Natuurlijk, het klopt dat er veel redenen tot optimisme zijn.
De wereld is rijker, gezonder en vrediger dan ooit. Stofzuigers zuigen meer stof met minder energie. Malaria lijkt op weg naar de uitgang. Er bestaan pitloze druiven die echt heel lekker zijn.
Maar misschien sterven we binnenkort allemaal een vreselijke dood in een thermonucleaire oorlog.
Op 24 februari begon de Russische president Vladimir Poetin de rest van de wereld te bedreigen. ‘Wie ons in de weg staat’, zei hij over de oorlog in Oekraïne, ‘zal gevolgen ervaren zoals jullie die nog nooit in jullie hele geschiedenis hebben gezien.’
Het woord kernoorlog gebruikte Poetin niet. De eerste regel van nucleaire bommen is dat je niet over het gebruik van de bommen praat – dat is erg ordinair. Wat wel kan, is er in wollige zinnen op hinten.
En kenners wisten genoeg: Poetin had het over kernwapens.
Wat is het risico op een kernoorlog?
Hoe groot is de kans dat Poetin kernwapens gebruikt?
In de dagen na de speech schoten de schattingen als paddenstoelwolken uit de grond. Een onderzoeker aan de Universiteit van Cambridge schat de kans dit jaar op 1 op 80. Een groepje ‘superforecasters’ kwam uit op een kans van 0,067 procent in de komende maand (en 0,8 procent voor dit jaar). Een gelauwerd natuurkundige zegt 1 procent per maand. Een nucleair kenniscentrum denkt aan minimaal 1 procent dit jaar.
Stel dat het risico in elk jaar 1 procent is: wat betekent dat? Hetzelfde als 50 procent kans in 69 jaar, laat de website Our World in Data zien. Dat klinkt zorgwekkend. Maar alle formules met Griekse tekens, cijfers achter de komma en heldere grafieken ten spijt: veel zegt het niet. De percentages zijn gebaseerd op de intuïties van experts, die ze iets chiquer uit de lucht grijpen dan de gemiddelde mens, maar nog steeds uit de lucht grijpen.
Een enquête uit 2005 illustreert de onzekerheid. Een Amerikaans politicus vroeg 79 nucleaire experts hoe groot ze de kans schatten dat er in de komende tien jaar een nucleair wapen gebruikt zou worden. De antwoorden waren als volgt verdeeld:
Vergeet even dat er uiteindelijk geen kernwapen is gebruikt. Het punt is: zelfs onder deskundigen is er een enorm gebrek aan consensus over de kans op een nucleaire oorlog.
Gratis nukes voor iedereen!
Dit is niet de fout van de experts. Er zijn simpelweg te weinig nucleaire oorlogen geweest om er iets zinnigs over te kunnen zeggen. Dat is om twee redenen goed nieuws. Eén: we leven nog. Twee: misschien is de wereld met kernwapens wel veiliger dan gedacht.
Sommigen voorspelden dat al vroeg. ‘Het belangrijkste bestaansrecht van ons militaire apparaat was tot nu toe het winnen van oorlogen’, schreef een Amerikaanse strateeg in 1946. ‘Vanaf nu moet het belangrijkste bestaansrecht het voorkomen van oorlogen zijn.’ Eind jaren tachtig concludeerde historicus John Lewis Gaddis dat dit was gelukt – dankzij de nucleaire wapens. Zijn artikel ‘The Long Peace’ begon met een sprookje.
Als je elkaar kunt vermoorden met kernwapens, probeer je het niet eens
Er was eens een oorlog die miljoenen mensen het leven kostte. Het was de grootste oorlog die de mensheid ooit had gezien. Toen de ene partij de andere partij er eindelijk onder had gekregen, zei iedereen: dit nooit meer. Om die reden kwamen wijze mannen bijeen om een vrede te beleggen die voor alle partijen eerlijk was. Het resultaat – twintig jaar later?
Een nieuwe oorlog.
Die nieuwe oorlog maakte nog meer slachtoffers – het was de grootste oorlog die de mensheid ooit had gezien. Toen de ene partij de andere partij er eindelijk onder had gekregen, zei iedereen: dit nooit meer. Dit keer kwamen de partijen niet bijeen voor een grote vredesconferentie. Sterker, de overwinnaars kregen ruzie. Het resultaat – sindsdien?
Vrede.
Gaddis had het natuurlijk over de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. De belangrijkste verklaring voor de paradoxale uitkomsten, aldus Gaddis, was de afschrikkende werking van nucleaire wapens. Als je elkaar kunt vermoorden met kernwapens, probeer je het niet eens. Zodoende maken kernwapens de wereld veiliger.
Om die reden vond een van de beroemdste onderzoekers van internationale betrekkingen het niet erg als Iran een atoomwapen zou ontwikkelen. ‘When it comes to nuclear weapons’, schreef Kenneth Waltz in 2012, ‘now as ever, more may be better.’
Gratis nukes voor iedereen!
Hoe een klem zittende officier de wereld redde
Zou dat werken?
Al in 1993 kwam de politicoloog Scott Sagan met een helder antwoord: nee.
Sagan toonde in zijn boek The Limits of Safety aan dat het beheer en gebruik van nucleaire wapens – een activiteit die foutloos moet zijn – bol stond van zogenaamde normal accidents. Foutjes gebeuren nu eenmaal en kunnen via kettingreacties grotere fouten veroorzaken. Zoals de vernietiging van de mensheid.
Sagan documenteerde een hele rits aan bijna-ongelukken (‘close calls’) met kernwapens, met name tijdens de Cubacrisis van oktober 1962. Zo zagen bewakers van een vliegbasis op 25 oktober een beer aan voor een indringer. Op een andere vliegbasis ging daarom het alarm af, ‘de oorlog is begonnen!’ Piloten raceten naar hun bommenwerpers en werden pas op de startbaan tegengehouden.
Het dichtst bij de ondergang kwam de wereld op 27 oktober – ‘de gevaarlijkste dag in de geschiedenis’. De VS probeerden met een zeeblokkade te voorkomen dat de Sovjet-Unie kernwapens op Cuba zou plaatsen. De Amerikaanse marine dwong een Russische onderzeeër met dieptebommen naar boven. Ze wisten niet dat de onderzeeër nucleaire torpedo’s aan boord had.
Aan de oppervlakte kreeg de onderzeeër waarschuwingssalvo’s te verduren. De kapitein van de onderzeeër interpreteerde dit als teken dat de oorlog was uitgebroken. Hij racete met zijn collega’s vanuit de toren de commandokamer in, om een nucleaire torpedo af te vuren. Maar dat ging niet. Een officier was met zijn morselamp klem komen te zitten op de trap.
Het oponthoud maakte dat een andere officier een lichtsignaal van een Amerikaans marineschip kon waarnemen. Strekking: sorry voor onze lompe schoten, dit is geen aanval. Staak de kernbom, schreeuwde hij naar zijn collega. En de wereld leefde nog lang en gelukkig.
De mensheid is als een nietsvermoedende kalkoen
Het denken over nucleaire wapens is dus een strijd tussen twee geloven: enerzijds de pessimisten die zeggen dat ongelukken onvermijdelijk zijn, anderzijds de optimisten die claimen dat afschrikking escalatie voorkomt.
De pessimisten erkennen dat afschrikking bestaat, maar vrezen de momenten waarop leiders verkeerde informatie krijgen. Of te weinig tijd hebben om die informatie te verwerken. Of onder druk staan om een besluit te nemen. (Zoals nu, tijdens de oorlog in Oekraïne.) In 1983 zag een Russische radar de zonsopkomst aan voor een nucleaire aanval – ooit gebeurt zoiets tijdens een crisis. En wat dan?
De optimisten sluiten ongelukken niet uit, maar zien ze als extreem onwaarschijnlijk. Zij zien de route naar een nucleaire oorlog als een trap. De eerste treden zijn vlak. Een incident leidt tot spanningen die tot schermutselingen leiden. Maar de laatste treden zijn zo steil dat het zeer onwaarschijnlijk is dat iemand ze neemt – zelfs onder enorme stress. Kortom: afschrikking werkt.
Maar de pessimisten vinden de optimisten naïef. Die zogenaamd lange vrede sinds de Tweede Wereldoorlog? Niet uniek. Er waren tal van vergelijkbare periodes in de geschiedenis. En oorlogen zijn verre van verdwenen.
De pessimisten zien de mensheid als de kalkoen van schrijver en investeerder Nassim Taleb. Hoe ziet een gemiddelde kalkoen de wereld? Vrij positief, schrijft Taleb in The Black Swan.
Haar hele leven vertroetelen haar baasjes haar met lekker eten. Elke dag is de kalkoen er zekerder van dat de mens een toffe peer is die het beste met haar voorheeft. Totdat, ‘op de woensdagmiddag voor kerst, er iets onverwachts met de kalkoen gebeurt. Iets dat haar wereldbeeld aanzienlijk doet kantelen.’
Of zoals politicoloog Scott Sagan schreef in The Limits of Safety: ‘Dingen die nog nooit zijn gebeurd, gebeuren de hele tijd.’
Escaleren om te de-escaleren
Is de oorlog in Oekraïne onze kerst?
‘Vertrouw niemand die zegt dat Poetin zeker wel of zeker niet atoomwapens gebruikt’, schreef politicoloog Nick Miller in maart op Twitter. ‘De kansen [op nucleaire oorlog] zijn niet te weten. Het beste wat we kunnen doen is routes naar escalatie identificeren en schatten of de kansen stijgen of dalen.’
Een veelbesproken scenario stelt dat Rusland de zwakte van zijn ‘conventionele’ leger compenseert met de inzet van ‘tactische’ nucleaire wapens. Waarbij ‘tactisch’ een eufemisme is voor ‘klein’, en ‘klein’ een eufemisme is voor ‘verschrikkelijk’ – want het gaat hierbij veelal om bommen zoals die in 1945 op Japan vielen.
Zou de eerste kernbom sinds Nagasaki zonder gevolgen blijven?
Escalate-to-de-escalate of E2D heet dat in defensiekringen – een kernbom ontploft en dan is het klaar (‘gede-escaleerd’). Volgens voormalig NAVO-baas Jaap de Hoop Scheffer is dit zelfs ‘officiële Russische doctrine’. Dat is onwaar. De officiële doctrine is openbaar en er staat niks over in. Typisch voor het nucleaire debat: ieder zijn eigen feiten.
Toch zijn de gedachten over E2D niet ongefundeerd: Rusland heeft een flink arsenaal aan ‘tactische’ kernwapens. Die zijn er niet voor niets, zou je denken. En mogelijk verwacht Rusland dat op het gebruik ervan geen nucleaire tegenaanval volgt. Dat zou goed kunnen: de NAVO heeft gezegd niet militair in te grijpen in Oekraïne.
Wel zou het een enorme gok zijn. Zou de eerste kernbom sinds Nagasaki echt zonder gevolgen blijven? Zoals zo’n beetje alles in de nucleaire discussie is dat volstrekt onduidelijk. ‘Niemand heeft enig idee wat er gebeurt na een kernaanval’, zei nucleair expert Fred Kaplan recent.
Hoe langer het conflict voortduurt, hoe meer kans op nucleaire oorlog
Als Rusland überhaupt van plan is om nucleaire wapens te gebruiken, zijn er volgens politicoloog Nick Miller twee scenario’s.
Eén: het Russische leger blijft falen, de oorlog komt in een dure en bloedige patstelling terecht, waardoor een kleine kernbom een ‘oplossing’ wordt.
Twee: de NAVO raakt betrokken bij de oorlog. Dat zou een ‘existentieel gevaar’ vormen voor Rusland – een van de redenen in de Russische doctrine om kernwapens in te zetten.
Maar hoe zou de NAVO betrokken kunnen raken in de oorlog? Antwoord: via een normal accident – een misverstand, een inschattingsfout.
Stel dat een Russisch gevechtsvliegtuig in NAVO-luchtruim belandt – en in gevecht raakt. Stel dat Rusland een wapenleverantie door een NAVO-land bombardeert. Of stel dat er beelden van oorlogsmisdaden opduiken, en westerse overheden gedwongen worden ‘iets te doen’. Of dat het Westen de zwakte van het Russische leger ziet als een kans om het conflict te beëindigen.
‘Hoe langer de oorlog duurt, hoe groter de kans op zulke scenario’s’, zegt Miller. ‘Maar het blijft onwaarschijnlijk.’
Hoe de oorlog in Oekraïne autocraten inspireert
Een groter gevaar is een indirect effect van de oorlog in Oekraïne: dat nucleaire wapens weer in de mode komen.
De oorlog is voor Rusland duur. Toch zal elke ambitieuze autocraat of aspirant-autocraat met interesse het voorzichtige gedrag van het Westen jegens Rusland observeren. En die autocraat zal de reden voor die voorzichtigheid snappen: Ruslands atoomwapens.
In geopolitiek jargon heet dit de stabiliteit-instabiliteit-paradox (SIP). Kernwapens leiden tussen kernmachten tot stabiliteit-door-afschrikking: een grote oorlog is te riskant. Maar beperkte oorlogen, en oorlogen tegen niet-kernmachten, zijn juist waarschijnlijker als je kernwapens bezit.
De SIP gaat niet altijd op, zegt Miller, die er onderzoek naar deed. Maar had Rusland deze oorlog tegen Oekraïne gevoerd als het geen nucleaire wapens had gehad? Onwaarschijnlijk, denkt hij.
Mogelijk luidt dit nieuwe opbouw van kernarsenalen in. Dit gebeurt al – zie China. Dat kan leiden tot meer militaire ambitie. En dat vergroot de kans op spanningen en ongelukken die escaleren tot een kernoorlog. Mogelijk omdat de nieuwbakken kernmachten beginnersfouten maken.
We staan, kortom, aan het begin van de gevaarlijkste periode in de geschiedenis van de mensheid.
Of juist niet natuurlijk, dat kan ook, want we hebben het over nucleaire wapens, de wapens waar niemand echt iets vanaf weet.
Over de beelden In reactie op de Sovjet-kernproeven besloot de Amerikaanse overheid in 1951 een instructievideo voor kinderen te maken. De film ‘Duck and Cover’ vertelt in klare taal hoe jezelf te beschermen tegen de brandende flits van een vijandelijke atoombom. Scholen kregen de opdracht de film te vertonen en zo bereikte de film in de jaren vijftig een miljoenenpubliek. De film werd een icoon van de Koude Oorlog, maar door velen ook gezien als bewijs van de absurditeit van de manier waarop de Amerikaanse regering op de nucleaire dreiging reageerde. Want hoeveel nut heeft het om onder een bureau te duiken bij een nucleaire aanval?Meer lezen?
Hoe onze obsessie met efficiëntie ons kwetsbaar maakt voor onwaarschijnlijke gevaren In april 2020 belde ik twee keer met hoogleraar wiskunde Bert Zwart over de culturele neiging om zeldzame gebeurtenissen te negeren.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!