Misschien kent u het verhaal. Over hoe pr-dame Justine Sacco uit New York haar baan verloor nadat ze vanaf het vliegveld de volgende tekst op Twitter plaatste:
‘Going to Africa. Hope I don’t get AIDS. Just kidding. I’m white!’
Sacco zette haar telefoon in vliegtuigmodus − ondertussen vloog haar tweet de wereld over, vergezeld van woedend commentaar op haar hemeltergende racisme. Niet lang na haar landing kreeg ze de zak, zoals de twitteraars al met veel voorpret hadden voorspeld.
Maar Sacco, zo verhaalt The New York Times Magazine, is geen racist. Integendeel.
‘Kortgezegd was ik niet bezig om aandacht voor aids te genereren, of de wereld te irriteren of mijn eigen leven te ruïneren. Als je in Amerika woont, dan zit je een beetje in een zeepbel wat betreft de situatie in de derde wereld. Ik dreef de spot met die zeepbel,’ vertelde ze later.
Arme Justine. Niemand had haar ironie begrepen. Zelfs haar Zuid-Afrikaanse schoonfamilie, uit de hoek van Nelson Mandela’s ANC, was woedend.
Ook op Facebook ontstaan geregeld dit soort misverstanden. Het Protect and Care Team van Facebook deed onderzoek naar statusupdates die als treiterij (‘this hurts my feelings’) waren aangemerkt en vroeg de vermeende pestkoppen naar hun motieven.
Negen van de tien ondervraagden zeiden dat ze hadden gedacht dat hun Facebookvriend hun post leuk of grappig zou vinden en dat het niet onaardig was bedoeld.
In onze tekstuele communicatieoverdracht gaat duidelijk iets verloren: context, subtext, humor, ironie. Hoe komt dat?
Een levend lijk in het mortuarium
Geschreven tekst lijkt ondubbelzinnig en feitelijk. Vaak is dat schijn. En niet alleen op internet, blijkt uit het volgende waargebeurde verhaal.
‘Het staat op dit papier, hij is echt dood!’
Een vrouw krijgt te horen dat haar broer is overleden. Ze gaat naar het ziekenhuis en vraagt of ze zijn lichaam mag zien. In het mortuarium voelt ze aan het lichaam van haar broer. Dat voelt warm. De vrouw denkt: dit kan niet kloppen! Ze heeft ook het idee dat ze een hartslag voelt. Tegen de verpleegster die erbij staat zegt ze: ‘Volgens mij leeft mijn broer nog!’
Waarop de verpleegster zegt: ‘Maakt u zich geen zorgen, het staat op dit papier, hij is echt dood!’
De vrouw rent de gang op, spreekt een arts aan, die het lichaam onderzoekt en constateert: ‘Mijn God, deze man leeft nog!’ De arts spuit een hormoon in zijn hart. Na het verblijf in het mortuarium hervat de man zijn leven.
Het verhaal over de verpleegster werd verteld aan de Schotse psychiater Iain McGilchrist, door een lezeres van zijn boek The Master and his Emissary. The Divided Brain and the Making of the Western World.
In deze dikke pil schrijft McGilchrist over de verschillende manieren waarop de linker- en hersenhelft met prikkels van buiten omgaan en hoe dat onze manier van kijken en denken de afgelopen tweeënhalve millennia heeft beïnvloed.
Het gaat volgens hem niet zozeer om wat de hersenhelften doen, maar om hoe ze dat doen. En de manier waarop de linkerhersenhelft de wereld interpreteert, verklaart volgens McGilchrist het gedrag van de verpleegster.
Om die redenering te kunnen volgen is eerst een korte introductie nodig in lateralisatie - de specialisaties die elk van de hersenhelften in hun evolutie hebben ontwikkeld.
Het nut van een asymmetrisch brein
Bij mens en dier is er voortdurende activiteit in en communicatie tussen beide breinhelften via de hersenbalk (corpus callosum). Voor veel functies hebben we beide helften nodig en uiteraard zijn er allerlei hersengebiedjes met eigen specialisaties.
Maar ook links en rechts hebben hun eigen taakverdeling. Zo gebruiken kippenkuikens het liefst hun rechteroog (linkerhersenhelft) om eetbare zaadjes te onderscheiden van de ondergrond. Ondertussen kijkt hun linkeroog rond. De daaraan gekoppelde rechterhersenhelft bevindt zich in een staat van waakzaamheid.
Deze asymmetrie heeft evolutionair nut. Het kuikentje moet immers niet zelf als lunch eindigen.
De verschillen tussen links en rechts, die overigens weinig te maken hebben met links- of rechtshandigheid, zijn anatomisch te onderzoeken. Zo verschilt zowel de lay-out van de zenuwuitlopers in de hersenen als de afhankelijkheid van chemicaliën (zoals hormonen en neurotransmitters) behoorlijk per hersenhelft. De rechterhelft bevat bovendien relatief meer witte stof en de linkerhersenhelft meer grijze stof.
Maar nog duidelijker blijken de verschillen uit het functioneren van het brein. Honderden experimenten waarbij een hersenhelft beschadigd was of tijdelijk met elektroshocks werd lamgelegd, hebben inmiddels aangetoond dat elke hersenhelft een eigen beeld vormt van de buitenwereld.
Een vreemde linkerarm in je bed
Mensen bij wie de rechterhersenhelft is beschadigd, eten bijvoorbeeld soms alleen de rechterhelft van hun bord leeg, totdat iemand hun bord een halve slag draait. Daarna eten ze "de andere rechterhelft" leeg.
Bij deze mensen verdwijnt de linkerhelft van de wereld uit hun bewustzijn. McGilchrist beschrijft in zijn boek hoe patiënten aan verplegers vragen of ze die vervelende (al dan niet verlamde) arm links in hun bed willen weghalen. Die is immers niet van hen.
Toen mijn eigen oma weer een beetje kon praten na haar hersenbloeding, had ze het over ‘dat rooie op de kaart’ toen ze Rusland bedoelde
Deze patiënten hebben meestal geen spraakprobleem. Maar metaforische en andere niet-letterlijk bedoelde taal ontgaat ze wel. De opmerking ‘het is een beetje fris hier’ vatten zij op als feitelijke meteorologische informatie, in plaats van als een beleefd verzoek om het raam dicht te doen.
Hoe anders is de situatie bij patiënten die links een hersenbeschadiging oplopen (verderop in dit stuk volgt nog een uitgebreid concreet voorbeeld). Zij ervaren de hele wereld nog, als een intacte eenheid, zij het met verlies van diepte en detail.
Hun vocabulaire raken ze vaak kwijt, maar niet hun vermogen om gedachten te vormen. Die komen bij herstel moeizaam naar buiten, soms in metaforen.
Toen mijn eigen oma weer een beetje kon praten na haar hersenbloeding (links), had ze het over ‘dat rooie op de kaart,’ toen ze wilde vragen hoe ik het in Rusland had gehad.
De globale verschillen tussen de helften
Iain McGilchrist past ervoor op om al het functioneren van ons brein terug te brengen tot een rigoreuze verdeling in links en rechts: zo simpel is het uiteraard niet. Maar de globale verschillen zijn prachtig samengevat in deze animatie uit zijn TED-talk.
De kern van het onderscheid:
De rechterhersenhelft interpreteert de werkelijkheid als open, oneindig en altijd in verandering. Dit is de waakzame, vragen stellende en empatische kant van ons brein. Rechts presenteert de werkelijkheid.
Voor de linkerhersenhelft is de wereld afgesloten, talig, zeker en kenbaar, met een eindig aantal berekenbare mogelijkheden. Links representeert de werkelijkheid.
Terug naar de verpleegster in het mortuarium. Wat gebeurde er in haar hoofd toen ze totaal afging op wat er op papier stond?
Iain McGilchrist denkt dat ze deed wat mensen voortdurend doen: gewoon, een vraagstuk toetsen aan reeds bekende theorieën en veronderstellingen. Al die nuttige, voornamelijk door onze linkerhersenhelft geproduceerde verbale informatiemodellen, waarmee we de oneindig complexe werkelijkheid kunnen versimpelen, en waar we in de regel op kunnen vertrouwen.
Maar niet blind.
Niets toont dat beter aan dan het volgende experiment, dat in 1996 werd uitgevoerd.
Het stekelvarken is een aap
Proefpersonen moesten beoordelen wat de conclusie was van het volgende syllogisme:
- Alle apen klimmen in bomen.
- Het stekelvarken is een aap.
- Klimmen stekelvarken in bomen of niet?
Veronderstelling 2 (‘het stekelvarken is een aap’) is uiteraard onzin. Het antwoord op de vraag of dit syllogisme klopt, moet dus nee zijn.
Het experiment verliep als volgt. De eerste keer beantwoordden de proefpersonen de vraag of dit syllogisme klopte in normale toestand. Ze zeiden dan iets als: ‘Een stekelvarken is geen aap, dus dit klopt niet.’
De tweede keer (een dag of wat later) werden ze ondervraagd kort nadat hun linkerhersenhelft voor dertig tot veertig minuten uitgeschakeld was geweest met electroshocks. De proefpersonen werden nog stelliger in hun overtuiging dat het syllogisme niet klopte en werden emotioneel. Ze zeiden dingen als: ‘Dokter, u bent gek geworden!’
Maar na een tijdelijke verdoving van hun rechterhersenhelft, concludeerden veel proefpersonen dat het syllogisme moest kloppen. Gesprekjes gingen dan zo:
- ‘Het klopt wat er staat.’
- ‘Maar u weet toch wel dat een stekelvarken geen aap is?’
- ‘Ja, dat weet ik, maar toch is het waar.’
- ‘Waarom dan?’
- ‘Omdat het hier staat, op dit stukje papier.’
Keer op keer kwam dit er uit, bij verschillende proefpersonen en vergelijkbare syllogismen. Het is waar omdat het er staat: zo luidt de waarheid volgens de linkerhersenhelft.
Als je van de denktrant van de eerder genoemde verpleegster een syllogisme zou maken, zou die er zo uitzien:
- Alle mensen die een overlijdenscertificaat hebben, zijn dood.
- De broer van de bezoekster heeft een overlijdenscertificaat.
- Haar broer is dood.
Maar, kun je denken, de rechterhersenhelft van de verpleegster was toch niet uitgeschakeld? Niet door elektroshocks. Maar laten we ervan uitgaan dat alle overlijdenscertificaten die ze tot nog toe had gezien, altijd hadden gecorrespondeerd met de werkelijkheid.
Op een gegeven moment verving dit verbale model voor haar de werkelijkheid zelf.
Dat is de boodschap in het boek van Iain McGilchrist. Volgens de psychiater staat de rechterhersenhelft steeds vaker als vanzelf buitenspel – alsof we haar niet langer nodig hebben.
Grijpen en begrijpen
Het nut van de vereenvoudigde representatie van de wereld die de linkerhersenhelft ons biedt, is onbetwist, ook voor Iain McGilchrist.
Met de linkerhersenhelft scheppen we een wereld waarin de linkerhersenhelft nog verder opbloeit
Dankzij het vermogen van de linkerhersenhelft om de wereld te vereenvoudigen en in taal te vatten, betoogt McGilchrist, creërden we de afgelopen eeuwen steeds abstractere en meer technologische modellen van de wereld. Met name vanaf de verlichting.
In de tijd van de romantiek beschouwden we de wereld even wat meer zoals onze rechterhersenhelft dat doet: als iets fundamenteel onkenbaars en onnoembaars. Maar zo zien we de wereld anno 2015 duidelijk niet.
Met behulp van overdracht van feitjes, bits en bytes – de modellerende wereld van ‘links’ – verbeteren met elke generatie onze instrumenten (die de meeste mensen bij voorkeur vasthouden met hun beter ontwikkelde rechterhand).
Sinds de industriële revolutie produceren we technologische hoogstandjes waarmee we de wereld vergaand naar onze hand kunnen zetten.
Grijpen en begrijpen, stelt McGilchrist, hebben van nature met elkaar te maken.
Maar de gevolgen van de manipulaties van ‘links’ zijn duidelijk niet alleen positief. Kafkaëske bureaucratie zou niet bestaan als we niet in staat waren de werkelijkheid tot aanvinkhokjes te reduceren.
We bedreigen de natuurlijke wereld met graaf- en boorinstrumenten en stedenbouw.
En ons huishoudboekje is veranderd in een dusdanig complex financieel wereldwijd web van financiële markten, dat op dit moment – en dit is zo vaak gezegd dat het bijna niet meer verbazend klinkt – niemand meer snapt wat er in dat huishoudboekje staat.
Met de linkerhersenhelft scheppen we volgens McGilchrist een wereld waarin de linkerhersenhelft alsmaar verder opbloeit: techniek, letters en cijfers zegevieren steeds verder over de natuur.
En in die wereld floreren juist weer abstracte, verbale, cijfermatige, technologische modellen en theorieën.
Het is een zichzelf versterkend mechanisme.
De fabulant
De linkerhersenhelft produceert niet alleen versimpelde versies van de werkelijkheid, maar bovendien geregeld onzinnige verklaringen voor wat er gebeurt.
Psycholoog Michael Gazzaniga deed vanaf de jaren zestig onderzoek naar patiënten met een doorgezaagde hersenbalk (destijds was dat een behandeling tegen epilepsie).
Een van Gazzaniga’s beroemdste experimenten ging als volgt. De rechterhersenhelft van zijn proefpersoon (genoemd bij zijn initialen P.S.) kreeg een plaatje van sneeuw te zien. De man kon het woord "sneeuw" niet vormen – vocabulaire is het domein van links en bij een patiënt met een doorgezaagde hersenbalk communiceren beide helften niet meer met elkaar. Wel kon hij een plaatje van een sneeuwschuiver aanwijzen, met zijn linkerhand.
Met zijn rechterhand kon hij dat weer niet, omdat zijn linkerhersenhelft geen plaatje had gezien.
Vervolgens lieten de onderzoekers aan zijn rechterhersenhelft opnieuw het plaatje van sneeuw zien, en aan zijn linkerhersenhelft een plaatje van een kippenpoot.
Opnieuw koos de linkerhand van de proefpersoon de sneeuwschuiver: zijn rechterhersenhelft had immers sneeuw gezien. Zijn rechterhand koos nu een plaatje van een kip, dat correspondeerde met de kippenpoot.
Toen vroegen de onderzoekers waarom zijn linkerhand een plaatje van een sneeuwschuiver had gekozen. Waarop P.S., wiens verbale linkerhersenhelft geen idee had dat zijn rechterhersenhelft een plaatje van sneeuw had gezien, verklaarde dat hij een kip had gezien, en dat hij de sneeuwschuiver nodig had om het kippenhok uit te mesten.
Ons brein (links) blijkt binnen een paar seconden een verhaal te kunnen fabriceren dat de werkelijkheid aan onze eigen theorieën laat voldoen. Proefpersoon P.S. bracht zijn constatering bovendien niet als een suggestie, maar als een onbetwistbaar feit, alsof hij er niet over na hoefde te denken.
Het ligt in de natuur van de rechterhersenhelft om dit soort zelfbedachte theorieën ter discussie te stellen. Maar in onze steeds abstractere werkelijkheid die onze linkerhersenhelft voor de hele werkelijkheid aanziet, kan het zomaar gebeuren dat dat stapje niet wordt uitgevoerd.
Niet zo slim als we denken
Het verhaal tot nu toe samengevat:
- We beschouwen onze talige en technologische modellen van de werkelijkheid steeds gemakkelijker als de werkelijkheid zelf, in een zelfversterkend mechanisme.
- We zijn in staat om on-the-fly onzinverklaringen te produceren om onze theorieën van de werkelijkheid te laten kloppen.
Bij Justine Sacco pakte dat zo uit: tienduizenden twitteraars namen haar tweet letterlijk en concludeerden dat ze een racist was.
Haar kale woorden werden gewaardeerd als door patiënten met een hersenbloeding rechts, die denken dat ‘het is een beetje fris hier’ alleen betekent dat het ‘een beetje fris hier’ is. Dat als er staat dat een stekelvarken een aap is, dat dan wel zo zal zijn.
Sacco’s ironie, het aspect van communicatie waar we onze rechterhersenhelft bij nodig hebben, net zoals poëzie en metaforen, ging verloren in de droge talige vorm die ze koos. (Een knipogende smiley had waarschijnlijk wonderen gedaan.)
Haar tweet klopte bovendien bij het vertrouwde plaatje dat mensen van racisten hebben. De twitteraars fabuleerden zonder enige zelftwijfel een algemeen aanvaarde conclusie: Justine Sacco is een racist. Met verpletterend effect.
Sacco’s werkgever (een internetbedrijf), die toch zou moeten weten wat voor iemand hun pr-dame was, koos ervoor de gemodelleerde werkelijkheid te laten prevaleren boven de reële werkelijkheid, en ontsloeg haar.
De lichaamstemperatuur van een kip
Er is nog een derde probleem met ons brein: we geloven eerder in iets wat we eerder hebben gehoord dan in iets nieuws, ook al is dat wat we eerder hebben gehoord onzin.
Psycholoog, gedragseconoom en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman (samen met Amos Tversky), schreef in Thinking, Fast and Slow hoe makkelijk we aannames doen als ze ons bekend voorkomen:
‘Mensen die herhaaldelijk waren blootgesteld aan de zin ‘de lichaamstemperatuur van een kip’ waren eerder geneigd om de uitspraak ‘de lichaamstemperatuur van een kip is 62 graden’ te accepteren als waar.’
Volgens Kahneman is dit de reden dat politici zo makkelijk hun bevolking kunnen laten geloven in een compleet irrationele boodschap.
‘De vrije markt reguleert zichzelf’, ‘In Kiev zijn nazi’s aan de macht’: het zijn versimpelingen van de werkelijkheid, die we creëren met het talige, verklarende linkerdeel van ons brein.
De waarheid achter die ideeën bevragen, doen we niet als vanzelf. Het is ook lastig om een reality-check uit te voeren op theorieën die groter zijn dan de realiteit van ons eigen leven.
En stel dat je zo’n idee opschrijift, zegt Kahneman, in een vertrouwenwekkend lettertype, dan geloven mensen een onzinstelling nog makkelijker.
Intussen accepteren we de gekste theorieën als waar, wanneer we er maar vaak genoeg aan worden blootgesteld. Na een tijdje in Rusland te hebben gewoond, beschouwde ik het bijvoorbeeld als normaal dat je op metrostations en vliegvelden niet mag fotograferen. Objecten van verhoogde veiligheid, zo zijn Russen nu eenmaal. Logisch toch?
En in het Westen (en veel andere delen van de wereld) zijn we compleet gewend aan het idee van een economische, technologische en bureaucratische machinerie die steeds meer een leven van zichzelf begint te leiden. Zo zijn westerlingen. Logisch toch?
Of niet? Zodra ik vrij ben en mijn diepere verlangens de vrije loop laat, voel ik dat ik de dingen anders zou willen.
Euforie na een hersenbloeding
Is het een controversieel idee, dat we grote problemen in de wereld kunnen verklaren uit een volgzaam vertrouwen in een besluitvaardige, maar dogmatische, fabulerende en dominante linkerhersenhelft? Uiteraard is ook dit maar een model van de werkelijkheid. Maar misschien is het niet zo’n gek model.
Op 10 december 1996 werd Jill Bolte Taylor (toen 37 jaar oud) wakker met een stekende pijn achter haar linkeroog. Ze stapte op haar hometrainer, wachtend tot de pijn weg zou ebben, maar bleef zich voelen alsof ze niet in haar eigen lichaam zat.
Onder de douche begon haar reguliere gedachtenstroom – ‘het geklets van mijn brein,’ zoals ze het noemt – gefragmenteerd te raken en weg te vallen. Toen drong zich de gedachte aan haar op: ‘Heb ik een hersenbloeding?’
Bolte Taylor is hersenwetenschapper. In de vier uur die volgden ervoer ze hoe haar eigen linkerhersenhelft, die ze dagelijks zo intensief gebruikte voor haar hersenonderzoek en waarvan ze theoretisch zo goed wist hoe die werkte, uitgeschakeld raakte.
In het boek My Stroke Of Insight, dat ze na haar herstel schreef, vertelt ze waarom ze 9-1-1 niet belde. Het deel van het brein waarin het alarmnummer stond opgeslagen was ‘in een poel met bloed beland’. Het hele concept van 9-1-1 bestond voor haar niet meer.
Tegelijkertijd verkeerde ze in het volle besef dat ze in een noodsituatie verkeerde, en iemand moest bellen. Maar wie, en hoe?
Het doorkiesnummer van haar kantoor – oh ironie, de Brein Bank – schoot even door haar hoofd. Maar de cijfers ervoor was ze kwijt. Terwijl haar bewustzijn helder bleef, raakte steeds meer feitelijke informatie in haar hoofd overstroomd. Het nummer van een bevriende collega dat ze vond, kon ze niet meer lezen.
Zoekend naar de corresponderende friemeltjes op het telefoontoestel, toetste ze tergend moeizaam – haar hersenbloeding was nu 45 minuten gaande – zijn nummer in.
Haar herstel duurde acht jaar.
Bevrijd van het idee van zichzelf
Net als The Master and His Emissary gaat My Stroke of Insight over de verschillende functies die beide hersenhelften innemen. Bolte Taylor trekt in haar boek grotendeels dezelfde conclusies als McGilchrist. De linkerhersenhelft is ook volgens haar van groot belang voor ons functioneren:
‘Een van de taken van onze talige linkerhersenhelft is ons een definitie van onszelf geven, door te zeggen ‘ik ben.’ Met zijn geklets herhaalt het brein voortdurend de details uit je leven, zodat je die onthoudt. Hier huist je ego. Hierdoor heb je een intern besef van hoe je heet, wat je hebt bereikt en waar je woont. Als deze cellen hun taak niet zouden vervullen, dan zou je vergeten wie je bent, de draad van je leven en je identiteit verliezen.’
Maar ook volgens deze wetenschapper is de linkerhersenhelft onwenselijk dominant en een veroorzaker van onvrede en ongenoegen.
Dat ontdekte ze toen het linkerdeel van haar brein door de bloeding was stilgevallen:
‘Zonder een taalcentrum dat me vertelde: ‘Ik ben Dr. Jill Bolte Taylor, ik ben neuroanatoom, ik woon hier en ben bereikbaar op dit nummer,’ voelde ik me niet langer verplicht om haar te zijn. [...] Ik was niet langer gebonden aan haar beslissingen en door haarzelf opgelegde beperkingen.’
Ze belandde in een egoloze, euforische maar ook apathische staat, waar ze uitgetrokken moest worden. Haar moeder stimuleerde haar om weer te leren praten en functioneren in de wereld.
Waarna ze de wereld overtrok om mensen te vertellen hoe geweldig het is om weer een functionerende linkerhersenhelft te hebben. Maar ook hoe je jezelf kunt aanleren om wat minder waarde aan ‘het geklets van je brein’ te hechten, als je daar even geen behoefte aan hebt.
Bovendien vraagt Bolte Taylor haar publiek steevast breindonatie aan een hersenbank te overwegen na overlijden, zodat er meer wetenschappelijk onderzoek kan worden gedaan naar hoe ze werken. ‘You’ve always wanted to go to Harvard!’, zingt ze in dit liedje.
Dommer dan je denkt
Wat nu te doen aan het feit dat we de wereld proberen te manipuleren met behulp van een brein dat de werkelijkheid helemaal niet zo goed interpreteert als we denken?
Er gebeurt al heel wat. Jill Bolte Taylor is niet de enige die mensen probeert bewust te maken van het leed dat ons blinde vertrouwen in onze gedachten veroorzaakt, in onszelf en in de wereld. Gestaag beginnen we te onderkennen dat we niet zo slim zijn als we denken.
De zeer onderhoudende podcastserie You Are Not So Smart van David McRaney behandelt bijvoorbeeld elke aflevering een hersenkronkel die we maken zonder dat we dat beseffen – waaronder de vele vormen die er bestaan van cognitive bias (als eerste zo genoemd door Daniel Kahneman en zijn compaan Amos Tversky). De serie is ook te vinden als boek, getiteld You Are Now Less Dumb.
De digitale sociëteit Less Wrong doet onderzoek naar manieren om ernstige gevolgen van irrationele denkfouten te voorkomen, in combinatie met onze geavanceerde technologie.
En Iain McGilchrist? Ook hij onderzoekt nu hoe we ervoor kunnen zorgen dat we weer prioriteit geven aan wat we weten uit ervaring, in plaats van aan onze theorieën.
Voor overheden en onderwijsinstituten ziet hij een grote rol weggelegd. In het projectvoorstel voor zijn volgende boek zoomt hij uit naar de grote wereldproblemen:
‘We zien stekelvarkens aan voor apen omdat onze theorie ons vertelt dat dat is wat ze zijn. Dat leidt tot een serie paradoxen, waarbij we geloven dat we op weg zijn om een zeker doel te bereiken – bijvoorbeeld dat we de veiligheid in de wereld kunnen vergroten door de Golf te bezetten, of de marktstabiliteit kunnen verhogen door ingenieuze programma’s te implementeren die de marktbewegingen voorspellen – en vervolgens het omgekeerde bereiken.’
Zijn nieuwe boek moet volgend jaar verschijnen. Werktitel: The Porcupine is a Monkey, or: Things Are Not What They Seem.
Wil je verder lezen over dit onderwerp? Dan kan ik je deze literatuur van harte aanraden: Iain McGilChrist - The Master and His Emissary, Jill Bolte Taylor - My Stroke of Insight, Michael Gazzaniga - Who’s in Charge? Free Will and the Science of the Brain, Daniel Kahneman - Thinking, Fast and Slow
Het is bijna officieel: wij leven in het Tijdperk van de Mens De mens heeft inmiddels zoveel invloed op het aangezicht van de aarde dat binnenkort besloten wordt of het heden officieel het Antropoceen – het tijdperk van de mens – moet worden genoemd. De komende dagen kun je er alles over te weten komen op het Sonic Acts festival in Amsterdam. Zo ontstaat de illusie dat je de wereld begrijpt Moslims. Bankiers. Grieken. Het zijn generalisaties die we zo vanzelfsprekend gebruiken dat we niet beseffen dat het allemaal kleine leugentjes zijn. Die vervolgens grote leugens worden.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!