Het is een beetje als zo’n plaatje waar je twee gezichten in kunt zien, een optische illusie. Als je het tweede gezicht eenmaal ziet, kun je het niet meer níét zien.
In dit geval is de illusie: ons beeld van migratie. Letterlijk: de kaarten die we vaak zien, waarop migratie is afgebeeld.
Zulke kaarten zijn overal. Hier op De Correspondent, in schoolboeken, op het journaal en in beleidsdocumenten. Kaarten waarop we pijlen richting Europa zien komen, staan voor irreguliere migranten op weg naar de EU.
Die kaarten ogen informatief en feitelijk, maar zijn eigenlijk verre van neutraal. Sterker nog: ze versterken onbewust de antimigratie-onderbuik in Europa.
De kaarten bepalen, terwijl we dat nauwelijks doorhebben, welke meningen en gevoelens we over migratie vormen. Hoe kan dat? En vooral: kan het beter?
Wij – hoogleraar politieke geografie Henk van Houtum, ontwerper Leon de Korte en correspondent Maite Vermeulen – besloten een poging te doen die vraag te beantwoorden. In tekst, maar vooral: in beeld. Want als je het eenmaal ziet, kun je het niet meer níét zien.
Waarom we vaak denken dat kaarten neutraal zijn
Eerst even een stukje kaartenleer.
Of het nu gaat om oorlogen, klimaatverandering, ongelijkheid: grote kans dat een kaart ons helpt de belangrijke thema’s in de wereld in één oogopslag te snappen.
Omdat kaarten vaak geen duidelijke auteur hebben en simpele iconen gebruiken, geven ze ons een gevoel van objectiviteit. Van algemene kennis, gezond verstand. We zien ze als betrouwbare samenvattingen van de wereld.
Maar dat zijn ze allerminst. In elke kaart liggen keuzes besloten: welke informatie verzamelen we, waarom, wat laten we zien, wat niet, welke vormen, kleuren, projecties en groottes gebruiken we. De objectieve of neutrale kaart bestaat dan ook niet. Elke kaart projecteert een eigen wereldbeeld.
De objectieve of neutrale kaart bestaat niet
Een klassiek voorbeeld is de grootte van Afrika op de standaardwereldkaart: het continent lijkt behoorlijk klein, ongeveer even groot als Groenland. Maar in werkelijkheid past Groenland meer dan veertien keer in Afrika. De projectie van Afrika als een klein continent is ooit, toen westerse geografen de standaarden vaststelden, een technische en politieke keuze geweest.
Dat kaarten altijd een specifieke kijk op de werkelijkheid projecteren, nooit meer dan een model kunnen zijn van de wereld, is onvermijdelijk. En op zich ook niet erg. Laat duizend bloemen bloeien, zou je zeggen. Hoe meer kaarten, hoe rijker de informatie in totaal wordt – zoals veelstemmigheid een democratie maakt. Waar het misgaat, is als kaarten wél als neutrale waarheid worden geïnterpreteerd. Niet als een maar als het model van de werkelijkheid. En precies dat gebeurt met veel kaarten in het gepolitiseerde migratiedebat.
De bekendste migratiekaart
Om te begrijpen wat we allemaal zien – en niet zien – als we naar een gemiddelde migratiekaart kijken, nemen we de misschien wel meest gereproduceerde migratiekaart als uitgangspunt: de kaart waarop het Europees grensagentschap Frontex de ‘illegale grenspassages’ laat zien, die het registreerde. Die kaart wordt heel vaak gebruikt door nieuwsmedia – bijvoorbeeld de NOS, de Volkskrant, Trouw, NRC, ANP – om migratie richting de EU weer te geven.
Wat gebeurt er allemaal als we deze kaart bekijken? Als we deze kaart opmaken in de huisstijl van De Correspondent, zou het er zo uit kunnen zien:
Kan dit anders?
De migratiekaart van Frontex geeft kortom het gevoel dat we overspoeld worden door een gigantische hoeveelheid anonieme vijanden, die massaal en vanuit alle hoeken van de wereld onze orde komen verstoren. Het is niet voor niets dat antimigratiepartijen als de PVV precies diezelfde logica gebruiken op kaarten die in hun reclamespotjes verwerkt worden.
Kan dit ook anders, is dus de vraag.
Er zijn wel bewegingen zoals deep mapping, counter mapping, en mobile mapping, die interessante alternatieven creëren. Wat als je een kaart bijvoorbeeld door migranten zelf laat tekenen? Als je juist conflicten, in plaats van migratie laat zien? Of als je de kaarten driedimensionaal maakt door beeld en geluid toe te voegen? Allemaal mooie ideeën, maar voor een mediaredactie die ‘even’ een kaartje bij een verhaal moet maken, niet heel haalbaar. Wat zouden wij wél kunnen doen?
Laten we eens kijken wat er gebeurt als we onze originele migratiekaart opnieuw gaan vormgeven.
Misschien is een kaart niet de juiste oplossing
Oké, dit kaartje is een stuk minder alarmerend dan ons oorspronkelijke ontwerp. Toch blijft er ontzettend veel wat je hier niet ziet.
Over het recht op asiel, het vluchtelingenverdrag, de vreselijke conflicten waarvoor mensen wegtrekken, het Europese aandeel in die conflicten, de doden langs onze grenzen – daarover komen we niets te weten.
En dat is op een bepaalde manier ook logisch – je ontkomt er niet aan de wereld te simplificeren in een kaart. Maar de vraag is dan wel: gebruiken we wel de juiste informatie?
Het enige beleidsantwoord dat de Frontex-kaart met de dikke, rode pijlen oproept is: we moeten ons verdedigen tegen een groot aanstormend gevaar. En als je bedenkt wie de auteur van de kaart is, is dat ook niet zo gek. De raison d’être van Frontex is de Europese grenzen bewaken. Dat het grensagentschap zelf dan misschien niet de meest neutrale kaarten maakt, is eigenlijk nogal wiedes.
Moeten we de data van Frontex dan überhaupt wel als uitgangspunt nemen voor een kaart? Als we een persbericht ontvangen van Frontex tikken we dat ook niet klakkeloos over – waarom doen we dat dan wel met de kaarten?
Naast het veranderen van de vorm van de kaart, is het dus misschien belangrijker om te kijken welke informatie we zouden moeten toevoegen om de kaart in context te plaatsen. En misschien blijkt dan dat een traditionele atlaskaart helemaal niet de beste manier is om irreguliere migratie naar de EU weer te geven.
Wat zie je, en wat zie je niet?
Dat deze alternatieven ons een ander idee geven van de migratie over de Middellandse Zee, is zeker. Dat traditionele kaarten misschien niet altijd de beste vorm voor deze informatie zijn ook.
Maar omwille van leesbaarheid móét je als journalist en beeldmaker de wereld simplificeren. Of dat nu in kaarten of in tekst is. Alleen: kunnen wij ons veel bewuster zijn van de gevolgen van die simplificaties – en er eerlijk over zijn. Een kaart presenteren als een verhaal dat morele keuzes bevat, in plaats van als de waarheid. De Correspondent-rode kleur gaat bij ons in elk geval in de ban voor migratiekaarten. Ook de dikke pijlen gaan we niet meer klakkeloos gebruiken.
Maar misschien is het wel het belangrijkst om als nieuwsconsument anders te kijken naar kaarten. Om je af te vragen wat je ziet, en vooral: wat niet. Om iedere keer als je een kaart voorbij ziet komen, stil te staan bij wie de auteur is van dit visuele verhaal en wat de boodschap is die de auteur wil meegeven. En waarom eigenlijk?
Want, om onze goede oude Johan Cruijff weer eens aan te halen: je gaat het pas zien als je het doorhebt.
Meer lezen over deze migratiekaarten? Dan kun je het recent verschenen academische artikel ‘The Migration Map Trap’ lezen, dat Henk van Houtum samen met collega Rodrigo Bueno Lacy schreef. Wil je op de hoogte blijven van mijn correspondentschap? Dat kan! Elke twee weken stuur ik een mailtje waarin ik je op de hoogte hou van mijn werk, artikelen en onderzoek.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!