Het is de onontdekte superfood van de kledingindustrie: hennep.
Het groeit als kool, voor de teelt zijn geen chemische bestrijdingsmiddelen nodig en door de diepe, fijne wortels houdt het gewas de bodem gezond. En dan is hennep ook nog eens beresterk, ga je er niet snel in stinken en houdt het perfect z’n vorm.
Correspondent-leden hoef ik niet te overtuigen. Hennep wordt in de bijdragesecties onder mijn artikelen steevast de hemel in geprezen.
Ook op duurzame modeblogs wordt hennepkleding al jaren geroemd vanwege de superieure eigenschappen en ecologische voordelen. En afgelopen winter kocht ik zelf nog een super warme hennepjas van het merk Hoodlamb met de belofte dat het ‘een van de meest milieuvriendelijke stoffen in de wereld is’.
En nee, ik heb het niet over de soort waar je dikke takken of vadsige jonko’s van draait. Vezelhennep, daar waar je kleding van maakt, bevat namelijk nauwelijks THC, de stof waar je high van wordt.
Katoen vervangen voor bastvezels, de vezelgroep waar hennep toe behoort, zou de milieu-impact aanzienlijk kunnen verminderen, is te lezen in The Pulse of The Fashion Industry Report 2017.
En er is nog meer goed nieuws: de teelt van industriële hennep is wereldwijd bezig aan een opmars.
Het slechte nieuws is alleen: voor Ben Ratelband komt die opleving waarschijnlijk net even te laat.
Wat een Turkse delegatie bij een hennepondernemer doet
Wie meer wil weten over hennepkleding, komt al snel uit bij de 62-jarige Ben Ratelband. Met zijn bedrijfje StexFibers is hij al zes jaar bezig met de ontwikkeling van een mooie en duurzame hennepvezel voor de mode-industrie.
Ik ben dan ook niet de eerste die hem belde over zijn expertise. Een paar weken geleden had hij nog een delegatie vanuit Turkije over de vloer. Dat had alles te maken met de speech van president Erdogan begin dit jaar, waarin hij zijn landgenoten had opgeroepen om op grote schaal hennep te telen. Met nostalgie vertelde de Turkse president over de stad Rize waar hij opgroeide, waar zijn moeder stoffen weefde van hennep, tassen maakte van hennep en waar atleten rondrenden in kledij van hennep (hennep zweet lekker, schijnt).
‘Ik heb niks met het gedachtegoed van Erdogan, maar dit vond ik een mooie zet’
De islamitische krant Dirilis Postasi publiceerde niet veel later een paginalange ode aan hennep: ‘Cannabisproductie, een zaak van nationaal belang’. Van energievoorziening tot textielindustrie, iedereen was gebaat bij de teelt van dit groene goud.
Ratelband moet er nog om grinniken. ‘Ik heb niks met het gedachtegoed van Erdogan, maar dit vond ik een mooie zet.’
Wat zijn de mogelijkheden van hennep?
Als ik Ratelband opzoek in zijn kantoor, gevestigd op een industrieterrein ergens aan de rand van Arnhem, knalt een poster met twee enorme hennepplanten met op de achtergrond een gigantisch dollarteken me tegemoet. Het bureau ligt vol zakjes gedroogde cannabis. Niet het lichtgroene, sterk ruikende spul dat ik ken uit de coffeeshop, maar eerder het dorre, bruine zaagsel waarmee ik vroeger de caviakooi bekleedde.
Achter dat bureau zit Ratelband zelf, bien cuit gebruind, haren in een scheiding naar achter gekamd en gehuld in geruite blouse. Van hennep? Nee.
Dat uitgerekend hij de man achter de hennepkleding is, is gerust opmerkelijk te noemen. Hij is meer ondernemer dan modeman. Zo werkte hij jaren als bedrijfseconoom, runde hij tien jaar lang een likeurfabriek op Curaçao, werkte hij voor de Cubaanse sigarenindustrie, was hij eigenaar van een restaurant en hield hij zich bezig met de ontwikkeling van een zonneboiler.
Tot hij in 2013 las over een experiment met henneptextiel.
Twee landbouwkundig ingenieurs van de Wageningen Universiteit waren in 2005 een project gestart genaamd Stextile. Het doel: een nieuwe methode ontwikkelen om hennepvezels, zonder gebruik van water of giftige stoffen, om te zetten naar een substantie die gesponnen kan worden zoals katoen. Want de katoenteelt, zo was in de jaren ervoor wel duidelijk geworden, had vanwege het grote gebruik van pesticiden en het feit dat het gewas veelal in droge gebieden groeit, waar water schaars is, grote impact op mens en milieu.
Verschillende partijen in Duitsland en Nederland deden mee aan het project en zowel de Europese Unie als de Nederlandse overheid stopten er geld in. Maar acht jaar later werd Stextile opgedoekt.
De industrie zou de methode door moeten ontwikkelen maar was te huiverig, evenals potentiële afnemers. Het zou te duur worden, luidde de verklaring in de Volkskrant.
Zonde, dacht Ratelband, toen hij het las. Het idee om van die vezeltjes textiel te maken vond hij prachtig. Hij zag de potentie en dacht dat hij als ondernemer wel iets kon betekenen. ‘Ik had het idee dat ze te vroeg waren, en dat de industrie toen [in 2013] wél openstond voor duurzame alternatieven’, zegt Ratelband.
Waarom lopen we niet meer in hennepstof?
Dat zowel Ratelband als Erdogan mogelijkheden zien van het gewas, is niet zo vreemd. Al 4500 jaar geleden kleedden Chinezen zich in hennepkleding, werden de zeilen en touwen van de eerste schepen die de wereld over voeren geweven en gevlochten van hennepvezels en schilderde kunstenaars tot in de 19e eeuw hun werken op cannabis.
Maar waarom wordt het nu zo weinig gebruikt? De reden dat hennep uit onze maatschappij en daarmee uit onze kast verdween had te maken met de import van goedkopere katoenen stoffen uit de koloniën en de uitvinding van de eerste kunstvezels.
De drugswetgeving in West-Europa en de Verenigde Staten, die vlak na de Tweede Wereldoorlog werd ingevoerd, betekende uiteindelijk het einde van de industriële hennepteelt. Hennep stond niet langer bekend als het ijzersterke materiaal waar je uitstekend kleding van kon maken, maar als de harddrug waar mensen verslaafd aan kunnen raken.
Hennep stond niet langer bekend als het ijzersterke materiaal waar je uitstekend kleding van kon maken, maar als gevaarlijke harddrug
Inmiddels is dat weer aan het veranderen, en heffen steeds meer landen het verbod op de teelt ervan op. Ze zien in: hennep is duurzaam, veelzijdig en lucratief. Zo kunnen de zaden worden gebruikt voor de productie van olie en schoonheidsproducten, de bastvezel voor isolatiemateriaal en textiel en de houtdelen voor bouwmateriaal.
Ook hier in Nederland, in Oude Pekela in Groningen, wordt sinds 1994 weer grootschalig hennep geteeld door het bedrijf Dun Agro. Vooralsnog wordt de hennepvezel die zij produceren geleverd als grondstof voor verdere verwerking in de papierindustrie, isolatie -en automobielindustrie.
Geen kleding dus. Want goede, kwalitatieve kleding maken van hennep, schijnt nogal een dingetje te zijn.
Alles wees op een succesverhaal
Dat hoef je Ratelband niet te vertellen. Een van de ingenieurs waarover hij had gelezen, Romke de Vries, was wel bereid het nog een kans te geven. In 2013 richtte Ratelband met zijn hulp het bedrijf StexFibers op.
Alles wees erop dat het een succesverhaal zou gaan worden.
De techniek om de hennepvezels te bewerken was al bedacht door de twee ingenieurs, en de proefinstallatie al gebouwd. En het idee - om de hennepindustrie nieuw leven in te blazen en er kleding van te maken - kon rekenen op veel media-aandacht.
Van de gemeente Arnhem en Stichting Doen kregen ze subsidie en ze wonnen verschillende (geld)prijzen.
In een interview met de Volkskrant in 2014 liet Ratelband nog blijken dat niks een verdere uitbouw nog in de weg stond, dat investeerders klaarstonden en blikte hij vooruit dat in de fabriek in Arnhem zo’n twintig mensen zouden komen te werken. ‘Tenzij het idee explodeert, want dat kan óók. Dan wordt het allemaal nog veel groter’, voegde hij er nog aan toe.
De vraag was niet zo zeer of het zou lukken, maar hoe groot het zou worden.
Het verhaal klonk bekend in de oren. Ook brandnetel groeide hier in Nederland, ook voor de teelt van dit gewas waren nauwelijks bestrijdingsmiddelen nodig, ook deze ondernemer (Bob Crébas) kreeg veel media-aandacht en ook hij had een machine om de vezels te verwerken om er kleding van te maken.
Maar na acht jaar en een investering van een paar miljoen euro, gooide Crébas uiteindelijk de handdoek in de ring.
Alles is katoen
De problemen met hennep waar Ratelband tegenaan loopt, lijken verdacht veel op de problemen van brandneteltextiel.
De hennepvezels, die Ratelband met zijn machine op basis van stoomexplosie verwerkt, voldoen vooralsnog niet aan de eisen van de industrie. Zo hebben de vezels nog niet dezelfde zachtheid en fijnheid van katoen en moeten de vezels van een bepaalde lengte en dikte zijn, willen ze bij spinnerijen en weverijen op de machines passen.
Dat maakt het zo moeilijk om met een nieuwe vezel, of dit nu hennep of brandnetel is, op de markt te komen: de hele sector is ingericht op de verwerking van katoen. Bijna alle machines zijn afgesteld op die ene vezel. ‘En zie maar eens iemand te vinden die bereid is alle instellingen van zijn of haar machine aan te passen, als dat überhaupt al mogelijk is, voor een paar balen cannabis’, zegt Ratelband.
‘Zie maar eens iemand te vinden die bereid is alle machine-instellingen aan te passen voor een paar balen cannabis’
De hennepvezel zo verwerken dat die precies lijkt op die van katoen, en zonder aanpassing van de machines verwerkt kan worden, is hem vooralsnog niet gelukt.
En dan is hennep, net als brandnetel, ook nog eens een stuk duurder - uiteenlopend van zo’n twee tot vijf keer zoveel.
Een partij die kan helpen opschalen en de ontwikkeling van de vezel een nieuwe impuls kan geven, het liefst een vanuit de industrie zelf (‘Want die snappen de complexiteit van de keten’). Maar in de zes jaar dat hij hier nu mee bezig is, heeft niemand zich nog gemeld.
Exclusieve hennep van Armani en Burberry
Toch houdt Ratelband de moed erin. Ten opzichte van brandnetel heeft hennep een aantal grote voordelen.
Om te beginnen levert de hennepplant vanaf jaar één vezels, terwijl de brandnetel pas na twee tot drie jaar geoogst kan worden.
Ten tweede zijn er al een aantal grote kledingmerken die cannabis in hun collecties gebruiken. Outdoormerk Patagonia gebruikt het gewas al jaren als duurzaam alternatief voor katoen. Evenals Levi’s. En ook high-end modemerken als Armani en Burberry hebben de vezel ontdekt en verwerken het in een aantal van hun producten.
Volgens Luisa Trindade, hoogleraar plantenveredeling aan de Wageningen Universiteit, die al jaren betrokken is bij een project rondom cannabis, zijn de natuurlijke eigenschappen van hennep dan ook heel geschikt voor kleding. ‘Als je kijkt naar stof van hennep, zie je dat het stugger is, maar dat het wel meer water absorbeert wat betekent dat je er minder snel in zweet.’
En als laatste staat Ratelband er niet alleen voor. Verschillende organisaties in Europa zijn net als hij bezig met de ontwikkeling van henneptextiel. Hempflax, een Nederlands bedrijf dat vezelhennep teelt en verwerkt, is er daar een van. ‘Nu leveren we alleen nog kleine hoeveelheden voor proeven en onderzoeken. Maar in de toekomst willen we zeker gaan leveren voor de kledingindustrie. Er is veel vraag naar hennep vanwege de milieuvoordelen’, vertelt Linde Snijders, zakelijk manager bij Hempflax.
Waarom is hennep zo duur?
En als het Ratelband niet lukt, dan betekent dit nog niet dat hennepkleding ten dode is opgeschreven. Het betekent waarschijnlijk wel dat onze hennepkleding niet van de boer uit Groningen zal komen, maar van de henneptelers uit China.
China is namelijk het hart van de hennepteelt wereldwijd. Anders dan hier in Europa heeft de teelt in dit deel van de wereld nooit stilgelegen, en zijn de spinnerijen en weverijen niet massaal verdwenen, zoals in Nederland en een groot deel van Europa het geval is.
Dit is dan ook de reden dat de hennep uit mijn winterjas uit Noord-China en niet uit Europa komt, zo laat Caroline Bardaux, medewerker van Hoodlamb weten. ‘Nergens vind je dezelfde faciliteiten, kennis en vakmanschap voor het verwerken van dit gewas tot stof’, zegt ze.
Waarom het de Chinezen wel lukt geschikte vezeltjes te verkrijgen en Ratelband niet, heeft naast de ontwikkelingen, met nog iets te maken: de manier waarop ze in China de hennep verwerken. Zo worden de vezels handmatig uit de hennepstelen verwijderd en van elkaar los gekamd, waardoor ze minder snel beschadigen. Ratelband: ‘Die methode is heel kostbaar. Als je hier in Europa wil produceren en kunnen concurreren moet het wel machinaal.’
Maar waarom zou je überhaupt hier in Nederland willen telen en verwerken, als de hennepvezels gewoon voor het oprapen liggen in China?
Volgens Snijders van Hempflax zijn de Chinese hennepgaren wel veel beter, maar is het onduidelijk hoe ze aan die zachte garens komen. ‘Is dit bereikt via een natuurlijk proces of zijn er chemische toevoegingen gedaan?’ En, voegt ze eraan toe, dan is het niet eens duidelijk hoe het zit met de arbeidsomstandigheden.
Volgens haar willen mensen zekerheid en openheid over het doorlopen proces, en kiezen ze er daarom eerder voor om samen te werken met een bedrijf in Europa.
Als zelfs Trump hennep steunt...
Dat biedt kansen voor Ratelband. Maar het is de vraag of hij het uit kan zingen tot de te verwachten doorbraak. Na een investering van een miljoen euro en na zes jaar lief en leed in de groene wondervezel te hebben gestopt, begint zijn geduld langzamerhand op te raken. ‘Mijn voorgangers waren te vroeg, maar misschien ben ik ook wel te vroeg.’
Misschien heeft hij gelijk. Maar ik zal er niet gek van opkijken als we de komende jaren meer en meer hennep in de kledingrekken zullen tegenkomen. Zelfs in India, het grootste katoenproducerende land ter wereld, gaan nu stemmen op om hennep te telen. En het Amerikaanse merk Levi’s bracht onlangs het nieuws naar buiten dat het nu hennep met katoen kan mengen zonder dat het iets afdoet aan de zachtheid van de stof. Levi’s verwacht dat textiel van 100 procent hennep over vijf jaar zo is doorontwikkeld dat het aan kan voelen als katoen.
En een jaar geleden ondertekende president Trump de Farm Bill 2018, waarmee de teelt van het gewas nu weer gelegaliseerd is in Amerika. Niet geheel toevallig bracht Patagonia onlangs een mini-docu naar buiten waarin hennepboeren aan het woord komen en vertellen over de veelzijdigheid van de plant, met als doel het negatieve imago rondom cannabis weg te nemen.
En Ratelband? Hij heeft zichzelf een ultimatum gegeven: als hij voor het eind van het jaar geen partner weet te vinden, dan stopt hij ermee. ‘Uiteindelijk zal iemand anders het wel weer oppakken. Maar ik zou het graag zelf doen.’
Lees ook:
Deze multimiljonair wilde met brandnetels de wereld verbeteren (maar legde het af tegen katoen) Het klonk zo mooi: lokaal geteelde brandnetels als alternatief voor het milieuvervuilende katoen. Maar de brandnetelmode van miljonair en voormalig Marktplaatseigenaar Bob Crébas sloeg niet aan. Waar ging het mis? ‘Wie de wereld wil verbeteren, moet dat niet met kleding doen.’ Katoenteelt kan duurzamer. Maar dan moet de industrie wel op de schop De manier waarop katoen wordt geproduceerd is slecht voor het milieu en de boer. Biologisch verbouwen kan een oplossing zijn: beter voor de planeet, en de vraag is groot. Waarom blijft het aandeel biologische katoen dan al jaren onder de 1 procent hangen?
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!