Ik deelde het stationsplein van Winsum met acht jongens van een jaar of dertien. Terwijl ik wachtte op de sprinter die mijn vriend uit Groningen zou brengen, stonden zij te springen en te giechelen. Een van hen - met een beugel, blonde stekeltjes en een Eastpak die op zijn rug stuiterde - liet al rennend een dunne straal water uit zijn plastic flesje lopen, en tekende zo een meterslange penis op het asfalt. De jongen werd een tikje rood, maar riep onverschrokken: ‘Natuurlijk heeft niet iedereen zo’n grote… Dus om niemand te discrimineren, zal ik er ook nog een kleine bij tekenen!’ Onder luid gejoel van zijn vrienden druppelde hij een tweede, nog altijd manshoge penis bij elkaar.
Ik moest lachen, en stelde me een wereld voor waarin ook meisjes op onhandige manieren zouden opscheppen over de grootte of de unieke vorm van hun schaamlippen. Dan moest daar wel een ander woord voor zijn, en moest de kut gelden als iets dat méér dan alleen schaamte oproept. Voor dat scenario zouden meisjes bovendien moeten weten hoe breed de variatie is, voor ze hun plek binnen dat scala konden claimen met evenveel branie als deze jongen.
De kut krijgt geen goede pr
Elke tiener ziet zijn of haar lichaam veranderen, en zoekt naar vergelijking. Al die jonge meisjes die zichzelf fronsend bekijken, en die zich afvragen of het er zo hoort uit te zien. Toch herinner ik me niet dat wij als meisjes het in mijn jeugd ooit ongegeneerd over kutten hadden. Ik herinner me wél de grappen van de jongens over vislucht, rosbief, schotwonden, en variabele schaaldieren. De kut kreeg geen goede pr. En zelfs het voorlichtingsboek dat mijn ouders me cadeau deden om wijs te worden uit mijn veranderende lijf, was niet erg expliciet over dit bij uitstek relevante lichaamsdeel.
Bleef over: internet. Ik wachtte een rustig moment af en logde in op de familiecomputer, googelde ‘vagina’ en klikte op een willekeurig filmpje.
Close-ups genoeg. Kale roze onderlijven, waar de camera op inzoomde. De pik van de onzichtbare man werd tevoorschijn getrokken en verdween, maar ook wat er van de vrouw overbleef was bijna niets, een keurig klein plekje, alsof ze onder mijn ogen was dichtgegroeid. Ze had het kruis van de Barbie waar ik als bezorgde poppenmoeder met een punaise een plasgaatje in had geprikt. Ik wist niet wat ik hiervan moest maken, maar in elk geval was dit iets heel anders dan ik eerder had gezien, op de douchetegels gehurkt met een spiegeltje.
Talloze naakte vrouwen, en bijna geen enkele kut
Waarom is het zo moeilijk om te ontdekken hoe een normale kut er zoal uitziet? Aan blote vrouwen geen gebrek. In de westerse kunst komt wellicht geen onderwerp vaker voorbij dan het vrouwelijk naakt. Maar in de eeuwen waarin de verbeelding van de mens steeds realistischer werd, werd die van de kut dat juist steeds minder.
Tijdens mijn studie kunstgeschiedenis wemelde het van de blote lijven. Je zou zeggen dat een kunsthistoricus vanzelf een vrouwenkenner wordt, maar over een van mijn beroemdste vakgenoten - de kunstkenner, criticus en dichter John Ruskin - gaat een verhaal dat benadrukt hoe onrealistisch dat naakt meestal is. Tijdens zijn huwelijksnacht zou Ruskin (1819-1900) zo geschrokken zijn van het lichaam van zijn jonge bruid, dat in het geheel niet leek op de geschilderde of marmeren vrouwen die hij tot dan toe had gezien, dat hij nooit met haar naar bed ging. Zes jaar later werd het huwelijk daarom officieel ontbonden. Ruskins vrouw, Effie Gray, schreef hierover in een brief aan haar ouders: ‘[Ruskin] had zich vrouwen heel anders voorgesteld dan wat hij bij mij zag, en de reden dat hij me niet tot zijn Vrouw maakte, was dat hij walgde van mijn persoon op die eerste avond.’
De westerse kunst van de laatste millennia kent talloze naakte vrouwen - en bijna geen enkele kut.
Natuurlijk: het mannelijk geslacht hangt meer in het zicht. Aan marmeren piemels geen gebrek, compleet met haar - al werden die ook tijdenlang bedekt met blaadjes. Maar waarom groeien er nooit ten minste wat marmeren krulletjes op die venusheuvel? Waarom is er niet ten minste een klein streepje? Ondanks de overweldigende interesse waarop dit lichaamsdeel kan rekenen, laat de geschiedenis van de kut in de kunst zich heel kort samenvatten.
De kut in de kunst: een korte geschiedenis
Als we er met onze zevenmijlslaarzen doorheen banjeren, kunnen we de westerse kunstgeschiedenis zien als een trage beweging tussen twee extremen: enerzijds schematische of conceptuele, anderzijds natuurgetrouwe afbeeldingen.
Met de eerste, schematische soort afbeeldingen bedoel ik: vereenvoudigde weergaves van alleen de belangrijkste elementen, waarbij het concept zwaarder weegt dan hoe iets eruitziet. Heeft iemand bijvoorbeeld twee armen, dan teken je er twee, ook al zie je er vanuit een bepaalde hoek maar één. Wat belangrijk is, is groot; de rest wordt weggelaten. Deze vuistregel geldt voor veel prehistorische kunst, maar bijvoorbeeld ook voor kunst uit de middeleeuwen. Dan zie je bijvoorbeeld een gigantische Christus met hele kleine mensen ernaast - niet om aan te geven dat Christus een reus was, maar om zijn relatieve belang te tonen.
Van deze ‘conceptuele’ manier van plaatjes maken ontwikkelde de westerse kunstgeschiedenis zich langzaam richting het tweede uiterste: natuurgetrouwe afbeeldingen, die zo veel mogelijk de illusie moeten wekken dat je niet naar verf of steen, maar naar ‘de echte wereld’ kijkt - weliswaar in een opgepoetste versie.
Deze tweedeling valt samen met het grootst denkbare contrast in de weergave van de kut: ze is ofwel groot en nadrukkelijk aanwezig, ofwel compleet onzichtbaar.
Van gigantisch...
In de vroegste afbeeldingen die we kennen, is ze genereus vertegenwoordigd. Schematische vulva’s in allerlei vormen behoren tot de oudste kunst . En de vroegste weergave van het menselijk lichaam die bewaard is gebleven, de Venus van Hohle Fels, heeft schaamlippen ter lengte van haar bovenbenen, waar je zo naar binnen kijkt. Wat belangrijk is, is groot, en de kut - waar iedereen doorheen moet om aan het leven te beginnen - is gigantisch.
Een vergelijkbare weergave van de kut vinden we nog af en toe opnieuw in de middeleeuwen. Bijvoorbeeld op een kapiteel op een twaalfde-eeuwse kerk in Kilpeck, Engeland. Het toont een vrouw die haar labia met twee handen spreidt, en een vagina opent die zo gul bemeten is dat haar eigen romp er moeiteloos doorheen zou passen.
...naar onzichtbaar
De ‘conceptuele,’ nogal schematische manier van verbeelden maakte zoals gezegd langzaam plaats voor meer natuurgetrouwheid. Denk maar aan marmeren beelden uit de klassieke oudheid, of aan de schilderijen van de renaissance-schilder Rafaël.
Vanaf de renaissance golden kunstenaars als intellectuelen, die jarenlang studeerden op de correcte weergave van perspectief en de volmaakte menselijke anatomie.
De penis hoorde daarbij, zowel in de oudheid als in de renaissance en de moderne tijd.
De kut kennelijk niet. Die verdween spoorloos, en liet een haarloze onderbuik achter. Van vrouwen werd, in het echt én in de kunst, een veel grotere preutsheid verwacht.
Zo is er dus de vreemde paradox dat met het toenemende realisme in de kunst, de kut uit beeld verdween.
Waarom kunst de kut helpt emanciperen
De kunstgeschiedenis vertelt ons niet waarom. Wel gaat ze ervan uit dat de beeldtaal van een cultuur de opvattingen van de dominante groep weerspiegelt. Zowel de opdrachtgevers als de makers van kunst waren meestal mannen. Het voert te ver om hier de mogelijke voordelen op te sommen die een in schaamte en sluieren gehulde kut voor de gevestigde orde had. Kort gezegd: schaamte is een krachtig wapen.
Daarom wordt schaamteloosheid als een affront gezien. Bijvoorbeeld de schaamteloosheid van Gustave Courbet, bijgenaamd ‘de bruut,’ die in 1866 een levensgrote en vooral heel levensechte kut schilderde en die l’Origine du monde noemde. ‘Het begin van de wereld’ werd door geschokte critici het einde van de kunst genoemd.
L’Origine du Monde is niet alleen de beroemdste kut in de kunst, het doek maakt ook duidelijk waarom juist kunst de kut helpt emanciperen. Begin 2016 oordeelde het Parijse hof van beroep dat Facebook ten onrechte het profiel had geblokkeerd van de Franse leraar die een documentaire over l’Origine du Monde had gedeeld, met bijbehorend plaatje. Zelfs het tepelvrezende Facebook accepteert sindsdien de weergave van naakt - zolang het om kunst gaat.
Als het kunst is, is het chic genoeg voor de openbare ruimte. En de openbare ruimte is ons referentiekader.
Dat kader telt een stuk meer pikken dan kutten, inclusief de speelse tekeningen van jongetjes op een stationsplein. Natuurlijk: het is juist spannend om zo’n tekening te maken omdat die kantje-boord taboe is. Maar ze worden wél gemaakt, en daarmee helpen ze dat taboe af te tasten. Dingen waar je je voor schaamt, maak je niet graag publiekelijk zichtbaar, en andersom schaam je je eerder voor de dingen waarvan je weet dat ze absoluut niet in het openbaar mogen worden gezien, dingen die nergens kunnen worden afgebeeld. Zo voelde ik dat tenminste toen ik dat meisje met het spiegeltje was.
Kunst mag wél worden gezien. Dat is zelfs het hele punt. En daarom kan de kunst-kut bijdragen aan de salonfähigheid van de kut in de cultuur, en haar acceptatie in het algemeen.
Dat gold trouwens niet meteen voor de kut van Courbet, noch voor veel andere kunstkutten die als pornografie werden beschouwd, waaronder mijn persoonlijke favoriet: de glorieus onbeschaamde vrouw die Egon Schiele in 1911 in een droom zag.
Een kut in het museum is altijd activisme
Pas sinds de jaren zestig verovert de kut een plekje in de galerie en het museum. L’Origine du Monde werd geschilderd in opdracht van een privéverzamelaar, en is pas sinds 1995 te zien in het Musée d’Orsay. Telkens als de kut opduikt, is ze een statement. De penis is seks (of gewoon, naakt), de kut is activisme.
Zo droeg Valie Export in 1968 voor haar werk Aktionshose: Genitalpanik een broek waarvan het kruis was weggeknipt, een actie die Marina Abramovic in 2006 herhaalde. Megumi Igarashi, in de krantenkoppen ook wel bekend als ‘die Japanse vaginakunstenares,’ werd nog dit jaar veroordeeld voor obsceniteit omdat ze had rondgepeddeld in een gele kajak, ontworpen op basis van een 3D-scan van haar eigen geslacht. En dat terwijl Igarashis werk qua schattigheid niet onderdoet voor Nijntje.
Dan is er nog de Dinner Party (1979) van Judy Chicago: een lange, driehoekige tafel gedekt met borden die elk de geabstraheerde vagina tonen van een beroemde vrouw uit de geschiedenis. En de Great Wall of Vagina uit 2013, een fries met 400 gipsen afgietsels van kutten, waarmee de kunstenaar, Jamie McCartney, een halt wil toeroepen aan de explosieve groei van schaamlipoperaties.
Waarom de kut meer zichtbaarheid verdient
Ik ben blij dat deze humoristische, brutale kunst er is. Maar het zou nog mooier zijn als de kut terloops en vanzelfsprekend deel gaat vormen van de kunst, zoals de penis; als ze niet enkel als een gladde driehoek, maar realistisch kan worden weergegeven. Kortom, als de kut haar plaats krijgt in de algemene, openbare beeldtaal, gewoon, omdat geslachtsdelen in welke vorm dan ook nu eenmaal bij een lichaam horen.
Als we willen dat vrouwen goed in hun vel zitten, is het belangrijk dat het ideaalbeeld van vrouwen in onze beeldcultuur niet al te eenzijdig en onrealistisch is. Dat geldt ook - juist - voor dat ene lichaamsdeel waarop het grootste taboe rust. Hoe minder zichtbaar de kut (tenminste, buiten de porno), des te sneller ontstaat er een verwrongen beeld van.
Over de artistieke avonturen van de penis heb ik het hier niet gehad, net zo min als over de kopzorgen over afmeting, vorm of kleur die de beeldvorming rond dit lichaamsdeel ook met zich meebrengt. Maar de pik is tenminste zichtbaar. Het lijkt me een vooruitgang als de kut dat ook mag zijn.
Op naar schaamteloze lippen
Kunst is bij uitstek de tak van sport die het (vrouwelijk) lichaam bezingt - in een vorm die niet per se erotisch is, en die je keurig op een zondagmiddag met het hele gezin kunt gaan bekijken. Kunst vormt een officieel domein van mooie dingen. Als de kut binnen dat domein vanzelfsprekend en realistisch kan worden weergegeven, dan wordt het misschien ook realistisch om te fantaseren over het moment waarop meisjes evenveel trots kunnen voelen bij hun kut als jongens (hopelijk) bij hun piemels. Over het moment waarop je je partner af en toe complimenteert op al haar lippen. En waarop meisjes giechelend weelderige labia op het asfalt tekenen, met evenveel bravoure als die jongetjes op het stationsplein van Winsum.
Toen hun aanvoerder klaar was met zijn tweede penis, keek hij met een half oog naar mij. Ik vroeg me af of ik een verzoeknummertje zou plaatsen, maar dat was niet nodig. ‘Ik zal er ook een kut bij maken,’ besloot hij met rode wangen, en hop: een prachtige kut van drie meter groot.
Tevreden zag ik de sprinter binnenrijden.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!