Oktober 2028. Ergens in een uithoek van Nigeria heeft een virus de sprong gewaagd en mensen in plaats van vleermuizen als gastheer uitgekozen. De dodelijke ziekte verspreidt zich als een olievlek over de hele wereld, ziekenhuizen kunnen de toevloed niet aan, mensen sterven op de parking. De wereld gaat, net als bij de coronapandemie acht jaar eerder, op slot. 

Er is een belangrijk verschil met de vorige pandemie: deze keer is er geen licht aan het einde van de tunnel. Enkele jaren geleden heeft de Wereldhandelsorganisatie beslist om de patenten in de farmaceutische industrie af te schaffen. Daardoor is alle medische innovatie stilgevallen. Geen enkel bedrijf waagt zich nog aan de ontwikkeling van nieuwe levensnoodzakelijke medicijnen of vaccins.

Het doemscenario van de farmaceutische industrie

Dit is het dat de farma-industrie schetst. In mijn stelde ik dat patenten een obstakel zijn in de bestrijding van een pandemie. De farmaceutische industrie beweert het omgekeerde. Volgens hen zijn patenten, zeker tijdens een pandemie, absoluut noodzakelijk. Zonder patenten geen levensredders. Klopt die bewering?

Farmaceutische bedrijven ontwikkelen effectieve en veilige geneesmiddelen en vaccins. In ruil daarvoor hebben we als samenleving met ze afgesproken dat ze patenten krijgen: het tijdelijke monopolie op de verkoop van die middelen, zodat ze hun investeringen kunnen terugverdienen. En die zijn flink, want het ontwikkelen van nieuwe medicijnen of vaccins is erg duur. 

De productie van de meeste medicijnen of vaccins is daarentegen redelijk goedkoop. Het is dan ook niet erg moeilijk voor een ander bedrijf om het geneesmiddel dat jij ontdekt hebt te kopiëren en die kopie voor minder geld op de markt te brengen. Als dat kopiëren toegestaan wordt, is het onmogelijk om als ontwikkelaar je initiële investering terug te verdienen en zal – geen enkel bedrijf zo gek zijn om nog op zoek te gaan naar nieuwe geneesmiddelen of vaccins. Zonder patenten dus geen innovatie. Misschien zullen door het opheffen van patenten geneesmiddelen op korte termijn wat goedkoper worden, maar op langere termijn worden er dan veel minder of zelfs helemaal geen geneesmiddelen meer ontwikkeld, stellen ze. 

Dat klinkt plausibel, maar er vallen wel een paar kanttekeningen bij te plaatsen. Zo kunnen patenten innovatie ook afremmen. 

Neem het volgende doemscenario. 

Als levensreddende kennis wordt gepatenteerd

Het is weer oktober 2028. Het vleermuizenvirus richt een ravage aan onder de mensheid. Een slimme wetenschapper slaagt erin om het virus te isoleren, de genetische sequentie ervan te bepalen en Elke andere wetenschapper die deze sequentie nodig heeft om een geneesmiddel of een vaccin te ontwikkelen, moet eerst toestemming vragen aan de patenthouder en geld neertellen voor het gebruik van die kennis. Het gevolg: er wordt nauwelijks geïnvesteerd in de ontwikkeling van vaccins of medicijnen tegen deze nieuwe ziekte. 

Kennis is wat economen een non-rivalrous good noemen: in tegenstelling tot bijvoorbeeld een auto kun je kennis met anderen delen zonder dat je daar zelf last van hebt. En als je jouw kennis deelt, gaan die anderen erop vooruit: zij kunnen dan verder bouwen op jouw inzichten en leren van jouw fouten. Kennis floreert als ze gedeeld wordt. Patenten maken het delen van kennis moeilijker. Te weinig eigendomsrecht op kennis leidt, zoals de farmaceuten beweren, misschien tot te weinig investeringen in innovatie. Maar te véél eigendomsrecht heeft dus exact hetzelfde het gebruik van andermans kennis wordt moeilijker en de innovatie stokt. 

Kennis floreert als ze gedeeld wordt. Patenten maken dat delen moeilijker

Naast dit innovatieremmende effect van patenten valt er nog wel wat af te dingen op de redenering van de farmaceuten. Zo vermelden ze niet dat de motor van innovatie vaak niet uit patenten maar uit overheidsgeld bestaat. Bijna alle technologische doorbraken die aan de basis liggen van de coronavaccins bijvoorbeeld werden ontdekt in een academische setting en  

Farmaceuten verzwijgen ook dat de meeste patenten helemaal Een gemiddeld geneesmiddel wordt beschermd met tientallen, soms zelfs meer dan honderd patenten. Veel daarvan zijn allesbehalve innovatief: farmaceuten patenteren een iets andere dosering of toedieningswijze van het middel. Het enige doel van deze patenten: het middel zo lang mogelijk beschermen tegen kopieën van concurrerende bedrijven, de zogenaamde generieke middelen. Dit soort weinig innovatieve patenten houden zelden stand voor een rechtbank, maar eer je als concurrent een generiek middel op de markt kan brengen, moet je wel eerst geld op tafel leggen om ze aan te vechten.

Bedrijven belonen met patenten heeft best wat nadelen

Beweren dat patenten innovatie stimuleren is dus te kort door de bocht. Maar zelfs als de farmaceuten gelijk hebben en strengere patentbescherming in de farmaceutische industrie leidt tot meer innovatie, dan dat zonder patenten die innovatie zal stilvallen. Want er zijn ook nog andere manieren om de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen en vaccins te stimuleren. Andere manieren die misschien beter zijn voor de samenleving. 

Want bedrijven belonen met patenten heeft best wat nadelen. 

Het huidige beloningssysteem met patenten zorgt er bijvoorbeeld voor dat farmaceuten vooral onderzoek doen naar ziektes waaraan rijkere mensen lijden. Voor ziektes die vooral arme mensen treffen is weinig aandacht, omdat de patiënten meestal geen geld hebben voor dure geneesmiddelen. Patenten werken hier dus niet als beloning: je hebt niet veel aan het alleenrecht op de verkoop als niemand het geld heeft om je product te kopen.

Daardoor bestaat er tussen het aantal slachtoffers van een ziekte en de hoeveelheid onderzoek die er naar geneesmiddelen voor die ziekte wordt gedaan: van de 336 die tussen 2000 en 2011 op de markt kwamen, waren er slechts 4, ongeveer 1 procent, gericht op ziektes die vooral mensen in armere landen treffen. 

Patenten stimuleren nutteloze innovatie

Nog een nadeel van de huidige patentwetgeving: ze stimuleert nutteloze innovatie. Als een van je concurrenten een goed geneesmiddel op de markt brengt en daar dankzij zijn monopolie lekker veel geld mee verdient, wil je natuurlijk een deel van die koek. Je kunt dan proberen een medicijn te verzinnen dat ongeveer identiek is aan dat van jouw concurrent, maar nét genoeg verschilt om een nieuw patent te rechtvaardigen.

Een groot gedeelte van de nieuwe geneesmiddelen bestaat uit dit soort me-too drugs: van de 122 nieuwe medicijnen die tussen 1999 en 2005 op de markt kwamen, werkt nog geen aantoonbaar beter dan de middelen die al bestonden. Patenten leiden dus vaak niet echt tot vernieuwing, maar

Al die bijna-identieke geneesmiddelen zorgen er ook voor dat farmaceuten enorm veel geld moeten uitgeven aan marketing. Een geneesmiddel dat echt beter is dan zijn concurrenten verkoopt zichzelf. Maar als er verschillende bijna-identieke medicijnen voor een ziekte bestaan, moet je diep in je buidel tasten voor marketing en reclame die artsen en patiënten ervan overtuigt dat jouw geneesmiddel toch echt beter is dan de andere.

En dan zijn er nog de juist omdát producenten het alleenrecht hebben op de verkoop kunnen ze vragen wat ze willen en doen ze dat ook.

Bovendien dwingt het huidige patentsysteem bedrijven om uit te geven aan het indienen en verdedigen van patenten.

Een bijzonder inefficiënt beloningssysteem

Het huidige beloningssysteem is dus enorm inefficiënt. Misschien zorgt het voor innovatie, maar niet voor de innovatie die we als samenleving nodig hebben. Het leidt ook tot enorm veel verspilling: de monopoliewinsten, de kosten voor de ontwikkeling en marketing van me-too drugs en voor het indienen en verdedigen van patenten: uiteindelijk worden ze door de samenleving betaald. Maar die krijgt daar niets nuttigs voor terug. 

De farmaceuten hebben gelijk: als we de patenten simpelweg afschaffen, is de kans groot dat er veel minder geïnvesteerd zal worden in nieuwe geneesmiddelen en vaccins. Daarom moeten we het patentsysteem ook niet gewoon afschaffen maar vervangen door een ander, beter, efficiënter systeem. Een systeem waarin de maatschappelijke meerwaarde van geneesmiddelen leidend is – niet de winst voor de farmaceuten.

Meer lezen?

Ook farmaceuten willen betaalbare medicijnen voor iedereen. Het probleem: de aandeelhouders Niet de medewerkers van de farmaceutische industrie zijn het probleem, maar de aandeelhouders die verslaafd zijn aan de enorme winsten. Lees het artikel