Wanneer schoolleider Mathijs Drummen (35) me nog geen twee minuten heeft rondgeleid door zijn school, stopt hij zijn praatje abrupt. We staan in een grote ruimte waar iedere leerling aan het werk is achter z’n eigen bureau. Een paar leerlingen spelen een potje Uno.

Mathijs: ‘Ja god, ik vind het een beetje lastig. Normaal doe ik het andersom. Ik kan wel heel veel blijven vertellen, maar dan krijg je een pr-praatje. Ik vind het eigenlijk prettiger als je de school ingaat en kijkt, ervaart, voelt – en dat dan bij me toetst. Ik wil het dus eigenlijk andersom hebben, als je dat oké vindt.’

Dat is oké.

Die werkwijze past bij de school waar ik op bezoek ben. Sinds anderhalf jaar leidt Mathijs (ik noem hem maar bij zijn voornaam, want dat doet iedereen hier) het Een ‘Agora-school’ voor voortgezet onderwijs, waar leerlingen geen curriculum volgen dat voor iedereen geldt, maar waar ze in overleg met hun ‘coaches’ – zoals leraren er heten – zelf bedenken wat ze willen leren, om daar vervolgens in ‘challenges’ mee aan de slag te gaan.

Agora-onderwijs is populair. Sinds in 2014 de eerste Agora-school werd opgericht in Roermond, zijn er nog 23 van zulke scholen bijgekomen: negentien in Nederland, drie in België en één in Polen. De school van Mathijs kon z’n deuren openen omdat een initiatiefgroep van ouders zich hardmaakte voor de komst van de school. In het eerste jaar verwelkomde het Buurtcollege Maas en Peel, een door de overheid bekostigde school, 58 leerlingen. Nu – in het tweede jaar – zijn dat er 125 op twee locaties (in Panningen en Helden) én is er een wachtlijst.

Mijn challenge voor vandaag: dat succes verklaren.

Mathijs: ‘Ik zit beneden als je vragen hebt. Laat alles lekker op je afkomen, en voel je vrij om mensen aan te spreken.’

Wat de leerlingen aan het doen zijn

’s Ochtends loop ik door de ene locatie van de school, een voormalig consultatiegebouw waar leerlingen nu ieder hun eigen bureau neer hebben gezet. Ik besluit eerst eens wat leerlingen, van een jaar of 12, 13, te spreken.

Wat ben je aan het doen?

‘Cartoontekenen.’

Wat is je doel?

‘Ik wou een stripboek gaan maken, maar ik denk toch niet dat dat gaat lukken. Dus ik ga er één grote tekening van maken.’

Waarom lukt het niet?

‘Omdat ik al best wel lang bezig ben en ik nog steeds m’n poppetje nog niet af heb. Dus ik denk dat een stripboek maken heel lang gaat duren.’

Wil je later iets met tekenen doen?

‘Nee, eigenlijk wil ik een eigen boerderij.’

Mag ik jou wat vragen?

‘Ja.’

Welke challenge ben je nu mee bezig?

‘Over de middeleeuwen informatie zoeken, en voor de rest heb ik er nog geen.’

Wanneer is je challenge afgerond?

‘Als ik weet wat feodalisme is.’

Wat is dat, als je me het nu zou moeten uitleggen?

‘Dat is van als je een koning hebt, die heeft dan mensen achter hem staan die minder belangrijk zijn en dat zijn leenhuizermannen. En dan heb je nog de ridders daaronder, en daaronder heb je nog gewoon normale mensen. En dat is wat ik tot nu toe weet.’

En hoe kwam je hier bij?

‘Ik wou iets met ridders of de Romeinen, en toen koos ik voor ridders. En toen kwam ik uit bij feodalisme.’

Wil je later ridder worden?

‘Dat kan niet meer.’

Weet je al wat je wilt worden?

‘Ik wil misschien iets met hout gaan doen. Meubels maken. Ik heb op school een zwaard gemaakt.’

Mag ik jou wat vragen?

‘Nou, ik moet nu eigenlijk naar musical. Er is een andere leerling die heeft een eigen musical geschreven en die heeft ons het script gegeven en dan hebben we allemaal een eigen rol, en ik heb een dubbelrol. Er zijn ook twee tijden voor de hoofdpersonen en voor de bijpersonen. Het gaat over de goden. Ik ben een god, dus ik moet vandaag, want vandaag is wanneer de goden gaan. Ik ben Artemis, ik weet niet of je weet… En ik ben Medusa, die komt niet zoveel voor.’

Misschien kom ik zo wel even kijken. Kan dat?

‘Ik weet niet of dat mag.’

Jij hebt eerst op een normale middelbare school gezeten, hè? Hoe was dat?

‘Het was heel druk. Er zaten bijna 3.000 kinderen op. Als je toetsweek had dan mocht je pas de gang in als het 9.00 uur was en dan stond je met misschien wel met twee-, driehonderd kinderen op zo’n klein gangetje. En heel veel huiswerk enzo. Na dat schooljaar begon Agora en ben ik daarnaartoe gegaan, en het is nu mijn tweede jaar hier. Ik ben hier wel blij mee.’

Mag ik jou wat vragen?

‘Ja, maar ik ben ondertussen bezig.’

Wat ben je aan het doen?

‘Ik ben op zoek naar een nieuwe harddrive voor de pc die hier achter staat waar ik een challenge mee doe.’

Wat is je challenge?

‘Ik ben bezig een oude computer een beetje te restoren en te vernieuwen. Ik moet ’m een betere performance gaan geven, want hij is nogal traag.’

‘…’

‘Het is nogal lastig om twee dingen tegelijkertijd te doen.’

Heb je liever dat ik je even niet stoor?

‘Ja, sorry.’

Jij bent een typecursus aan het doen.

‘Ja, en nog wel meer. Weet je wat fingerboarden is? Een mini-skateboard, dat heb ik zelf gemaakt. En we willen een kantine gaan starten en daar wafels, donuts, panini’s, tosti’s, zo’n dingen verkopen.’

‘Hé, Moos, wat ook slim is, noedels! Noedels verkopen!’

Willen jullie daar dan ook winst mee maken?

‘Ja. Als het 30 cent is doe je er iets van 50 cent bij, weet je wel.’

Jullie krijgen er geen cijfer voor, toch?

‘Nee.’

Wat vind je daarvan?

‘Wel fijn. Anders zouden m’n ouders me daarom kunnen straffen.’

Je krijgt geen cijfers. Wat vind je daarvan?

‘Wel fijn. Ik vind het fijner als ik zelf gewoon bezig ben en er trots op kan zijn. Niet dat een coach zegt: hier krijg je een 4 voor, want je hebt het niet zo goed gedaan. Dat vind ik stom.’

Het succes van Agora

Dan is het pauze, en na de pauze pakken alle leerlingen een boek en is iedereen een halfuur stil aan het lezen.

Wat heb ik tot nu toe gezien, ervaren en gevoeld? Begrijp ik het succes van Agora al?

Kinderen, blijkt uit onderzoek, vinden school steeds stommer

Wat ik weet, of denk te weten, over hoe de school is opgezet: de school is gestructureerder dan-ie op het eerste gezicht lijkt. Iedere ochtend begint om 9.00 uur met een dagstart, om 12.00 uur is het pauze, om half 1 leest iedereen een halfuur in stilte en om kwart voor 3 mogen alle leerlingen na de dagafsluiting naar huis. Tussen die vaste momenten door werken leerlingen aan hun challenges, die ze bijhouden in een digitale planning. Iedere coach begeleidt zestien leerlingen, en wekelijks zijn er gesprekken over hoe het gaat met de challenges. Er zijn ook elf vakcoaches, die wekelijks één dag op de school langskomen – die heb ik nu nog niet gesproken en weet dus nog niet precies wat ze doen.

Oh! En dagelijks zijn er inspiratiesessies die leerlingen moeten helpen op een idee te komen voor een challenge.

Ik begrijp het succes van Agora wel. Kinderen, blijkt uit onderzoek, vinden school namelijk steeds stommer. Op de basisschool geven ze hun leven gemiddeld nog een 8, jongeren in het voortgezet onderwijs Dat cijfer is zowel onder basisschoolleerlingen als leerlingen in het voortgezet onderwijs nog nooit zo laag geweest. En school is de voornaamste bron van stress. Het percentage jongeren in Nederland dat druk en stress ervaart door school en huiswerk steeg tussen 2001 en 2021 Ruim een kwart van de scholieren in het voortgezet onderwijs zegt ‘vaak’ of ‘altijd’ stress te ervaren

Op Agora is die druk er niet. Er zijn geen lesboeken die doorgewerkt moeten worden, er is geen leraar die bepaalt wanneer je wel en niet naar de wc mag, er is geen huiswerk. De leerlingen die ik spreek zijn blij met hun keuze. 

En ook op de scoort het Buurtcollege Agora Maas en Peel opvallend positieve resultaten. 93 procent van de leerlingen zegt dat leraren hen helpen hun best te doen op school, terwijl dat landelijk maar 68 procent is. 87 procent van de leerlingen geeft aan het ‘zeker wel’ of ‘meestal wel’ naar z’n zin te hebben op de school, tegenover 58 procent landelijk. 86 procent is tevreden over de sfeer, landelijk  

Toch zijn die resultaten ook weer niet zo opvallend. Mensen, staat in theorieboeken, zijn gemotiveerder en gelukkiger wanneer ze het gevoel hebben dat wat ze doen niet opgelegd wordt door een ander, maar zelf – op basis van wat ze nuttig, waardevol of leuk vinden –

Ik zie vandaag veel leerlingen die ervoor gekozen hebben te gamen.

Dwangvoerganzen

Coach Wendy maakt zich niet zo druk om die gamende leerlingen. Telefoons en laptops zijn niet meer weg te denken uit het leven. Het is zaak dat leerlingen daarmee om leren gaan. ‘Dus ga je daar het gesprek over aan: waarom maak je die keuze, en is het niet veel fijner om je aan je planning te houden?’

Het is inmiddels middag, en ik ben achter Mathijs aan gereden naar de tweede locatie van Agora, een voormalige basisschool op een paar minuten rijden. Hier oefent de musicalgroep, maar die heeft liever niet dat ik kom kijken. In een ander lokaal zit de LEGO-groep, vertelt Mathijs nog, en verder moet ik weer zelf kijken.

Coach Wendy gaf tot dit schooljaar biologie op een meer traditionele school. Toen haar leerlingen vroegen waarom ze wegging, liet ze hen een plaatje zien van ganzen in een kooi die gedwangvoerd worden om er foie gras van te maken. Ze zei: ‘Dit is hoe het voor mij voelt. Ik moet jullie hier nu opsluiten en jullie krijgen de hoeveelheid voeding waarvan ik vind dat jij die nodig hebt door je strot heen geduwd. Daar zitten jullie helemaal niet op te wachten.’

Nu, zegt ze, heeft ze gewoon blije gansjes die vanzelf wel een keer eten pikken wanneer ze eten willen. ‘Ik geloof niet meer in het traditionele systeem, omdat je dan voorbijgaat aan wat je als mens bent en kunt.’

‘Wat zij in die drie dagen voor elkaar heeft gekregen, daar doe ik in het traditionele onderwijs een half jaar over’

Ook voor het eindexamen is Wendy niet bang. Ze is ervan overtuigd dat kinderen op Agora met veel meer motivatie door ‘het examenhoepeltje’ springen. Waar die motivatie toe kan leiden, zag ze vorig jaar toen ze al een paar dagen meeliep op de school. Toen wilde een leerling als challenge meer leren over spieren en botten. Wendy zei: oké, tof, als je dat goed uitzoekt neem ik volgende week een soepkip mee. Dan gaan we kijken hoe het zit met die spieren en botten.

Na drie dagen appte de leerling Wendy een filmpje waarin ze door een Word-bestand scrolde. Daarin stonden alle termen die ze moest gebruiken in haar eigen taal uitgelegd. Dus Wendy en die leerling met die kip aan de slag. En die leerling kon precies vertellen wat een pees is, en een spier, en kraakbeen.

Wendy: ‘Wat zij in die drie dagen voor elkaar heeft gekregen, daar doe ik normaal gesproken in het traditionele onderwijs een half jaar over. Dit meisje wilde dit leren, en niet omdat ik vond dat ze opdracht 1 t/m 6 moest maken.’

En daarna maakten ze soep van de kip.

Wendy zegt dat ik ook echt even bij de dagafsluiting van een collega moet zijn. Dat gaat ten koste van de afspraak die ik met Mathijs heb, maar die kan wel even wachten – vindt hij zelf ook.

Had je deze reportage wel willen lezen?

Tijdens de dagafsluiting vraagt de coach haar leerlingen een voor een iets op te noemen waar ze vandaag trots op waren.

‘Dat ik genoeg werk heb gedaan.’

‘Dat ik goede afspraken heb kunnen maken met m’n groepje.’

‘Dat ik stiekem een panini heb kunnen eten in de bus.’

‘Dat ik een pc uit elkaar heb gehaald. Ik wist niet dat er zo veel kleine onderdelen in zitten.’

‘Dat ik acht uur slaap heb gehaald gister.’

‘Dat er iemand vragen kwam stellen en dat het goed ging.’

En dan, als bijna alle leerlingen naar huis zijn, spreek ik Mathijs. ‘Was het goed zo, om het andersom te doen?’ vraagt hij me.

Tsja. Zeg het maar. Word je liever eerst meegenomen de school in, mee op onderzoek uit, of wil je eerst horen wat je te zien zal krijgen? Oftewel, wat zou je liever eerst gelezen hebben: deze reportage, of waarin schoolleider Mathijs Drummen context geeft bij wat ik gezien, ervaren en gevoeld heb?

Met dank aan Ruben Heymeijer, die met mij mee was op reportage en ook enkele leerlingen interviewde.

Meer lezen:

Voor deze schoolleider begint leren bij nieuwsgierigheid Schoolleider Mathijs Drummen wil zoveel mogelijk kids zelf toffe dingen zien doen. Daarom begint het onderwijs op zijn Buurtcollege Agora Maas en Peel bij de vraag wat een leerling zelf wil leren. Ga naar dit artikel Maar Johannes! Je was toch juist kritisch op Agora-onderwijs? Ga naar deze notitie