Rond de intocht van Sinterklaas wordt de liberale democratie elk jaar eventjes opgeschort.
‘Jongens, volkstradities. Come on. Welke sinterklaasliedjes jullie zingen, hoe je Kerst viert, hoe je Pasen viert. Daar gaat de politiek toch niet over?’, zei premier Rutte over het feest. Oud-partijgenoot Halbe Zijlstra zei in 2016 dat de politiek geen rol moet spelen in het Zwarte Pieten-debat. ‘Dan komen we er toch nooit uit, want de meningen zijn zeer verdeeld.’ En CDA-staatssecretaris Raymond Knops van Binnenlandse Zaken zei vorig jaar: ‘Normaal gesproken ga je geen snelwegen blokkeren’ en toonde begrip voor de blokkeerfriezen.
Ook dit jaar werden protesten van anti-Zwarte Piet-activisten onmogelijk gemaakt. In Eindhoven bekogelden hooligans demonstranten met eieren en riepen ze racistische leuzen.
VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff liet weten de extremen aan beide kanten onderhand ‘meer dan beu’ te zijn. Dan maar helemaal geen demonstraties tijdens de intocht, stelde hij voor.
Polarisatie is improductief, hoor je steeds
Polarisatie is improductief, lezen en horen we al jaren. Volgens Volkskrant-columnist René Cuperus dreigt het Sinterklaasfeest ten prooi te vallen aan radicalen. Ook Algemeen Dagblad-columnist Özcan Akyol beweert dat een onverzoenlijke houding er enkel voor zorgt dat mensen niet bij elkaar komen. En het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) schrijft dat het debat lijkt te zijn ‘gekaapt door personen en partijen aan de uitersten van het spectrum, waardoor er geen discussie van de grond komt’. Alles bijeen nogal boude uitspraken. Politieke uitspraken ook, vinden wij.
Nuance en compromis zullen ons een oplossing brengen, is de belofte. Maar is dat wel zo?
Over politiek gesproken: politici hoorde je nauwelijks over de kwestie. Hoewel enkele lijsttrekkers openlijker zijn gaan pleiten voor het Hollandse compromis van roetveegpiet, komt een breed politiek debat over gelijkwaardigheid en democratische grondrechten niet echt van de grond. De regeringspartijen VVD en het CDA blijven stil over wat er met Zwarte Piet moet gebeuren. Volgens premier Mark Rutte moeten we vooral ‘normaal doen’ over Zwarte Piet. Sybrand Buma beweert al langer dat polarisatie in het Zwarte Pieten-debat ‘de vijand van de oplossing is’.
Polarisatie is slecht en polarisatie moeten we niet willen. Daartegenover staat de belofte dat nuance en compromis ons tot een oplossing zullen brengen. Maar is dat wel zo?
Politiek werd voorgesteld als ideologieloos
Maatschappelijke tegenstellingen veroordelen past in de Nederlandse politieke cultuur. Tijdens de verzuiling waren zakelijkheid, pragmatisme en agreeing to disagree belangrijke politieke ankers, beweren Arend Lijphart en Hans Daalder, de aartsvaders van de Nederlandse politicologie.
In die periode werden politieke geschillen zo veel mogelijk gedepolitiseerd, oftewel: van hun politieke karakter ontdaan. Dit ‘pacificeren’ en ‘polderen’ was bedoeld om maatschappelijke verschillen te overbruggen, en zo polarisatie te voorkomen. Gevolg was wel dat politieke besluitvorming steeds meer een technocratische, bestuurlijke aangelegenheid werd. Politiek werd een zaak van bestuurders en managers, en voorgesteld als ideologieloos.
Depolitiseren zou maatschappelijke conflicten smoren, schreef Lijphart.
Het Nederlandse consensus-ideaal
De neiging een polariserende toon of houding te delegitimeren, heeft dus een historische oorsprong. Met andere woorden: het veroordelen van polarisatie, of van degenen die haar veroorzaken, grijpt terug naar het Nederlandse ideaal van consensus en verzoening. Het doet zich voor als apolitiek, maar is ideologisch.
Is het veelgeprezen polderen wel zo’n gunstig politiek ideaal? Volgens Daalder niet. Vooral de neiging ‘wezenlijk politieke aangelegenheden’ te depolitiseren moet het bij hem ontgelden. Levensbeschouwelijke conflicten tussen groepen in de samenleving – destijds tijdens de zuilen – werden ontkend door ze voor te stellen als wetenschappelijke, rationele verschillen van inzicht.
Daalder vond dat met name de politiek-bestuurlijke elite gebaat is bij depolitisering. De status quo, de normale stand van zaken, werd er namelijk door gehandhaafd. Hij noemde dit depolitisering-uit-politiek-belang.
Polarisatie is niet alleen onontkoombaar, de heiligverklaring van consensus en verzoening is zelfs gevaarlijk, vindt Mouffe
In Over het politieke gaat de politiek filosofe Chantal Mouffe een stapje verder. In haar ogen is polarisatie niet alleen onontkoombaar, maar is de heiligverklaring van consensus en verzoening zelfs gevaarlijk. Ironisch genoeg zorgt een nadruk op consensus júíst voor extreme en schadelijke uitspattingen, stelt ze.
Haar verklaring: politiek gaat om het bieden van alternatieven voor de visie van je politieke concurrent. Wanneer andere politieke partijen geen verhalen en vergezichten voorhanden hebben, springen rechts-populistische partijen in het politieke gat dat ontstaat. Mouffe is dan ook fervent voorstander van politisering – ofwel het beslechten van sociale splijtzwammen in het politieke domein.
Ook minister van Staat Herman Tjeenk Willink bedoelde dit toen hij zei: ‘Politiseren is maatschappelijk depolariseren’.
Als geschillen in politieke arena’s worden beslecht, kunnen escalaties in de samenleving worden voorkomen. Maar dit is géén hernieuwd pleidooi voor een technocratisch bestuur uit angst voor ‘polarisatie’. Politisering bestaat bij de gratie van polarisatie. Niettemin kan de politiek een ventiel zijn voor maatschappelijke tegenstellingen, een boksring voor maatschappelijke conflicten.
De vraag is nu: hoe pakken deze ideeën uit in het heden?
Polarisatie werd gelijk gesteld met bedreiging en geweld
Polarisatie wordt doorgaans in één adem genoemd met conflict, geweld, strijd en zelfs oorlog.
Neem de ronde tafel over Zwarte Piet die Lodewijk Asscher in 2016 organiseerde als minister van Sociale Zaken. Hij nodigde partijen met zeer uiteenlopende standpunten uit. Betrokkenen tekenden een slotverklaring die stelde: geen bedreiging, geweld, polarisatie of agressie meer, wel een ‘beschaafde en respectvolle dialoog’ waarbij ‘het kind centraal’ staat. In die slotverklaring werd polarisatie dus opgenomen in een rijtje met bedreiging, geweld en agressie.
Ook de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, Dick Schoof, liet zich er in vergelijkbare bewoordingen over uit tegen RTL Nieuws. ‘Onder invloed van het gepolariseerde debat kunnen er allerlei idioten zijn die daaraan rechten ontlenen om dan maar geweld te gebruiken, ter linker- en ter rechterzijde.’
Er bestaat oprechte angst dat het debat uitloopt op grotere ongeregeldheden. En met reden. De situatie wordt steeds grimmiger
Er bestaat oprechte angst dat het debat uitloopt op grotere ongeregeldheden. En met reden. De situatie wordt inderdaad steeds grimmiger. Wegblokkades, intimidatie en geweld vanuit pro-Pieten-hoek bedreigen grondrechten als de vrije meningsuiting en het demonstratierecht. Die dreiging komt echter niet vanuit ‘beide kampen’, zoals Rutte beweerde, maar nadrukkelijk vanuit één kant.
Daarbij worden beelden geschapen die doelbewust de zaak onder druk zetten. Zo sprak columnist René Cuperus van ‘De Slag om Zwarte Piet’, oud-VVD-politicus Halbe Zijlstra over ‘het vermoorden van het Sinterklaasfeest’ en columnist Sylvain Ephimenco over ‘een oorlog in de polders en de steden’.
Mobilisatie van ‘het Volk’
De Telegraaf-journalist Wierd Duk mobiliseert al twee jaar het ‘volk’ dat door een ‘extreme’ minderheid onder druk zou worden gezet. Half november portretteerde hij met collega Marcel Vink Kick Out Zwarte Piet als een groep extreemlinkse radicalen. Ook Raymond Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken (CDA), zei dat hij zich zorgen maakt over ‘de continue aanval op Nederlandse tradities’. Zo worden vijanden gemaakt die ‘ons’ voortbestaan bedreigen.
Toen er in 2017 werd gedebatteerd over de zogeheten ‘Zwarte Piet-wet’, zei ook PVV-Kamerlid Harm Beertema: ‘Wij willen de aanval op onze identiteit en onze tradities stoppen.’
Anti-Zwarte Piet-demonstranten worden verantwoordelijk gehouden voor het destabiliseren van Nederland
Het rechts-populistische beeld is dat ‘het Nederlandse volk’ wordt aangevallen door een groep ‘onverdraagzame fanaten’. Er zou een cultuuroorlog woeden. Deze expliciet polariserende beelden worden maar mondjesmaat bekritiseerd door de gevestigde partijen. Anti-Zwarte Piet-demonstranten die legitiem gebruikmaken van hun grondrechten worden daarentegen eenzijdig verantwoordelijk gehouden voor het destabiliseren van Nederland, van ‘het Nederlandse volk’.
Demonstranten moesten het natuurlijk ook niet in hun hoofd halen om mee te willen praten over hoe Nederland eruit komt te zien, over tradities, over de richting van het land. En als zij willen dat de polarisatie stopt, moeten zij hun bek houden. Ze roepen het immers over zichzelf af.
Deze niet-zo-objectieve voorstelling van zaken is niet zonder gevolgen gebleven. Ook dit jaar niet. De metaforen en mythen van journalisten en politici voeden snelwegblokkades, intimidatie en geweld: wie wordt aangevallen, mag zich immers verdedigen. Het verbaast niet dat ‘gewone Nederlanders’ overgaan tot eigenrichting en racisme.
Zoals Sheila Sitalsing schreef in de Volkskrant: de deur werd ervoor opengezet.
Het stille midden ísideologisch
Velen vinden het gepolariseerde debat ‘onprettig’, ‘vergiftigd’ en ‘ontaard’. Steeds wordt gewezen op de onwil om een compromis te sluiten. ‘Mag ik hier misschien ook géén mening over hebben?’, roepen ze wanhopig.
De ‘gemiddelde Nederlander’ komt in de verdrukking door radicale ‘uitersten’. Die zou zich gedwongen voelen afstand te doen van een ‘redelijke’ en ‘gematigde’ positie. In een ‘gepolariseerd’, ‘hysterisch’ en ‘ontspoord’ debat pleit het grijze midden voor een (gedepolitiseerde) dosis ‘normaal doen’.
Dat grijze midden is weliswaar de norm, maar dat maakt dat midden nog niet redelijk en genuanceerd. Onder meer in de columns van Angela de Jong in het Algemeen Dagblad krijgen we een goed beeld van die zogezegd onuitgesproken ‘gemiddelde Nederlander’. Angela de Jong zegt weemoedig naar juf Helma te hebben gekeken, een personage uit de televisieserie De Luizenmoeder. Onaangetast door de hysterische polarisatie was Helma nog ‘gewoon vóór Zwarte Piet’.
Wie ‘polariseert’ is verwerpelijk bezig. Tenzij die ‘polarisatie’ overeenkomt met de eigen standpunten. Dat is ‘normaal doen’
Wie ‘polariseert’ is verwerpelijk bezig, volgens de zelfverklaarde ‘gemiddelde Nederlander’. Tenzij die ‘polarisatie’ overeenkomt met de eigen standpunten. Dat is ‘normaal doen’. Deze stille meerderheid doet zich voor als apolitiek en ideologieloos, maar neemt wel degelijk expliciet stelling. Ze toont begrip voor blokkeerfriezen of bepleit het tijdelijk opschorten van het demonstratierecht.
Nog zo’n voorbeeld. Na de gebeurtenissen in Eindhoven dit jaar, waar demonstranten op racistische leuzen werden getrakteerd, zei burgemeester John Jorritsma dat hij zich zorgen maakte over de vrijheid van meningsuiting.
Columniste Fidan Ekiz schreef dat de burgemeester zich hierdoor partijdig opstelde. ‘Blijkbaar is het inmiddels voor of tegen.’ In dezelfde column hield ze vervolgens een pleidooi voor ‘het stille midden’ en tegen polarisatie. Een grijs, genuanceerd midden, dat echter vóór een inperking van grondrechten is. Voor ‘normaal doen’ rondom een Sinterklaasintocht.
De politiek die haar politieke taak is vergeten
De kritiek op ‘polarisatie’ smoort een legitiem democratisch debat over Zwarte Piet in de kiem, omwille van consensus en verzoening. Populistische partijen benadrukken daarentegen wél de tegenstellingen. Niet door te spreken over politieke voor- en tegenstanders, maar door vijandbeelden op te roepen tussen ‘wij’ witte Nederlanders en ‘zij’, landverraders, buitenstaanders en minderheden die ‘ons’ land verpesten en ‘ons’ een mening door onze strot duwen. Ook worden sociale bewegingen in het verdachtenbankje gezet als onredelijke ‘radicalen’.
Extreme fracties in de samenleving voelen zich gesterkt omdat de politiek zich niet uitspreekt. ‘De samenleving moet het oplossen’, zegt premier Rutte, en de samenleving doet dat ook, met eigenrichting en geweld.
Nu wil het cliché dat de bovenlaag (‘de elite’) de onderlaag (‘het volk’) niet meer begrijpt. Deze rechts-populistische en liberale lens op de werkelijkheid mobiliseert onvrede in de samenleving en ziet die onvrede als een ‘culturele’ kwestie in een zogenaamde ‘cultuuroorlog’. We zouden in filter bubbles leven, langs elkaar heen spreken.
Maar met die veronderstelde miscommunicatie tussen ‘bovenkant’ en ‘onderkant’ valt het best mee. De Bezorgde Burger, die sinds de migratiecrisis op het politieke toneel is verschenen, wordt allesbehalve genegeerd of verkeerd begrepen. Integendeel. Politici leggen hem woorden in de mond of praten hem naar de mond.
De terughoudendheid van midden- en linkse partijen om ondubbelzinnig afstand te nemen, om terug te duwen, legitimeert deze maatschappelijke escalatie. Deze politieke onwil, lafheid zo je wilt, maakt dat het politieke spectrum opschuift en steeds rechtser wordt.
Zijn wij neutraal en objectief? Zeker niet. Wij komen eerlijk uit voor ons politieke standpunt: over racisme en grondrechten ga je niet polderen.
De publieke ruimte is geen verjaardagsfeest. Evenmin is het een slagveld
In een gezonde, liberale democratie worden scherpe debatten gevoerd met respect voor politieke tegenstanders, vinden wij. Ook wanneer demonstranten de normale gang van zaken ter discussie stellen, ongezellig zijn, hun toon maar niet willen matigen en aan een traditie morrelen waar velen warme herinneringen aan koesteren.
Bestuur en politici bewaken daarbij de politieke spelregels en horen het debat op een juiste wijze te kanaliseren. Ze horen zich ondubbelzinnig uit te spreken tegen racisme en voor inclusiviteit, hoekstenen van de liberale democratie. De politie garandeert de veiligheid van demonstranten, voorkomt de indruk van vooringenomenheid en grijpt in wanneer demonstranten worden aangevallen. Journalisten vermijden dat ze bijdragen aan een migranten-vijandig klimaat waarin racisme en eigenrichting een optie zijn.
De publieke ruimte is geen verjaardagsfeest. Evenmin is het een slagveld.
Meer lezen?
Racisme gaat over wat jij ziet als je naar het nieuwe kabinet kijkt Diversiteit is de afwezigheid van structurele uitsluiting. Dat zie ik niet als ik naar de bordesfoto van kabinet-Rutte III kijk. Podcast: Zwarte Piet afschminken? Geen probleem! We updaten ons erfgoed al eeuwen Het debat over Zwarte Piet is fel. Kom je aan deze traditie, dan kom je aan ‘de Nederlander’, zo lijkt het. Maar cultureel erfgoed is nooit onveranderlijk geweest, laat socioloog Warna Oosterbaan in zijn boek Ons erf zien. Wees gewaarschuwd dus, als iemand schermt met ‘traditie’ en ‘identiteit’.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!