Interessante ontwikkeling op het voetbaldatafront: Daniel Altman, econoom, ex-journalist bij The New York Times, en voetbaldata-analist, is begonnen als transferbeleidsadviseur bij Premier League-club Swansea City.
Altman (1974) was al een tijdje ‘zoek.’ Een paar maanden geleden verdween hij van Twitter. Hij liet daarmee een aardig gat achter: in het kleine data-analysewereldje maakte Altman de afgelopen jaren naam, met scherpe tweets en blogs over data en voetbal.
Vorige week dook hij op: bij Swansea dus. Al eerder deed hij naar eigen zeggen consultancywerk voor clubs; nu is met Swansea een opdrachtgever bekend geworden.
Een goede keuze? Een goed cv heeft Altman zeker. Altman is een gepromoveerd Harvard-econoom, docent aan de Stern-universiteit in New York, journalist voor Foreign Policy, The Economist, The New York Times en The New Yorker (over voetbal en data), en drijft ook nog handel in wijn. Hij komt uit een goed nest: zijn vader Sidney won de Nobelprijs voor Scheikunde.
En hij houdt van voetbal. In 2013 begon hij een consultancybedrijf voor kwantitatieve sportanalyse, North Yard Analytics. Zijn vaardigheden en belangstelling leken precies in een nieuw gat in de markt te passen: die van de data-analyse in het voetbal.
De vreemde markt voor voetbalanalisten
In 2015 schreeft Altman een interessante blogpost, waarin hij een probleem aansneed dat de komende jaren actueel zal blijven in het voetbal.
Hij zei het niet zo, maar het komt erop neer dat het voetbal missschien te dom is om zichzelf te helpen.
Dat zit zo: de blog ging over het fenomeen the market for lemons. Die term komt van de econoom George Akerlof, en ging over een situatie waarin de vrije markt faalt. Neem tweedehandsautohandelaren of automonteurs: hoe kan een consument weten of een monteur of handelaar liegt of niet? Hoe weet hij of een auto een goede auto is, of een lemon, de Amerikaanse term voor een defecte auto?
Vrijwel niet, schreef Akerlof, want het verschil in kennis tussen expert en consument is te groot. (Denk bijvoorbeeld ook aan tandartsen.)
Hoe weten clubs of een data-analist goed is of niet? Of een analyse?
Voor voetbal en data geldt hetzelfde volgens Altman. Clubs willen graag meer gebruikmaken van data, want het is modieus - zeg Big Data, zeg Moneyball - en een potentieel wapen. Maar hoe weten clubs of een data-analist goed is of niet? Of een analyse?
Niet of nauwelijks, aldus Altman. Er werken heus wel slimme mensen in het voetbal, maar slechts weinigen zijn statistisch geschoold. Daardoor kunnen charlatans hun slag slaan. Altman: ‘[D]e verkopers van lemons zullen [immers] even welbespraakt zijn in het leuren met hun diensten als de verkopers van goede analytics.’
Het is mogelijk zelfs nog complexer (en kolderieker). Louche tweedehandsautohandelaren lichten de boel bewust op met slechte auto’s; sommige enthousiaste voetbaldata-analisten zullen dat onbewust doen.
Immers: door de hype in Big Data en sportstatistieken zijn veel mensen enthousiast met data aan de slag gegaan. Ze denken dat ze het goed doen, terwijl ze - door gebrek aan statistische scholing - onbewust lemons verkopen. En wederom: kunnen de clubs het onderscheid maken?
Kortom: het wordt de komende jaren een fascinerend en geestig proces achter de coulissen van de clubs, deze ‘mismatch’ tussen kopers en verkopers. In het ergste geval leidt dat tot een verziekte markt, waar de goede analisten het opgeven omdat niemand hun kwaliteit herkent, en er een markt overblijft van oplichters en onbewust incompetenten.
Een denkniveau verhogen
De suggestie van Altmans blogpost was natuurlijk dat ook hij géén lemon is. Dat hij wél zinnige analyses levert. De Amerikaanse eigenaren van Swansea denken in elk geval goed te zitten met hem - of ze dit nu zeker weten of niet.
In elk geval heeft hij als gepromoveerd econoom de juiste achtergrond. (Hij geeft, in economische theorie, de juiste ‘signalen’ van kwaliteit af.) Zijn blogs hoorden tot de helderste op het gebied (zie de presentatie hierboven), en met zijn kritische vragen en commentaar stuwde Altman de jonge discipline naar een hoger niveau.
Nu is de vraag of hij Swansea kan helpen. De club heeft het nodig, want het staat een-na-laatste in de Premier League. Hoe lang Altman al voor Swansea werkt en wat zijn rol precies is, weet ik niet. Altman antwoordt via e-mail vriendelijk dat hij (voorlopig) geen interviews geeft.
Zeker lijkt dat hij niet de laatste gepromoveerde econoom is die voor een voetbalclub gaat werken. De sport kan het in elk geval gebruiken.
Meer lezen?
Geen woorden maar data Chris Anderson verruilde zijn baan als hoogleraar voor een carrière in voetbaldata-analyse. Geen enkele club is echt innovatief, stelt hij vast. Daarom kijkt hij met investeerders naar clubs, onder meer in België en Nederland, die hij kan kopen en waar hij het helemaal anders kan gaan doen. De blogger die meer weet van voetbal dan voetbaltrainers Een nieuwe generatie voetbalscouts en -analisten staat op. Ze hebben geen verleden als profvoetballers, maar bezitten desondanks veel voetbalkennis, opgedaan op internet. Deel 3: René Marić, de student die het oor heeft van Duitse toptrainers.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!