De Correspondent
Lex Bohlmeijer - in gesprek met Marion Bloem
SoundCloud
Interview

‘Ik draag het grote Indische verdriet in mij’, schreef Marion Bloem onlangs. Dat verdriet is ontstaan in de jaren na de Tweede Wereldoorlog, zegt ze deze week in haar en in mijn podcast Goede Gesprekken.

Ze vertelt over de heftige strijd die in Nederlands-Indië losbarstte na driehonderd jaar koloniale overheersing. Een revolutie, een vrijheidsstrijd van de Indonesiërs.

De grote gemeenschap van Indische Nederlanders komt dan klem te zitten. Dit zijn mensen met een gemengde afkomst, deels Aziatisch, deels Europees. Vaak worden ze Indo’s genoemd, afkorting van Indo-Europeanen. 330.000 van hen ontvluchten hun land, halsoverkop. Onder druk. In angst. In Nederland wacht hen een koud onthaal.

In de keuken van haar huis in de bosrijke omgeving van Midden-Nederland hangt een foto van de ouders van Marion Bloem. Prominent in beeld. Het is een foto die raakt. De twee jonge mensen zijn net verloofd. Ze zien er verliefd uit. Gelukkig en fier. En dat terwijl ze net ontsnapt zijn aan de levensbedreigende ellende van de Tweede Wereldoorlog.

Als je wat witter gekleurd bent, en dus dicht op de huid van de Hollanders zit, ja, dan krijg je meer kansen

Op 17 augustus 1945 verklaart Soekarno Indonesië onafhankelijk. Het jonge stel staat voor een dilemma. En met hen honderduizenden lotgenoten. Zij voelt zich bedreigd en wil naar Nederland. Hij heeft affiniteit met de Indonesische vrijheidsstrijders en wil blijven.

Ze vluchten naar Nederland. En met hen die meer dan 300.000 andere Indische Nederlanders. Wat ze gemeen hebben is een diepgeworteld besef van racisme. Als je wat witter gekleurd bent, en dus dicht op de huid van de Hollanders zit, ja, dan krijg je meer kansen. Ben je donkerder, lijk je op de Indonesiërs, dan wordt het een stuk moeilijker. Ze komen naar Nederland met dit besef en hun ervaringen van onrecht en ongelijkheid, met gevoelens van verdriet en verlies.

De hiërarchie uit de koloniale tijd werkt nog steeds door

Dit blijft lang doorwerken, tot op de dag van vandaag. Marion Bloem, opgeleid tot klinisch psycholoog, staat uitvoerig stil bij wat zij noemt ‘het trapjesdenken’. Diep doordrongen zijn van hiërarchie, de een is beter dan de ander, op grond van huidskleur. Voor een beter begrip geeft ze een scherp beeld van het trapjesdenken in de koloniale tijd.

Nederland zet in die tijd soldaten in voor behoud en uitbreiding van de kolonie. Die soldaten worden overal vandaan gehaald. De overgrootvader van Marion Bloem is bijvoorbeeld een Poolse Jood. Op Java worden meisjes geronseld voor het seksuele gerief van de soldaten. Slavinnen dus. De grootmoeder van Bloem is de dochter van zo’n meisje. Een zogeheten ‘palenkind’: als de soldaat genoeg heeft van zijn bijslaap, wordt ze gedwongen met haar kinderen te slapen tussen de palen waar het bed van de meester op rust.

In de kazernes ontstaat een uitdijende groep mensen met allemaal gemengde afkomsten. Voeg daarbij het ontstaan van de KNIL in 1814, het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, dat met zijn hiërarchie van rangen en standen het model levert voor deze gemeenschap. Een wereld geworteld in racisme.

In haar lezing pleit Marion Bloem voor het volgende:

  • Zie het trapjesdenken onder ogen (het zit in ieder mens)
  • toon piëteit met de vluchtelingen van vandaag (ze weet van haar ouders maar al te goed wat het betekent).

Meer lezen?

Verzwegen Geschiedenis Over bepaalde cruciale episodes uit de Nederlandse geschiedenis leer je niet of nauwelijks op school. Terwijl die verhalen onze samenleving vormen: ze verklaren hoe die werd opgebouwd én hoe we naar elkaar kijken. Daarom vertelt De Correspondent die verhalen alsnog, met The Black Archives en FunX. Ga naar de collectie Verzwegen Geschiedenis