‘De moslim’ bestaat niet. Die boodschap is belangrijker dan ooit nu een PVV-kabinet nabijkomt

Een kijktip voor tijdens het Suikerfeest: het NPO-programma Villa Ramadan, waarin presentator Karim Amghar elke keer vijf nieuwe moslims ontvangt, om met hen te spreken over hun religieuze beleving en hun plek in de Nederlandse samenleving.

Vooral de vierde – en laatste – aflevering is het terugkijken waard. Het bijzondere is dat duidelijk wordt dat een moslim iemand kan zijn die geen hand geeft aan mannen, of juist wel een hand geeft, of muziek maakt, een hoofddoek draagt, in motorkleding loopt. Die aflevering bevestigt dat ‘de moslim’ niet bestaat, maar meerdere gezichten heeft.

Al zat er voor mij wel een pijnlijk moment in die aflevering. Razeen Khattab, artiest en stylist, vertelt dat iemand zoals hij, met blauw haar, ook een moslim kan zijn. Iets later vraagt Amghar aan de groep: ‘Hebben jullie het gevoel dat het samengaat: moslim zijn, blauwe haren hebben, tatoeages, rapper zijn?’ Een gast reageert met: ‘Tuurlijk, broer. Want de islam is perfect en de moslim niet.’ Vrijwel iedereen klapt. Ook de gastheer, die sowieso nergens kritisch is. Het pijnlijke – en verwarrende – is dat daarmee werd geïmpliceerd dat de moslim met blauw haar per definitie fout is.

Volgens mij is het vandaag de dag nog steeds belangrijk – misschien wel belangrijker dan ooit, aangezien de PVV van Geert Wilders almaar groter wordt – om de heterogeniteit onder moslims te benadrukken, zoals Villa Ramadan dat doet.