Aflevering 7

De Tweede Kamer: kleine fracties met enorme taken

Welkom bij Stemmen. Een verkiezingspodcast zonder peilingen, van De Correspondent en het politicologische blog Stuk Rood Vlees. In deze podcast geen analyses van het premiersdebat of speculaties over exitpolls, maar een blik op het politieke systeem en de machtsverhoudingen daarachter.

In deze aflevering van Stemmen gaan we dieper in op het werk en de professionele achtergrond van Tweede Kamerleden. Nederland heeft een relatief klein parlement met een hoge mate van versnippering, waardoor veel Kamerleden zich op allerlei dossiers tegelijk moeten storten. Zij staan met enkele fractiemedewerkers tegenover het kabinet en ministeries met duizenden ambtenaren.

En dan hebben parlementariërs in coalitiepartijen ook nog eens te maken met schurende belangen dankzij de kabinetsdeelname van hun partijgenoten. Hoe vervullen Kamerleden effectief hun taak als volksvertegenwoordiger, zonder te vervallen in incidentenpolitiek of abstract idealisme?

Beluister in de app

Vorige aflevering gemist? Hier vind je alle afleveringen 

Veel meer gebruik van moties

Vergeleken met de jaren zeventig worden er ongeveer tien keer zo veel moties in stemming gebracht in de Kamer – er wordt veel meer over gestemd dan over wetten of amendementen. Een motie is een uitspraak van de Tweede Kamer. Het is een manier om ergens aandacht op te vestigen.

Oppositiepartijen gebruiken moties steeds vaker om zich te profileren, omdat deze de regering aansporen om actie te ondernemen. Al sterven de meeste moties een stille dood, de explosieve toename ervan past binnen een breder patroon van mondigere en actievere Kamerleden.

Parapolitici in de nieuwe Tweede Kamer

Partijen trekken veel politici aan die al Haagse ervaring hebben: de ‘parapolitieke’ schil. Denk aan politiek adviseurs, voorlichters en medewerkers van wetenschappelijke bureaus, maar ook beleidsambtenaren en lobbyisten.

Inmiddels is 43 procent van de Kamerleden gerekruteerd uit deze parapolitieke kringen. Dat is goed voor de kennis over de Haagse procedures, maar het zorgt er ook voor dat de bestaande cultuur in Den Haag maar moeilijk ter discussie wordt gesteld. En het verzwakt de vertegenwoordiging van geluiden uit de maatschappij. Het kan zelfs leiden tot het idee dat er daadwerkelijk zoiets bestaat als een politieke kaste.

Onze Tweede Kamer is eigenlijk vrij klein

Er is een interessante wetmatigheid in het aantal leden dat een parlement telt. De Estse politicoloog Rein Taagepera ontdekte dat de grootte van het parlement vaak uitkomt rond de derdemachtswortel van de bevolkingsgrootte. Grote landen hebben dus grotere parlementen.

Nederland zou volgens deze wetmatigheid 259 Kamerleden moeten tellen. Met 150 zetels is de Tweede Kamer dus erg klein. En dat heeft gevolgen voor de werkverdeling in het Nederlandse parlement. Mede door de fragmentatie van het parlement moeten steeds minder fractieleden steeds meer taken op zich nemen, van de behandeling van politieke dossiers tot contact met de achterban.

Regering versus parlement: wie bepaalt het beleid?

Al meer dan veertig jaar wordt aan Kamerleden gevraagd hoe de hoofdlijnen van het beleid worden bepaald. Wat blijkt? Tussen droom en daad zit al decennia een groot verschil.

Een ruime meerderheid van de Kamerleden in 2017 vindt dat het parlement die hoofdlijnen zou moeten bepalen. De minste steun is er voor een regering die dit samen met coalitiefracties zou bepalen.

De praktijk is volgens diezelfde Kamerleden anders. Al sinds 1979 stellen de meeste Kamerleden dat het uiteindelijk toch de regering en de regeringsfractie zijn die de hoofdlijnen bepalen.

Deze praktijk was onder Rutte III overduidelijk, door de wekelijkse overleggen tussen de voornaamste ministers en de fractievoorzitters van de regeringspartijen. Dat overleg beperkt de onafhankelijke positie van de Tweede Kamer als medewetgever, en zet de oppositiefracties vaak buitenspel.


Samenvatting aflevering 7

Het kersverse Kamerlid Don Ceder (ChristenUnie) twitterde onlangs verheugd over zijn portefeuilles: armoede, schuldhulpverlening, participatiewet, jeugdbeleid, binnenlandse zaken, koninkrijksrelaties, digitalisering, vreemdelingenzaken, migratie, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. 

Idealen verwezenlijken is ingewikkeld werk. En het wordt er niet makkelijker op als een Kamerlid elf portefeuilles moet doen, de één nog complexer dan de ander. We stemmen op partijen vanwege hun overtuigingen, maar zijn overtuigingen genoeg? Met inmiddels zeventien partijen in de Tweede Kamer is dit vraagstuk urgenter geworden.

Nederland heeft verhoudingsgewijs een klein parlement met zijn 150 Kamerleden. Bovendien is de ondersteuning voor Kamerleden karig. Politicoloog Simon Otjes beklaagde zich onlangs in op Stuk Rood Vlees dat Nederland kiest voor ‘de budgetoptie’. We willen best tegenmacht, maar het mag niet te veel kosten. Zo krijgen we een Easyjetparlement, waar het de vraag is of de omvangrijke hoeveelheden rapporten, evaluaties en onderzoeken eigenlijk wel gelezen worden. En of Kamerleden – met name van kleinere partijen – in de praktijk niet van commissie naar commissie hollen zonder zich ooit fatsoenlijk in een kwestie te kunnen verdiepen.

De politieke prikkels om goed Kamerwerk te leveren zijn ook niet altijd gunstig. Het meest saaie werk van de Tweede Kamer vindt plaats buiten het zicht van de camera’s. Slechts één op de vijf Nederlandse wetten krijgt meer dan één artikel aandacht in een landelijk dagblad. Kamerleden zijn dan ook nauwelijks zichtbaar wanneer ze goed of slecht wetgevend werk afleveren. Als iemand in 2012 bijvoorbeeld een kleine reparatiewet had voorgesteld, waarmee de hele toeslagenaffaire was voorkomen, dan had die wet het waarschijnlijk nog niet tot pagina 17 van Het Financieele Dagblad geschopt. 

Ondertussen is het de vraag of Kamerleden nog wel een afspiegeling vormen van hun kiezers. Kamerleden worden steeds vaker gerekruteerd uit de kring van parapolitici. Denk aan voormalig fractiemedewerkers en politiek adviseurs die doorgroeien tot Kamerlid. dat zo’n 43 procent van alle Kamerleden ooit zo’n parapolitieke functie had.