Ze hebben een twee-onder-een-kapwoning in Gorinchem en een poes die Vlekje heet. Op de ontbijttafel staat een pot jam naast een Tupperware-bak met vleeswaren. Zoon Sem (2) speelt met een houten trein, terwijl dochter Mees (5) aan de keukentafel een tekening maakt. Op het eerste gezicht is het gezin van Robert (34) en Isa (32) doodnormaal. 

Toch is alles veranderd sinds Robert twee jaar geleden ontslagen werd bij de bank en het gezin in ernstige geldnood kwam.

‘We zijn een participatiegezin geworden,’ legt Isa uit terwijl ze de was uit de droger haalt en in stapeltjes opvouwt.

‘Wij hebben de zorg voor het gezin gedecentraliseerd. Jarenlang waren we een gezin als alle andere. Heel klassiek: wij zorgden voor de kinderen, dat was onze verantwoordelijkheid. Maar die situatie was niet meer houdbaar. Om de kracht en kwaliteit van het gezin vast te blijven houden is het tijd voor een nieuwe visie, met een bescheidener bestuur. Dat moet wel - we hebben geen stuiver meer - maar het past ook enorm bij deze tijd. Mensen willen hun eigen leven inrichten. Of ze nou vier of twee zijn.'

Dat het in eerste instantie even wennen was, beaamt Robert. Nu kijkt hij met een brede glimlach naar buiten, waar Mees het gras loopt te maaien. Haar armen komen maar net bij het handvat. 

Robert: ‘Het gaat om het nemen van je eigen verantwoordelijkheid. Dit gezin kan geen eenrichtingsverkeer meer zijn. Iedereen die een steentje bij te dragen heeft, moet dat doen. We willen ruimte geven en kansen bieden, het is dan ook van belang de opvoeding heel sterk in een marktcontext plaatsen: een systeem van vraag en aanbod waar iedereen de kans krijgt om zijn eigen leven vorm te geven.

En we hebben gewoon geen geld meer natuurlijk. Dat ook.’

Zelf vormgeven

Voor Mees is het leven er niet makkelijker op geworden sinds ze opgroeit in een participatiegezin. Twee dagdelen per week werkt ze in de bloemenzaak van haar moeder. In ruil daarvoor betalen haar ouders haar zorgverzekering. Brood voor het ontbijt bakt ze zelf. Daarnaast verricht ze klusjes in huis, in ruil voor extraatjes. Vorige maand zijn ze naar de Efteling geweest. Daar heeft Mees vijf maanden lang fiscale administratie voor moeten doen. Mees zeurt niet. 

Haar grote blauwe ogen beginnen te glinsteren als ze begint over haar participerende functie in het gezin.

‘Het is niet alleen goed voor mezelf, maar voor het hele gezin als iedereen zelf vorm geeft aan de toekomst. Zo ontstaat er een sterk fundament van sociale ambachtelijkheid.’ Ze knikt richting haar broertje Sem, die in de hoek van de kamer op een stuk speelgoed ligt te sabbelen.

Sommige mensen in het gezin houden alleen maar een handje op. Dat vind ik asociaal. Dat moet je niet willen belonen.’

Dan, als Sem haar kant opkruipt: ‘Je moet toch gewoon op je eigen benen kunnen staan.’

‘Je moet investeren in gezinsleden die zelf ook iets inbrengen.’

Moeder Isa knikt als dit ter sprake komt. 

‘Mees krijgt meer steun van ons dan Sem. Dat is -’ even valt ze stil. Ongemakkelijk kijkt ze naar haar nagels. ‘Dat is niet makkelijk, maar wel het eerlijke verhaal. Mees doet ook meer voor het gezin. Dat wil je belonen. Je moet investeren in gezinsleden die zelf ook iets inbrengen. Sem wast niet eens zijn eigen luiers.’

Robert: ‘Sem heeft hobby’s. Hij stopt graag speelgoed in zijn mond. Hij rent met theedoeken over zijn hoofd door het huis. Veel mensen vinden dat hij voor een tweejarige bijzonder goed viool speelt. Leuk voor hem, maar waarom moet de rest van het gezin daarvoor opdraaien?’ 

Vliegtuigjes

Het lastigste aan de nieuwe gezinsvorm vindt Mees dat ze niet naar school kan. ‘Het lijkt mij een goede investering, niet alleen in mij, maar in het hele gezin als ik een beetje gedegen onderwijs zou krijgen. Mijn ouders investeren hun geld liever in modelvliegtuigjes.’

Ze verwijst naar een keukentafelruzie die het gezin eerder die week had. Robert had geld uitgegeven aan drie dozen speelgoedvliegtuigjes. Mees was het daar niet mee eens.

‘Toen hebben wij haar naar haar kamer gestuurd. Ja hallo. Die vliegtuigjes zijn belangrijk. De buren hebben ze ook.’

Daarnaast zijn Robert en Isa het niet met Mees eens dat ze geen onderwijs krijgt. ‘Ze gaat naar een participatieschool. Helemaal van deze tijd. Ze hebben er geen leraren, zodat leerlingen hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen. Ze hebben ook geen gebouw. Het is een eigen initiatief van een clubje zevenjarigen van het woonerf hier achter. Actieve burgers. Goed hè?’

Sem wilde niet reageren omdat hij nog niet kan praten.