Ergens aan het eind van de jaren negentig besloot ik opslagruimte te huren in New York. Mijn appartement was niet groot genoeg voor de rotzooi die ik verzameld had. Het woord ‘rotzooi’ klinkt wat oneerbiedig, het ging om snuisterijen, maar ook om faxen, boeken en tickets. Het verleden dat ergens moest worden opgeslagen.

Het verleden paste niet meer in mijn woning, maar weggooien is zonde.

Het is meestal prettig om je verleden te bewaren, al was het maar om na te kunnen gaan wie je ook alweer was. Nog prettiger is het om dat niet zelf te hoeven doen.

Naarmate de tijd verstreek, begonnen zich meer en meer mensen voor mijn verleden te interesseren. Individuen, maar er waren ook instituten die mijn verleden wensten te bemachtigen.

Het is meestal prettig om je verleden te bewaren, al was het maar om na te kunnen gaan wie je ook alweer was. Nog prettiger is het om dat niet zelf te hoeven doen

Recent tekende ik een contract om het verleden dat zich in mijn opslagruimte bevindt uit te lenen aan de Universiteit van Amsterdam. Ik had geen idee wat er allemaal lag opgeslagen, maar dat zou wel blijken als alles naar Amsterdam was verscheept.

Een man die naar de romantische naam Francis Petit luisterde, zou voor het transport zorgen. Op een warme, vochtige donderdagmiddag had ik met hem afgesproken in de opslagruimte. Mijn assistente Judith, die tijdens mijn afwezigheid al een keer met Francis naar de opslagruimte was gegaan, zou er ook zijn.

Door omstandigheden was ik wat laat. Francis, een slanke Fransman van een jaar of veertig, zat samen met mijn assistente in het kantoor van de opslagruimte te wachten. Hij had voor een vrachtwagen gezorgd en mannen die mijn opslagruimte snel en zorgvuldig zouden leeghalen.

Ik begon zelf wat verdwaasd rond te lopen in mijn verleden. Een gedeelte van dat verleden zat betrekkelijk zorgvuldig ingepakt in dozen, een ander gedeelte van dat verleden was slordig en schijnbaar in grote haast in plastic tassen gestopt. Alles zat onder het stof en ik moest eraan denken dat ik die ochtend een gesprek had gehad met een man die me had verteld dat we kapot gingen aan fijnstof. Ik kon de verleiding niet altijd weerstaan en begon documenten van meer dan tien jaar geleden te lezen. Het verleden kwam even tot leven.

Er bleken zich ook tandenborstels en een oude toilettas in de opslagruimte te bevinden, maar ik had gezegd dat ze alles konden meenemen en een belofte is een belofte.

Binnen twintig minuten was de helft van mijn verleden verdwenen en nog geen twintig minuten later was ook de andere helft in dozen gestopt. Klaar voor verzending naar de Universiteit van Amsterdam.

Francis zei dat hij nog even met mij mee naar huis moest om er zeker van te zijn dat zich geen bommen in mijn archief bevonden waarmee ik een vliegtuig wilde opblazen. Hij leek zelf een beetje beschaamd dat hij met mij mee naar huis moest.

Toen hij eenmaal bij mij thuis was, wilde hij vooral van de wc gebruikmaken. Misschien zocht hij ook daar naar bommen. Hij transporteerde het verleden, maar vreesde het explosieve materiaal.

Nadat Francis Petit tevreden mijn woning had verlaten, herinnerde ik me de nu lege opslagruimte. Het was alsof mijn geheugen was geleegd, alsof ik mee had gespeeld in een sciencefictionfilm.

Thuis ben je waar zich nog sporen van je verleden bevinden.

Thuis ben je waar de mensen verdwijnen De Hotelmens heeft al vele uitgevers versleten. Ze kwamen te overlijden, verlieten hem of werden verlaten. De merkwaardigste versleten uitgever was ongetwijfeld de Hongaar Peter Z., die nog mailde: ‘Wees een mens en schrijf iets terug.’ Lees hier het feuilleton van vorige week Thuis ben je waar je niet meer weg kan De accountant van de Hotelmens is al op leeftijd. Sinds een ziekenhuisopname is hij niet meer in goede doen. Hij draagt geen pakken meer en ook de boekhouding is zoek. Toch kan hij hem niet laten gaan, uit lotsverbondendheid. Lees hier het verhaal van de accountant van de Hotelmens terug Thuis is waar de ongeleefde levens zich aandienen De Hotelmens is sinds tijden alleen op vakantie en denkt terug aan vriendin A., die hij in 2003 voorloog dat hij in dit bergachtige gebied een luisterboek opnam terwijl hij er in werkelijkheid verbleef met zijn platonische vriendin. En aan een intiem bezoek aan de dokter. Lees hier het feuilleton