Beste,

Zondag nemen wij voetballiefhebbers afscheid van een fijne huisvriend die we er sinds begin juni bij hadden – het WK voetbal. Ga niet weg!

Nu heb ik niet heel veel aandacht besteed aan het WK. Dat was bewust, om een beetje weg te blijven van de gekte (en zodat ik bezig kon met verhalen voor augustus, na een korte vakantie). Want tijdens het WK is de waan van de dag zo’n beetje het enige dat er is.

Zo miste ik Engeland-Zweden omdat ik in Dirkshorn naar AZ-Midtjylland keek.
Zo miste ik Engeland-Zweden omdat ik in Dirkshorn naar AZ-Midtjylland keek.

Toegegeven, nu is dat misschien ook wel het punt van het WK, zowel naast als op het veld. (Je kunt moeilijk een week later met een genuanceerde wedstrijd komen en claimen dat je wereldkampioen bent.) Maar hoe ver ga je daarin mee?

Neem het thema dat al na twee dagen ontstond – dat dit WK het WK was van de dode spelmomenten, van de vrije trappen en corners dus. Het op, maar op basis van wat? Een flink verschil met eerdere toernooien in het percentage goals uit vrije trappen, was een paar dagen terug te zien.

Enkele wedstrijden later ligt het percentage goals weer wat hoger; na zondag is het misschien weer anders. Maar is iets dan nog een echte trend? Het lijkt dan vooral iets van één ploeg: In augustus houd ik misschien een paar van die thema’s – narratives – die tijdens het toernooi ontstonden tegen het licht.

Tips? Welkom.

Strafschoppen en keepers

Ik schreef ook over strafschoppen, in samenwerking met Ben Noël, strafschoponderzoeker aan de sportuniversiteit van Keulen.

Er zijn veel meningen over strafschoppen – hou Twitter, commentatoren en de voetbalkantine maar in de gaten – maar er is niet zoiets als de perfecte strafschop. Dat komt in essentie omdat de strafschop een interactie is tussen keeper en schutter.

Wat de beste strategie is, hangt af van wat voor keeper tegenover wat voor schutter staat. Een paar algemene aanwijzingen zijn wel mogelijk – de keeper moet zich als een irritante clown gedragen, schutters kunnen vaker naar het midden schieten, keepers kunnen vaker blijven staan.

Verder is ook duidelijk dat er nog heel veel niet bekend is over de strafschop, zelfs al is er veel, heel veel, wetenschappelijk onderzoek gedaan naar die ogenschijnlijk simpele handeling.

Verder, los van strafschoppen, denk ik dat de rol van de keeper nog wat kan worden uitgebreid, bijvoorbeeld bij vrije trappen. Waarom De van Malcolm Gladwell hierover is een luistertip.

Leestips

  1. Je ziet spelers misschien weleens een bidon aan hun mond zetten, hun mond spoelen, en daarna de vloeistof uitspugen. Daar zit waarschijnlijk een idee achter – het brein zou hierdoor de boodschap krijgen dat er nieuwe energie op komst is, waardoor de spieren harder aan het werk worden gezet. Carb rinsing heet het – koolhydraatspoelen. De New York Times
  2. Hoe zorgen spelers voor hun voeten, The Bleacher Report zich af.
  3. Vorige week schreef ik over Sepp Blatter en Die regel werd destijds, in 1992, bliksemsnel ingevoerd omdat de noodzaak scherp werd gevoeld. Als er dit WK een aspect was dat een vergelijkbare noodzaak heeft opgeroepen dan was het spelbederf. Dus: de manier waarop ploegen die voorstonden, het spel vertraagden met ‘blessures’ of andere trucs. FiveThirtyEight dat dit vertragen niet goed werd gecompenseerd door blessuretijd. in Knack pleit voor zuivere speeltijd, precies zoals ik met mijn mede-organisatoren van de Wedstrijd van de Toekomst propageerde.
  4. Erik Elias schreef een over Brazilië-België.
  5. Tim Krabbé in de jaren negentig over het schaken op internet. Online schaken betekende veel voor de sport – jonge werden veel veel beter. Garry Kasparov er ook over, in de New York Review of Books.
  6. Als je zin hebt om mij te horen zwetsen over voetbal en vernieuwing in het voetbal –