Als er één plek op de wereld aan te wijzen is waar de impact van katoenteelt goed te zien is, dan is het wel het Aralmeer, op de grens van Oezbekistan en Kazachstan.

Waar ooit een enorm meer lag, anderhalf keer zo groot als Nederland, is nu een uitgestrekte zandvlakte met een paar loslopende kamelen en drie plassen water.

Het meer droogde in vijftig jaar vrijwel geheel op. Voor een groot deel komt dit door de katoenproductie. In de jaren zestig begon de Sovjet-Unie in het kurkdroge Oezbekistan katoen te telen, om niet van andere landen afhankelijk te zijn.

Katoen heeft veel water nodig, dus legden de Sovjets dammen en kanalen aan in de rivieren die uitmondden in het Aralmeer, om het rivierwater naar de droge Oezbeekse vlaktes te leiden.

De opdroging van het meer had grote gevolgen voor de dorpen langs het meer, die afhankelijk waren van de visserij. Overstappen op landbouw was niet mogelijk omdat de grond ernstig vervuild en verzilt bleek. De regio verviel in armoede.

Ban Ki-Moon, destijds secretaris-generaal van de Verenigde Naties, noemde het opdrogen van het Aralmeer in 2010 een van de

In 2005 werd met geld van de Wereldbank de Kokaral-dam aangelegd, waardoor het noordelijke deel van het meer zoals je kunt zien op de foto. Maar tegelijk is het de doodsteek voor het zuidoostelijke deel van het meer: door de nieuwe dam loopt daar helemaal geen water meer in.

En de Oezbeekse katoenteelt?

Meer lezen?

Gezocht: een alternatief voor katoen Ooit stond katoen bekend als ‘het witte goud’. Nu heeft het de bijnaam dirty crop – omdat het telen van katoen extreem vervuilend is. Lees het verhaal van Emy hier terug