China zet dwangarbeid in om de vis te verwerken die heel de wereld eet
De Chinese staat zet op grote schaal Oeigoeren in die onder dwang in de visindustrie te werk worden gesteld. China is de grootste visverwerker ter wereld en de producten gaan de hele wereld over. Dat betekent dat óók de vis die hier in het diepvriesvak van de supermarkt ligt, is verwerkt met behulp van dwangarbeid.
Een still uit een video die in 2023 is geüpload naar een Douyin-account van de Chinese overheid, waarin de aftrap van een ‘arbeidsprogramma’ wordt getoond, georganiseerd door de lokale overheid in Kashgar. Bron: Douyin, Kashgar Media Center - Public domain.
In het kort:
- Zeker vier Nederlandse visimportbedrijven handelen in vis die is verwerkt in Chinese verwerkingsfabrieken waar Oeigoeren dwangarbeid verrichten. De bedrijven NorthSeafood Holland, Seafood Connection, Kramers' Seafood en Wout Taal Import B.V. importeren en distribueren onder meer koolvis, tonijn, kabeljauw en inktvis afkomstig uit fabrieken in de Chinese kustprovincie Shandong, waarvan bekend is dat Oeigoerse werknemers er onder dwang werken. De vis wordt er schoongemaakt en verpakt, en ligt onder meer onder de merknaam Iglo in het vriesvak in filialen van Albert Heijn, Jumbo, Aldi, Plus, Coop en Dirk.
- Het gaat om minstens duizend Oeigoerse dwangarbeiders, die sinds 2018 uit hun thuisprovincie Xinjiang zijn gedeporteerd om te werken in tien visverwerkingsfabrieken in Shandong. De vis uit die fabrieken vindt zijn weg naar zeker twintig landen, waaronder Nederland, de VS, Spanje, Italië en het Verenigd Koninkrijk. Naast supermarkten komt de vis ook terecht in kantines van scholen, overheidsinstellingen en ziekenhuizen.
Over dit onderzoek:
Dit verhaal over de inzet van Oeigoeren in de Chinese visindustrie is onderdeel van een groter journalistiek onderzoek naar misstanden in de Chinese vissector, een samenwerkingsverband van The Outlaw Ocean Project en The New Yorker dat wordt gepubliceerd door NU.nl en Vrij Nederland, Die Zeit, Le Monde, El País en andere internationale mediapartners. Verslaggeving en tekst door Ian Urbina, Daniel Murphy, Joe Galvin, Maya Martin, Susan Ryan, Austin Brush en Jake Conley. The Outlaw Ocean Project is een journalistieke non-profitorganisatie uit Washington D.C. in de Verenigde Staten.
Een somber afscheid
Op een zonnige ochtend in april dit jaar staan een slordige 130 mannen en vrouwen, gekleed in identieke rode windjacks, in keurige rijen voor het treinstation van Kashgar, een stad in de Chinese provincie Xinjiang. Het zijn Oeigoeren, een van de grootste etnische minderheden van China.* Met hun koffers naast zich en een sombere uitdrukking op hun gezicht wonen ze de afscheidsceremonie bij die de plaatselijke overheid ter ere van hen heeft georganiseerd. Op een filmpje van het hele gebeuren is een spandoek te zien waarop staat: ‘Stimuleer massawerkgelegenheid en versterk de maatschappelijke vrede.’
Aan het einde van het filmpje zoomen de dronebeelden uit en zijn treinen te zien die klaarstaan om het gezelschap naar de andere kant van het land te vervoeren. Daar zullen de mannen en vrouwen te werk worden gesteld. De ceremonie maakte deel uit van een omvangrijk programma van de Chinese staat dat Oeigoeren verplicht het hele land door stuurt om ze als arbeiders in belangrijke industrieën te laten werken. ‘Het is een assimilatie- en beteugelingsstrategie’, zegt Adrian Zenz, een antropoloog die onderzoek doet naar interneringen in Xinjiang. ‘Het doel is de Oeigoerse cultuur te elimineren.’
Al sinds 2020 is bekend dat Oeigoeren door heel China in allerlei bedrijfstakken verplicht te werk worden gesteld:* de auto-industrie, de kledingindustrie, de techindustrie.* Nu blijkt dat de Chinese staat Oeigoeren ook inzet in een sector die vaak onder de radar blijft, maar die van groot economisch belang is en waarvan de producten de hele wereld overgaan: de visindustrie.
Dat betekent dat ook vis die hier in het vriesschap ligt van supermarkten als Albert Heijn, Jumbo, Aldi, Plus, Coop en Dirk, verwerkt is met behulp van Oeigoerse dwangarbeid. Zelfs vis die is bestemd voor Nederlandse huisdieren wordt verwerkt in fabrieken waar Oeigoeren onder dwang werken.
Hoe de onderdrukking van de Oeigoeren begon
In China vormen de Han-Chinezen de overgrote meerderheid, maar meer dan de helft van de bevolking van Xinjiang, in het westen van China, bestaat uit minderheden, van wie de Oeigoeren de grootste groep zijn. Oeigoerse rebellen kwamen in de jaren negentig in opstand en pleegden in 2008* en 2014* bomaanslagen op politiebureaus. In reactie daarop begon China grootschalige vervolgingen. Vooral leden van islamitische minderheden werden maanden- of jarenlang opgesloten voor vergrijpen als het reciteren van een koranvers tijdens een uitvaart of het laten staan van een lange baard.
De overheid heeft meer dan een miljoen Oeigoeren in ‘heropvoedingskampen’ en detentie-inrichtingen gestopt,* waar ze worden gemarteld, geslagen en gesteriliseerd.* De Europese Unie en veel andere westerse overheden bestempelen dit overheidsingrijpen in Xinjiang als een vorm van genocide.
Sinds de millenniumwisseling haalt China Oeigoeren uit de provincie om ze elders aan het werk te zetten, als onderdeel van een programma dat bekend is komen te staan als ‘Xinjiang Aid’. De partijsecretaris van de regio beweert dat het programma ‘volledige werkgelegenheid’ en ‘etnische interactie, uitwisseling en vermenging’ bevordert.* Maar Chinese wetenschappelijke publicaties omschrijven het programma als een manier om de Oeigoerse samenleving ‘open te breken’, die door de Chinese staat als een ‘latente dreiging’ wordt beschouwd. Het programma voorziet belangrijke industriële sectoren van China van goedkope arbeid. Die vraag is sinds de coronapandemie en de bijbehorende lockdowns alleen maar toegenomen.
Tussen 2014 en 2019 deporteerden de Chinese autoriteiten volgens overheidscijfers ruim 10 procent van de 2,5 miljoen inwoners van Xinjiang om ze elders aan het werk te zetten: per jaar verdwenen er ongeveer 25.000 uit de provincie.* De gevolgen zijn ingrijpend. Tussen 2017 en 2019 is het geboortecijfer in Xinjiang volgens de Verenigde Naties met bijna de helft gedaald.* Oeigoeren worden tewerkgesteld in de katoenoogst, in polysiliciumfabrieken en in de textiel- en zonnepanelenindustrie.* En, naar nu blijkt, in de visindustrie.
Ook de visserij-industrie maakt gebruik van dwangarbeid
Al zeker sinds 2018 zijn duizenden Oeigoeren tewerkgesteld in de provincie Shandong, een belangrijke spil in de verwerking van vis, schaal- en schelpdieren aan de Chinese oostkust, op ruim 2.000 kilometer van Xinjiang. In die fabrieken wordt dat voedsel uit zee, dat overal ter wereld wordt gevangen en door China geïmporteerd, verwerkt en vervolgens geëxporteerd naar ruim twintig landen, waaronder de Verenigde Staten, Spanje, Italië en Nederland.
Buitenlandse journalisten mogen geen verslag doen vanuit Xinjiang.* De censuur haalt bovendien alle informatie over Oeigoerse arbeiders van het Chinese internet. Ik heb met een onderzoeksteam honderden pagina’s interne nieuwsbrieven van bedrijven doorgespit en plaatselijke nieuwsberichten, sectorcijfers en satellietbeelden bekeken.
We hebben duizenden filmpjes bestudeerd die op internet zijn gezet, meestal op Douyin, de Chinese versie van TikTok, waar arbeiders uit Xinjiang op bleken voor te komen. We hebben achterhaald dat die arbeiders oorspronkelijk in Xinjiang geregistreerd stonden, en specialisten de taal laten verifiëren die in de filmpjes gesproken wordt. We hebben ook mensen ingehuurd om een bezoek aan bepaalde fabrieken te brengen. Al die bronnen bieden een inkijkje in de systematische dwangarbeid door Oeigoeren die schuilgaat achter de vis die in een groot deel van de wereld wordt gegeten.
De gigantische schaal van de Chinese visserij-industrie
China is de grootste producent van in het wild gevangen vis, schaal- en schelpdieren. Het land is volgens onderzoek van de VN goed voor 14,9 procent van de wereldproductie.* Sinds 2020 is China ook de grootste exporteur van voedsel uit zee, gemeten naar waarde, en de op een na grootste importeur. Bijna driekwart van alle voedsel uit zee dat China importeert uit landen als de VS, Italië en Spanje verwerkt het, om het vervolgens te exporteren naar het land van herkomst.*
Met een vloot van ruim 4.600 grote vissersschepen – meer dan vier keer zoveel als de nummer twee, de Europese Unie* – domineert China de wereldwijde visserij. Het is notoir lastig om door te dringen tot de keten van deze industrie. Vanwege de vele schijven waarover de aanvoer verloopt – vissersboten, transportschepen, verwerkingsfabrieken en exporteurs – vallen er gaten in de controle op de herkomst van de vangst.
Wij ontdekten dat Nederland binnen de Europese Unie een van de belangrijkste schakels is in deze keten.* Dat komt door de ligging van het land aan de Noordzee en aan de infrastructuur: de haven van Rotterdam is de grootste van Europa.* Het gevolg is dat Nederlandse importeurs, retailers en distributeurs overal in Europa aanwezig zijn en dat de vis die Nederland uit China importeert te vinden is in supermarkten in landen als Italië, Zwitserland en Finland. Een deel van die vis draagt de sporen van uiteenlopende misstanden ter land en op zee: geweld, verwaarlozing, illegale visserij – en dwangarbeid.
Europese bedrijven handelen in vis die verwerkt is met dwangarbeid
Zo kwamen we achter de volgende feiten:
- Ten minste twee Europese importeurs van witvis nemen koolvis en kabeljauw af van Chinese verwerkers die gebruikmaken van Oeigoerse dwangarbeid. De twee leveren de vis aan Nomad Foods, dat eigenaar is van de bekende vismerken Iglo, Birds Eye en Findus. De meeste Nederlandse supermarkten hebben een uitgebreid assortiment van kabeljauw en koolvis van Iglo.
- NorthSeafood Holland, een bedrijf in Urk dat vis verwerkt en distribueert, neemt koolvis en tong af van Yantai Sanko Fisheries en Yantai Longwin Foods, die respectievelijk sinds 2019 en 2022 via Chinese overheidsprogramma's gebruikmaken van Oeigoerse dwangarbeid. De fabriekscodes van NorthSeafood Holland zijn te vinden op producten van Nomad Foods die verkrijgbaar zijn bij Carrefour* en Coop* in Italië en Walmart* in Canada. De unieke Marine Stewardship Council-code van NorthSeafood Holland staat ook op de Findus-verpakkingen voor de Zweedse markt.
- Een andere Europese importeur is het Britse bedrijf Unibond Seafood International, dat kabeljauw en koolvis afneemt van Qingdao Tianyuan, een Chinees verwerkingsbedrijf dat sinds 2018 en tot zeker april dit jaar gebruikmaakte van Oeigoerse dwangarbeid.
- NorthSeafood Holland distribueert ook witvis in heel Europa onder zijn eigen merk Deliz, en verkoopt als private label-leverancier witvisproducten aan supermarkten en merken in Zweden,* Zwitserland,* Italië,* Duitsland,* Frankrijk en Spanje.
- Het Nederlandse bedrijf Kramers' Seafood nam in 2022 ten minste twaalf zendingen koolvis af van Qingdao Tianyuan. In 2022 importeerde Kramers' Seafood ook ten minste negen ladingen koolvisnuggets afkomstig van Qingdao Lian Yang Aquatic Products, een bedrijf dat gelieerd is aan Qingdao Tianyuan. Bidfood, een van Nederlands grootste levensmiddelenbedrijven, verkoopt ten minste vier Kramers-producten die koolvis bevatten en die het bedrijf levert onder het merk Fishmasters. Bidfood won eerder dit jaar een contract van 3,2 miljoen euro voor de levering van voedsel – waaronder bevroren vis – aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht.
- Kramers' Seafood levert ook koolvis onder het Fishmasters-label aan het Duitse Transgourmet, een van de grootste voedselgroothandels van Europa. Transgourmet heeft volgens de aanbestedingsdatabase van de Europese Unie ten minste zeven contracten ter waarde van miljoenen euro's binnengehaald voor de levering van diepgevroren vis aan tal van Duitse overheidsinstellingen, evenals een contract ter waarde van 2,7 miljoen euro in 2021 voor de levering aan scholen.
- De Nederlandse importeur Seafood Connection krijgt vis geleverd van onder meer de bedrijven Zhejiang Industrial Group en Rongcheng Guangrun Aquatic Foods, die beide in verband worden gebracht met illegale visserij en schendingen van de rechten op zee. Seafood Connection neemt ook inktvis, garnalen en bevroren vis af van Shandong Haidu Ocean Products, Rizhao Rirong Aquatic Food, Rizhao Meijia Keyuan Foods en Rizhao Rongxing, die allemaal gebruikmaken van Oeigoerse dwangarbeid. Seafood Connection is leverancier van de Duitse winkelgigant Metro* en verkoopt ook garnalen en inktvis aan klanten in het Verenigd Koninkrijk, Italië, Finland en België.
- Zelfs vis bedoeld voor huisdieren wordt verwerkt in fabrieken die gebruikmaken van Oeigoerse dwangarbeid. Albert Heijn, de grootste supermarktketen van Nederland,* levert twee soorten hondenvoer – AH twister snacks en AH sushi snacks – afkomstig van Yantai Sanko Fisheries, volgens de Marine Stewardship Council-code die op de producten staat.
- Wout Taal Import, een groothandel in Den Haag, heeft inktvis geleverd gekregen van Shandong Haidu, een verwerkingsbedrijf dat eigendom is van de Chishan Group. Bedrijven die onderdeel zijn van de Chishan exploiteren grote vissersschepen die in Noord-Koreaanse wateren op inktvis vissen, ondanks sancties van de Verenigde Naties die deze praktijk verbieden. De schepen visten in 2020 ook illegaal in Indonesische wateren.* Bij ten minste twee bedrijven die onder de paraplu van Chishan vis verwerken – waaronder het bedrijf Shandong Haidu – zijn Oeigoerse dwangarbeiders ingezet.
Internationale regels die dwangarbeid moeten beteugelen
Sinds 2010 hanteert de EU een kaartsysteem om landen te straffen die vis exporteren die in verband wordt gebracht met illegale visserij en andere misstanden.* Een gele kaart geldt als waarschuwing, en als een land niet op tijd actie onderneemt, krijgt het een rode kaart, die alle Europese import van vis uit dat land verbiedt. China heeft nog nooit een gele of rode kaart van de EU gekregen.*
Hoewel sommige Europese landen als Frankrijk* en Duitsland* onlangs wetgeving hebben aangenomen die grote bedrijven verplicht om na te gaan of sprake is van dwangarbeid in hun aanvoerketen, bestaat er nog geen Europees verbod op dat vlak.
De VS hebben zo’n wet wel: de Uyghur Forced Labor Protection Act uit 2019 legt de import van goederen die in Xinjiang worden geproduceerd aan banden, en gaat ervan uit dat importgoederen die ‘geheel of gedeeltelijk’ uit Xinjiang afkomstig zijn, geproduceerd zijn met door de Chinese staat geïnitieerde dwangarbeid. Ook verbiedt de wet de import van goederen die geproduceerd zijn door Chinese bedrijven waarvan bekend is dat ze Oeigoerse dwangarbeid inzetten of daartoe samenwerken met lokale overheden in Xinjiang. Visverwerkingsbedrijven komen op de lijst met betrokken bedrijven niet voor.
In Europa wordt inmiddels wel gewerkt aan een wet die dwangarbeid in toeleveringsketens verbiedt: een Europees wetsvoorstel van september 2022 streeft naar ‘een verbod op producten die met dwangarbeid zijn vervaardigd’* en moet gelden voor goederen die in EU-lidstaten worden geïmporteerd. Het voorstel ligt momenteel ter ratificatie voor aan de wetgevende instanties van de EU.* Maar tot die tijd staan Europese overheden machteloos.
Hoe het systeem van dwangarbeid werkt
De deportatie van Oeigoeren begint meestal met een klop op de deur. Een ‘arbeidsteam’, dat bestaat uit leden van de plaatselijke Communistische Partij, brengt een bezoek aan een huis en bedrijft er ‘ideologische hervorming’, die erop neerkomt dat Oeigoeren worden aangezet tot vrijwillige deelname aan een arbeidsmigratieprogramma. De partijleden werken veelal met quota die ze moeten halen.
Volgens de officiële lezing zijn de Oeigoerse arbeiders dankbaar voor deze kans op werk, en voor sommigen zal dat zeker gelden. In een interview met media van de Chinese staat zegt Amanissa Maimeti dat zij jaarlijks inmiddels 22.000 dollar in een visverwerkingsbedrijf verdient, met ‘kost en inwoning’ van de fabriek.* Maar in een geheim intern stuk uit 2017 van de instantie die in de prefectuur Kashgar de ‘stabiliteit handhaaft’, staat dat wie zich verzet gevangenisstraf kan krijgen. Een vrouw uit Kashgar die weigerde in een fabriek te werken omdat ze voor twee kleine kinderen moest zorgen, zat van 2017 tot 2019 gevangen. Een andere vrouw die deportatie weigerde, belandde in de cel omdat ze ‘niet meewerkte’.
Als mensen eenmaal zijn geworven, worden ze bij elkaar gezet. Zo werden afgelopen februari 1.400 Oeigoeren naar een ‘banenmarkt’ gebracht in een interneringskamp in het zuiden van Xinjiang.* Op filmpjes is te zien hoe ze onder het toeziend oog van overheidsfunctionarissen in legerkleding keurige rijen vormen en contracten ondertekenen, waarna ze in bussen worden geladen. Andere deportaties verlopen per trein of vliegtuig. Op foto’s gaan Oeigoeren met een rode bloem op hun jasje – een feestelijk symbool – aan boord van een door de staat gecharterde vlucht van China Southern Airlines.* (De luchtvaartmaatschappij reageerde niet op verzoeken om commentaar).
Soms is een gebrek aan arbeidskrachten de reden waarom Oeigoeren worden gedeporteerd. In maart 2020 schreef de Chishan Group, een van de grootste visserijconglomeraten van China,* in een interne nieuwsbrief over de ‘enorme productiedwang’ die de pandemie had veroorzaakt. In oktober van dat jaar kwamen partijfunctionarissen van de antiterrorismeafdeling van het bureau voor Openbare Veiligheid en van het bureau voor Human Resources en Maatschappelijke Veiligheid, dat gaat over arbeidsmigratie, twee keer met directieleden bijeen om te bespreken waar ze extra arbeidskrachten vandaan konden halen.
Enkele maanden later ging Chishan ermee akkoord de komst van arbeiders naar zijn fabrieken op te voeren. Wang Shanqiang, adjunct-directeur van Chishan, verklaarde in een nieuwsbrief dat ‘ons bedrijf uitziet naar de snelle komst van arbeidsmigranten uit Xinjiang’.
Het leven in een fabriek
Omdat de Oeigoeren die in de fabrieken werken nog steeds nauwlettend in de gaten worden gehouden, zijn de berichten die ze op sociale media plaatsen een van de weinige manieren om iets over ze te weten te komen. Veel arbeiders maken, zodra ze in Shandong aankomen, een selfie aan het water; van alle plaatsen op aarde ligt Xinjiang het verst van zee,* en de meeste mensen die in Shandong aankomen hebben die nog nooit gezien.
Sommigen posten Oeigoerse liedjes met droevige teksten. Een Oeigoerse man van middelbare leeftijd die in maart 2022 werd overgeplaatst naar een visverwerkingsbedrijf in Shandong filmde zichzelf in de vertreklounge van een vliegveld en zette de muziek van het liedje ‘Ketarmenghu’ (‘Ik kom weerom’) onder de beelden. Hij liet die ophouden vlak voor een regel die iedereen die het liedje kent kan meezingen: ‘Nu we een vijand hebben, moet je voorzichtig zijn.’
Een andere Oeigoerse arbeider, die zich in een officieel interview enthousiast over de programma’s had uitgelaten, postte een selfie op de muziek van ‘Waarom nog langer lijden?’ Een jonge vrouw postte een selfie voor een fabriek in Shandong en voegde er een citaat uit het Oeigoerse popnummer ‘We zijn veel leed gewend’ aan toe: ‘Heb geduld, mijn hart. Deze tijd gaat voorbij.’ Op een reeks beelden zijn arbeiders te zien die schelp- en schaaldieren in kartonnen dozen verpakken. Een begeleidende stem zegt: ‘Het grootste genoegen in het leven is een vijand verslaan die vele malen sterker is dan jij en die je heeft onderdrukt, gediscrimineerd en vernederd.’
Waarom zelfregulering niet werkt
Ngo-achtige waakhonden en kritische journalisten worden in China scherp in de gaten gehouden. Om dwangarbeid op te sporen, maken bedrijven vaak gebruik van privéorganisaties die ‘sociale audits’ uitvoeren: inspecteurs bezoeken een fabriek om die aan te moedigen aan internationale arbeidsnormen te voldoen. Ter voorbereiding vult de fabriek meestal vragenlijsten in die duidelijk moeten maken of er arbeidsmigranten uit andere provincies werken en welke talen er worden gesproken. Ze overleggen ook lijsten met namen van arbeiders, van wie sommigen eruit worden uitgepikt voor een gesprek.
De fabrieken proberen de aanwezigheid van arbeiders uit Xinjiang te verhullen door ze simpelweg niet op de lijsten te zetten. De audits worden meestal van tevoren aangekondigd, wat managers de kans biedt arbeiders die tot etnische minderheden behoren van inspecties weg te houden. En als er al arbeiders worden geïnterviewd, dan zijn die vaak niet erg openhartig omdat ze vrezen voor represailles.
Dit jaar heb ik een privédetective ingehuurd die een bezoek bracht aan twee grote visverwerkende bedrijven in Shandong: Shandong Haidu Ocean Products en Rongcheng Haibo. Hij vertelde me hoe tientallen werknemers met een schort voor en blauwe handschoenen tot aan hun ellebogen met gebogen hoofd, schouder aan schouder aan lange metalen tafels, inktvis in stukken stonden te hakken. Anderen stopten de stukken inktvis in blauwe plastic manden.
De onderzoeker kreeg te horen dat hij om redenen van ‘vertrouwelijkheid’ niet met de arbeiders mocht praten noch de werkruimte mocht betreden. De meeste arbeiders droegen een wit uniform dat hun hele lichaam bedekte, als de kleding van chirurgen in een operatiekamer; hun gezichten gingen schuil achter mondkapjes. Omdat de informant niet met ze mocht praten, kon hij met geen mogelijkheid vaststellen of er Oeigoeren tussen zaten.
Nietszeggende audits: gewoon doorgaan
Op grond van nietszeggende audits kunnen bedrijven beweren dat ze werken volgens sectornormen. In mei 2022 inspecteerden medewerkers van SGS – een vooraanstaand auditbedrijf dat volgens dé auditmethode Sedex werkt – het bedrijf Haibo. Ze vonden geen bewijs van dwangarbeid in de fabriek.
Maar toen wij zelf onderzoek deden, ontdekten we dat er in 2021 ruim 170 mensen uit Xinjiang bij Haibo werkten,* en ook bij Haidu, het zusterbedrijf. Ook plaatste een handvol Oeigoerse arbeiders van Haibo in 2022 regelmatig berichten op Douyin. Op dezelfde dag waarop de mensen van SGS langskwamen, postte een jonge Oeigoerse arbeidster foto’s van zichzelf bij de slaapverblijven en de laad- en losdokken. Toen daarop een woordvoerder van SGS kritisch werd bevraagd, verklaarde hij dat zijn collega’s hadden gehandeld volgens de Sedex-methodiek.
Dit incident stond niet op zichzelf. In ons onderzoek stuitten we op andere voorbeelden van Oeigoeren die filmpjes van zichzelf postten bij visverwerkingsfabrieken die enkele dagen daarvoor nog door sociale audits heen waren gekomen. De helft van de Chinese exporteurs waarvan we constateerden dat ze in verband konden worden gebracht met Oeigoerse dwangarbeid doorstond de audits van vooraanstaande, wereldwijde inspectiebedrijven.*
Ook 'duurzame' bedrijven maken vuile handen
Zelfs veel bedrijven die als duurzaam staan aangemerkt maken vuile handen. Toen we onderzoek deden naar fabrieken met een MSC-keurmerk, vonden we er minstens twaalf die vis verwerkten waar de smet van dwangarbeid aan kleefde. Toen we medewerkers van Sedex ernaar vroegen, zeiden ze dat het ‘lastig en riskant is om door de staat geïnitieerde dwangarbeid te herkennen’ en dat die ‘mogelijk wordt verdoezeld’. De organisatie beloofde haar richtlijnen op dit punt aan te scherpen.
Sommige groeperingen die voor verandering pleiten roepen al heel lang dat de audits ineffectief zijn. In 2019 schreef Human Rights Watch dat sociale audits schrijnende gevallen van seksueel misbruik in de kledingindustrie in Bangladesh, India en Pakistan niet boven water kregen.* Toch worden de audits steeds vaker gebruikt. SGS biedt tegenwoordig een auditdienst om vissersschepen te controleren die varen op open zee, waar normale monitoring bijzonder lastig is.
‘Audits en certificeringen hebben geen dwangarbeid in visverwerkingsbedrijven aan de wal kunnen aantonen’, zegt Johnny Hansen van de International Transport Workers’ Federation. ‘Dus waarom zouden ze daar op zee in godsnaam wel in slagen?’
Wat de betrokken bedrijven zeggen
Een groot deel van de hierboven genoemde bedrijven reageerde niet op verzoeken om commentaar. Metro in Duitsland zegt dat geen van de door Seafood Connection geleverde producten afkomstig is uit fabrieken waarover zorgen bestaan.
Pauline van den Brandhof, woordvoerder van Albert Heijn, zegt dat Albert Heijn een ‘duidelijk mensenrechtenbeleid’ heeft dat ‘gecommuniceerd wordt met alle betrokken partijen, inclusief de eigen leveranciers’. Albert Heijn zegt alleen te werken met gecertificeerde huismerkleveranciers en laat SMETA-audits uitvoeren op de locaties van de leveranciers.
Sam Fulton, een woordvoerder van Nomad Foods, verwijst naar de gedragscode van het bedrijf, en vraagt om al het bewijs dat er sprake is van dwangarbeid rondom hun producten op te sturen.
Salesmanager Pieter Post van NorthSeafood Holland schrijft in een e-mail aan The Outlaw Ocean Project: ‘We hebben de samenwerking met deze fabriek al jaren geleden stopgezet, verder geen commentaar.’ Het is echter niet duidelijk of Post verwijst naar Yantai Sanko of Yantai Longwin. Uit handelsgegevens blijkt dat NorthSeafood in juni 2022 nog een zending van Yantai Longwin heeft ontvangen. NorthSeafood Holland reageerde niet op verdere verzoeken om opheldering of commentaar.
Een groot deel van de betrokken bedrijven wil niet reageren
In een e-mailwisseling met The Outlaw Ocean Project zegt Jason Parsons, commercieel directeur van Unibond, dat hij geen specifieke details kan delen over de klantrelaties van het bedrijf, maar dat ‘Unibond Seafood International ernaar blijft streven om zijn producten uitsluitend af te nemen van fabrieken die grondig zijn doorgelicht en goedgekeurd door gerenommeerde internationale auditinstanties, waaronder SMETA/Sedex, MSC enz. Onze toewijding aan het handhaven van de hoogste industrienormen onderstreept onze niet aflatende toewijding aan ethische en verantwoordelijke praktijken in onze toeleveringsketen’.
Parsons voegt eraan toe: ‘Houd er rekening mee dat Qingdao Tianyuan een zeer kleine rol speelt in ons leveranciersbestand (ongeveer 1 procent) en in het licht van de recente beschuldigingen zijn we momenteel in gesprek met de fabriek om meer te weten te komen over deze zaak.’
Nina Yin, general manager van Qingdao Tianyuan, zegt dat het bedrijf ‘zich sterk verzet tegen elke vorm van dwangarbeid’ en ‘geen kennis heeft van, noch deelneemt aan nationale werkverdelingsprojecten of armoedebestrijding’.
De Shandong Meijia Group (waar de bedrijven Rizhao Jiayuan, Rizhao Meijia, Rizhao Meijia Keyuan, Rizhao Jia Tian Xia onder vallen) zegt: ‘Na controle blijkt dat er in ons bedrijf geen sprake is van het illegaal inzetten van werknemers uit Xinjiang. Wij verzoeken u nota te nemen van het bovenstaande antwoord. Bedankt!’
Het bedrijf Shandong Haidu laat weten: ‘De mensen die bij ons bedrijf vis verwerken zijn allemaal officiële werknemers met vele jaren ervaring en overeenkomstige vaardigheden, die voldoen aan de Chinese arbeidswetten. Er wordt geen gebruik gemaakt van illegale werknemers uit Xinjiang of andere landen, en we zijn onlangs geslaagd voor mensenrechten-audits van twee bedrijven, UL en CBI. Ons bedrijf deelt onze manier van produceren en verwerken actief met onze klanten over de hele wereld. We hebben speciale faciliteiten ingericht voor bezoek en nodigen vrienden uit om – wanneer ze maar willen – ons te bezoeken, om te leren en te communiceren.’
Vertaling: Nico Groen.