Zo koud is het niet in januari 2013, maar toch verschijnen in de Amsterdamse raadszaal enkele raadsleden van de VVD en het CDA gehuld in kleding met bont. Op de agenda staat een voorstel van Johnas van Lammeren namens de Partij voor de Dieren: clubs die bont gebruiken, zoals ontwerpers op de Amsterdam Fashion Week, hoeven niet te rekenen op subsidie van de gemeente.
De dode dieren aan de voeten en op de kragen van zijn collega’s zijn onder de gordel bij Van Lammeren. In ieder bontproduct ziet hij vooral een wrede dood van een dier. Maar ondanks dat de twee fracties zich zo venijnig tegen hem keren, geldt het bontcriterium sinds 2013. Alleen het CDA en de VVD stemden tegen.
Het is een van de ruim vijftig successen die de Partij voor de Dieren claimt in de Amsterdamse gemeentepolitiek.
De partij heeft slechts één zetel in de gemeenteraad. Toch weet raadslid Johnas van Lammeren het ene na het andere voorstel door de raad te loodsen. Dus valt zijn aanpak op in de raadzaal en in de lokale media.
Hoe ziet zijn eenmansfractie eruit?
Hoe doet hij dat? ‘Ik voer gewoon ons programma uit,’ zegt hij in de PvdD-fractiekamer, een van de bijna anonieme werkcellen in het kantoorgedeelte van de Stopera.
Maar zo ‘gewoon ’ is dat uitvoeren van het programma niet met slechts één van 45 zetels in een stad met een breed meerderheidscollege.
Eenmansfracties komen in gemeenteraden vaak niet veel verder dan protesteren of het afleggen van getuigenis. Ze staan te boek als een destabiliserend symptoom van de versplintering van de politiek. Een eenmansfractie is op eigen kracht zelden een machtsfactor.
Achter die ene PvdD-zetel schuilt inderdaad een fractie. De Amsterdamse gemeenteraad kent voor kleine partijen het duoraadslidmaatschap, waardoor ook de nummer 2 en 3 van de PvdD-lijst mogen aanschuiven in de commissies voorafgaand aan de gemeenteraad.
Eenmansfracties komen in gemeenteraden vaak niet veel verder dan protesteren of het afleggen van getuigenis
Verder heeft de partij in Amsterdam twee betaalde fractiemedewerkers. En dan is er dus nog Van Lammeren zelf, het enige gekozen raadslid. Parttime, want hij heeft daarnaast nog een baan als online marketeer, bij het bedrijf DTG.
Wat is de strategie?
De favoriete instrumenten van de Partij voor de Dieren in Amsterdam zijn het initiatiefvoorstel (een uitgewerkt plan voor nieuw beleid) en de motie, die het college van burgemeester en wethouders oproept stappen te ondernemen. En als het echt nodig is, kan er een ‘Actualiteit’ worden ingediend, een soort spoeddebat. ‘Maar alleen bij misstanden rond dieren.’
Verder werkt de partij ‘planmatig.’ Het maken van zo’n planning begint met een analyse van de programma’s van andere partijen en de compromissen die zij hebben gesloten in het programma voor de coalitie.
Zolang de Partij voor de Dieren één zetel heeft, ziet ze zichzelf niet als kandidaat om het collegeprogramma te ondersteunen. Niet als toevoeging aan een brede coalitie en zeker niet als die ene zetel een college mogelijk zou maken: te veel compromissen, te weinig ruimte om iets te bereiken, vreest Van Lammeren.
In plaats daarvan zoekt de fractie de ruimte binnen het akkoord van de anderen. Alles waar de collegepartijen geen afspraak over hebben gemaakt, biedt mogelijkheden. En zolang het standpunt van de coalitie niet muurvast zit, kan Van Lammeren duwen en trekken om het standpunt van de andere partijen in beweging te krijgen. ‘Het is zoeken naar licht, lucht en ruimte in het akkoord. We hebben vier jaar de tijd en onze planning kijkt steeds een half tot een heel jaar vooruit.’
En dan de uitvoering...
Dat heeft VVD-raadslid Rik Torn ook gemerkt. Hij is namens de liberalen woordvoerder schone stad en financiën. ‘Van Lammeren weet welke onderwerpen hij belangrijk vindt. Dat zijn voor ons relatief kleine punten, niet de hoofdlijnen van het coalitie-akkoord. Het linkse deel van de raad krijgt hij snel mee. Soms zijn het hele rare voorstellen, zoals het verbod om levende kreeften op de markt te verkopen. Hij is vasthoudend zonder drammerig te zijn. Over de schone stad zijn we het heel vaak eens, we zijn samen kritisch op subsidies, maar bij een barbecue leggen we andere dingen op het vuur.’
Van Lammeren brengt zijn initiatieven liefst als een verrassingsaanval. Een voorstel brengen in de media, de publieke opinie mobiliseren, het initiatiefvoorstel zelf direct beschikbaar maken voor agendering in de raadscommissie en dan de trom blijven roeren. Een kleine fractie heeft weinig spreektijd, maar bij een initiatiefvoorstel krijgt de indiener bonusminuten.
Van Lammeren brengt zijn initiatieven liefst als een verrassingsaanval
‘Ik gebruik mijn tijd niet om andere partijen aan te vallen. Ik zeg wat er aan de hand is in de stad, wat daar mis mee is en wat wij eraan kunnen doen. Ik moet wetenschappelijke argumenten hebben, want ik heb geen massa. Het gaat erom binnen de andere fracties discussie op gang te brengen. Als je hun woordvoerder mee hebt, is de kurk van de fles en begint het te werken.’
CDA’er Diederik Boomsma, net als de PvdD een eenmansfractie in Amsterdam, herkent de PvdD-aanpak: ‘De meerderheid van de raad is progressief en wil dat uitstralen. Hij speelt handig in op dat sentiment, de grote angst bij progressieven dat iemand anders meer morele zuiverheid uitstraalt. Dat speelt overal, maar in Amsterdam extra sterk. Van Lammeren pakt het erg effectief en volhardend aan, ook met retoriek zoals spreken over de jacht onder water als ze het vissen willen verbieden. Dat ging gelukkig ook D66 te ver.’
Plastic, vis, cavia’s en ballonnen
De voorstellen van de Amsterdamse PvdD gaan over meer dan aaibare (huis)dieren. De leefomstandigheden voor dieren in de stad zijn zeer afhankelijk van menselijk gedrag. Daarom zijn maatregelen tegen zwerfvuil voor Van Lammeren en zijn fractiegenoten net zo belangrijk als het tegengaan van sportvissen en het ontmoedigen van de verkoop van cavia’s en konijnen in tuincentra.
Dat ook andere partijen inmiddels de inzet van dieren bij reclames en promotiestunts willen tegenhouden, viert hij als een overwinning. En hoewel het initiatiefvoorstel om sportvissen te verbieden het niet haalde, wil de stad wel een verbod op weerhaken – wat in de praktijk niet eenvoudig te realiseren blijkt.
‘Als ik een voorstel heb ingediend, trek ik het niet in. Ook niet als het kansloos wordt weggestemd’
Op initiatief van de PvdD is de verkoop en het oplaten van heliumballonnen bij evenementen verboden, ontmoedigt de stad de inzet van levende dieren in kerststallen, neemt Amsterdam allerlei maatregelen tegen plastic en heeft de stad de ja/ja-sticker ingevoerd tegen ongewenst reclamedrukwerk – tot ergernis van de folderbranche.
‘Als ik een voorstel heb ingediend, trek ik het niet in. Ook niet als het kansloos wordt weggestemd. Met dierenwelzijn valt voor mij niet te marchanderen. Bij zo’n ballonverbod krijg ik het verwijt dat ik kinderen hun ballon afpak. Dat klopt. Het is niet sympathiek, maar wel consequent. Dat plastic is schadelijk en helium is te kostbaar om te besteden aan een paar seconden fun.’
Maar ijzeren consequentie is ook aan hem niet besteed. Bij de ja/ja-sticker wilden de andere fracties een uitzondering maken voor politieke folders, zodat Amsterdammers nog altijd partijpropaganda in hun brievenbus kunnen krijgen. ‘Van mij had die uitzondering niet gehoeven, maar op zo’n moment moet ik kiezen. Ook met die uitzondering scheelt deze maatregel nog altijd 34 kilo oud papier per huishouden.’
‘Nee, ik ben niet jaloers’
Andere partijen in Amsterdam kijken met belangstelling naar de werkwijze van de PvdD, ook de concurrenten die in dezelfde electorale vijver vissen.
Reinier van Dantzig, fractievoorzitter en lijsttrekker van D66, is opvallend lovend over Van Lammeren. Sorteert hij vast voor op een grotere PvdD na de verkiezingen, waarbij de PvdD mogelijk toch een coalitiepartner wordt?
Van Dantzig: ‘Hij voegt echt iets toe met doortimmerde voorstellen die ik met plezier ondersteun. Als je ze ziet denk je meteen: ja, fantastisch idee, dat we dat niet eerder hadden bedacht. Het is heel knap voor een eenmansfractie om zo bij te sturen. En als je het er niet mee eens bent, kun je heel goed met hem van mening verschillen. Nee, ik ben niet jaloers maar trots dat we samen de stad kunnen verbeteren en ik geef hem graag de credits voor het agenderen.’
Kan er ook water bij de wijn?
Zo hamert de PvdD al jaren op vermindering van de overlast door vuurwerk, waar niet alleen dieren maar ook mensen last van hebben. Het voorstel voor stappen richting een algeheel verbod op particulier vuurwerk zou het niet halen, merkte Van Lammeren. Dus kwam er een minder vergaand plan voor zo veel mogelijk vuurwerkvrije zones. Alleen de Amsterdamse VVD stemde tegen.
SP-fractievoorzitter Daniël Peters: ‘Van Lammeren weet heel goed waar zijn partij voor staat en duikt ook alleen op onderwerpen die het wezen van zijn partij raken of hetgeen waar de partij voor is opgericht: milieu en dierenwelzijn. Hij wordt op deze terreinen bijna als vanzelfsprekend als expert beschouwd, iets wat hij flink benut. Dit maakt het voor andere partijen moeilijker hem te negeren. Als de PvdD echt iets wil, zijn ze bereid voorstellen aan te passen om een meerderheid te halen.’
Heeft een stem op een eenmansfractie zin?
Kunnen andere partijen ook zo werken? En lukt hetzelfde in andere gemeenten? Politieke partijen doen aan scholing voor hun volksvertegenwoordigers, maar ook binnen de PvdD lijkt Amsterdam een voorloper; de raadsfracties in Apeldoorn, Den Haag en Gouda bijvoorbeeld kunnen niet bogen op een lijst met tientallen successen.
Sommige mensen in de gemeentepolitiek kijken te veel naar House of Cards
Toch vindt Van Lammeren zijn werkwijze overal toepasbaar. Het is een kwestie van willen en hard werken om de politieke ruimte te vinden. En neem vooral geen voorbeeld aan Frank Underwood: ‘Als raadsleden onderling gebrouilleerd zijn, helpt dat natuurlijk niet. Na een nederlaag blijf ik vriendelijk. Sommige mensen in de gemeentepolitiek kijken te veel naar House of Cards. Is dat ideeënarmoede of denken ze dat het zo hoort? Wat is nu belangrijker, je stad of je partij?’
Het antwoord op de retorische vraag van Van Lammeren lijkt logisch. Maar of het nu gaat om een eenmansfractie of een grote partij in de raad, werkelijk iets bereiken voor de stad of het dorp is altijd ingewikkeld.
Individuele kwaliteiten wegen zwaarder als de partij maar één zetel heeft. Wie op een kleine partij stemt, moet erop vertrouwen dat de volksvertegenwoordiger maximaal gebruik weet te maken van dat kleine beetje invloed.
Hoe staat het in jouw gemeente met de invloed van raadsleden? En wat valt eraan te doen om de kwaliteit van lokale politici te verbeteren, denken jullie?
De Amsterdamse raadsleden Reinier van Dantzig (D66), Diederik Boomsma (CDA) en Johnas van Lammeren zelf discussiëren hieronder mee.
Meer over de gemeenteraadsverkiezingen?
Waar gemeentepolitiek over gaat: het lot van 7.000 bomen in Lochem Lees hier het eerste deel van deze serie: hoe de geplande kap van 7.000 bomen de emoties doet oplopen in de Achterhoek. All you need is LOF Attentie, attentie. Hier volgt een column over de gemeenteraadsverkiezingen. Bent u er nog?
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!