Straatnamen zijn een soort publieke tijdcapsule. Iedere dag lopen en rijden we door straten, over pleinen en in parken die iets zeggen over wie en wat we belangrijk genoeg vinden om te vereeuwigen met een straatnaambordje. Wie en wat geven we die eer?
Eind vorig jaar kregen wij het idee om de 5.400 straatnamen van Amsterdam te analyseren. Hoe moeilijk kan het zijn, dachten wij. De lijst was immers voorhanden op de website van de gemeente Amsterdam.
Maar dat bleek toch ingewikkelder. Na veel geploeter delen wij hier onze inzichten en hoe we te werk zijn gegaan.
Wil je weten wat onze resultaten betekenen? Lees dan hier het verhaal dat correspondent Nieuw feminisme Bregje Hofstede op basis van onze bevindingen schreef.
Waarom straatnamen?
Heel vroeger waren de benoemingen vaak gebaseerd op de naam van de bewoner op de hoek. Neem de Dubbeleworststeeg in Amsterdam. Je zou denken: daar heeft een worstenmaker gezeten, maar die steeg is toch echt vernoemd naar een oud-bewoner: Lourens Dubbelworst.
Later raakten planten en dieren in de mode. Hoeveel steden en dorpen hebben geen straten die naar vogels of bomen zijn vernoemd? In de jaren dertig was het koningshuis weer populair, getuige de vele Wilhelmina-, Emma- en Julianastraten.
Sporters doen het ook al lang goed, zeker na Olympische successen. En recent deed de populaire cultuur haar intrede met bijvoorbeeld muziekbuurten (de Queenstraat in Lent). En er zijn dus mensen die op Frodo wonen. In Geldrop is er een Tolkienwijk waar straten zijn vernoemd naar personages uit Lord of the Rings.
Wij wilden inzoomen op een specifiek deel van deze tijdcapsule, namelijk: welke mensen zetten we op straatnaambordjes? Wanneer leefden ze? En waarom verdienden ze het een straat naar zich vernoemd te krijgen?
Stap 1: vind de data
Om ons onderzoek in te perken besloten we om ons te richten op één stad: Amsterdam. We keken naar de namen van 4.929 straten, 401 bruggen en 89 parken van Amsterdam. De namen zijn openbaar bij het dataportaal van de gemeente.
Daarnaast maakten we gebruik van Wikipedia en het boek De naam van onze straat van J.A. Wiersma, waarin de geschiedenis en verklaring van bijna alle Amsterdamse straatnamen tot 1987 staan.
Stap 2: vind de mens
Ons onderzoek begon met de vraag: hoe vaak vernoemen we een straat naar een persoon? Om niet handmatig 5.400 straatnamen onder de loep te hoeven nemen, besloten we dit te automatiseren met een script. Dit schema legt de stappen uit die ons script uitvoerde.
Stap 3: vind het geslacht
Toen we de mensen hadden gevonden, wilden we deze personen classificeren als man of vrouw. Maar hoe laat je de computer op basis van wat tekst een man of vrouw herkennen?
Stap 4: vind het beroep
Vervolgens wilden we weten wat deze mensen deden. Wat voor beroep hadden ze? Waren het zeevaarders, kunstenaars, sporters, of wetenschappers? Deden ze maatschappelijk werk, waren het politici, of zakenlieden?
Voor de meeste bekende mensen bestaan Wikipedia-pagina’s die vaak, gelukkig voor ons, op dezelfde manier gestructureerd zijn. Het script zocht naar de Wikipedia-pagina van de desbetreffende persoon en zocht binnen de gevonden pagina naar trefwoorden als ' ‘wetenschapper’, ‘jurist’, enzovoort. Die gebruikte het script vervolgens om aan de personen één of meer van totaal 27 categorieën toe te wijzen.
Stap 5: vind woonplaats en periode
Wanneer leefden de mensen in onze dataset? Ook hier gebruikten we Wikipedia voor. Op de meeste pagina’s staat op een vaste plek tussen haakjes de geboorte- en sterfdatum die het script van de pagina kan ‘scrapen’. Op dezelfde manier vonden we ook de nationaliteit van de personen.
Alles automatiseren blijkt een utopie
Optimistisch keken we naar de resultaten die ons script had gegenereerd. Totdat bleek dat veel straatnamen niet goed waren geclassificeerd. Een paar vervelende, maar vaak ook grappige voorbeelden:
Het script ziet de steeg niet als een vernoeming naar een persoon, maar niets is minder waar: de steeg werd vernoemd naar Jacob Schaap rond 1600.
Is Willy in dit geval een man of een vrouw? Ons script kon niet kiezen en vond beide goed. In dit geval ging het om een vrouw: Olympisch kampioen zwemmen Willemijntje ‘Willy’ den Ouden.
Er zijn ook straten die zowel naar een man als een vrouw zijn vernoemd: het echtpaar Marie en Pierre Curie wordt samen op één straatnaambord vereerd.
Ben Avon, Ben Alder, Ben Hope en Ben Wyvis zijn allemaal namen van Schotse bergen. Ons script zag ‘Ben’ echter als mannelijke voornaam en classificeerde al die Bens als mens.
Het kostte nog uren werk om handmatig te controleren of onze bevindingen correct waren en om extra informatie te verzamelen.
Dan eindelijk: de resultaten
2.014 van de ruim 5.400 Amsterdamse straten zijn vernoemd naar mensen. Wanneer we onze data combineren met geografische gegevens van de hoofdstad levert dat het volgende beeld op:
Als we vervolgens een verdeling tussen mannen en vrouwen maken, dan blijkt dat het overgrote merendeel van 88 procent van de straten naar een man is vernoemd en 12 procent naar een vrouw. De paarse lijnen zijn mannelijke straten, de witte zijn vrouwelijk.
Het meest voorkomende beroep onder de Amsterdamse vernoemingen is schrijver (380). Zoals dichter Jacobus Bellamy, waarnaar drie straten zijn vernoemd (‘Bellamydwarsstraat’, ‘Bellamyplein’ en ‘Bellamystraat’).
Politiek staat op nummer twee (309). Zo zijn er 18 straten naar wethouders en 16 straten naar burgemeesters genoemd. Op plek drie vinden we wetenschappers (281), waarvan de meest recente Dick Hillenius is.
Beroepen in de beeldende kunst hebben met 233 vernoemingen ook een groot aandeel.
Ook wordt een groep van bijna 140 verzetsstrijders uit de Tweede Wereldoorlog geëerd op de Amsterdamse straatnaamborden.
‘Film & Toneel’ en ‘Sport’ zijn op basis van het aantal vernoemingen van gelijk belang (ieder ongeveer 100), gevolgd door ‘Religie’ (91), ‘Architecten’ (87) en ‘Geneeskundigen’ (82).
Er zaten ook nog twee misdadigers tussen. De eerste is Elsje Christiaens. Zij werd in 1664 geboren en op haar achttiende ter dood veroordeeld nadat ze haar huisbazin had vermoord met een bijl. Rembrandt tekende Elsje, hangend aan de wurgpaal, wat haar de roem gaf die tot haar brugvernoeming leidde. De tweede is Homme Hettinga, een beruchte watergeus en rover.
Als we dezelfde grafiek procentueel bekijken, zien we een opvallend verschil: er zijn bijna geen vrouwelijke vernoemingen onder de architecten, wetenschappers en politici. De enige categorie met een 50/50 man-vrouwverdeling zijn de ‘Activisten’. In de ‘Partner & Familie’-categorie zitten op één man na alleen maar vrouwen.
Een extraatje: minder vrouwenhaltes, juist meer vrouwenbruggen
Uit nieuwsgierigheid keken we naar het openbaar vervoer en het ‘type’ straat.
Het blijkt dat de man-vrouwverdeling van de haltes in Amsterdam behoorlijk beroerd uitpakt in het nadeel van de vrouw.
Klik op de knop om de verdeling te zien:
Daarna keken we of het ‘type straat’, dus of het een weg, steeg, gracht, laan, park of brug is. Wat bleek? 38 procent van de bruggen is naar een vrouw vernoemd. Dit percentage ligt een heel stuk boven het gemiddelde van 12 procent van de straten in Amsterdam die een vrouwelijke naam dragen.
Via straatnaamexpert René Dings kwamen we al snel achter het waarom: slechts een vijfde van de totaal 1.680 bruggen in Amsterdam heeft een naam. Veel Amsterdamse bruggen hebben alleen een nummer. Niet lang geleden riep de gemeente inwoners op om namen te verzinnen voor deze naamloze bruggen. Daarbij kregen vrouwen de voorkeur. Een aantal bruggen werd onlangs vernoemd naar vrouwelijke verzetshelden, zoals de Jacoba van Tongerenbrug (voorheen brug 602).
Welke periodes zijn populair?
Met een geboortejaar van 582 voor Christus is Pythagoras de oudste figuur die nu op een Amsterdams straatnaambord staat. De tweede plek is voor Confucius, uit 551 voor Christus, die een plein naar zich vernoemd kreeg.
De tijdlijn met alle vernoemingen zie je hieronder. Deze tijdlijn is vrijwel leeg tot het jaar 1440. Dan volgt een flink aantal vernoemingen naar mensen die geboren zijn tussen 1540 en 1640: zij maakten Nederland mee tijdens de Gouden Eeuw.
Na een relatieve vernoemingsschaarste naar mensen geboren tussen 1640 en 1740 neemt het vanaf 1800 weer toe. De meest recent geboren persoon met een vernoeming is prinses Amalia: naar haar werd de Amaliabrug vernoemd.
Daarmee vormt het koningshuis de uitzondering op de Amsterdamse regel dat je dood moet zijn om een straat naar je vernoemd te krijgen. Die regel verklaart ook waarom de Van der Laanbrug er niet kwam toen de burgemeester nog leefde.
Op naar een analyse van heel Nederland!
En nu? Op naar een analyse van heel Nederland natuurlijk. Wil je zelf aan de slag met onze data of weten hoe je je eigen onderzoek kan opzetten? Mail dan naar leondekorte@decorrespondent.nl en we sturen je de data toe. In de dataset vind je naast alle straatnamen ook meer informatie over de bronnen en categorieën. En houd ons vooral op de hoogte van je bevindingen.
Ook onze dataset kan nog wat opgepoetst worden. We weten dat de data, ondanks het handwerk, nog niet 100 procent correct zijn. Er zijn bijvoorbeeld ongeveer 250 personen voor wie we geen geboortejaar hebben gevonden en 120 van wie we niet weten wat ze deden. Toevoegingen, correcties en uitbreidingen en bovenal mooie visualisaties van deze data zijn welkom!
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!