Op een lentedag in 2000 stond op het terras van het trainingscomplex van Arsenal, de Londense voetbalclub, te kijken naar zijn zoon Jamie, toen hij werd aangestoten door een hem onbekende man.

Onbekende Man: ‘Speelt uw zoon mee?’

Lawrence: ‘Ja, die daar.’

Onbekende Man: ‘Die heeft talent. Wanneer is hij geboren?’

Lawrence: ’22 augustus…’

Onbekende Man: ‘O, wat jammer.’

Lawrence: ‘I beg your pardon?

Onbekende Man: ‘Dan gaat hij het niet redden als profvoetballer.’

Deze man spoorde duidelijk niet en Lawrence besloot het gesprek hierbij te laten. Maar in de dagen en weken erna bleven de woorden door zijn hoofd spoken.

Maanden later stuitte hij op een van een talentontwikkelaar bij de FA, de Engelse voetbalbond. Zijn ogen stopten direct bij deze grafiek.

Bron: Simmons & Paull, ‘Season-of-birth bias in association football’, in: Journal of Sports Sciences
Bron: Simmons & Paull, ‘Season-of-birth bias in association football’, in: Journal of Sports Sciences

De grafiek schreeuwde naar hem vanaf de pagina. De beste voetballers van Engeland bleken veel vaker geboren in de eerste maanden van het voetbalseizoen dan in de laatste maanden van het seizoen. Het kwartje viel: de man die hem had aangesproken bij Arsenal wist dit blijkbaar. Hij wist dat zijn zoon Jamie, simpelweg door laat te zijn geboren, in augustus, een veel kleinere kans had om profvoetballer te worden. (

Dat kon niet waar zijn, dacht Lawrence. Hoe kan het dat professionele voetbalclubs, professionele voetbalcoaches, mensen die betaald worden om talent te herkennen, zich zo vergissen?

Het relative age effect

Maar toen hij zich verdiepte in het onderwerp, bleek dat een heel peloton aan wetenschappers het fenomeen al uitvoerig had beschreven. Het had zelfs een naam: het relative age effect (RAE) – in het Nederlands het ‘leeftijdeffect’ of ‘geboortemaandeffect.’

Heel ingewikkeld is het principe niet. De oververtegenwoordiging van voetballers uit het begin van het jaar is een rechtstreeks gevolg van de indeling van spelers in leeftijdscategorieën: de F’jes, E’tjes, D’tjes. Twee kinderen die op respectievelijk 1 januari 2007 en 31 december 2007 zijn geboren, zitten in hetzelfde team. Maar het jongetje (of meisje) van 1 januari is meestal veel ouder, groter en sterker.

Trainers geven systematisch de voorkeur aan die oudere, fysiek sterkere kinderen, wat een hele reeks aan gevolgen heeft, zo de Belgische bewegingswetenschapper en RAE-expert Werner Helsen in het Journal of Sports Sciences. Die jongetjes komen vaker in de selectie-elftallen met andere sterke/goede jongetjes, ze krijgen vaker training, en van betere trainers. Het positievere commentaar dat ze krijgen, verhoogt het plezier dat ze in het spel hebben, wat stimulerend is voor hun zin om meer te trainen en beter te worden.

Het gevolg is dat er in het profvoetbal veel meer spelers zijn uit de eerste maanden van het jaar dan uit de laatste maanden van het jaar. Sommige elftallen zijn hier extreme voorbeelden van, zoals bijvoorbeeld het Jong Oranje van coach Foppe de Haan, dat in 2007 Europees kampioen werd:

Liefst zestien van de 23 spelers zijn in de eerste vier maanden van het jaar geboren. Dat wil niet zeggen dat zij geen goede voetballers zijn (al speelt januarikind Maceo Rigters voor de Amsterdamse derdeklasser ZSGOWMS). Ze hebben simpelweg betere kansen gekregen om beter te worden. Ten koste van de jongere jongetjes, de onterecht onontdekte talenten.

Het geluk van de oudere kinderen is de pech voor de jongere kinderen. En dat kan soms hard aankomen, vertelde PSV-jeugdcoach Bastiaan Riemersma op een recente bijeenkomst over ‘Ik weet zelfs dat een jongetje dat bij ons is weggestuurd, nu bij een psycholoog .’

En het effect bestaat niet alleen in voetbal, maar in alle populaire sporten. Daar waar de competitie groot is, worden spelertjes op jonge leeftijd geselecteerd: van (in Canada) en rugby (Groot-Brittannië), en van voetbal tot tennis, het leeftijdeffect is overal.

Of zoals Lawrence het zegt: ‘De wereld is verdeeld in twee kampen: zij die in de eerste helft van het jaar zijn geboren, de gelukkigen, die alle kansen krijgen; en de ongelukkigen, zij die in de tweede helft van het jaar zijn geboren.’

Het probleem wordt niet kleiner, maar groter

Nu denk je misschien hetzelfde als wat Lawrence dacht: als dit onrecht zo breed is beschreven, dan is er toch al lang een oplossing voor gevonden?

Nou,

Alle wetenschappelijke en journalistieke aandacht ten spijt – het geboortemaandeffect komt ook aan de orde in Malcolm Gladwells bestseller – nam het geboortemaandeffect niet af.

Dit is de geboortemaandverdeling van alle spelers uit twaalf Europese competities.

Data: Sander IJtsma/@11tegen11 (Noot: de Britse competities, die 1 september aanhouden als peildatum, zitten hier niet bij.)
Data: Sander IJtsma/@11tegen11 (Noot: de Britse competities, die 1 september aanhouden als peildatum, zitten hier niet bij.)

Integendeel, constateerde onderzoeker Werner Helsen – het effect is sterker geworden. Volgens Helsen komt dat doordat sinds het jaar 2000 in veel landen de peildatum voor zowel sport als onderwijs op 1 januari is komen te liggen. Kinderen die vroeg zijn geboren, krijgen dus zowel op de voetbalclub als op school positiever commentaar. ‘Dat tikt dubbel aan.’

Een andere verklaring, zegt de Groningse bewegingswetenschapper Marije Elferink-Gemser – expert op het gebied van talentidentificatie – is de toegenomen competitie. ‘Clubs zijn steeds harder op zoek naar talent. En daardoor scouten ze eerder, op jongere leeftijd. Dat vergroot de kans dat je een ouder kind scout, in plaats van het getalenteerdere kind.’

Hoe Ajax het relative age effect ontdekte

De ironie ontging de wetenschap niet.

In een uit 2008 schrijven drie Britse onderzoekers dat het niet meer nuttig is om bewijs te zoeken van het bestaan van het leeftijdeffect – dat is de afgelopen vijftig jaar genoeg gedaan. ‘Gesteld zou kunnen worden dat een van de belangrijkste richtingen voor zowel onderzoekers als beoefenaars [coaches, MdH] is om te werken aan het elimineren van leeftijdeffecten.’

Vertaald: mensen, doe iets!

Een van die mensen kennen we al: Steve Lawrence.

‘Het is niet alleen goed voor de club, het is ook eerlijker naar de spelers’

Lawrence was niet gestopt met lezen nadat hij de grafiek had gezien. Hij raakte gefascineerd door het onderwerp, begon zich bij te scholen, en liet zijn eigenlijke beroep – architect – steeds meer voor wat het is. Puzzelstukjes begonnen op hun plek te vallen. De onbekende man die hem aansprak bij Arsenal? Dat was waarschijnlijk een scout van een profclub. ‘Hij kende het effect en besefte dat Jamie er nadeel van zou ondervinden. En dat het dus zinloos zou zijn om hem te scouten.’

Hij verdiepte zich in de statistiek, zodat hij zoveel mogelijk aspecten van het geboortemaandeffect kon kwantificeren. Hij schreef er papers over, werkte aan oplossingen voor het probleem en is de officieuze baas van het Wikipedia van het relative age effect – een zeldzaam beknopt lemma, met een zeer complete

In 2008 verhuisde hij naar Nederland, omdat zijn vrouw Lynne werd van het in Amsterdam gevestigde Internationale Montessori Instituut. Jamie kon bij de jeugd van voetbalclub Haarlem terecht en werd daar snel door . Daar maakte Lawrence kennis met Ruben Jongkind – die na de ‘fluwelen van Johan Cruijff bij Ajax werd aangesteld als hoofd

Lawrence vertelde hem over het leeftijdeffect. En de ongelijkheid die dat veroorzaakte: ‘Als jeugdopleiding moet je doel niet zijn om wedstrijden te winnen. Dan ga je de fout in, dan ga je alleen de oudste jongens opstellen, en niet de talentvolste spelers. Je doel moet zijn om spelers op te leiden die als senior wedstrijden winnen.’

Met andere woorden: je moet dus wedstrijden durven verliezen. Een advies dat meer ingaat tegen de mentaliteit van een voetbalclub, is mogelijk niet te verzinnen. Maar Ruben Jongkind luisterde aandachtig.

‘Wat Steve me vertelde, was een eyeopener,’ zegt Jongkind (39) op Ajax’ trainingscomplex De Toekomst. ‘Ik had er weleens over gelezen, in een boek over talentontwikkeling, maar daarin kwam het niet tot leven. Toen Steve me die staafdiagrammen liet zien, was ik direct geïnteresseerd. Als je een bias hebt met scouten, dan ga je talent missen dat later van waarde kan zijn. Maar het is niet alleen goed voor de club, het is ook eerlijker naar de spelers.’

Winnen is onbelangrijk

Sinds Jongkind de ideeën van Lawrence in de praktijk bracht, is de verhouding tussen spelers uit de eerste helft van het jaar en spelers uit de tweede helft van het jaar veranderd, ‘van 80/20 naar 65/35.’

Dat is het resultaat van de toegenomen bewustwording bij scouts en coaches. Jongkind laat een app zien die de jeugdopleiding sinds 2013 gebruikt, met de naam ‘Skillsbox.’ Daarin houdt Ajax bij hoe spelers scoren op fysieke, mentale en technische factoren. In het beginscherm staat van elke speler altijd de geboortedatum vermeld, ‘zodat trainers rekening houden met leeftijd als belangrijke factor, en niet oneerlijk vergelijken met oudere spelertjes.’

Daarnaast is sinds de Cruijffrevolutie de Montessorileeftijdstructuur ingebracht – mede op advies van Lawrence. Net zoals op Montessorischolen trainen jongere kinderen samen met oudere kinderen, in leeftijdsgroepen van zes tot twaalf jaar; twaalf tot zestien jaar; en zestien tot achttien jaar. ‘Het voordeel daarvan,’ zegt Jongkind, ‘is dat we relatief jonge spelers niet om het jaar beoordelen. Als je ze elk jaar beoordeelt, is de kans te groot dat je een jongetje wegstuurt dat nu nog niet presteert, maar wel potentie heeft.’

In het scouten van jeugdspelers werkt Ajax nu ook anders. Uit een onderzoek dat Ajax uitvoerde, bleek de amateurclubs waarmee Ajax samenwerkt, een nog grotere bias te hebben – in de E1s, D1s, C1s van amateurclubs is 90 procent geboren in de eerste helft van het jaar. ‘Daarom scouten we nu ook met extra aandacht de tweede en derde elftallen van die clubs,’ zegt Jongkind.

Als je jongere spelertjes selecteert, die in de toekomst goed zullen presteren, loop je het risico om in het nu wedstrijden te verliezen

Maar daarmee ben je er nog niet. Je kunt wel weten dat je meer moet letten op kinderen uit de tweede helft van het jaar, maar dat werpt weer een andere vraag op: welke kinderen? Jongkind wil dat probleem onder meer te lijf gaan met data. Statistieken moeten helpen objectieve criteria van kwaliteit te toetsen, zodat je de prestaties van een jongen van tien jaar en tien maanden kunt vergelijken met die van een jongen van tien jaar en één maand.

‘Dat is moeilijk, maar ik verwacht dat we over een jaar of vijf een stuk verder zijn. Tot die tijd is de vuistregel: we kiezen voor de relatief jongere speler, als hun niveau hetzelfde is.’

Maar zelfs als je het weet, dan ben je er nog niet vanaf. Als je jongere spelertjes selecteert, die in de toekomst goed zullen presteren, loop je het risico om in het nu wedstrijden te verliezen. En coaches willen winnen, zeker coaches van jeugdelftallen van profclubs. En als je meer jongere spelers in je team opneemt, loop je het risico dat je wedstrijden verliest; iets wat die coaches van nature haten.

Jongkind: ‘De opleiding ondergaat dus een mentaliteitsverandering. Waar het eerste elftal moet winnen, is het voor de jeugdelftallen van secundair belang. Ontwikkeling moet .’

There’s an app for that

Ajax zal zeker sprongen maken, zegt Lawrence. En hij weet dat ook andere clubs, en de KNVB, bezig zijn met het probleem.

Maar hij schaakt op meer borden om het geboorte-effect tegen te gaan. Bijvoorbeeld bij de Europese Unie. Dit omdat door het leeftijdeffect jongere spelers systematisch worden gediscrimineerd. ‘En discriminatie mag niet.’ En dus zou de EU de voetbalbonden kunnen dwingen het probleem aan te pakken.

‘Als je het geboorte-effect wilt aanpakken, moet je een lange adem hebben’

De vraag is alleen: hoe? Want het goede nieuws is dat EU-ambtenaren met wie hij contact had, het probleem begrijpen. Het slechte nieuws, aldus Lawrence, is dat de EU ook zegt dat de oplossing voor een probleem proportioneel moet zijn aan het probleem. Veel plannen om het geboorte-effect tegen te gaan, zijn te

Zijn oplossing: de Average Team Age. Elke wedstrijdselectie (van achttien jeugdspelers) moet voldoen aan een zekere gemiddelde leeftijd, net zoals de elf spelers op het veld. ‘Hiermee corrigeer je het leeftijdeffect, maar hou je een zekere flexibiliteit.’

Maar hoe dit simpel uit te voeren? Hoe te voldoen aan het proportionaliteitsbeginsel? Een coach kan moeilijk voor elke wissel die hij toepast, gaan rekenen of de gemiddelde teamleeftijd wel goed is.

Welnu, daar hield Lawrence rekening mee – door een app te bouwen. Na tweeënhalf jaar zwoegen was de app er: de miTeamsheet, gratis in Apples app-store.

Het lijkt nogal onwaarschijnlijk dat iemand jaren werk steekt in een app die alleen gebruikt gaat worden als hij de EU zover kan krijgen om voetbalbonden dwingen tot vernieuwing – dat zijn net iets te veel onhaalbare stappen ineen.

En toch is dat wat Lawrence heeft gedaan. ‘Ik heb die app gebouwd om mijn case sterker te maken. Als je het geboorte-effect wil aanpakken, moet je een lange adem hebben.’

Binnenkort heeft hij een afspraak met medewerkers van de nieuwe bevoegde eurocommissaris, Tibor Voelt hij zich niet soms als Don Quichot?

‘Zeker,’ zegt hij. ‘Maar ik ben me ook bewust van de kracht van het idee, en de onrechtvaardigheid van het systeem. Het is toch onverteerbaar dat een oplosbaar probleem niet wordt opgelost?’

Wil je op de hoogte blijven van mijn verhalen? Sport is een hypercompetitieve wereld die bol staat van innovatieve en archaïsche ideeën. Je kunt vechten of vluchten voor competitie. In mijn nieuwsbrief houd ik je op de hoogte van de artikelen die ik publiceer voor De Correspondent, deel ik de mooiste sportverhalen uit andere media en geef ik nutteloze feitjes die je kunt doorvertellen in de sportkantine of de kroeg. Schrijf je hier in voor mijn nieuwsbrief

De uitvinder van tiki-taka haat tiki-taka, onthult dit geweldige boek over Pep Guardiola Vandaag hervat Bayern München de Duitse eredivisie. Een wedstrijd die ze waarschijnlijk gaan winnen, net als de competitie – met stijlvol voetbal. Nog niet zo heel lang geleden was dat niet zo vanzelfsprekend: de club had geen identiteit, geen handelsmerk. De man die het verzorgde: Pep Guardiola. Martí Perarnau schreef met Pep Confidential een fantastisch boek over hem. Lees de aanbeveling hier terug Hoe de FIFA resistent werd voor argumenten (en nieuwe voorzitters) Sepp Blatter of geen Sepp Blatter: dat is de vraag die de voetbalwereld bezighoudt nu er een nieuwe voorzitter van de FIFA moet worden gekozen. Maar veel belangrijker nog is de vraag: hoe maak je een organisatie waar corruptie zo endemisch is ooit nog gezond? Lees het stuk hier terug