binnen willen laten in hun leven. 

En waarom dan in de winter? Nou, waarom niet? Op kou is prima te kleden en trouwens: zo heel koud is het niet (meer). Daarnaast wil ik dit verhaal zo graag schrijven, en ik bedacht het pas in het najaar. En zodra het plan ontsproot, moest het ook worden uitgevoerd. Zo snel mogelijk. 

De veersteiger bij Holwerd tijdens de storm. Video: Mischa Keijser.

Nieuwe vormen van kustbescherming komen op

Na een slapeloze nacht pak ik in het donker mijn bevroren tentje weer in. Hier is het nog echt donker, zonder mijn hoofdlamp zie ik – naast het licht van de sterren – niets. Ik hijs mijn backpack op mijn rug en loop verder over de Groninger dijk, richting het westen. Richting Friesland. Doorlopen is nu de enige manier om warm te blijven.

Gisteren kwam ik langs verschillende nieuwe vormen van kustbescherming. De bij de Dollard en de bij Bierum. Bij die laatste komt achter de Waddendijk nog een dijk. Het gebied ertussen wordt gebruikt voor bijvoorbeeld zilte landbouw. En er wordt slib uit de troebele Eems opgevangen. 

Door zeespiegelstijging wordt versterking van de Waddenzeedijk een steeds grotere kostenpost

Een groot deel van de Waddenzeedijk voldoet op het moment niet aan de En door zeespiegelstijging wordt versterking een steeds grotere kostenpost. Vandaar de langs de Waddenzee. Daar wordt informatie verzameld over hoe de versterking voortaan sneller en goedkoper, maar net zo gedegen kan zijn. 

Het stuk Ommelanderzeedijk tussen Delfzijl en de Eemshaven is net klaar. Hier werd afgelopen jaren hard gewerkt om de dijk op de nieuwe Deltahoogte te brengen: tien meter boven NAP. Er moest twee meter bovenop. Het ding is indrukwekkend geworden, en pijnlijk. Ik voel de nieuwigheid aan mijn voeten en gewrichten aan het eind van de dag. Het asfalt geeft niet mee. 

Zeespiegelstijging? Hier?

In de eerste paar dagen tref ik mensen die vlak aan de dijk wonen, in Termunterzijl, Delfzijl, Noordpolderzijl en Lauwersoog. De mensen die ik sprak geloven niet zo in een versnelde zeespiegelstijging.

‘Ik zie het Wad alleen maar vlakker worden, en ondieper’, zegt Waddenschilder Geurt Busser. ‘De natuur is altijd aan verandering onderhevig’, zegt garnalenvisser Henk Buitjes, ‘we vangen nu ook ansjovis boven de eilanden.’ 

Klaas Wiersma en zijn vrouw duiken beiden graag in de Noordzee. Ze wonen in een klein huisje aan de dijk en zagen het zeewater de afgelopen twee jaar flink warmer worden, zo’n ‘Dat lijkt niet veel, maar het heeft zeker impact op de natuur’, zegt Wiersma. Maakt hij zich zorgen? ‘Het water staat hier weleens hoog, maar niet zo hoog dat het eng is.’ 

De Grândyk loopt onder water, met in de verte de kerktoren van Holwerd

Deze terp staat symbool voor de zeespiegelstijging door de eeuwen heen

Ik kijk af en toe onder mijn capuchon door. De regen slaat in mijn gezicht. Ik kan de kerktoren van de monumentale Sint-Willibrorduskerk van Holwerd al een tijdje zien. Het is nu niet ver meer. Ik weet dat de kerk fier boven op zijn terp staat, een paar meter boven straatniveau. Het is die terp die voor mij symbool staat voor zeespiegelstijging door de eeuwen heen, en voor huidige verandering. 

Het is vrijdag 3 januari als ik verkleumd en chagrijnig Holwerd binnenwandel. Ik wist van tevoren dat deze loop niet altijd leuk zou worden, maar ik verwachtte niet dat ik er op een bepaald moment helemaal klaar mee zou zijn. 

De lucht is donkergrijs en dreigend. De hele dag al. Het is in totaal zo’n tien minuten droog geweest en ik weet inmiddels dat mijn jas niet waterdicht is. Alles is nat en ik ben verkleumd. En daar baal ik van, want ik wil mezelf kunnen redden. 

Ik heb inmiddels 117 kilometer over de dijk afgelegd en de komende dagen blijf ik in het dorp hangen om meer te weten te komen over het megaproject Holwerd aan Zee. 

Holwerd leeft al eeuwen met de rug naar het water. Als je vanaf het centrum naar de zee wil lopen, ben je veertig minuten onderweg. De zee ligt verstopt achter de dijk en zo’n drie kilometer landbouwgrond. In de middeleeuwen werd de eerste zeedijk gelegd, en door inpolderingen kwam de zee steeds verder van het dorp af te liggen. 

De Nieuwe Zeedijk bij Holwerd, met het beeld ‘wachten op hoog water’ van Jan Ketelaar

Voor de bedijking in 1562 stond de Sint-Willibrorduskerk hoog en droog op zijn terp aan zee. En die historische verbinding moet terug, vinden de initiatiefnemers van Holwerd aan Zee: het zeewater moet weer tot aan de voet van de terp komen. 

Het godshuis ligt nog altijd een stuk hoger dan de rest van het dorp. De weg erheen – de Tsjerkestrjitte, Kerkstraat – loopt best omhoog. Wat een werk moet het geweest zijn om die terp beetje bij beetje op te hogen. 

De meeste terpen zijn in de loop der jaren weer afgegraven. Toen de zee achter de dijken verdween, verloren ze hun functie. En de vruchtbare grond kon goed elders worden gebruikt. Maar kerkterpen bleven, met het oog op de graven, vaak bewaard. 

Holwerd aan Zee brengt de kwelder terug in het landschap

Ik ga op zoek naar de eigenaar van de lokale supermarkt in het centrum van het dorp. Marco Verbeek. Hij is een van de bedenkers van het plan. De supermarkt is snel gevonden. De eigenaar eveneens. Ik schud hem bij de kassa’s de hand. ‘Wel mooi dat lopen, of niet’, zegt hij in het Fries. Waarop ik antwoord: ‘Op dit soort dagen wat minder.’ Verbeek: ‘Regen hoort er ook bij.’ Ik als Fries versta: niet aanstellen. 

En hij heeft gelijk.

Hij weet als geen ander door te zetten, ook als de zaak voor anderen verloren lijkt. Hij doet er al jaren alles aan zijn dorp te redden van leegloop en verpaupering. Want waar Holwerd ooit een welvarende handelsplaats aan zee was, kampt het dorp, net als de rest van Noordoost-Friesland, al ruim een decennium met bevolkingskrimp. En met de mensen verdwenen voorzieningen en banen. De ziel ging verloren. 

Verbeek bedacht in 2014 met drie andere dorpsgenoten dat het tij alleen nog te keren was met een grote ingreep: een doorbraak van de Waddenzeedijk, waardoor de getijden weer vrij spel krijgen. Met wordt de rijke kwelder, waarin het terpdorp eeuwen lag, teruggebracht in het landschap. 

En met het water volgt hopelijk ook economische ontwikkeling. Er komen een haven, een boulevard, een binnendijks strand, vakantiewoningen op palen en een bezoekerscentrum, en de pier krijgt een facelift. 

Het is de vier er vooral om te doen geweest de bedrijvigheid terug te krijgen. Dat het zoute getijdenmeer met brakke overgangszone goed is voor natuur, dat is mooi meegenomen.

De schop in een dijk zetten druist volledig in tegen de beweging van de afgelopen eeuwen: dijken moesten hoger, breder, sterker. Na de Watersnoodramp rolden we het befaamde Deltaplan uit. We trokken een muur door het landschap en draaiden de zee onze rug toe. Tot voor kort. 

 

Vroeger leefden de bewoners met de zee

Hoe anders was het in de middeleeuwen. Toen onze voorouders op terpen woonden. Ze leefden met de zee, leefden ervan, lieten haar leven. De eerste bewoners hoogden hun terpen op met wat ze maar voorhanden hadden: huisvuil, plaggen, mest. Alles om droog te blijven wanneer het water tweemaal daags de terpjes omsloot. 

De Romeinse militair, politicus en historicus Plinius de Oudere bezocht rond het begin van de jaartelling het vroege Friesland. En wat hij aantrof, daarvan vielen hem de ogen bijna uit de kop.

De Romein Plinius kon niet begrijpen waarom dit ‘miserabele ras’ op zijn bulten wilde blijven wonen

‘Daar bewoont dit miserabele ras opgehoogde stukken grond of platforms, die ze met de hand hebben aangelegd boven het niveau van het hoogst bekende getij. Levend in hutten gebouwd op de gekozen plekken, lijken zij op zeelieden in schepen als het water het omringende land bedekt, maar op schipbreukelingen als het getij zich heeft teruggetrokken,’ schreef Plinus.

Hij kon als rechtgeaard Romein niet begrijpen wat dit ‘miserabele ras’ bezielde, toen bleek dat ze liever op hun bulten bleven wonen dan dat ze zich onderwierpen aan de zegeningen van het Romeinse Rijk.

Ook toen steeg de zee, maar het was niet erg

Ook toen Het verschil met nu is dat de kust met dijken en dammen is vastgelegd. Een flinke noordwesterstorm stuwt het water tegenwoordig hoog tegen de dijken, terwijl in een kwelderlandschap zonder dijken het water over een groot gebied uit kon stromen. 

Voorheen liet de hoger wordende zee iedere keer als ze zich terugtrok sediment achter, waardoor het land meegroeide met de rijzende zeespiegel. Sterker nog: het kweldergebied breidde zich door dat aangevoerde sediment steeds iets verder naar het noorden uit. 

Ondergelopen kwelders buiten de Nieuwe Zeedijk, nadat de wind is gaan liggen

Diezelfde koppigheid en onverzettelijkheid die Plinius zag, zie ik ook terug bij de vier mannen van Holwerd aan Zee. Hoezo zou je geen gat kunnen maken in een dijk? Inspecteur Theo Broersma, aardappelboer Hessel Hiddema, beleidsondernemer Jan Zijlstra en supermarkteigenaar Marco Verbeek willen zich niet neerleggen bij de teloorgang van hun dorp. 

We moeten weer leren leven met het water

Jan Zijlstra en Marco Verbeek vertellen over Holwerd aan Zee in een oude school, die is ingericht als hun projectkantoor. Door het raam is, achter een heel stuk land, nog net de glooiing van de dijk te zien. Daar vertrekt de veerboot naar Ameland.

De zee weer binnenlaten dus. Een gigantisch project. De vier ‘jongens’, zoals ze in het dorp zeggen, worden nog regelmatig voor gek verklaard, maar ze pakken het aan onder het motto: we zien wel hoever we komen. 

Ik ben vooral benieuwd naar het doorsteken van die dijk. Ik zag immers de laatste 117 kilometer dat er elders vooral wordt ingezet op het buitenhouden van water. Volgens Jan Zijlstra is de manier die zij voor ogen hebben, met een dubbele dijk, de beste manier om zeespiegelstijging het hoofd te bieden. Hij zegt dat we, door de dijk door te steken, weer leren leven met het water, in plaats van de strijd ermee aan te gaan.

En het kan het begin van een nieuwe beweging zijn: ‘Ternaard, vijf kilometer verderop, is ook geïnteresseerd. Dit is een plan dat voor de hele Friese Waddenkust grote betekenis kan hebben’, zegt Verbeek.

‘We kunnen wachten tot de dijk doorbreekt. Óf we nemen nu de regie en bepalen zelf waar het water gaat stromen.’ 

En natuurlijk steken ze niet zomaar de dijk door. Het water wordt gecontroleerd binnengelaten. En er komt een stormvloedkering die op slot gaat als het water te hoog komt. 

‘We kunnen wachten tot de dijk doorbreekt. Óf we nemen nu de regie en bepalen zelf waar het water gaat stromen’ 

Qua waterveiligheid zitten ze in Holwerd volgens de initiatiefnemers tot 2100 goed. Net zo goed als wanneer ze de dijk niet zouden doorsteken. ‘Niemand weet precies hoe het met de zeespiegelstijging zal gaan. Een superstorm houden we ook hier niet tegen’, aldus Verbeek.

Hij vervolgt: ‘We hebben het voorrecht dat we zelf de rampen en overstromingen niet hebben meegemaakt. Als we met dit plan waren gekomen in Zeeland waren we waarschijnlijk op veel meer weerstand gestuit.’ Hij weet zeker dat het wel losloopt met die zeespiegelstijging: ‘We moeten niet uit angst redeneren, want dan kun je zoiets niet van de grond krijgen.’

Het geld is er bijna

Hun enthousiasme werkt aanstekelijk en het plan verbindt het dorp. In Holwerd staat inmiddels bijna geen huis meer te koop, en dat was voorheen wel anders.

De mannen vormen eigenhandig de toekomst van hun dorp. En daarmee laten ze zien dat wij allemaal, als we dat willen en er hard voor werken, kunnen bijdragen. Kunnen bouwen aan onze toekomst. Ze zijn misschien geen groot projectbureau, maar ze durven wel groots te denken.

Het benodigde bedrag voor de eerste fase van het project – de dijkdoorbraak, de geul en het ‘beleefmeer’ – is inmiddels bijna

De terp met daarop de Sint-Willibrorduskerk komt weer aan het water te liggen, daar zijn de initiatiefnemers van overtuigd. Het zoute water raakt straks voor het eerst in 450 jaar weer de voet van de terp.

Holwerd en de karakteristieke Sint-Willibrorduskerk gezien vanuit de omliggende polders.

Voor mij is het na drie dagen in Holwerd weer tijd om te vertrekken. Mijn reis gaat verder richting het westen, over de Friese zeedijk en de Afsluitdijk. Daarna bezoek ik de Waddeneilanden. 

Er zijn nog zo veel vragen onbeantwoord. Wat betekent die verzanding in de Waddenzee? En hoe verhoudt die zich tot zeespiegelstijging? Wat betekenen veranderingen voor de natuur in het gebied? Maken bewoners zich zorgen? Of is dat allerminst het geval?

Over twee weken volgt deel twee van de serie over de wandeling rond het Wad. 

Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Ook journalist Nina van Oostrum leverde een onmisbare bijdrage. Waarvoor eeuwig dank. 

Meer lezen?

Hoeveel zeespiegelstijging kan Nederland aan? Bij zeespiegelstijging is de vraag al gauw hoe hard het nu gaat, en hoe hard straks. Belangrijke vragen, waarop de antwoorden uiteenlopen. Maar een vraag die we minder vaak stellen is: hoeveel kunnen we eigenlijk aan? Lees de explainer van Rolf hier