De Correspondent Podcasts
Lex Bohlmeijer - in gesprek met Georgina Verbaan
SoundCloud
Interview

Het gesprek vindt plaats in café Kobalt in Amsterdam. Als Georgina Verbaan (Den Haag, 1979) niet op zolder zit te schrijven, dan is de kroeg haar kantoor. Waar ze kijkt naar de mensen, luistert naar de gesprekken. Het plein voor Luxembourg bijvoorbeeld is net een toneel. De onderwerpen komen vanzelf naar je toe. Ziedaar de positie van de columnist: op de grens tussen wat privé en openbaar is.

Het terras zit vol, de deuren staan open, het is onrustig. Voor een podcast is het niet de ideale omgeving. Zelf maakt ze ook een onrustige indruk. Dat heeft ze niet als ze acteert, zegt ze.

Acteren is heerlijk overzichtelijk. Je stapt een verzonnen leven in, er is een script, het is gekadreerd, je gaat van sticker naar sticker: dat zijn heerlijke minuten. Dan is de chaos eventjes bedwongen. Ze ervaart het als meditatief. Net als schrijven, trouwens.

Voortreffelijke actrice, oergeestige columnist

Georgina Verbaan kreeg – na een turbulente jeugd – een rol bij Goede tijden, slechte tijden, toen ze achttien was. Ze werd een bekende Nederlander, groeide uit tot een voortreffelijke actrice die twee Gouden Kalveren in de wacht sleepte. En ze schrijft dus sinds een paar jaar columns, tegenwoordig voor NRC Handelsblad.

‘Het is waden door een ontvlambare zee van troep die we zelf hebben neergesmeten, voor later’

Onlangs verscheen een nieuwe bundel, Iets om naar uit te kijken. Oergeestig, druipend van de zelfspot, met pesterig lange zinnen die maar uit blijven dijen. Ze speelt met taal, met het ritme, wandelt door de zinnen zoals je door een stad loopt. Er zit ook veel gevoel voor het absurde in de stukken.

Maar gaandeweg vroeg ik mij af: is het wel zo vrolijk allemaal? De moderne mens blinkt niet uit in fatsoen, de eenzaamheid is groot, om over de toestand in de wereld maar niet te spreken.

‘Verandering. Klimaatverandering, de verandering van atmosfeer, het is overal. Tussen mensen, polen, binnen bedachte landsgrenzen, de dampkring. Het staat ook nog eens allemaal met elkaar in verbinding. Het lijkt soms te groot om over na te denken, het is waden door een ontvlambare zee van troep die we zelf hebben neergesmeten, voor later. Er zijn oplossingen, maar daar is dan weer verbinding voor nodig. Niet het soort dat door noodlot ontstaat, maar het soort dat noodlot voorkomt. Tussen mensen onderling. Zijn ze niet goed in, die mensen. De mens is een gemankeerde soort.’

Humor is de beleefdheid van de wanhoop

Gelukkig zijn er de dieren. Verbaan is lijstduwer bij de Partij voor de Dieren. Dieren zijn leuker dan mensen. Of, anders gezegd, mensen zijn minder leuke dieren. Dieren zijn veiliger. Ze praten niet. Je kunt jezelf zijn. Dat is bij mensen een stuk lastiger. Mensen maken alles moeilijk. Voor elkaar, voor dieren, voor de planeet.

Dieren zijn veiliger. Ze praten niet. Je kunt jezelf zijn. Dat is bij mensen een stuk lastiger

Zo blijkt er onder het hilarische oppervlak van de tekst een duister gevoelsleven te bestaan. Een gevecht met het leven. Ze wordt vaak door dingen tegen de grond gewerkt. Af en toe lees je een zinnetje waarvan je gaat vermoeden dat er een hele wereld achter schuilgaat. ‘Hoe ik was opgegroeid met goed en kwaad, zwart en wit. Hoe ik dacht dat ik duister was, niet goed.’

Er bestaat een Franse uitdrukking. L’humour, c’est la politesse du désespoir. Humor is de beleefdheid van de wanhoop.