Spring naar inhoud

Zelfs ’s werelds meest solitaire vrouw kan niet tegen langdurige eenzaamheid

Wie zich te lang afzondert, wordt vroeg of laat gek van eenzaamheid. Rampenfilms met één overlevende spreken niet voor niets tot de verbeelding: Tom Hanks begint op een onbewoond eiland te praten tegen een volleybal, Robert Redford mompelt Matt Damon verbouwt aardappelen met zijn eigen poep op Mars. Des te curieuzer is het wanneer mensen vrijwillig de absentie van soortgenoten opzoeken, zoals de Serviër Milutin Veljković, die in 1969

Dat kan ik beter, dacht Beatriz Flamini. Ze had al eens 95 dagen alleen gespendeerd in de bergen van Noord-Spanje en vond het heerlijk wanneer de deur van haar camper dichtvroor, zodat ze met een goed boek kon coconneren onder de dekens. In 2021 nam de toen 48-jarige vrouw zich voor om 500 dagen in een grot aan de Spaanse zuidkust te bivakkeren, verstoken van elk menselijk contact. Vrijwilligers lieten voedsel voor haar achter; wetenschappers installeerden camera’s om haar gedrag en gezondheid te monitoren.

Bij Flamini’s terugkeer naar de beschaving in april 2023 leek er weinig aan de hand, maar toen journalist D.T. Max dieper ging graven kwamen er verontrustende zaken aan het licht. De Spaanse, zo bleek later, raakte in de grot haar gevoel voor tijd en haar kortetermijngeheugen kwijt, kreeg last van tunnelvisie en hallucinaties, ontwikkelde een angst voor plotselinge geluiden en het donker.

Of we ooit precies zullen weten hoe Flamini haar speleologische beproeving mentaal en fysiek heeft doorstaan, is ongewis: een maand na haar missie trok ze haar toestemming in voor een wetenschappelijke analyse van anderhalf jaar aan onbetaalbare data.

The New Yorker: ‘The Woman Who Spent Five Hundred Days in a Cave’ (Leestijd: 35 minuten)
Algemeen redacteur