Spring naar inhoud

Deze klassieker over maagdelijkheid en het vrouwelijk lichaam is na een kwarteeuw nog steeds actueel

Vijfentwintig jaar geleden won Fatima Jebli Ouazzani met haar documentaire In het huis van mijn vader een Gouden Kalf. En daarna veel meer prijzen – in Marokko, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk. Ze was bovendien de eerste regisseur met een Marokkaanse achtergrond wier film in de Nederlandse bioscopen draaide.

Fatima blikt in In het huis van mijn vader terug op het verlaten van haar ouderlijk huis, omdat ze niet wilde trouwen en niet langer kon leven onder de verstikkende maagdelijkheidscultus, en op haar bijtende angst om geen maagd meer te zijn. In de film doet ze pogingen om weer in contact te komen met haar vader en spreekt ze met haar grootouders en een socioloog en onderwijzer aan de Universiteit van Casablanca. Tegelijkertijd filmt ze een bruiloft in Marokko én volgt ze meisjes die – in scène gezet – zich zorgen maken over hun maagdelijkheid.

De verhaallijnen vormen een geweldige drie-eenheid. Die wordt versterkt door de voice-overs, waarmee Fatima haar vader toespreekt. Het zijn haast gedichten. (‘Maar op een dag was daar mijn lichaam: hongerig, grillig, schaamteloos, gevaar voor mijn vaders naam. Van dochter werd ik maagd; mijn vader, mijn bewaker.’)

De film gaat niet alleen over het vrouwelijk lichaam en maagdelijkheid, maar ook over de liefde die mislukt, generatie na generatie, liefdeloos houden van je partner, jezelf liefhebben. Over een oma, een moeder, een dochter die hun eigen levens willen inkleuren. De oma loog tegen de rechter dat haar man haar sloeg. (Ze had het zelf gedaan, met een riem, om te mogen scheiden.) De moeder wilde niet trouwen, ging in protest en at een maand niet.

Het feit dat de film een klassieker is en nog steeds rijmt met de tijdgeest, raakt me.

NTR: ‘In het huis van mijn vader’ (Kijktijd: 1 uur)
Gastcorrespondent Afkomst