Toen Dick Cheney, destijds net minister van Defensie af, in 1994 gevraagd werd of het verstandig zou zijn Irak binnen te vallen, was zijn antwoord ondubbelzinnig: ab-so-luut niet.
Zijn uitleg: ‘Als je Saddam Hoessein omver werpt, wat zet je er dan voor in de plaats? [Irak] ligt in een zeer instabiele regio in de wereld, en als je de Iraakse regering weghaalt, is de kans groot dat het land uiteenvalt. Syriërs die het westelijke deel willen innemen; Iran dat het gemunt heeft op het oosten; en in het noorden heb je nog de Koerden die - als ze losbreken - de autonomie van Turkije bedreigen. Het is een moeras.’
Profetische woorden.
Nu, exact twintig jaar, een Amerikaanse invasie en tien jaar bloedige oorlog verder, voltrekt zich bijna woordelijk wat de architect van dit alles in 1994 voorspelde.
De Islamitische Staat van Irak en Syrië (ISIS), een afsplitsing van Al-Qaeda is vanuit buurland Syrië opgerukt en verovert in Irak nu stad na stad. De Koerden in het noorden hebben hun zwaarbewapende strijdtroepen in paraatheid gebracht teneinde de autonomie van hun regio te verdedigen.
Ook belegerde ISIS het Turkse consulaat in de stad Mosul; de noorderbuur broedt inmiddels op wraakacties. Iran heeft bovendien al toegezegd militairen te sturen - naar verluidt in ieder geval 150 elitetroepen - om ISIS te lijf te gaan. Dit alles onder het toeziend oog van de Iraakse regering die in de plaats kwam van Saddam en die machteloos toekijkt hoe het land uit elkaar gereten wordt.
Wat je zegt: een moeras.
Irak, voor sommigen een groot succes
Niet dat iedereen ontevreden hoeft terug te kijken op ruim tien jaar oorlog in Irak. Voor de invasie in 2003 waren de Iraakse olie- en gasvoorraden nog volledig genationaliseerd en in handen van de staat. Maar onder aanvoering van de Verenigde Staten werd de voorraad geliberaliseerd. Dat voornemen bestond al in april 2003, toen de zogenoemde State Department Future of Iraq Project’s Oil and Energy Working Group, in het leven geroepen door Dick Cheney, een rapport uitbracht waarin het adviseerde dat Irak ‘zo snel mogelijk na de oorlog opengesteld moet worden voor internationale oliebedrijven.’
Inmiddels telt Irak minstens veertien buitenlandse olie- en gasmultionationals, die voor miljarden dollars aan olie-productie voor hun rekening nemen
Zo gezegd, zo gedaan. Inmiddels telt het land minstens veertien buitenlandse olie- en gasmultinationals, voornamelijk uit de VS, China, Rusland en Europa, die miljarden dollars olieproductie voor hun rekening nemen.
Een van de grootste spelers is het Amerikaanse Exxon, dat voor bijna een miljard dollar per jaar aan olie oppompt uit een van de grootste reserves van het land, gevolgd door het Britse BP met een contract ter waarde voor zo’n 800 miljoen. En vlak ook zeker ons eigen Shell niet uit: goed voor zo’n 650 miljoen dollar extra jaarlijkse omzet uit de Iraakse velden.
Oh, en niet te vergeten: Halliburton, het oliebedrijf waar Dick Cheney vijf jaar lang de baas was voor hij in 2000 vice-president werd en dat nadien voor ruim zeven miljard dollar aan servicecontracten van de Amerikaanse overheid kreeg toegewezen voor werkzaamheden in Irak.
Best vruchtbaar nog, zo’n moeras.
Wij de baten...
Inmiddels denkt de voormalig vice-president Dick Cheney, niet verwonderlijk, heel anders over de inval in Irak dan twintig jaar geleden: een geslaagde onderneming, vindt hij. Zijn uitleg: ‘Terroristengroepen als Al-Qaeda die massavernietigingswapens in handen krijgen, dat was het gevaar na nine eleven. En toen we Saddam Hoessein omver wierpen, ontmantelden we ook Irak als potentiële bron van dit gevaar.’ Profetisch kun je het niet noemen.
En ook het Nederlandse kabinet houdt er anno 2014 een licht gewijzigd standpunt ten aanzien van de kwestie op na. Steunde ons land de inval in 2003 nog volmondig, zowel politiek als logistiek, inmiddels vindt minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans: ‘Dit conflict zal toch door de Irakezen zelf opgelost moeten worden.’ Oftewel: wij de baten, zij de kosten. Schaamteloos.
De wijze les uit dit alles is dat, als je dan toch per se een land wilt bezetten, je vooral geen baard moet laten staan en de Koran moet reciteren: beter kun je in een krijtstreeppak, met stropdas om, uit naam van het grote geld een land binnengaan. Dat begrijpen wij veel beter.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!