Beste,

Zo’n zeven jaar geleden durfde ik voor het eerst uit te spreken dat ik journalist wilde worden. Eerst had ik gedacht dat ik al te oud was, dat ik al een pad had gekozen waar ik niet meer vanaf kon wijken. Maar ik wist ook dat het nu of nooit was: mijn contract liep bijna af, een natuurlijk moment om van loopbaan te veranderen.

Dus besloot ik het gewoon te proberen, een jaar lang. Als ik aan het eind van het jaar (of van mijn spaargeld) geen noemenswaardige vooruitgang had geboekt, zou ik teruggaan naar het gebaande pad.

Ik begon aan mensen te vertellen wat ik had besloten. Sommigen reageerden enthousiast, anderen waren kritischer. ‘Jij kunt helemaal geen journalist worden’, zei iemand uit mijn omgeving. ‘Je hebt nooit een mening.’

‘Accepteer onzekerheid’

Het was waar, ik had zelden een mening, twijfelde over van alles. En eerlijk gezegd schaamde ik me daar een beetje voor. Want mensen die twijfelden hadden geen goede reputatie. Jan-Peter Balkenende had PvdA-leider Wouter Bos verweten dat hij een ‘draaier’ was. En als ik De Wereld Draait Door opzette, wat ik in die tijd bijna dagelijks deed, zag ik mensen die in korte zinnen – zonder mitsen en maren – konden zeggen wat ze vonden.

Gelukkig twijfelde ik niet over wat ik wilde en solliciteerde ik bij De Correspondent (mede geholpen door Rob Wijnbergs En noem het cognitieve dissonantie, maar de afgelopen jaren ben ik ervan overtuigd geraakt dat twijfel geen teken van zwakte is, maar een realistische houding in een onzekere wereld.

Dus toen ik in 2018 een boek over cijfers schreef, onderstreepte ik het belang van twijfel en adviseerde ik in een van de laatste hoofdstukken: ‘Accepteer onzekerheid’.

Hoe dan?

Intussen moet ik lachen om past Sanne (zoals ik over een paar jaar vast weer moet lachen om deze present Sanne). Niet alleen omdat ik op mijn 27ste dacht dat ik ergens te oud voor was, maar ook voor het gemak waarmee ik het advies gaf om onzekerheid te accepteren. Een paar alinea’s, wat gebiedende wijs, en succes ermee.

Maar terwijl ik die woorden opschreef, worstelde ikzelf met precies die onzekerheid. Ik wist al een tijdje dat mijn moeder ongeneeslijk ziek was en daar had ik het erg moeilijk mee. Afwisselend schoot ik in de controlemodus, was ik angstig of stak ik mijn kop in het zand. Maar het accepteren? Ho maar.

Toen de pandemie uitbrak, werd ik alleen nog maar meer met mijn neus op de onzekerheid gedrukt. Die van mezelf – ik was doodsbang om mijn moeder te besmetten – en die van anderen. Veel mensen vroegen zich af: ben ik misschien besmet? Is er een plekje voor me in het ziekenhuis als ik ernstig ziek word? Houdt de samenleving dit wel vol? En langzaamaan raakte de onzekerheid aan zo goed als elk aspect van het bestaan. Zou ik straks nog werk hebben? Kan ons huwelijk dit aan? Mag ik naar de uitvaart van mijn dierbare?

Leuk in theorie, onzekerheid accepteren, maar loodzwaar in de praktijk.

Weet jij iets niet?

Al was het in de pandemie duidelijker dan ooit, het leven zit altijd vol met onzekerheden. Van ziektes en liefdesaffaires tot de klimaatapocalyps en een volgende economische crisis. Je weet dat er iets kán gebeuren, maar of en wanneer en hoe en wat? Het is een raadsel.

Al weet ik het natuurlijk niet zeker, ik denk dat we meer niet weten dan wel. Het is als de kosmos: je focust op wat je kunt zien, maar het grootste deel bestaat uit zwarte materie die je niet kunt waarnemen.

Iets wat zo belangrijk is in het leven, daar wil ik het over hebben. Omdat ik zelf wil leren omgaan met onzekerheid, maar ook omdat ik beter wil begrijpen hoe anderen dat doen en wat voor gevolgen dat heeft voor hoe we samenleven.

Daarom mijn eerste stap: praten met personen die iets niet weten. Er zijn namelijk genoeg mensen die de fundamentele onzekerheid van het leven niet uit de weg gaan, omdat ze daarvoor kiezen of omdat het simpelweg niet anders kan.

Ik zou bijvoorbeeld graag in contact komen met:

  • Iemand die asiel heeft aangevraagd in Nederland. 
  • Iemand met een vermiste dierbare. 
  • Iemand wiens partner een affaire heeft gehad.
  • Iemand die kiest voor een nomadisch bestaan.
  • Iemand die van het geloof is gevallen.

Dit zijn maar voorbeelden, want ik ga ervan uit dat ik – in de geest van het onderwerp – meer niet weet dan wel. Dus weet jij iets niet? Ik hoor graag je verhaal in de bijdragesectie of

Ik publiceerde vandaag ook waarin ik uitgebreider vertel over mijn eigen worsteling met onzekerheid en mijn zoektocht naar het niet-weten (je zult zien, er is wat overlap met deze nieuwsbrief). Het verhaal is ook te beluisteren.

Tot slot...

...is onzekerheid natuurlijk niet alleen maar vervelend, het maakt het leven ook mooi. Ik ken niemand die in een compleet voorspelbare wereld zou willen leven. (Dat merkte ik maar weer toen ik de EK-wedstrijd via internet keek en een halve minuut voor een doelpunt al gejuich hoorde bij de buren die kabel hadden.)

Op Brain Pickings over het gedicht van de Poolse dichter en Nobelprijswinnaar Wisława Szymborska, waarin ze Utopia beschrijft als een plek waar geen onzekerheid bestaat. Je vindt er de Ah-Dus-Zo-Zit-Het-bron, het Dal der Vanzelfsprekendheden en het meer van de Diepe Overtuiging.

Alleen: niemand woont er. De laatste zinnen zijn dan ook:

Ondanks al deze verlokkingen is het eiland onbewoond,

en de vage voetsporen die je op de kusten ziet

wijzen zonder uitzondering in de richting van de zee.

Alsof men hiervandaan alleen vertrekt

en onherroepelijk in het diepe onderzinkt.

In een leven dat niet te doorgronden is.

Wisława Szymborska, Uitzicht met zandkorrel (1998).

Met dank aan collega Hans Pieter van Stein Callenfels, die het artikel over Wisława Szymborska met me deelde.

Deze nieuwsbrief liever in je inbox? Als correspondent Ontcijferen onderzoek ik de getallenwereld. In mijn nieuwsbrief houd ik je op de hoogte van wat ik schrijf, hoor en lees. Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief