Vertelt dit vestje het verhaal van levende, onverdoofd geplukte konijnen? Komt dit T-shirt uit de fabriek waar meer dan duizend mensen om het leven kwamen terwijl ze tegen een hongerloon, dag in dag uit, kleren zaten te naaien? Het katoen uit de spijkerbroek die ik nu aan heb, is dat geplukt door Oeigoerse dwangarbeiders in Chinese kampen?
Iedereen gebeurt het vroeg of laat een keer: je leest een boek, luistert een podcast, kijkt een documentaire, of voert een gesprek, en ineens word je geconfronteerd met iets waar je nooit eerder bij had stilgestaan. Van het een op het andere moment blijk je mede-onderdeel te zijn van het probleem.
Wat eerder comfortabel voelde, doet je nu rillen. Je kan wegkijken – doen alsof je van niks weet. Maar vroeg of laat word je er toch weer mee geconfronteerd. Zoals fotograaf Sheng-Wen Lo de onschuldig rondscharrelende groepjes ganzen in zijn buurt niet meer los kan zien van de donsjassen in de winkels, van de video’s op internet waarop te zien is hoe de beesten, net als de konijnen, worden geplukt tot er een steeds groter vlak roze, gezwollen huid zichtbaar wordt.
Als negeren niet (meer) lukt of als je dat gewoonweg niet kunt, dan zou een volgende stap kunnen zijn: op onderzoek uitgaan. Om erachter te komen hoe het precies zit, en wat dan wel het goede is om te doen.
Maar hoe meer je te weten komt, hoe minder zekerheid je krijgt. Je zoekt, en zoekt, en zoekt. Je stuit alleen maar op meer vragen.
Op een gegeven moment weet je van alles wel iets, van de uitbuiting, de vervuiling en het dierenleed. Maar zodra je in de winkel staat, of door de webshop scrolt, blijven de vragen komen. Hoe zit het met dat ene T-shirt? Wat is daar het echte verhaal achter?
Eén, twee, drie, vier .... met elk donsveertje dat Sheng-Wen Lo van de grond raapt, bouwt hij verder aan het verhaal van zijn donsjas.
Soms is het makkelijker zelf een verhaal te maken, dan stukje voor stukje een ander te ontleden, te reconstrueren.
Je kunt op zoek gaan naar de precieze herkomst van dat ene kledingstuk, aan het label Made in Bangladesh kunnen aflezen waar het vandaan komt. Via de website van het merk achterhalen in welke fabriek het is genaaid. Maar waar de stof of de draad vandaan komen, waar het is gesponnen, waar de pluizige katoenbollen hun oorsprong vinden? Je komt er niet achter.
De productieketens achter onze kleren zijn de afgelopen decennia zo lang, uitgestrekt en complex geworden dat kledingmerken vaak zélf niet eens weten waar hun kleren precies vandaan komen. Hoe kun je als kledingconsument dan ooit achterhalen hoe het zit?
Je kunt je van alles inbeelden. Alle gezichten achter wat je draagt naast elkaar op rij. Hoe groot zou de groep zijn? Waar zouden ze vandaan komen? Zou je hun ogen en namen ooit nog los van je kleding kunnen zien? En hoe zou dat je blik doen veranderen op iets wat voorheen altijd zo afstandelijk voelde?
Door drieduizend ultralichte zachte veertjes bij elkaar te zoeken, bouwt Sheng-Wen Lo niet alleen iets materieels, onbewust begint er ook geestelijk iets te groeien. Een connectie tussen hem en het materiaal. Tussen hem en de ganzen. Hij kan het niet meer los zien van elkaar.
Het is in die zin net als met relaties: voor een vreemde voel je niet snel compassie. Maar zodra je iemand beter leert kennen, ga je diegene waarderen, koesteren.
Het verhaal achter iets of iemand leren kennen, schept niet alleen zekerheid maar ook verbondenheid. En dat laatste is misschien nog wel de beste remedie tegen onze huidige verspillende omgang met kleren, met producten, met de planeet in het algemeen.
Maar is er ook een manier om ons verbonden te voelen als we het echte verhaal niet kennen?