Beste,
Leuk dat je mijn nieuwsbrief leest!
Ik zit hier met een volgeschreven notitieblok, het resultaat van drie weken vol bijeenkomsten: het architectuurseminar InDeSem in Delft, de Dakendagen in Rotterdam én fietscongres Velo-City in Nijmegen. Op elk van deze meerdaagse evenementen stonden de grote aankomende veranderingen in de steeds drukkere stad centraal.
En dan was ik ook nog een weekendje in de hoofdstad van Frankrijk, met een vriendin. Dat is nog eens een veranderende drukke stad in de praktijk. Ik herkende het Parijs van mijn laatste bezoek, zes jaar geleden, nauwelijks meer terug.
We verplaatsten ons per deelfiets van Velib. Overal in het centrum liggen er nu fietspaadjes en mogen fietsers op de busbaan. Een grote voormalige autoweg, laag langs de Seine, is nu het rijk van wandelaars, fietsers en picknickers. De verkeersborden voor auto’s staan er nog.
Drie leestips uit steden en landen waar het wel gebeurt
In Parijs rijden nog lang niet zoveel fietsers als in een willekeurige Nederlandse stad, maar het straatleven is er erg door veranderd. Parijs voelt niet langer als een autostad.
Een enorme verandering, in vergelijking waarmee Nederlandse steden, die een goede fietsinfrastructuur kennen sinds de jaren zeventig - of eigenlijk al sinds de jaren dertig - bijna stil lijken te staan. Nu is het ook weer niet zo dat er hier niets gebeurt. Ik ga bijvoorbeeld nog schrijven over het Rijnwaalpad tussen Nijmegen en Arnhem, waar je nu echt lekker dóór kan rijden. Kunnen er daar meer van komen?
Maar op het zeer internationale fietscongres Velo-City werd me iets duidelijk: doordat Nederland al eerder zo’n goed fietsland is geworden, dreigt het nu op achterstand te raken, terwijl Parijs mooie stukken van de stad teruggeeft aan wandelaars en fietsers , China het ene megafietsendeelplan na het andere lanceert en Oslo de auto’s de stad uitwerkt.
Dat Nederland wel wat harder mag trekken om niet achterop te raken, concluderen ook de opstellers van deze net verschenen ranglijst van de twintig beste fietssteden (Utrecht en Amsterdam staan op plaats 2 en 3).
De verhalen over Parijs, China en Oslo en de ranglijst zijn meteen mijn drie leestips voor deze week.
Verder houd ik het kort: tijd om echte verhalen te gaan schrijven. Alleen nog even het volgende, van het redactiefront.
Een efficiëntere manier van omgaan met jullie bijdragen
Vorige week gaf Jay Rosen een workshop op de redactie over hoe we beter zouden kunnen omgaan met jullie kennis en input. Hij is de Amerikaanse hoogleraar die samen met ons onderzoekt of De Correspondent ook zou kunnen werken in de VS. Rosen zette me enorm aan het denken.
Ik vraag heel graag om input en lees alles wat me wordt toegestuurd. Dat geeft me in het minst gunstige geval zicht op wat ik voor mijn gevoel nu niet hoef te behandelen, wat al heel nuttig is. Veel vaker, zoals onder mijn vorige nieuwsbrief, zorgen jullie tips ervoor dat ik snel goed zicht krijg op nuttige bronnen. Op vragen die ik ook nog kan of moet stellen en (soms) op fouten die ik recht moet zetten.
Maar hierdoor stroomt mijn inbox ook steeds sneller vol. Binnen een redelijke termijn antwoorden lukt daardoor steeds minder vaak. Kortom: op deze manier werken is heel waardevol én heel inefficiënt. Uiteraard hebben meer collega’s dit probleem.
Jay Rosen, die al heel lang over een oplossing nadenkt, zegt dat het probleem bij ons, journalisten, ligt. Waarom ontwikkelen wij geen design dat helpt om bijdragen beter te stroomlijnen? Hij heeft er zeer geavanceerde ideeën over, maar om een simpel voorbeeld te geven:
Kunnen we een lezer die wil bijdragen onder een stuk niet eerst laten kiezen of het van belang is dat het gesprek een-op-een plaatsvindt - bijvoorbeeld wanneer je niet en plein public kunt praten? Of dat andere mensen gewoon mogen meeluisteren en meepraten?
Een goed ontwerp hiervoor kost tijd om uit te denken en te maken, maar ik wil het idee wel testen. Dus bij dezen.
Heb je input, feedback of vragen? Heel erg graag! Er zijn twee manieren om die te geven.
- Heb je informatie of een vraag die voor mij bestemd is, maar die anderen ook mogen lezen? Reageer dan direct onder deze online versie van mijn nieuwsbrief (als je lid bent van De Correspondent). Ikzelf lees alles wat hieronder verschijnt. Anderen kunnen er misschien ook hun voordeel mee doen, of kennis toevoegen die ik niet bezit.
- Wil je iets zeggen zonder dat anderen meeluisteren of meepraten? Mail me dan!
Veel dank weer, hartelijke groet,
Thalia
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!