Het was een grijnzende president Nicolás Maduro, die in november 2016 tijdens een toespraak trots een goudstaaf omhoog hield. Goud, gewonnen in de oerwouden van Zuid-Venezuela, zou de
toen al instortende economie
van zijn land redden, zei hij erbij.
Het edelmetaal kwam uit de Arco Minero del Orinoco, oftewel de Orinoco Mijnbouwboog, zoals Maduro het gebied ten zuiden van de Orinoco-rivier doopte. In dezelfde speech kondigde hij aan 150 bedrijven uit 35 landen te hebben uitgenodigd om, in joint ventures met de staat, het gebied te ontginnen. Zijn regering zou de opbrengst investeren in gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting en transport.
Ruim een jaar later, in januari 2018, heeft Maduro het weer over goud, maar dan in dreigende zinnen die moeten verklaren waarom hij de grenzen heeft gesloten met Aruba, Bonaire en Curaçao, de ‘Nederlandse’ eilanden op nog geen 100 kilometer van de noordkust van Venezuela. ‘Ze nemen op illegale wijze goud van dit land af en maken het legaal om het daar te verkopen. Ze pakken coltan, diamanten en onze voedselproducten af’, aldus Maduro. De smokkel van Venezolaanse producten via de ABC-eilanden berokkende de economie van zijn land grote schade toe, vervolgde hij.
Rol van Nederland
Hoe zit het precies met het goud uit Venezuela, wilden we weten. Komt het via de Nederlandse ABC-eilanden geëxporteerde goud inderdaad grotendeels uit Venezuela? En zo ja, wie profiteert daarvan en waar komt het goud terecht?
Een andere vraag is of Nederland wel handel in goud uit Venezuela moet toestaan. Net als vele andere EU-landen ondersteunt het oppositieleider Juan Guaidó als interim-president van het land, en goud kopen uit Venezuela via officiële weg versterkt het regime.
Maar bovendien: Nederland heeft zich verbonden aan de OESO-richtlijnen voor de productieketen van goud, een leidraad voor bedrijven en betrokken landen om mensenrechtenschendingen tegen te gaan bij de winning van goud en de latere handel erin, en om te voorkomen dat de handel in goud bijdraagt aan gewapende conflicten.
Om die reden riep Nederland in 2017 ook het goudconvenant in het leven. De ondertekenaars, waaronder de overheid, maatschappelijke organisaties en bedrijven, beloofden zich aan de OESO-richtlijnen te houden en aan de VN-richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. En er is alle reden om aan te nemen dat de goudwinning in Venezuela niet voldoet aan de uitgangspunten van deze richtlijn.
Om zulke vragen te beantwoorden, deden we het afgelopen jaar ter plekke onderzoek, en spraken we met ruim honderd mijnwerkers, militairen, bendeleden, bedrijven, goudsmokkelaars en -handelaars, douanemedewerkers en ambtenaren van Venezuela tot Europa.
We ontdekten dat je vermoedelijk al het goud dat nu wordt gewonnen in Venezuela moet zien als ‘conflictgoud’
Ook kwamen we erachter dat Curaçao de afgelopen vijf jaar ruim 130 duizend kilo aan goud naar de VS, de Verenigde Arabische Emiraten en Zwitserland exporteerde en dat via Aruba de afgelopen twee jaar bijna 30.000 kilo aan goud is verhandeld, hoewel beide eilanden geen goudmijnen hebben. En ontdekten we dat je vermoedelijk al het goud dat nu wordt gewonnen in Venezuela moet zien als ‘conflictgoud’, onder meer volgens de criteria van een EU-richtlijn dat de handel in conflictmineralen moet tegengaan, die overigens pas in 2021 van kracht wordt.
Curaçao lijkt dat ook te beseffen. Na de handel en doorvoer van Venezolaans goud jarenlang ongemoeid te hebben gelaten, besloot de regering van het eiland deze vrijdag ‘met onmiddellijke ingang’ de handel in goud vanuit Venezuela te verbieden.
Gebleken is, aldus de verklaring van de autoriteiten, dat ‘de Venezolaanse goudwinning nauw verweven lijkt te zijn met praktijken als illegale mijnbouw, kapitaalvlucht, onderdrukking en uitbuiting’. Verder zouden ‘strafrechtelijke onderzoeken’ erop wijzen dat handel in en het transport van Venezolaans goud ‘gepaard kunnen gaan met (drugs- of andere) smokkel, valsheid in geschrifte en witwassen’.
Het verbod sluit precies aan bij onze bevindingen.
Een netwerk van okergele mijngroeves
In het zuiden van Venezuela, enkele honderden kilometers van de hoofdstad Caracas, doorkruist de immense Orinoco-rivier het land, van Colombia naar de Atlantische Oceaan. Ten zuiden ervan ligt regenwoud, deels beschermd als natuurgebied en toebehorend aan bijna tweehonderd verschillende groepen oorspronkelijke bewoners. Maar in de grond bevinden zich ’s werelds meest gewilde mineralen, zoals goud, diamant en coltan.
In deze regio van 112.000 vierkante kilometer, die president Maduro de Orinoco Mijnbouwboog heeft gedoopt, is sprake van een ware mijnbouw boom. Tussen de 300.000 en 500.000 mijnwerkers graven er op dit moment de jungle af, zuigen rivierbeddingen leeg en boren er netwerken van tunnels op tientallen meters onder de grond.
In de benauwde, okerkleurige mijngroeven werken advocaten, dokters en onderwijzers, die door de crisis geen andere mogelijkheid zagen dan hun families achter te laten en mee te doen met de goldrush. Grote stukken land worden ontbost. Het vervuilende kwik, dat door mijnwerkers wordt gebruikt in het ontginningsproces, komt terecht in het grondwater.
Venezuela’s goudmijnbouwgigant Minerven is het enige bedrijf dat grote hoeveelheden goud uit de mijnen levert aan de Venezolaanse Centrale Bank. Deze verkoopt het dan door aan bedrijven in landen als Turkije en de Verenigde Arabische Emiraten. Minerven is echter in verval en produceert zelf geen goud meer.
Wel koopt het via tussenpersonen goud van coöperaties van artisanale mijnen, ook al weet het dat dit komt uit illegale mijnbouwprojecten, aldus een Minerven-vertegenwoordiger. Een andere medewerker, die ook anoniem wil blijven, stelt dat ‘irreguliere groepen’ zich verrijken met de aankoop van goud.
‘Wat konden we doen, behalve “ja en amen” zeggen? We werden clowns in het circus van de guerrillero’s’
Wie in het mijnbouwgebied de dienst uitmaakt? In veel gevallen het Nationale Bevrijdingsleger (ELN) uit buurland Colombia, een guerrillagroep die de Colombiaanse regering bestrijdt en wiens aanwezigheid op Venezolaans grondgebied wordt gedoogd door de regering-Maduro.
Op zekere dag kwam een groep van ‘twee- tot driehonderd, tot hun tanden gewapende personen, in boten aanvaren’ in een goudwinningsgebied bij de Colombiaanse grens, vertelt een 26-jarige, naar Colombia gevluchte legersergeant die 3,5 jaar was gestationeerd in deze regio in de deelstaat Amazonas. ‘Ik had nog nooit zoiets gezien’, zegt de man, die anoniem wil blijven. ‘Vanaf die dag was het duidelijk dat zij (de ELN-strijders, red.) de baas waren in de mijnen.’
Een andere gevluchte militair, die ook anoniem wil blijven, maakte iets vergelijkbaars mee in de aangrenzende deelstaat Bolívar. ‘Wij waren maar met z’n twintigen. Wat hadden we kunnen doen? We konden hen slechts begroeten, alsof ze oude vrienden waren’, vertelt hij. ‘Op alles zouden we voortaan "ja en amen” zeggen. We werden clowns in hun circus.’
De echte machthebbers in het mijnbouwgebied
Dit zijn de échte autoriteiten in het mijnbouwgebied: Colombiaanse ELN-strijders, dissidenten van de gedemobiliseerde FARC en Venezolaanse gewapende bendes, de sindicatos.
In het verleden gebruikten FARC-rebellen Venezolaans grondgebied al om geld, wapens en gijzelaars veilig te stellen. Een groep dissidente FARC-strijders is er na het vredesakkoord van 2016 achtergebleven, mede om via de mijnbouw drugsgeld wit te wassen.
Het ELN, die ideologisch dicht bij de regering-Maduro staat, heeft de afgelopen jaren veel Venezolaanse manschappen gerekruteerd. Zij namen de afgelopen twee jaar in de deelstaat Bolívar veel mijnen over van de sindicatos. Laatstgenoemden werden in ruil voor een deel van de mijnbouwinkomsten bewapend door de Venezolaanse overheid, en vormen de derde gewapende groep die actief is in de mijnbouwregio.
‘Ze maken het leven van de mijnwerkers en hun familie tot een hel, met terroristische en sadistische praktijken’
De drie groepen dwingen mijnwerkers om in onmenselijke omstandigheden naar goud te zoeken, aldus de eerder genoemde medewerker van het staatsmijnbouwbedrijf. ‘Ze maken het leven van de mijnwerkers en hun familieleden tot een hel, met terroristische en sadistische praktijken.’
Gevluchte mijnwerkers bevestigen dit beeld en spreken van gedwongen prostitutie, zware martelingen, en zelfs massamoorden en onthoofdingen. Maar ook hooggeplaatste militairen en politici verrijken zich met dit goud, aldus de Minerven-vertegenwoordiger, die ons bezweert anoniem te willen blijven.
Een voormalig hoge officier van de Venezolaanse geheime dienst, die ook niet onder naam geciteerd wil worden, legt uit dat een deel van de opbrengst uit de goudmijnen in de staat Amazonas wordt verdeeld tussen leidinggevenden van de inlichtingendienst, die van de Guardia Nacional Bolivariana de Venezuela (GNB of de Nationale Garde) en het leger. Zolang zij dit op gezette tijden krijgen, tolereren zij de aanwezigheid van de gewapende groepen, zegt hij.
En volgens een mijnwerker in de zogeheten Yapacana-mijnen, in een beschermd natuurgebied, innen militairen ‘belasting’ in goud bij checkpoints rondom de mijnen. ‘Als iemand wint, is dat het leger’, zegt hij.
Een reddingsboei voor de regering-Maduro
Ivan Briscoe, Latijns-Amerika-expert bij de International Crisis Group, noemt de winsten uit illegale mijnbouw een van de belangrijkste inkomstenbronnen van het Venezolaanse leger. ‘Om die inkomsten te beschermen, zal het koste wat het kost Maduro blijven steunen. Voor de regering vormen die inkomsten daarom een financiële reddingsboei.’
Uiteindelijk komt maar een klein deel van het goud dat is gewonnen in de Orinoco Mijnbouwboog terecht bij de Venezolaanse Nationale Bank. Dat blijkt ook uit officiële gegevens: wat de Nationale Bank aankocht aan goud, de laatste jaren, schommelde naar eigen zeggen tussen de 1.000 en 10.000 kilo per jaar. Verreweg het meeste goud verdwijnt via smokkelroutes het land uit, via buurlanden als Colombia, Brazilië, Guyana en de Caraïbische eilanden.
En de 150 internationale mijnbedrijven, die Maduro in 2016 had beloofd aan te trekken? Daarvan vonden we geen enkel spoor, ondanks lang onderzoek ter plekke in 2017 en het afgelopen voorjaar.
Witgewassen via Nederlandse eilanden
Op 9 februari 2018 viel het Recherche Samenwerkingsteam de business class binnen van een KLM-vliegtuig op het vliegveld van Aruba, dat op het punt stond naar Schiphol te vliegen. Het toestel kon pas weg na de arrestatie van de Venezolaanse goudkoerier Rafael Gonzalez Zambrano, die nietsvermoedend in het toestel zat, met in zijn koffer 50 kilo goud, bestemd voor een koper in Dubai.
Ook zijn baas, Juan Carlos Toro Rodríguez van het bedrijf Paoro Armored Transport, werd gearresteerd, op verdenking van smokkel, vervalsing van papieren en het witwassen van geld.
Een jaar later is Rodríguez, die samen met Zambrano vastzat, er nog steeds verontwaardigd over. ‘Mijn jongen werd illegaal gevangen gezet’, klaagt hij tijdens een ontmoeting in Oranjestad, Aruba. Met grote handgebaren vertelt hij dat Venezolaans goud vervoeren via de eilanden helemaal niet illegaal is, maar plaatsheeft met volledige medewerking van de douanes van België, Nederland, de VS en de Verenigde Arabische Emiraten.
Tot zijn arrestatie stuurde Rodríguez tot vier ladingen goud van tussen de 20 en 40 kilo per maand naar zijn klanten, soms meer. Om te bewijzen dat hij niks verkeerd deed, testte hij zijn route nog een keer na zijn vrijlating, in september 2018. Dat verliep probleemloos. Trots toont hij op zijn telefoon een foto met douanestempels van een zending van ruim 50 kilo goud, met een douanewaarde van ruim 2 miljoen dollar, dat vanaf Aruba met een KLM-vlucht naar Nederland ging.
KLM als transportmiddel
Zo op het oog lijkt er niet zoveel mis met de goudhandel vanuit Curaçao en Aruba: volgens bronnen bij de Arubaanse overheid is er in 2017 precies 25.549 kilo goud via Aruba verhandeld. In 2018 was dit 3.313 kilo – een daling die mogelijk verband houdt met de grensblokkade door Venezuela van de ABC-eilanden. Curaçao exporteerde tussen 2014 en 2019 zelfs voor meer dan 130 duizend kilo aan goud, aldus het Curaçaose ministerie van Financiën. Daarnaast wordt veel goud door passagiers vervoerd, onder meer in de vorm van juwelen.
Van al dit goud is meer dan 90 procent afkomstig uit Venezuela, schatten vertegenwoordigers van de autoriteiten van Aruba en Curaçao tegenover ons. Ook is bekend dat goud dat lijkt uit Colombia te komen, vaak ook in Venezuela is gewonnen, maar eerst ‘witgewassen’ is voordat het, via de eilanden, haar weg vervolgt.
‘Ik weet dat het goud uit Venezuela komt’, vertelt ook de Curaçaose douaneambtenaar Etienne Casiano ons. ‘Het goud dat ’s ochtends aankomt, vertrekt in de middag met KLM.’ Volgens hem gebeurde dit voor 2018 soms twee keer per week.
En een oud-medewerker van het vliegveld in Willemstad, die anoniem wil blijven, zegt dat er in de afgelopen tien jaar wekelijks privévliegtuigen met ladingen goud uit Venezuela landden die vervolgens werden doorgevoerd. Volgens zijn collega’s was dit ‘normaal’ en volledig legaal.
Hoe verandert de herkomst van goud uit Venezuela?
De procedure die wordt toegepast, gaat als volgt: het Venezolaans goud dat Curaçao met privévluchten binnenkomt, gaat direct naar de zogeheten ‘vrije economische zones’ aan de haven en bij het vliegveld. In plaats van te worden geïmporteerd, behoudt het goud de status van ‘doorvoer’. Als het vervolgens naar het buitenland wordt gevlogen, hoeven de douanepapieren alleen nog maar Curaçao als land van herkomst te vermelden.
In de vrije zone van de luchthaven zijn 41 bedrijven gevestigd die handelen in allerlei zaken, van auto-onderdelen tot goud. Een medewerker van de douane in Curaçao beschrijft de plek als iets dat ‘lijkt alsof het in het buitenland is’: iedereen is hier vrijgesteld van belasting betalen over de doorgevoerde goederen. Het toezicht is laks, waardoor onduidelijk blijft wat precies gebeurt met alle goederen die via de zone het eiland passeren.
De herkomst van het goud wordt nog moeilijker te achterhalen als je het goud laat omsmelten in de raffinaderij Curaçao Precious Metals (CUPREMECO), die in de vrije economische zone ligt.
In Aruba is de situatie niet veel anders, blijkt als we een intern document van de douane inzien. Het bevat een incompleet overzicht van uit Aruba doorgevoerd goud tussen 2014 en 2018, met namen van handelaars. Het bevestigt dat privévluchten uit Venezuela ook in Aruba aankomen, met goud waarvan Curaçao of Aruba de oorsprong zou zijn, dat vervolgens met commerciële vluchten verder doorvliegt – het grootste deel met KLM-vluchten via Nederland naar België, de Verenigde Arabische Emiraten (Dubai) en Turkije, en verder vooral naar de VS, met toestellen van American Airlines.
Door de ‘klachten’ van Maduro en de negatieve berichten over de Venezolaanse goudmijnen, begonnen de autoriteiten op Curaçao en Aruba de mineralenstromen onder de loep te nemen.
‘We moeten ervoor zorgen dat doorvoer, import en export op een legale manier gebeurt en dat er voor smokkelwaar uit Venezuela geen plaats is’, zei Stella Van Rijn, secretaris-generaal van het ministerie van Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen op Curaçao, toen we haar afgelopen april vragen stelden over de goudhandel. Ze erkende dat de autoriteiten de goudstromen niet konden ‘valideren’, en zei dat haar land werkte aan nieuwe wetgeving om de ‘problematiek’ aan te pakken – vermoedelijk doelend op het deze vrijdag ingestelde verbod op handel in Venezolaans goud.
‘Natuurlijk gaat het goud dan uit Colombia komen, begrijp je, of uit Peru, of waar dan ook vandaan. Creëer je niet een waterbedeffect?’
‘Natuurlijk gaat het dan vervolgens uit Colombia komen, begrijp je, of uit Peru, of waar dan ook vandaan. Creëer je niet een waterbedeffect?’ reflecteert ze hardop. ‘Waar wij pro forma onze handen in onschuld kunnen wassen omdat we de handel vanuit Venezuela hebben gestopt, gaat het ergens anders naartoe, wat wij vervolgens niet kunnen verifiëren omdat het certificaat uit Colombia – in onze beleving – wél echt of verifieerbaar is.’
In Aruba is de doorvoer van Venezolaans goud nog steeds legaal, al moet het Openbaar Ministerie tegenwoordig ingelicht worden over elk goudtransport. ‘Er kan sprake zijn van een verdachte context waar nader onderzoek nodig is’, vertelt Terry Akkerman, officier van justitie in Aruba.
Waar het goud uit Aruba en Curaçao precies terecht is gekomen, is moeilijk te achterhalen. Maar dankzij het Arubaanse douanedocument weten we dat bedrijven in Dubai en Antwerpen tussen 2016 en 2018 aankopen deden.
De Europese goudketen
Een gigantische hand met roze gelakte nagels en in de vuist een enorme diamant, breekt triomfantelijk door de muur heen. Deze schildering, met de tekst ‘No Pressure, No Diamonds’, siert een straat in het hart van de Diamantbuurt in Antwerpen. Allerlei juwelierszaken en goudhandelaren proberen er voorbijgangers te verleiden diamanten trouwringen te kopen of oude juwelen te verkopen.
Bij Tony Goetz, een van de grootste goudbedrijven van België en de enige met een eigen smelterij, laat eigenaar Sylvain Goetz ons binnen. Casual gekleed en op veterloze leren instappers, leidt Goetz ons rond in zijn smelterij, die dagelijks zo’n 100 kilo goud verwerkt.
Werknemers gieten gloeiend goud met een temperatuur van 1.160 graden uit een van de zes smeltovens in een vat met water. De kleine gouden bolletjes die zo ontstaan worden per kilo afgewogen en voorzichtig in een staafvorm gegoten. Het resultaat is een zeer gladde gouden staaf met het formaat van een smartphone en een waarde van 37.000 euro. Deze krijgt het Tony Goetz-logo erop gestempeld, met een speciaal serienummer. ‘Fijner dan dit krijg je het niet’, licht hij toe. ‘Dit is echt heel erg puur goud.’
‘Geen goud meer uit Venezuela’
Volgens het douanedocument dat we inzagen, kocht dit bedrijf in december 2016 in Aruba 21 kilo goud uit Venezuela aan, ter waarde van ruim 780 duizend dollar – de reden voor ons bezoek.
Op basis van de genoemde feiten kan het bedrijf niet achterhalen of deze zending heeft plaatsgevonden. Sylvain Goetz zegt stellig nu in elk geval geen goud aan te kopen uit Venezuela of de eilanden, juist omdat de herkomst van het goud zo moeilijk is te achterhalen. ‘We hebben al enkele jaren geleden besloten niet meer samen te werken met offshore-gebieden of zogeheten doorvoerlanden.’
Hij laat een brief zien die zijn bedrijf in 2017 stuurde aan de staatsbank van Venezuela, waarin het een aanbod afwijst van de Venezolaanse Centrale Bank om daar goud aan te kopen. De reden: de partij goud zou niet voldoen aan de transparantie-eisen van het bedrijf. Jurist Bert Luyten, die speciaal voor ons bezoek is langsgekomen, bevestigt dat het bestuur in 2017 besloot niets meer uit Venezuela te importeren.
Het bedrijf waar Argentor Essayeurs het goud kocht ‘zei dat het goud uit Guyana en Colombia kwam’
Ook Argentor Essayeurs, een Vlaamse goudhandelaar een paar straten verderop, die volgens hetzelfde douanedocument in 2016 en 2017 voor ruim 6 miljoen dollar goud kocht uit Aruba en Curaçao, zegt dit nu niet meer te doen. ‘Het bedrijf waar we het van kochten, zei dat het goud uit Guyana en Colombia kwam’, vertelt directeur Gianni Proost. ‘Maar toen we na berichtgeving over Venezolaans goud navraag gingen doen, vond ik hun ontwijkende antwoord niet overtuigend en heb ik de samenwerking stopgezet.’
Het bedrijf GoetzGold in Dubai, eigendom van Alain Goetz, de jongere broer van Sylvain, heeft geen last van zulke twijfel. Het kocht tussen oktober 2017 en oktober 2018 zo’n 445 kilo Venezolaans goud aan in Aruba én schafte in 2018 voor 21.800 kilo goud aan van de Centrale Bank in Venezuela. Een jurist mailt dat elke zending goud uit Aruba en Curaçao, afkomstig is ‘van legale, gecertificeerde dealers en ook gecheckt wordt door douaneautoriteiten’.
Zwitserland, paradijs voor goudhandelaren
De zendingen goud die naar Dubai en België gaan vanuit de eilanden, verbleken naast die met bestemming Zwitserland, waar driekwart van al het goud in de wereld wordt versmolten.
Volgens de Zwitserse douane heeft het land tussen januari 2015 en april 2019 voor 40.090 kilo goud uit Curaçao geïmporteerd, met een douanewaarde van 1.292.336.974 Zwitserse Franc, ofwel ruim 1,5 miljard euro.
De cijfers komen grofweg overeen met de cijfers van de Nederlandse douane: tussen 1 januari 2015 en 31 december 2018 zijn er in totaal 310 zendingen goud vanuit de vrije zone van Curaçao via Schiphol doorgevoerd, aldus de douane. Dat zou neerkomen op een totaalwaarde van rond de 1,3 miljard euro. Het grootste deel hiervan had als eindbestemming Zwitserland of Turkije. Zendingen uit Aruba komen in de douanestatistieken niet voor.
Een rondvraag bij de vier grootste Zwitserse smelters of ze zich van die herkomst bewust zijn, levert weinig op, ondanks hun beloftes van transparantie op de website.
Het bedrijf Valcambi weigert onze vragen te beantwoorden omdat het zegt geen ‘bedrijfsgevoelige informatie’ te willen weggeven. Argor Hereaus zegt zich te houden aan alle wetten en internationale standaarden en zich ‘zeer sterk in te zetten voor transparantie, duurzaamheid en respect voor mensenrechten’, maar wil niet zeggen of het goud uit Venezuela, Aruba of Curaçao verwerkt. PAMP en Metalor zeggen stellig te weten dat ze niets uit deze landen kopen.
De moeizame geboorte van het goudconvenant
Waar de ABC-eilanden erkennen geen goed zicht te hebben op de goudsmokkel, zet de Nederlandse overheid zich juist actief in voor een duurzamere productie- en handelsketen van goud. Zo heeft Den Haag zich verbonden aan de OESO-richtlijnen voor de goudketen.
Deze leidraad moet bedrijven, en landen waarin ze actief zijn, ertoe aansporen mensenrechtenschendingen in de goudketen tegen te gaan, en te voorkomen dat de handel in goud bijdraagt aan gewapende conflicten. Om te benadrukken dat Nederland zich hieraan wil houden, heeft het in 2017 het zogeheten goudconvenant gesloten. Daarnaast zetelt in Den Haag het European Partnership for Responsible Minerals, wat bedrijven aanmoedigt om samen te werken aan duurzame mijnbouwprojecten.
‘Ik heb hard eraan moeten trekken om het goudconvenant mogelijk te maken. De sector wilde in het begin echt niet meewerken’
De motor achter deze initiatieven is de voormalige grondstoffengezant van het ministerie van Buitenlandse Zaken, Dirk-Jan Koch, tegenwoordig chief science officer bij het ministerie. ‘Ik heb hard eraan moeten trekken om het goudconvenant mogelijk te maken’, vertelt hij in zijn huis in Den Haag, tussen kasten vol boeken over Congo, waar hij als tweede ambassadesecretaris werkte. ‘De sector wilde in het begin echt niet meewerken. Je kunt zeggen: zo’n gedragscode is toch vrijwillig, maar het is níet vrijblijvend. Nu zijn de betrokken bedrijven zich in ieder geval bewust van de problematiek.’
Buitenlandse Zaken heeft zich ook ingezet voor nieuwe EU-wetgeving voor conflictmineralen. Deze wetgeving zal, als die in 2021 in werking treedt, bedrijven in de goudsector verplichten over de herkomst van goud te rapporteren. Wat de rol van de ABC-eilanden betreft, vindt Koch, die in zijn ministerie bekendstaat om zijn activisme op het gebied van duurzame grondstoffen, dat dit ‘verdient verder uitgezocht te worden’. ‘Ook doorvoerlanden hebben verantwoordelijkheden volgens de internationale richtlijnen.’
De OESO laat weten dat goudbedrijven Venezuela moeten aanmerken als een zogeheten ‘rode vlag’-land en zich twee keer moeten bedenken voor ze goud kopen. ‘Het politieke geweld, berichten dat de verkoop van goudreserves ondanks sancties plaatsvindt, de aanwezigheid van gewapende groepen in de mijnbouwregio en de grensoverschrijdende goudsmokkel: het zijn allemaal redenen voor extra due diligence ’, aldus het team verantwoordelijk voor de conflictmineralenrichtlijn.
Staatssecretaris Raymond Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties laat via een woordvoerder weten dat ‘bij de aanpak van goudsmokkel alle partijen, particulieren en overheden een eigen verantwoordelijkheid dragen’. Zeker Venezuela zelf, die ‘zorg moet dragen voor afgifte van betrouwbare certificaten en uitvoerdocumenten’, zegt hij. ‘Het is aan de autoriteiten van de respectievelijke autonome landen om daarbij zorg te dragen voor een juiste toepassing van toezicht, controle en handhaving.’
Daarmee trekt Knops in feite de handen af van het probleem, terwijl de Nederlandse regering medeverantwoordelijk is voor het waarborgen van goed bestuur binnen álle delen van het koninkrijk.
De troefkaart van Maduro
Intussen lanceerde Nicolás Maduro op 10 juni 2019 een nieuw nationaal mijnbouwplan voor 2019-2025. Gezeten in zijn witte uniform voor de Venezolaanse vlag, omlijst door de goudkleurige gordijnen die het presidentiële paleis sieren, zei hij de productie van nikkel, diamanten, coltan en goud naar een hoger niveau te zullen tillen. Ook gaf hij nieuwe vergunningen uit voor de uitbreiding van het goudmijngebied in de Arco Minero.
‘Ik zet alles in op de mijnsector van het land! Met de nodige investeringen en het gebruik van milieuvriendelijke technologie, zullen we van Venezuela een mijnbouwmacht maken’, sprak hij trots in een live-uitzending op tv. ‘Niets en niemand houdt ons tegen!’
Deze publicatie kwam tot stand in samenwerking met InfoAmazonia (Brazilië), Miami Herald (Verenigde Staten), RunRunes (Venezuela), Correo del Caroní (Venezuela) en De Correspondent. Dit project werd mede mogelijk gemaakt door de Human Rights Foundation en voor deze publicatie ontvingen we een bijdrage uit de Regeling Onderzoeksjournalistiek van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.
Meer lezen?
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!