Zand. In de bouw is het veruit de belangrijkste grondstof. Zonder zand geen beton, asfalt en glas om scholen, ziekenhuizen, wegen en zonnepanelen mee te bouwen.
‘Zand is wereldwijd letterlijk de fundering van de economie’, zegt Martin Baptist, ecoloog van Wageningen University & Research, via een krakende Skypeverbinding. ‘We maken er beton en wegen van, hogen er hele woonwijken mee op, en we bouwen er havens en eilanden mee in zee.’
Jaarlijks gebruikt de mensheid zo’n 50 miljard ton zand. Dat is 2,5 keer zoveel als de hoeveelheid die op jaarbasis door erosie van wind, zeeën en rivieren gevormd wordt – zo’n 19 miljard ton. Dit simpelweg een ‘zandtekort’ noemen, zou dus een flink understatement zijn.
Onze grote vraag naar zand heeft nogal wat gevolgen. Duurzame zandwinning kan alleen op plekken waar de grondstof ontstaat, zoals op het strand of in rivieren. Maar het zijn vaak trage geologische processen die de verdeling van zand over de wereld bepalen. En dat zorgt voor steeds meer problemen, want ‘daarop wachten blijkt vaak nogal moeilijk’, zegt Baptist.
De VN slaat alarm over zandwinning wereldwijd
Een goed voorbeeld: in Vietnam wordt jaarlijks ruim 55 miljoen ton zand uit de Mekong-rivier gehaald. Bijna het dubbele van de natuurlijke aanvoer. Hierdoor is de rivier al ruim een meter verzakt.
Minder toevoer van zand aan de kust (de monding van de rivier) betekent een zwakkere kustverdediging. Zand zorgt immers voor de opbouw van stranden, duinen of zandbanken in rivieren, waar – naast de mensen die er wonen – ook hele ecosystemen van afhankelijk zijn. Omdat zand eerder uit de rivier gehaald wordt, kunnen deze natuurlijke barrières minder snel en stevig opgebouwd worden. Behoorlijk ironisch, want het overgrote deel van het weggeschepte rivierzand wordt weer gebruikt voor die kapotte kustverdediging.
Het gevolg van massale zandwinning: afbrokkelende rivieroevers, het verdwijnen van eilanden en afgegraven stranden
In 2019 sloeg de VN alarm over de wijze van zandwinning wereldwijd. In de meeste gevallen is deze namelijk niet in lijn met de lokale en internationale milieuwetgeving. De zandwinning zorgt ervoor dat de biodiversiteit en de kwaliteit van de natuurlijke omgeving significant afneemt. Wat ooit oevers, eilanden en stranden waren, is nu zand om mee te bouwen.
Het gevolg: afbrokkelende rivieroevers, verdwenen eilanden en afgegraven stranden. Daarnaast zijn de arbeidsomstandigheden in zandwinningen door een gebrek aan regulatie vaak belabberd, en vindt er nauwelijks handhaving plaats.
Door de enorme groei van de wereldpopulatie, de wereldwijde trek naar de stad, en de ontwikkeling van meer en betere infrastructuur is zand nog altijd zeer gewild. Het Global Aggregates Information Network (GAIN) verwacht dat de wereldwijde vraag jaarlijks met 6 procent zal stijgen.
En de trend lijkt: hoe meer zand we scheppen, hoe meer problemen dat oplevert.
Zand als grote verbinder
Midden op een grote picknicktafel ligt een uitgeklapte landkaart. De harde wind waait de hoekjes wat omhoog, maar door de stuttende handen van Iwan Reerink, projectleider van de zandwinning in het gebied, en boswachter Twan Teunissen, blijft al het getekende groen langs de Waal goed zichtbaar.
Op een klein terrasje in Kekerdom, vlak bij de Duitse grens, laten ze vol trots zien hoe ‘hun Millingerwaard’ er op dit moment uitziet: ‘Prachtige natuur, en dat was zestig jaar geleden wel anders.’
Twee mannen met ogenschijnlijk tegengestelde belangen – industrie versus natuur – vriendelijk en voldaan aan de koffie. Verbonden door dat ene korrelige goedje: zand.
Zand ontstaat door langzame natuurlijke processen. Het is niets meer dan stenen die door erosie fijngemalen worden tot zandkorrels. Hoewel dat zand er op het eerste gezicht allemaal hetzelfde uitziet, zijn er wel degelijk verschillen.
Zand kan ruw of fijn zijn. Groen, rood, geel of juist kleurloos. Scherp of rond. Die eigenschappen vertellen je waarvoor het gebruikt kan worden, waar het zand vandaan komt, en hoe het geologisch gevormd is.
Zo is er zeezand – korrels die door de golven heen en weer geslingerd worden. Door het schurende water worden de korrels steeds kleiner en ronder. Eolisch zand wordt door de wind afgezet, bijvoorbeeld wanneer opgedroogd zeezand meegenomen wordt door een grote windvlaag. De snijdende wind maakt het zand nog fijner. De derde vorm is rivierzand. Door de snelle en harde erosie van stromend water is dit zand scherp en hoekig. Hoe sneller de rivier stroomt, hoe groter de korrels.
Een industrie, midden in de natuur
Hier in de Millingerwaard is het zand wat grover, omdat de rivier er nog relatief snel stroomt. Na een stuk wandelen staan we op een klein dijkje midden in het gebied. We kijken uit over een grote groene vlakte met daarin smalle riviergeulen in de vorm van vijf korte vingers.
‘Daar in de duim ligt de installatie’, zegt zandwinner Reerink. Een stalen industriële constructie staat op hoge palen aan de oever van de rivier. Het ziet er grauw uit. Af en toe klinkt een doffe knal. ‘Ze zijn de opslag aan het legen om een schip te laden’, legt Reerink uit. ‘Verder maakt de zandwinning weinig tot geen geluid.’
Het zand mag niet vervuild zijn met andere stoffen uit de rivier, want dat maakt het moeilijk om te verwerken in bouwtoepassingen als beton
Hij heeft gelijk. Het is kalm en rustig, alsof we midden in de natuur staan. Het zand wordt door een grote zuiger uit de gegraven riviergeulen gehaald. Hierna wordt het gescheiden en gezuiverd door middel van grote loopbanden, die naar grote opslagtanks lopen.
Het zand mag niet vervuild zijn met andere stoffen uit de rivier, want dat maakt het moeilijk om te verwerken in bouwtoepassingen als beton. Na het zeven en sorteren op grootte, wordt het zand op schepen geladen die het naar opdrachtgevers in het westen van het land vervoeren.
Zeldzame natuur? Dat was nergens te vinden
In de uiterwaarde van de Waal, ten oosten van Nijmegen, wordt jaarlijks 1,6 miljoen ton industrieel zand gewonnen, zo’n 10 procent van de totale hoeveelheid die in Nederland gebruikt wordt in de bouwsector. ‘Ongeveer 65 procent van de korrels die je hier vindt is bruikbaar als industriezand’, zegt Reerink, waarmee hij doelt op toepassingen als beton, glas en asfalt.
Door de enorme zandafzettingen van de Waal en Rijn is het zinvol om juist hier zand te winnen. Toch draait het niet alleen om geld. Door een samenwerking met Staatsbosbeheer zorgt de zandwinning er ook voor dat de natuur in dit gebied beschermd en gevormd wordt.
‘Zestig jaar geleden waren dit landbouwakkers. Nu is het zeldzaam ooibos, of ontzettend biodivers moerasland’
Een voorbeeld van de samenwerking: naast het gewonnen industriezand, is 35 procent te klein en te fijn om mee te bouwen, zogenaamd ophoogzand. Normaal gesproken zou dit gebruikt worden voor verzakte huizen, oplopende bruggen en andere constructies, maar hier wordt het teruggestort als vruchtbare grond voor planten en bodemleven in het natuurgebied. Ofwel: de zogeheten herinrichting van het gebied.
‘Als je een kaart zou zien van zestig jaar geleden, zouden dit alleen maar landbouwakkers zijn’, zegt boswachter Teunissen terwijl hij met zijn grove vingers naar de kaart wijst. ‘Nu is dat zeldzaam ooibos, of ontzettend biodivers moerasland. En dat komt voor een groot deel door de klei- en zandwinning in het gebied.’
Hoe meer zandwinning, hoe meer natuur
Zestig jaar geleden was deze plek nog een letterlijk afvoerputje. Naast de landbouwakkers stonden er ook een paar kleine, vervuilende steenfabrieken aan de oever van de Waal. Die haalden hun klei uit kleine poelen, en maakten deze weer tot landbouwgrond.
Delfstofwinners begonnen destijds de eerste kleilagen weg te schrapen. Hieronder ligt het bruikbare zand, waarmee Reerink tegenwoordig zijn geld verdient. Door het opkopen van dode stukken land (lees: landbouwgebied) kon men op steeds grotere schaal klei en zand winnen. Hierdoor kwam er steeds weer nieuwe vruchtbare bodem aan de oppervlakte te liggen.
De rivier voert jaarlijks voldoende nieuw zand aan om het natuurlijke systeem in balans te houden
Het vrijgekomen zand wordt nu duurzaam afgegraven in het patroon waar het ook in afgezet werd: de vijf zogenaamde ‘kwelvingers’. Dat de winning ervan duurzaam is, komt door de rivier zelf. Deze voert jaarlijks voldoende nieuw zand aan om het natuurlijke systeem in balans te houden.
Als men geen zand zou winnen in dit gebied, en het ophoogzand niet terug zou storten, zou het stuk land snel weer dichtgroeien. ‘Ook dat is natuur’, zegt boswachter Teunissen. ‘Maar de natuur die er nu ligt is een stuk dynamischer en biodiverser. Bovendien hebben zandwinners er ook nog wat aan, en daarmee de hele Nederlandse bouwsector.’
Naast de natuurontwikkeling en delfstofwinning is het gebied in 1995 ook opgenomen in het plan ‘Ruimte voor de Rivier’, dat moest zorgen voor de waterveiligheid van de regio. Dankzij de afgravingen ligt er inmiddels een groot biodivers overloopgebied waar hoge wateren van maximaal tien meter hoogteverschil kunnen en mogen voorkomen.
Hier is de trend: hoe meer klei- en zandwinning, hoe meer natuur én veiligheid tegen hoogwater. En dat komt doordat natuurbeheerders en grondstofdelvers vanaf het eerste moment de handen ineen hebben geslagen.
Ook in Nederland moeten we blijven opletten
‘Wat staat het water laag hè’, zegt Reerink vanaf het dijkje. De fabriek kan bij laagwater minder zand winnen, maar ook minder vervoeren omdat boten minder zwaar beladen kunnen worden. ‘We moeten het zand wel blijven leveren, want de vraag naar zand blijft het hele jaar onverminderd groot’, zegt Reerink tussen neus en lippen door.
En daar komt de onderliggende clinch tussen natuur en grondstofwinning dan toch weer even boven water: ‘Als de installatie zich niet aanpast aan de natuurlijke toevoer, ga je meer zand winnen dan er eigenlijk is’, zegt boswachter Teunissen. ‘Dat gaat ten koste van de natuur.’
De zandwinning op de Noordzee ligt al jaren onder een vergrootglas, omdat hierbij letterlijk het leven van de bodem wordt afgeschraapt, wat enorme natuurschade veroorzaakt
In Nederland zijn ook voorbeelden te noemen waar het winnen van het zanderige bouwelixer daadwerkelijk conflict opleverde. Er waren plannen om grootschalig zand te gaan winnen in het IJsselmeer, maar dit is – mede door tegenstand van bewoners – uiteindelijk niet doorgegaan. Het commerciële bedrijf zou onvoldoende samenwerken met lokale en nationale natuurorganisaties in het gebied. Daarnaast zou het bedrijf met een grote dieselzuiger zand van de bodem lurken, waardoor veel van het kostbare leven daar naar de knoppen zou gaan.
Ook de zandwinning op de Noordzee ligt al jaren onder een vergrootglas, omdat hierbij letterlijk het leven van de bodem wordt afgeschraapt, wat enorme natuurschade veroorzaakt. Dit gaat met name over fijn en glad ophoogzand. Daar kan niet mee gebouwd worden. Wat betreft bouwbaar industriezand wordt het overgrote deel gewonnen op het land, zoals in de Millingerwaard.
‘In Nederland gebruiken we grofweg de helft van ons zeezand voor de ophoging van bijvoorbeeld huizen en bruggen, en de andere helft voor onze kustverdediging’, zegt ecoloog Martin Baptist. ‘Zo’n 30 miljoen ton in totaal op jaarbasis.’ Hij maakt zich toch zorgen over de toekomst van onze zandwinning, ook in Nederland, met onze kustverdediging als schoolvoorbeeld.
Om onze kusten voldoende te beschermen tegen versnelde zeespiegelstijging verwacht Baptist dat we in 2050 zo’n 85 miljoen ton zand per jaar nodig hebben. Die hoeveelheid in combinatie met de stijgende vraag naar industriezand voor nieuwbouw en de aanleg van meer en betere infrastructuur, kunnen we niet verkrijgen als we rustig blijven scheppen uit de Noordzee en de Millingerwaard. Hier zijn intensievere methodes voor nodig. Als we niet oppassen, zien we hier straks vergelijkbare taferelen als in Vietnam of Marokko.
Door naar de volgende uiterwaarde
Terwijl de avond valt in de Millingerwaard, en Reerink en Teunissen nog wat keuvelen over het project, zegt een van hen: ‘Als deze zandwinning weggaat, gaan we door naar de volgende uiterwaarde.’
De zandwinning wordt rond februari 2021 verplaatst naar een locatie bij het Gelderse dorpje Gendt. Het gebied rondom de installatie is nu een grote zanderige bouwput. ‘Over een jaar ziet het er zo uit’, zegt Teunissen. Hij wijst naar de natuur waar we deze middag langs gelopen zijn.
Een groep lepelaars rust uit op een rivierbedding, een aalscholver pikt kleine visjes uit de gegraven riviergeul, en een ongekende hoeveelheid zilverreigers zit in alle kalmte langs de oever. Teunissen en Reerink kijken tevreden naar het leven in ‘hun Millingerwaard’.
‘Mooi hè’, zegt boswachter Teunissen.
‘Prachtig’, beaamt industrieel zandwinner Reerink.
De interactieve kaarten zijn gemaakt door redactioneel ontwerper Leon de Korte. De onderliggende kaarten zijn afkomstig van het Kadaster.
Over de beelden De belangrijkste rode draad in het oeuvre van Natascha Libbert is de verwoestende werking van grondstofwinning op onze natuur. Haar huidige project ‘Undermined’ legt deze praktijken bloot. Hiervoor reisde ze naar verschillende plekken op de wereld. Zo legde ze in Florida moedwillige brandstichting van bossen bloot. In Spanje legde ze de gevolgen van het plaatsen van grote voedselkassen vast. En in Cyprus maakte ze beelden van verlaten mijnen in kapotte landschappen.Op 9 oktober 2020 opent haar tentoonstelling Japanse Oesters in Galerie Vriend van Bavink, in Amsterdam. Haar werk is daar tot 7 november 2020 te bekijken.
Meer lezen?
Als we zo doorbouwen hebben we straks geen planeet meer over. Ik duik in de bouwput op zoek naar oplossingen Overal ter wereld groeien steden hard, met vaak rampzalige gevolgen voor de natuur. Door het gebruik van eindige grondstoffen is de bouw op dit moment per definitie niet duurzaam. Dat kan en moet anders, bijvoorbeeld door ‘natuurinclusief’ en circulair te gaan bouwen.Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!