In deze aflevering van Stemmen reflecteren we met politicologen Loes Aaldering en Matthijs Rooduijn op de verkiezingen. Aaldering deed media-onderzoek, en zag dat vrouwelijke lijsttrekkers veel (!) minder aandacht kregen dan hun mannelijke concurrenten. Rooduijn onderzoekt hoe de opkomst van rechts-populisme onze democratie onder druk zet.
Welkom bij Stemmen. Een verkiezingspodcast zonder peilingen, van De Correspondent en het politicologische blog Stuk Rood Vlees. In deze podcast geen analyses van het premiersdebat of speculaties over exitpolls, maar een blik op het politieke systeem en de machtsverhoudingen daarachter.
In deze aflevering bespreken we de verkiezingsuitslagen. Aan tafel zitten maar liefst vijf politicologen. Rosan Smits (hoofdredacteur van De Correspondent) studeerde politicologie aan de Universiteit van Amsterdam, waar Armèn Hakhverdian en Tom van der Meer onderzoek doen en lesgeven.
Daarnaast zijn te gast: Loes Aaldering (Vrije Universiteit Amsterdam), die mediaonderzoek deed en zag dat vrouwelijke lijsttrekkers veel (!) minder aandacht kregen dan hun mannelijke concurrenten. Matthijs Rooduijn (Universiteit van Amsterdam) onderzoekt hoe de opkomst van rechts-populisme onze democratie onder druk zet.
We bespreken de uitslagen én beantwoorden vragen van Correspondentlezers.
Het lijkt erop dat de kiezer het kabinet-Rutte III hoofdzakelijk beoordeelde op zijn functioneren in de coronacrisis. De winst van de VVD ontstond in maart 2020 door die rally around the flag aan het begin van de pandemie. Een externe dreiging leidde tot angst onder de bevolking en
vroeg om sterk leiderschap.
‘Mark Rutte haalde bekwaam de politiek uit de verkiezingen. En wij trapten erin’
Pas in de laatste paar weken voor de verkiezingen begon de grote steun voor de VVD
een beetje af te brokkelen.
Dat zie je in de trend die de Peilingwijzer van politicoloog Tom Louwerse laat zien.
De enige kiezersgroepen die zich nadrukkelijk tégen de coronamaatregelen van het demissionaire kabinet keerden, waren de achterban van de PVV, JA21 en Forum voor Democratie. De linkse oppositiepartijen in het bijzonder legden Ruttes corona-aanpak geen strobreed in de weg, zelfs niet in campagnetijd.
Alle linkse partijen (PvdA, GroenLinks, SP, Partij voor de Dieren, BIJ1) hebben in de voorlopige uitslag
slechts één zetel meer behaald
dan de rechtse partijen minus VVD en CDA(dus PVV, FVD, SGP, JA21 en BoerBurgerBeweging).
Eén verklaring voor deze ineenstorting is het gebrek aan ideologisch conflict tijdens de verkiezingscampagnes en -debatten. Linkse lijsttrekkers probeerden zich onder andere te profileren door rechtse partijen aan te vallen op economische thema’s, maar Mark Rutte (VVD) en Wopke Hoekstra (CDA) weigerden inhoudelijk in de verdediging te schieten. En dat klimaatbeleid nodig was, daar waren partijen van links tot rechts het over eens.
Minder aandacht voor vrouwelijke lijsttrekkers
Ook opvallend: D66 onder Sigrid Kaag is de eerste juniorpartij uit een coalitie die weet te winnen bij de volgende verkiezingen sinds 1998, toen de VVD dat
onder Frits Bolkestein ook lukte.
Een des te grotere prestatie wanneer je weet dat vrouwelijke lijsttrekkers
structureel minder media-aandacht ontvingen dan hun mannelijke collega’s,
‘Wij telden hoeveel media-aandacht lijsttrekkers kregen. En de vrouwen kwamen er bekaaid vanaf’
in verhouding tot het aantal zetels van hun partij. Op een
hoogoplopend debat tussen Kaag en PVV-leider Geert Wilders na,
Bekijk hier een deel van het debat tussen Kaag en Wilders
zagen journalisten weinig spektakel als de lijsttrekkers van de PvdA, SP of Partij voor de Dieren
aantraden voor een twistgesprek.
Een deel van de zetels die Kaag won met D66, zijn
afkomstig van GroenLinks.
Mogelijke verklaring: weliswaar staan die twee partijen economisch vrij ver uit elkaar, maar cultureel gezien komen ze juist behoorlijk overeen in hun progressieve uitgangspunten. Ook nam Kaag een stevig standpunt in op klimaat. Met het oog op de peilingen en het gunstiger vooruitzicht van D66 op (wederom) regeringsdeelname, heeft een deel van de GroenLinks-achterban daarom
strategisch gestemd op Kaag.
Lees hier meer over strategisch stemmen
Een scheuring in het rechtse blok
De rechts-populistische partijen (PVV, FVD en JA21) hebben bij deze verkiezingen in totaal 28 zetels gewonnen. Dat zijn er meer dan in 2017
(22 zetels)
en tijdens de opkomst van Pim Fortuyn in 2002 (28, voor de LPF en
Leefbaar Nederland).
Met name Forum heeft een nieuwe groep kiezers aangeboord: niet alleen de traditionele radicaal-rechtse stemmers, maar ook
relatief veel jongeren
en mensen die
sceptischer staan tegenover de gevaren van corona.
Het stemaandeel van radicaal-rechts blijft dus vrij constant, maar het blok is gefragmenteerd en bovendien ook een
stuk extremer qua standpunten dan twintig jaar geleden.
Lees ook deze column van Rob Wijnberg over die verschuiving
Deze verkiezingen zijn drie politieke blokken ontstaan: links, centrum-rechts en radicaal-rechts. Het rechterblok is met deze verkiezingen dus in twee stukken gebroken: VVD en CDA aan de centrumkant en PVV en FVD op de rechterflank. Tussen deze blokken opereren twee partijen die kiezers willen lokken uit de aangrenzende delen van het spectrum: D66 positioneert zich tussen links en centrum-rechts in, terwijl JA21 zich lijkt te willen vestigen tussen centrum-rechts en radicaal-rechts.
Sander en de brug
Sander Schimmelpenninck
De ongelijkheid in Nederland is onhoudbaar. Het is tijd om de kloof tussen arm en rijk te dichten. Maar hoe?
Sander Schimmelpenninck doet vijf voorstellen voor een eerlijker Nederland. In een pakket waar heel veel gewone Nederlanders achter kunnen staan.
Populistisch-rechts is nu even groot als links. Hoe kan dat?
Je gebruikt een verouderde browser!
We ondersteunen het gebruik van Internet Explorer niet meer, en raden je aan over te stappen op een andere browser, bijvoorbeeld Firefox, Chrome of Edge.
Je kunt nu verder lezen, maar weet dat je leeservaring niet optimaal zal zijn.