In het uiterste noordoosten van Noorwegen, pal aan de grens met Rusland, komt hartje winter de zon niet op. In de zomer gaat hij niet onder. En zelfs dan komt het kwik gemiddeld niet boven de tien graden.
Er wonen hier maar weinig mensen. De regio Finnmark, het Noorse deel van Lapland dat ongeveer even groot is als Nederland, telt ruim 75.000 inwoners – dat is net iets meer dan Almelo. Vanwege een gebrek aan banen, de donkere winters en de afstand tot de buitenwereld verlaten steeds meer inwoners deze plek.
Toch dringt de buitenwereld zich hier steeds nadrukkelijker op. Wat je als je er rondloopt niet ziet, is dat de regio het toneel is van een hoogoplopend conflict tussen Rusland en de NAVO. Een militaire krachtmeting die nooit officieel is uitgeroepen en geen gewonden kent, maar wel degelijk bestaat.
Alleen als je weet waar je moet kijken, blijkt het er niet zo vreedzaam als op het eerste gezicht lijkt. Die schotelantenne, die staat er niet zomaar. En zie je die kleine stipjes in de verte? Dat zijn Russische wachttorens die eigenlijk helemaal niet gefotografeerd mogen worden.
Wat hier gebeurt heet ook wel ‘schaduwboksen’, of zelfs: een ‘schaduwoorlog’. Directe aanvaringen tussen Rusland en de NAVO zijn er niet, maar ze proberen elkaar wel op andere manieren te bestrijden.
Zo vinden er aan beide kanten van de grens grootschalige militaire trainingen plaats, en worden datasignalen van zowel Noorse militaire als burgervliegtuigen verstoord. Er waren afgelopen jaren een geruchtmakend spionageschandaal en twee schijnaanvallen op een geheimzinnig, door de VS betaald Noors radarstation vlak over de Noors-Russische grens.
Noorwegen scherpte de regels langs de 200 kilometer lange grens aan. Het is voor inwoners van het grensgebied niet meer toegestaan om vanuit Noorwegen te praten met Russen aan de andere kant van de grens, en het is zelfs verboden om in het zicht van Rusland te urineren omdat dit zou kunnen worden opgevat als een vijandige daad.
De toenmalige Noorse minister van Defensie stelde in 2016 dat ze niet kon uitsluiten dat Rusland militair geweld tegen Noorwegen zou gebruiken. Want, constateerde ze: ‘Het is niet langer zo dat oorlog wordt verklaard door middel van diplomatieke boodschappen.’
De Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergei Lavrov deed die waarschuwing af als fantasie, en wil pas over militair geweld praten als Noorwegen met feiten komt. Maar het lijkt erop dat feit en fantasie steeds moeilijker te onderscheiden zijn.
En dat is kenmerkend voor conflicten tussen grootmachten. Die spelen zich steeds meer af in het schemergebied tussen oorlog en vrede in. Vijandelijke handelingen zijn veelal geweldloos, worden ontkend of simpelweg verzwegen. Je kunt je afvragen of wat zich aan de Noorse grens afspeelt oorlog is, of ‘gewoon’ machtspolitiek. Of dat het onderscheid tussen die twee steeds minder goed werkt om de wereld te begrijpen.
De bekende oorlogsfotograaf Robert Capa zei: ‘Als je foto’s niet goed genoeg zijn, dan ben je niet dichtbij genoeg.’ Het idee dat een fotograaf dichtbij moet zijn werd jarenlang breed gedeeld. Maar de wereld waarin Capa leefde was heel anders dan de wereld van nu.
Oorlogen spelen zich bijvoorbeeld steeds meer af in een virtuele ruimte. Hier draaien veldslagen, de blootstellingen aan gevaar, en de perceptie daarvan om informatie. De nabijheid waar Capa over sprak, is voor veel fotografen vaak helemaal geen optie meer.
Natuurlijk is er nog steeds zichtbaar oorlogsgeweld, maar een foto hiervan kan snel een oppervlakkige interpretatie van oorlogsvoering zijn. ‘De nabijheid’ van oorlog, waar Capa het over had, moet misschien niet langer in meters gemeten worden, maar in data, het materiaal dat de frontlinie van hedendaagse conflicten vormt.
Fotograaf Kirsten Bosma werkte in Noord-Noorwegen aan een beeldtaal die de ongrijpbaarheid van moderne oorlogsvoering centraal zet. Haar serie ‘White Paper and a Black Box‘ bestaat uit lichte en donkere foto’s – die verwijzen naar de belangrijkste twee informatiebronnen over het arctische conflict.
De lichte foto’s verwijzen naar ‘white papers’ – officiële overheidsdocumenten. Gebaseerd op feiten, summier, bijna klinisch. De donkere foto’s verwijzen naar de ‘black box’ – zo noemt Bosma de media. Een volgens haar ondoorgrondelijk systeem dat zich óók baseert op feiten, maar meer ruimte geeft aan entertainment en meningen.
Al deze informatie, stelt Bosma, gaat een eigen leven leiden. Ze wordt betwijfeld, tegengesproken, gefilterd, geparafraseerd, vertaald en uit context gehaald. Ben je dus wel beter af als je meer informatie tot je neemt?