In het klassieke verhaal over de bevruchting speelt de spermacel meestal de rol van de held. Je ziet het voor je: de miljoenen zweepstaartjes die over een woest terrein naar de eicel racen, een soort Expeditie Robinson in het klein. De eicel zit ondertussen braaf te wachten tot de winnaar uit de strijd komt.

In werkelijkheid kunnen spermacellen die tocht naar de eileider helemaal niet zo snel en op eigen houtje afleggen. Ja, ze hebben een zweepstaart waar ze zich mee kunnen voortbewegen, en geven ze energie –

De spermacel wordt op allerlei manieren vooruitgeholpen door het voortplantingsstelsel van de vrouw. Zonder die hulp bereikt hij de eicel nooit, en lukt het hem ook niet om met de eicel te fuseren. 

Bovendien laat de eicel zich niet zomaar bevruchten door de eerste de beste die komt aanwapperen. 

In beeld volgen we de weg van een enkele spermacel. We laten je zien dat er maar weinig klopt van het klassieke verhaal van de afwachtende eicel en de spermacel-held.

Voordat een spermacel bij deze eicel is, moet hij een flinke reis afleggen. Hij heeft een motortje van energie producerende mitochondriën, maar kan zich niet voldoende zelfstandig voortbewegen.

Daar heeft hij de eicel en het vrouwelijke geslachtsorgaan voor nodig.

Meer lezen?