Het Nederlandse belastingstelsel heeft inmiddels voor iedereen wel wat leuks: de hypotheekrenteaftrek voor de woningbezitter, de tonnageregeling voor de koopvaardij, het kwarttarief kampeervoertuigen voor de kampeerder.
Volgens de laatste telling bestaan er maar liefst 130 van zulke vrijstellingen, aftrekposten of verlaagde tarieven. Sommige zijn piepklein (de accijnsvrijstelling kleine brouwerijen: een paar miljoen euro), andere zijn gigantisch (hypotheekrenteaftrek: 8,8 miljard euro).
Veel van deze belastingmaatregelen zitten in de dode hoek van de politiek. Zelfs als de regelingen miljarden kosten en geen enkel doel meer dienen, wordt er zelden over gedebatteerd in Den Haag. Neem de landbouwvrijstelling. Boeren hoeven dankzij dit fiscale foefje geen belasting te betalen over de winst die zij maken bij verkoop van hun landbouwgrond. De Algemene Rekenkamer schreef in 2020 dat de landbouwvrijstelling ‘geen specifiek beleidsdoel meer heeft en dus ook niet bijdraagt aan het bereiken daarvan’. Kost een half miljard per jaar, maar dan heb je ook niks.
Oké, de landbouwvrijstelling is uitzonderlijk nutteloos, maar dat belastingmaatregelen geen doel treffen is allerminst uniek. Het Instituut voor Publieke Economie zette onlangs de evaluaties van zo’n 110 fiscale regelingen (ter waarde van 45,8 miljard) op een rij. Bij slechts 5,9 miljard bleek de maatregel doelmatig (of ‘deels doelmatig’). Veel vaker was niet op te maken of de maatregel nou effectief was (8,5 miljard), of was er zelfs een uitgesproken negatief oordeel (7,3 miljard euro). En bij ongeveer de helft van de regelingen was er überhaupt nog nooit een evaluatie uitgevoerd (23,5 miljard euro).
Ondertussen bezwijkt de Belastingdienst onder het uitvoeren van al die ingewikkelde fiscale regelingen. De fiscus is zo veel tijd kwijt aan de bonte verzameling van uitzonderingen dat simpele verbeteringen vaak blijven liggen.
Zo kun je bij elke aftandse webshop al jaren betalen met iDEAL, maar de Belastingdienst heeft pas volgend jaar – hopelijk – zo’n iDEAL-betaalknop ingebouwd. Het voornemen om deze betaalknop te bouwen bestaat al ruim zeven jaar, maar de Belastingdienst kon de tijd niet vinden om de nieuwe functionaliteit te implementeren: te veel nieuwe wetgeving, te veel onderhoud van oude wetgeving.
‘Wij willen nu heel graag een QR-code voor betalingen introduceren’, vertelde Jan-Willem Huijssoon, strategisch adviseur bij de Belastingdienst, onlangs tijdens een technische briefing over de ICT van de fiscus. ‘Maar dat hebben wij weer een jaar uitgesteld, omdat er andere dringende dingen zijn in de planning die weer even zijn voorgegaan.’
Van gelul ga je niet schrappen
Nu geven de staatssecretarissen van Financiën al meer dan twintig jaar aan dat de fiscale rommelzolder nodig moet worden opgeruimd. Staatssecretaris Wouter Bos (PvdA) kondigde twintig jaar geleden al eens de ‘ont-bossing’ aan: weg met die belastingdouceurtjes voor Jan en alleman! Zijn opvolger Steven van Eijck (LPF) had dezelfde analyse (en blijkbaar ook dezelfde komiek als speechschrijver). Hij kondigde de ‘her-eijcking’ aan.
En nu is het staatssecretaris Marnix van Rij (CDA) die ‘werk wil maken van het terugdringen van het aantal belastingregelingen’. En het moet gezegd: de plannen ogen serieus. Van Rij wil bijvoorbeeld fiscale regelingen elke vijf jaar evalueren, en ‘negatief geëvalueerde regelingen afschaffen, versoberen of aanpassen’. Dat is nogal wat!
De vraag is natuurlijk: gaat het ook echt gebeuren? De voorgangers van Van Rij hadden ook vrome voornemens, maar hebben uiteindelijk weinig voor elkaar gekregen. Ja, de filminvesteringsaftrek, de fietsaftrek en de carpoolregeling zijn verdwenen, maar we kregen er de startersvrijstelling in de overdrachtsbelasting, de innovatiebox en de jubelton voor terug. ‘Sinds 2003 zijn er ongeveer evenveel fiscale regelingen bijgekomen als afgeschaft’, constateerden Financiën-ambtenaren droogjes in een recent rapport.
Liever een aftrek dan een subsidie
Dat het, ondanks alle nobele intenties, niet lukt om de hoeveelheid fiscale regelingen terug te dringen, is geen toeval. Er bestaan sterke prikkels in de Nederlandse politiek om steeds met nieuwe belastingmaatregelen te komen. Nederland kent veel problemen: starters die geen woning kunnen krijgen, kleine brouwerijen die de concurrentie niet aankunnen, en veel te dure kampeervoertuigen. De politiek wil daar iets aan doen, en iets betekent meestal meer geld.
De overheid kan meer geld uitgeven door subsidies te verlenen, maar ze kan ook meer geld uitgeven door fiscale vrijstellingen en aftrekposten in te voeren. En in het Nederlandse begrotingsstelsel is het laatste veel aantrekkelijker dan het eerste.
Het verlenen van subsidies is namelijk aan strenge regels gebonden. Voor elke nieuwe uitgavenpost moet geld worden vrijgemaakt op de begroting van het betreffende ministerie. En als er meer geld wordt uitgegeven dan begroot, dan moet het ministerie het tekort zelf oplossen door te bezuinigen op iets anders (tenzij de ministerraad anders besluit).
Voor fiscale regelingen geldt niet zo’n strikt regime. Al is het alleen maar omdat pas aan het einde van de aangifteperiode blijkt hoeveel belastingen er precies zijn misgelopen.
Vanuit de Tweede Kamer kwam er geen enkele kritische vraag over de misser van 900 miljoen met de jubelton
Neem de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning (beter bekend als het jubeltonnetje). In 2013 en 2014 mochten ouders tijdelijk belastingvrij een ton schenken aan hun kinderen voor de aankoop van een eigen woning. De maatregel, bedoeld om de toen nog kwakkelende woningmarkt nieuw leven in te blazen, was begroot op ongeveer 104 miljoen euro. Achteraf bleek uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer dat de schenkingsvrijstelling maar liefst 1,035 miljard euro heeft gekost.
Maar omdat het een fiscale regeling was, hoefde deze grove budgetoverschrijding niet opgelost te worden door het verantwoordelijke ministerie van Binnenlandse Zaken. Bedenk: het is ab-so-luut ondenkbaar dat hetzelfde ministerie 900 miljoen te veel zou uitgeven aan starterssubsidies. Lang voordat het zover zou komen, zouden er al een paar boze ambtenaren van Financiën aanbellen om orde op zaken te stellen.
Ook de politieke druk is doorgaans veel minder groot bij fiscale regelingen. Vanuit de Tweede Kamer kwam er bijvoorbeeld geen enkele kritische vraag over de misser van 900 miljoen met de jubelton.
Nog een prettige bijkomstigheid van beleid maken met aftrekposten is dat alle uitvoeringsellende op het bordje van de staatssecretaris van Financiën landt. Als het dan toch tot moeilijke Kamervragen of ingewikkelde spoeddebatten komt, dan mag die komen opdraven.
De wetten der politieke zwaartekracht
Zo makkelijk als het is om een fiscale regeling in te voeren, zo lastig blijkt het om haar weer af te schaffen. Marnix van Rij is in zijn Kamerbrief kritisch over belastingmaatregelen ‘waarvan het doel stamt uit vervlogen tijden’ en vindt het voortbestaan van zulke regelingen ‘maatschappelijk niet verdedigbaar’.
Maar toen de Rekenkamer in 2021 een kritisch rapport schreef over de landbouwvrijstelling, met de aanbeveling om deze te schrappen, bleek daar geen animo voor. Toenmalig minister van Financiën Wopke Hoekstra zei in een Kamerdebat dat hij door een ‘realpolitieke bril’ naar de landbouwvrijstelling wilde kijken. ‘Hoezeer ik [de Rekenkamer] ook analytisch-inhoudelijk kan volgen’, zei hij, ‘stuiten [de aanbevelingen van de Rekenkamer] in dit huis op de wetten van de politieke zwaartekracht.’
Met de landbouwvrijstelling is bijna een half miljard euro per jaar gemoeid en onderzoek wijst uit dat dat geen zinvol besteed geld is. Maar wie er vanaf wil, stuit op de gevestigde belangen, of wat Hoekstra noemt ‘de politieke zwaartekracht’.
Dat zie je ook bij de zogenoemde ‘bedrijfsopvolgingsfaciliteit’, een regeling waardoor nazaten van bedrijfseigenaren nauwelijks erfbelasting hoeven te betalen. Door de jaren heen is deze regeling steeds verder verruimd, van een vrijstelling van 25 procent van het ondernemingsvermogen tot inmiddels bijna 93 procent. ‘Er ontbrak een duidelijke kwantitatieve onderbouwing voor de noodzaak van de regeling en de verdere verruimingen daarvan’, schrijft het CPB in een recente evaluatie.
De ‘bedrijfsopvolgings-faciliteit’ is een cadeautje voor de rijkste Nederlanders
Het doel – het overeind houden van familiebedrijven – wordt weliswaar behaald, maar tegen enorme kosten. De verschuldigde erfbelasting kan in de meeste gevallen makkelijk worden betaald uit deze vaak omvangrijke erfenis. Mocht dat niet zo zijn, dan zou een ruime betalingsregeling ook voldoen. Economen van het Centraal Planbureau oordeelden dan ook dat in veel gevallen sprake is van een ‘cadeau-effect’.
We hebben het hier over een cadeau dat grotendeels terechtkomt bij de rijkste Nederlanders. Het nettovermogen van de huishoudens die een erfenis nalaten waarbij de bedrijfsopvolgingsfaciliteit werd gebruikt, was gemiddeld ruim 3 miljoen euro.
Marnix van Rij schrijft in een recente Kamerbrief terecht dat het schrappen van regelingen bij negatieve evaluaties ‘een rechte rug van zowel kabinet als van uw Kamer vraagt’. Maar in reactie op de negatieve evaluatie van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit bleek die rug nogal buigzaam. Het kabinet gaf aan dat het slechts de meest brutale belastingconstructies met de bedrijfsopvolgingsfaciliteit tegen wil gaan. De veel te ruime vrijstellingen laat het kabinet verder ongemoeid.
Zelfs als het kabinet fiscale regelingen wel wil schrappen, dan heeft de Tweede Kamer moeite de rug recht te houden. Zo was de accijnsverlaging voor kleine brouwerijen al in 2008 negatief geëvalueerd. In het Belastingplan 2022 deed het kabinet een voorstel om de regeling eindelijk af te schaffen. Maar tijdens de wetsbehandeling diende de VVD onmiddellijk een amendement in om dit voornemen terug te draaien. ‘De VVD is trots op al die kleine lokale brouwerijtjes die dat heerlijke ambachtelijke speciaalbier maken’, sprak VVD-Kamerlid Folkert Idsinga in een kek filmpje op Twitter.
‘Ik draai al een tijdje mee in Den Haag en heb van VVD’ers heel vaak gehoord hoe belangrijk het is dat het belastingsysteem vereenvoudigd wordt’, reageerde Tom van der Lee (GroenLinks) tijdens het Kamerdebat. ‘Dit is toch geen geloofwaardig verhaal?’ Toch stemde ook GroenLinks voor het VVD-amendement, dat met een gigantische Kamermeerderheid van 144 stemmen werd aangenomen.
Het is nou eenmaal een makkelijk verhaal: speciaalbier is lekker, kleine brouwerijen zijn sympathiek, dus geef die mensen een belastingkorting. Daar kan een ingewikkeld betoog over uitvoerbaarheid en doelmatigheid niet tegenop.
Hogere fiscale filosofie: wat is een dadel?
En dus zie je dat het kabinet zich aan de ene kant plechtig voorneemt alleen nog maar zinnig en werkbaar belastingbeleid in te voeren, maar aan de andere kant populair, maar slecht beleid voert. In het regeerakkoord verscheen bijvoorbeeld het voornemen om de btw op groente en fruit naar 0 procent te verlagen.
Ambtenaren waren daar allerminst enthousiast over. ‘Een btw-verlaging op groente en fruit is niet doeltreffend en niet doelmatig’, hadden zij tijdens de kabinetsformatie geadviseerd. ‘Het effect op de prijs per product is beperkt, terwijl de derving van belastinginkomsten fors zal zijn. Het is onzeker in welke mate ondernemers de btw-verlaging doorgeven aan de consument en zelfs als dit wel gebeurt, is de consument waarschijnlijk ongevoelig voor het geringe prijseffect van deze maatregel.’ Het verband met de volksgezondheid is ook lang niet altijd zo duidelijk. Neem een fles verse sinaasappelsap: het glazuur springt van je tanden. Of aardappelen, ook niet zo gezond als je ze in de frituur gooit.
Bovendien was de maatregel niet te behapstukken voor de Belastingdienst. ‘Zolang er geen werkbare definitie beschikbaar is, is een afzonderlijk tarief voor groente en fruit niet of nauwelijks uitvoerbaar’, waarschuwden de ambtenaren.
Vrij snel na het aantreden van het nieuwe kabinet werd daarom een ‘extern bureau’ ingehuurd om de definitie van groente en fruit af te bakenen. Het zorgde voor grote hilariteit op Twitter. ‘De Speld kan niet meer op tegen dit kabinet’, reageerde PvdA-leider Attje Kuiken. ‘Hallo kabinet, hier wat gratis advies’, twitterde GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld. ‘🥦🍎 = groente & fruit. 🍕= géén groente.’
Heel grappig natuurlijk, maar zo simpel is het niet. Want waar begint groente en waar eindigt groente? Zijn het de vruchten, de zaden, de stengels, de bladeren, de oliën? Tijdens de laatste Algemene Beschouwingen diende de volledige oppositie een motie in om de btw op ‘onbewerkte’ groente en fruit per 1 november te schrappen. Maar wat is dan ‘bewerkte’ groente? Wassen? Schillen? Verpakken? Snijden? Drogen? Fermenteren? Kruiden? Koken? Bakken? Barbecueën?
Een dadel, is dat fruit? Denk het. Gedroogde dadels? Misschien. Een snoepreep met gedroogde dadels? Pff, weet ik veel! Dadelstroop, dadelspread, pindakaas-dadel-cookiebar? LAAT ME MET RUST!
Je zult van tevoren over al dit soort vragen na moeten denken, want als je het ene product ‘groente’ noemt en het andere niet, dan moet je daar gegronde redenen voor hebben. Je kunt wel zomaar wat verzinnen, maar dan staat straks een peloton juristen van de Belastingdienst met de Yangban in de rechtszaal om te voorkomen dat kimchi wordt aangemerkt als kool.
Het verlagen van de btw op groente en fruit is tegelijkertijd wel verschrikkelijk populair. Zo’n beetje elke politieke partij is voorstander van deze maatregel. Het is politiek handig om te doen alsof een btw-verlaging op groente en fruit al gisteren ingevoerd had kunnen worden. Het is alleen waardeloos beleid.
En dat is dan ook precies het probleem. Aan verzuchtingen over onwerkbare, onzinnige belastingmaatregelen is geen gebrek. Maar zelfs de politici die het evangelie van de uitvoerbaarheid en doelmatigheid prediken, stemmen als het erop aankomt gewoon voor de volgende dosis fiscale beleidshomeopathie.
Meer lezen?
Dit honderd jaar oude belastingvoordeeltje voor boeren kost ons nog steeds miljarden (en is nergens goed voor) De zogenoemde landbouwvrijstelling voor boeren kostte de staat de afgelopen tien jaar 11 miljard euro, ofwel twee Betuwelijnen, 110 Sywert-mondkapjesdeals of 174 Joint Strike Fighters. Juist nu de landbouw moet hervormen is het tijd om dat voordeel af te schaffen.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!